BMW 5 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 394

Hoofdairbag
De hoofdairbag vangt bij een zijdelingse bot#j
sing het hoofd op.
Knie-airbag Afhankelijk van de uitrusting:
De knie-airbag vangt bij een frontale botsing
de benen op.
Beschermendewerking
Algemeen
De airbags worden niet bij elke botsing inge#j schakeld, bijvoorbeeld niet bij minder ernstige
aanrijdingen of aanrijdingen van achteren.
Aanwijzingenvooreenoptimale
beschermendewerkingvandeairbags
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde zitpositie of als het ac#j
tiveringsgebied van de airbag wordt belem#j
merd, kan het airbagsysteem niet zoals be#j
doeld beschermen en kan het activeren extra
letsel veroorzaken. Er bestaat kans op letsel of
levensgevaar. De aanwijzingen voor een opti#j
male beschermende werking van het airbag#j
systeem in acht nemen.'

Page 152 of 394

WAARSCHUWING
Ondeskundig uitgevoerde werkzaamhe#j
den kunnen het uitvallen, een storing of het
ongewenst in werking treden van het airbag#j
systeem tot gevolg hebben. Bij een storing zou het airbagsysteem bij een ongeval, ondankseen overeenkomstige botsingskracht, nietzoals bedoeld geactiveerd kunnen worden. Er
bestaat kans op letsel of levensgevaar. Con#j
trole, reparatie of demontage en vernietiging
van het airbagsysteem door een Service Part#j
ner van de fabrikant of een andere gekwalifi#j
ceerde Service Partner of specialist laten uit#j
voeren.'

Page 153 of 394

De status van de airbags wordt aangegeven
met het controlelampje aan de dakhemel, zie pagina 153.
Passagiersairbagsactiveren1.Sleutel insteken en indien nodig aandruk#j ken.2.Ingedrukt houden en tot de aanslag in de
stand ON draaien. De sleutel aan de aan#j
slag verwijderen.3.Erop letten dat de sleutelschakelaar in de eindstand staat, zodat de airbags geacti#j
veerd zijn.
De passagiersairbags zijn weer geactiveerd en treden in werking indien de situatie dit vereist.
Controlelampjepassagiersairbags Het controlelampje van de passagiersairbag in
de dakhemel geeft de status van de passa#j
giersairbags aan.
Na het inschakelen van rijden-stand-by gaat
het lampje kort branden, daarna geeft het aan
of de airbags geactiveerd of gedeactiveerd zijn.
WeergaveFunctieBij geactiveerde passagiersair#j
bags brandt het controle#j
lampje gedurende korte tijd en
gaat dan uit.Bij gedeactiveerde passa#j
giersairbags brandt het con#j
trolelampje voortdurend.
Actieve
voetgangersbescherming
Principe Met de actieve voetgangersbescherming gaat
bij een botsing aan de voorkant van de auto
met een voetganger de motorkap omhoog. Ter
herkenning worden de sensoren onder de
bumper gebruikt.
Algemeen
De geactiveerde voetgangersbescherming
stelt aanvullende vervormingsruimte onder de motorkap voor de aansluitende frontale bot#j
sing beschikbaar.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Contact met afzonderlijke onderdelen
van de scharnieren en motorkapsloten kan het
ongewenst in werking treden van het systeem tot gevolg hebben. Er bestaat kans op letsel ofschade. Afzonderlijke onderdelen van de
scharnieren en motorkapsloten niet aanra#j ken.'

Page 154 of 394

gangersbescherming tot gevolg hebben. Er
bestaat kans op letsel of levensgevaar. Aan de
voetgangersbescherming en de afzonderlijke
componenten en de bedrading geen wijzigin#j gen uitvoeren. Het systeem niet demonteren.'

