BMW 5 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 141 of 394

'y"INDIVIDUAL": alle weergaven op het
Head-Up Display zijn actief. Enkele
weergaven, bijv. Check-Control-mel#j
dingen, kunnen individueel worden ge#j
configureerd.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo#j menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Helderheidinstellen
De helderheid wordt automatisch aan het om#j
gevingslicht aangepast.
De basisinstelling kan worden ingesteld. Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Helderheid"6.Controller draaien tot de gewenste helder#j
heid bereikt is.7.Controller indrukken.
Bij ingeschakeld dimlicht kan de helderheid
van het Head-Up Display ook met behulp van de instrumentenverlichting worden aangepast.
Hoogteinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Hoogte"6.Controller draaien tot de gewenste hoogte is bereikt.7.Controller indrukken.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo#jmenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
De hoogte van het Head-Up display kan ook
met de Geheugenfunctie, zie pagina 91, opge#j
slagen worden.
Rotatieinstellen
Het beeld van het Head-Up Display kan om zijn
eigen as worden gedraaid.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Rotatie"6.Controller draaien tot de gewenste instel#j
ling bereikt is.7.Controller indrukken.
Herkenbaarheidvandeweergave
De zichtbaarheid van de weergaven in het
Head-Up Display wordt beïnvloed door de vol#j
gende factoren:
'yBepaalde stoelposities.'yVoorwerpen op de afdekking van het Head-Up Display.'yZonnebrillen met bepaalde polarisatiefil#jters.'yNat wegdek.'yOngunstige lichtverhoudingen.
Als het beeld vervormd wordt weergegeven,de basisinstellingen door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Specialevoorruit
De voorruit is een onderdeel van het systeem.
De vorm van de voorruit laat een nauwkeurige
projectie toe.
Een folie in de voorruit voorkomt dat het beeld
dubbel wordt weergegeven.
Daarom wordt dringend geadviseerd, de speci#j
ale voorruit indien nodig door een Service Part#j
ner van de fabrikant of een andere gekwalifi#j
ceerde Service Partner of specialist te laten
vervangen.
Seite 141WeergavenBediening141
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 142 of 394

VerlichtingUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands#j
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veilig#j heidsrelevante functies en systemen. Bij ge#j
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Overzicht Schakelaarsindeauto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het
stuurwiel.
SymboolFunctieMistachterlicht.Mistlamp.Night Vision, zie pagina 165.SymboolFunctieLicht uit.
Automatische verlichtingsregeling.
Dagrijlicht.Parkeerlicht.Automatische verlichtingsregeling.
Adaptieve lichtfuncties.Dimlicht.Instrumentenverlichting.Parkeerlicht, rechts.Parkeerlicht, links.
Stads-,dim-enparkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
De buitenverlichting wordt automatisch uitge#j
schakeld als bij uitgeschakeld rijden-stand-by het bestuurdersportier wordt geopend.
Stadslicht
Schakelaarstand:

De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd in#j geschakeld laten, anders wordt de accu ontla#j
den en kan de rijden-stand-by eventueel niet
meer worden ingeschakeld.
Seite 142BedieningVerlichting142
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 143 of 394

DimlichtSchakelaarstand:

Het dimlicht brandt bij ingeschakelde rijden-
stand-by.
Parkeerlicht Bij het parkeren van de auto kan aan één kanthet parkeerlicht worden ingeschakeld.
ToetsFunctieParkeerlicht, rechts aan/uitParkeerlicht, links aan/uit
Begroetings-en
thuiskomverlichting
Begroetingsverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitrusting kan de buitenver#j lichting van de auto individueel worden inge#jsteld.
Inschakelen/uitschakelen Schakelaarstand:
,
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5.Gewenste instelling selecteren.'y"Begroetingsverlichting"
Enkele verlichtingsfuncties worden ge#j
durende een beperkte tijd ingescha#j
keld.Thuiskomverlichting
Algemeen
Het dimlicht brandt nog een bepaalde tijd, als
bij ingeschakelde gereedheid het grootlicht wordt geactiveerd.
Duurinstellen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Thuiskomverl."6.Gewenste instelling selecteren.
Automatische
verlichtingsregeling
Principe Het dimlicht wordt afhankelijk van de omge#j
vingslichtsterkte automatisch in- of uitgescha#j keld, bijvoorbeeld in een tunnel, bij schemering
of neerslag.
Algemeen
Een blauwe hemel met laagstaande zon kan tot inschakelen van de verlichting leiden.
Activeren Schakelaarstand:
,
Het controlelampje in het instrumentenpaneel
brandt bij ingeschakeld dimlicht.
Grenzenvanhetsysteem
Het inschatten van de verlichting valt, ondanks de automatische verlichtingsregeling, onder deverantwoording van de bestuurder.
De sensoren kunnen bijvoorbeeld mist of ne#j velig weer niet herkennen. In dergelijke situ#j
aties moet de verlichting handmatig worden in#j
Seite 143VerlichtingBediening143
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 144 of 394

geschakeld om veiligheidsrisico's te
voorkomen.
Dagrijlicht Algemeen
Schakelaarstand:
,
Het dagrijlicht brandt bij ingeschakelde rijden- stand-by.
Inschakelen/uitschakelen In sommige landen is dagrijlicht verplicht,
daarom kan dit licht mogelijk niet uitgezet wor#j
den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo#j menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
DynamischeECO-
verlichtingsfunctie
Algemeen
Afhankelijk van snelheid en afstand tot de voorligger wordt de helderheid van het dimlichtverlaagd.
ActiverenSchakelaarstand:

De rijmodus ECO PRO activeren, zie pa#j
gina 122.
Adaptievebochtverlichting
Principe De adaptieve bochtverlichting is een variabelekoplampregeling, die een dynamische verlich#j
ting van het wegdek mogelijk maakt.
Algemeen
Afhankelijk van de stuuruitslag en van andere
parameters volgt het koplamplicht het verloop van de weg.
Om het tegemoetkomend verkeer niet te ver#j blinden, draait de adaptieve bochtverlichtingbij stilstand niet naar de bestuurderszijde.
Als de koplampen worden veranderd, zie pa#j
gina 147, is de adaptieve bochtverlichting
eventueel slechts beperkt beschikbaar.
Afhankelijk van de uitvoering bestaat de adap#j
tieve bochtverlichting uit een of meer syste#j
men:'yVariabele lichtverdeling, zie pagina 144.'yHoekverlichting, zie pagina 145.'yRotondeverlichting, zie pagina 145.
Activeren
Schakelaarstand:

De adaptieve bochtverlichting is bij ingescha#j
kelde rijden-stand-by actief.
Variabelelichtverdeling
Principe
De variabele lichtverdeling maakt een nog be#j
tere verlichting van de weg mogelijk.
Algemeen
De lichtverdeling wordt automatisch aan de
snelheid aangepast.
Bij uitrusting met navigatiesysteem wordt de
lichtverdeling afhankelijk van de navigatiege#j
gevens en de snelheid aangepast.
Seite 144BedieningVerlichting144
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 145 of 394