Page 155 of 394

'yRijstrookwisselmelding, zie pagina 172.'yWAARSCHUWING voor een aanrijding van
opzij, zie pagina 176.'yWaarschuwing voorligger, zie pagina 180.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoon#j
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstan#j digheden en de verkeerssituatie juist in teschatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Ver#j
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 156 of 394

ling wordt gewijzigd, worden alle instellingenvan het menu geactiveerd.
Toets herhaaldelijk indrukken. Erwordt tussen de volgende instellingen
gewisseld:
"ALL ON": alle Intelligent Safety-systemen
worden ingeschakeld. Voor de subfuncties,
zoals Instelling voor moment van waarschu#j
wing, worden basisinstellingen geactiveerd.
"INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen worden overeenkomstig de individuele instel#j
lingen ingeschakeld.
Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden.
Toets ingedrukt houden:
Alle Intelligent Safety-systemen wor#j
den uitgeschakeld.
Botsingswaarschuwingmet
remfunctie
Principe Het systeem kan helpen om ongevallen te
voorkomen. Indien een ongeval niet vermeden
kan worden, helpt het systeem om de bot#j
singssnelheid te beperken.
Het systeem waarschuwt voor mogelijk bot#j
singsgevaar en remt de auto zo nodig zelfstan#j
dig af.
Algemeen
Het systeem wordt via een camera gestuurd.
Bij uitvoering met radarsensor wordt de bot#j singswaarschuwing bovendien door de radar#j
sensor van de snelheidsregeling gestuurd.
Kruispuntwaarschuwing, bij uitvoering met ra#j
darsensor: bovendien wordt bij kruisingen en
overwegen bij herkennen van botsgevaar met
kruisend verkeer gewaarschuwt.De botsingswaarschuwing is ook bij gedeacti#j veerde snelheidsregeling beschikbaar.
Bij het bewust naderen van een voertuig vin#j
den de botsingswaarschuwing en de remin#j
greep later plaats om onjuiste systeemreacties
te voorkomen.
Het systeem waarschuwt vanaf circa 5 km/h in
twee fasen voor mogelijk botsingsgevaar met
andere voertuigen. Het moment van deze waarschuwingen kan afhankelijk van de ac#j
tuele rijsituatie variëren.
Detectiegebied
Er wordt rekening gehouden met objecten, mits gedetecteerd door het systeem.
Kruispuntwaarschuwing: ook auto's die de ei#jgen rijrichting kruisen kunnen door het sys#j
teem herkent worden zodra deze auto's binnen
het detectiegebied van het systeem komen.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoon#j
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstan#j digheden en de verkeerssituatie juist in teschatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Ver#j
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 157 of 394

ongegrond worden afgegeven. Er bestaat ge#j
vaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssi#j tuatie aanpassen. Verkeerssituatie observerenen in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 158 of 394

"INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen
worden overeenkomstig de individuele instel#j
lingen ingeschakeld.
Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden.
Toets ingedrukt houden.
Alle Intelligent Safety-systemen wor#j
den uitgeschakeld.ToetsStatusToets brandt groen: alle Intelligent
Safety-systemen zijn ingeschakeld.Toets brandt oranje: enkele Intelli#j
gent Safety-systemen zijn uitge#j
schakeld.Toets brandt niet: enkele Intelligent
Safety-systemen zijn uitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Botswaarschuwing"5.Gewenste instelling selecteren.
Het geselecteerde tijdstip wordt opgeslagen voor het momenteel gebruikte bestuurder#jsprofiel.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave
Als er een botsing met een waargenomen an#j
der voertuig dreigt, wordt in het instrumenten#j paneel en in het Head-Up Display een waar#j
schuwingssymbool weergegeven.
SymboolMaatregelSymbool brandt rood: vooralarm.
Remmen en afstand vergroten.Symbool knippert rood en er klinkt een signaal: acute waarschuwing.
Remmen en evt. uitwijken.Kruispuntwaarschuwing
Symbool knippert rood en er klinkt een signaal: acute waarschuwing
bij auto's die de eigen rijrichting
kruisen.
Remmen en evt. uitwijken.
Vooralarm
Een vooralarm wordt bijvoorbeeld gegeven bij
een dreigend botsingsgevaar of bij zeer ge#j
ringe afstand tot een voorligger.
Bij een voorwaarschuwing zelf ingrijpen.
Acutewaarschuwingmetremfunctie
Een acute waarschuwing wordt gegeven bij di#j rect botsingsgevaar als de auto met een rela#jtief groot snelheidsverschil een ander objectnadert.
Bij een acute waarschuwing zelf ingrijpen. Bij botsgevaar ondersteund het systeem eventu#j
eel door een automatische remingreep.
Een acute waarschuwing kan ook zonder voor#j
afgaand vooralarm worden geactiveerd.
Remingreep,City-remfunctie De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt, bij het bedienen van de rem, de maxi#j male remkracht toegepast. Voorwaarde is hetvoldoende snel en krachtig indrukken van het
rempedaal.
Daarnaast kan het systeem bij botsingsgevaar eventueel ondersteuning bieden door een au#j tomatische remingreep.
Seite 158BedieningVeiligheid158
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 159 of 394