Stadslicht
Het verlichtingsbereik van het dimlicht wordt uitgebreid aan de zijkanten.
Snelwegverlichting
De reikwijdte van het dimlicht wordt vergroot.
Hoekverlichting
In scherpe bochten, bijvoorbeeld haarspeld#j
bochten, of bij het afslaan wordt tot een be#j
paald snelheidsbereik een afslaglicht inge#j
schakeld dat de binnenbocht verlicht.
De hoekverlichting wordt afhankelijk van de
stuuruitslag of richtingaanwijzers automatisch
ingeschakeld.
Bij het achteruitrijden wordt de hoekverlichting eventueel onafhankelijk van de stuuruitslag au#j tomatisch ingeschakeld.
Rotondeverlichting
Kort voor het oprijden van de rotonde wordt de hoekverlichting aan beide zijden ingeschakeld.De rand van de weg wordt beter verlicht. Kort
na het verlaten van een rotonde wordt de
hoekverlichting aan beide zijden weer uitge#j
schakeld.
Adaptieve
koplampverstelling
De adaptieve koplampverstelling compenseert het optrekken en afremmen, om het tegemoet#jkomend verkeer niet te verblinden en te zorgenvoor een optimale verlichting van de weg.
Grootlichtassistent Principe
De grootlichtassistent herkent vroegtijdig an#j dere verkeersdeelnemers en schakelt afhanke#j
lijk van de verkeerssituatie het grootlicht auto#j
matisch in of uit.Algemeen
De grootlichtassistent zorgt ervoor dat het
grootlicht wordt ingeschakeld als de verkeers#j situatie dit toelaat. Bij lage snelheden wordt
het grootlicht door het systeem niet ingescha#j
keld.
Het systeem reageert op de verlichting van het
tegemoetkomende en voorliggende verkeer
alsook op voldoende verlichting in bijvoorbeeld de bebouwde kom.
Het grootlicht kan altijd zoals gewend worden in- en uitgeschakeld.
Bij een uitvoering met Selective Beam wordt
het grootlicht bij tegenliggers niet uitgescha#j
keld, maar worden alleen de gedeeltes uitge#j
schakeld die het tegemoetkomend verkeer kunnen verblinden. In dit geval blijft het blauwe
controlelampje gewoon branden.
Als de koplampen worden omgeschakeld, zie
pagina 147, is de grootlichtassistent eventu#j
eel slechts beperkt beschikbaar.
Inschakelen/uitschakelen
Schakelaarstand:
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar in#j
drukken.
Bij ingeschakeld dimlicht brandt het
controlelampje in het instrumentenpa#j
neel.
De verandering tussen dimlicht en grootlicht
wordt automatisch uitgevoerd.
Seite 145VerlichtingBediening145
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 146 of 394

Het blauwe controlelampje in het in#j
strumentenpaneel brandt, als het
grootlicht door het systeem wordt in#j
geschakeld.
Bij het handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht, zie pagina 111, wordt de grootlicht#j
assistent gedeactiveerd.
Om de grootlichtassistent opnieuw te active#j
ren, de toets op de richtingaanwijzerschakelaar indrukken.
Grenzenvanhetsysteem
De grootlichtassistent kan de persoonlijke be#j slissing over het gebruik van het grootlicht niet
vervangen. In situaties waarin dit nodig is
daarom handmatig het grootlicht uitschakelen.
In de volgende situaties werkt het systeem niet
of slechts beperkt en kan een persoonlijke
handeling nodig zijn:'yBij extreem ongunstige weersomstandig#j heden zoals dichte mist of hevige neerslag.'yBij de waarneming van verkeersdeelne#jmers met slechte eigen verlichting, zoalsvoetgangers, fietsers, ruiters, karren, bijtrein- of scheepsverkeer nabij de weg of bij
wildoversteekplaatsen.'yIn scherpe bochten, op steile hellingen, bij
kruisend verkeer of half verdekt tegemoet#j
komend verkeer op de snelweg.'yIn slecht verlichte dorpen of bij sterk reflec#j terende borden.'yAls de voorruit in het gebied voor de bin#j
nenspiegel beslagen, verontreinigd of door stickers, vignetten enz. bedekt is.
Mistlamp
Mistlamp
Principe De mistlamp zorgt samen met het dimlichtvoor een bredere verlichting van de weg.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het inschakelen van het mistachterlicht
moet het stads- of dimlicht ingeschakeld zijn.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
Het groene controlelampje brandt bij
ingeschakelde mistlampen.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie pagina 143, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
bij het inschakelen van de mistlampen automa#j tisch ingeschakeld.
Geleidingsmistlamp
Schakelaarstand:

De lichtverdeling van het dimlicht wordt tot een
snelheid van 110 km/h aan de mistomstandig#j heden aangepast.
Mistachterlicht
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het inschakelen van het mistachterlicht
moeten het dimlicht of de mistlampen inge#j
schakeld zijn.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
Het gele controlelampje brandt, bij in#j
geschakeld mistachterlicht.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie
pagina 143, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
bij het inschakelen van het mistachterlicht au#j
tomatisch ingeschakeld.
Seite 146BedieningVerlichting146
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 147 of 394

Rechts-/linksrijdendverkeerAlgemeen
Bij rijden in landen waarin niet aan dezelfde
kant van de weg wordt gereden als in het land van toelating, dienen de volgende maatregelen
te worden genomen om verblinding door de
koplampen te voorkomen.
LED-koplampen,xenonkoplampen,
adaptievebochtverlichting
Algemeen
De lichtverdeling van de koplampen voorkomt de verblindende werking van het dimlicht, ookwanneer in een land aan de andere kant van deweg gereden wordt in vergelijking met het landvan toelating.
Adaptievebochtverlichting
In landen waar aan de andere kant van de weg
wordt gereden dan in het land van toelating,
niet met schakelaarstand
rijden. Anders
kan dit leiden tot verblindende werking door de
variabele lichtverdeling.
AdaptieveLED-koplampen
Koplampenomschakelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Rechts-/linksrijdend verkeer"6.Gewenste instelling selecteren.
Grenzenvanhetsysteem
De grootlichtassistent is eventueel alleen be#j
perkt beschikbaar.
De adaptieve bochtverlichting is eventueel al#j
leen beperkt beschikbaar.
Instrumentenverlichting
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor de instelling van de lichtsterkte moet het stads- of dimlicht ingeschakeld zijn.
Instellen De lichtsterkte kan met de ge#jkartelde knop worden ingesteld.
Interieurverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering worden interieur#j verlichting, beenruimteverlichting, instapver#j
lichting, sfeerverlichting en luidsprekerverlich#j
ting automatisch gestuurd.
Overzicht
Toetsenindeauto
Interieurverlichting
Leeslampjes
Interieurverlichtingin-/uitschakelen Toets indrukken.
Seite 147VerlichtingBediening147
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 148 of 394

Permanent uitschakelen: toets circa 3 secon#jden ingedrukt houden.
De interieurverlichting achterin kan onafhanke#j
lijk worden in- en uitgeschakeld. De toets be#j
vindt zich in de dakhemel achterin.
Leeslampjesin-/uitschakelen Toets indrukken.
Afhankelijk van de uitrusting bevinden de lees#j lampjes zich voor- en achterin naast de interi#jeurverlichting.
Sfeerverlichting
Algemeen Afhankelijk van de uitvoering kan de verlichting
in het interieur voor enkele lampen worden in#j gesteld.
Als de sfeerverlichting via iDrive is gedeacti#j veerd, wordt hij niet ingeschakeld bij het ont#j grendelen van de auto.
In-/uitschakelen
De sfeerverlichting wordt ingeschakeld bij het ontgrendelen van de auto en uitgeschakeld bij
het vergrendelen van de auto.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Ambianceverlichting"
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Kleurschemaselecteren Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Kleur"6.Gewenste instelling selecteren.
Helderheidinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Helderheid"6.Gewenste instelling selecteren.
Gedimdbijhetrijden
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Gedimd tijdens nachtrit"
De verlichting in het interieur wordt voor en#j kele lampen tijdens het rijden in het donker ge#j
dimd.
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Bowers&WilkinsDiamondSurround
SoundSystem
Algemeen
Sommige luidsprekers in de auto zijn verlicht.
De helderheid kan individueel worden inge#j
steld.
Als de luidsprekers worden gedempt, wordt de luidsprekerverlichting uitgeschakeld.
In-/uitschakelen
De luidsprekerverlichting wordt ingeschakeld
bij het ontgrendelen van de auto en uitgescha#j
keld bij het vergrendelen van de auto.
Seite 148BedieningVerlichting148
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 149 of 394

Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Bowers & Wilkins"
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Helderheidinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Helderheid"6.Gewenste instelling selecteren.Seite 149VerlichtingBediening149
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 150 of 394

VeiligheidUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands#j
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veilig#j heidsrelevante functies en systemen. Bij ge#j
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Airbags
1Frontairbag, bestuurder2Frontairbag, passagier3Hoofdairbag4Zij-airbag5Knie-airbagVoor-airbags
De voor-airbags beschermen de bestuurder en
de passagier bij een frontale aanrijding waarbij
de beschermende werking van de veiligheids#j
gordels alleen niet meer voldoende is.Zij-airbag
De zij-airbag vangt bij een zijdelingse botsing
het lichaam op in de zijdelingse borst- en bek#j
kenzone.Seite 150BedieningVeiligheid150
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page:   < prev 1-10 ... 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 ... 400 next >