De auto kan bij lage snelheid afgeremd wordentot stilstand.
Handgeschakelde versnellingsbak: bij een re#j
mingreep tot stilstand is het mogelijk dat de
motor uitgeschakeld wordt.
De remingreep vindt plaats tot circa 80 km/h.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijst#j
abiliteit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactivering van de dynamische stabiliteits#j
controle DSC.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging
worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detec#j tiegebied en de functionele beperkingen.
Metradarsensorenactieve
snelheidsregeling:remingreep
De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt, bij het bedienen van de rem, de maxi#j
male remkracht toegepast. Voorwaarde is het voldoende snel en krachtig indrukken van het
rempedaal.
Daarnaast kan het systeem bij botsingsgevaar ondersteuning bieden door een automatische
remingreep.
De auto kan tot stilstand worden afgeremd.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijst#j
abiliteit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactivering van de dynamische stabiliteits#j
controle DSC.
Bij snelheden boven ongeveer 210 km/h vindt de remingreep plaats in de vorm van een korte
eerste aanremming. Er vindt geen automati#j sche vertraging plaats.
De remingreep kan door het indrukken van het gaspedaal of door een actieve stuurbewegingworden afgebroken.
Kruispuntwaarschuwing: bij kruisende voertui#j
gen vindt er geen remingreep plaats.Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detec#j tiegebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van
het systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond
reageren. Er bestaat kans op een ongeval of schade. De aanwijzingen over de grenzen van
het systeem in acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 160 of 394

BeperktewerkingDe werking kan bijvoorbeeld in de volgende si#j
tuaties beperkt zijn:'yBij dichte mist en hevige regen of sneeuw#j val.'yIn scherpe bochten.'yBij beperking of deactivering van de rijst#j
abiliteitsregelsystemen, bijvoorbeeld DSC
OFF.'yWanneer het gezichtsveld van de camera of de voorruit rondom de binnenspiegel
vervuild of afgedekt is.'yAls de camera vanwege te hoge tempera#j
turen oververhit en tijdelijk uitgeschakeld is.'yAfhankelijk van de uitrusting: bij vervuiling
of afgedekte radarsensoren.'yTot 10 seconden na het starten van de mo#j tor via de start-/stopknop.'yTijdens de kalibratieprocedure van de ca#j
mera direct na aflevering van de auto.'yBij aanhoudende verblindende werking
door tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghan#j
gende zon.
Gevoeligheidvandewaarschuwingen
Hoe gevoeliger de waarschuwingen worden in#j gesteld, bijvoorbeeld het moment van waar#jschuwing, hoe meer waarschuwingen wordengetoond. Het kan daardoor ook meer tot te
vroege of ongegronde waarschuwingen en re#j
acties komen.
Uitwijkhulp;Principe Het systeem ondersteunt bij bepaalde situatie
de bestuurder bij het uitwijken, bijv. bij plotse#j
ling voorkomende hindernissen.
Algemeen
Het systeem waarschuwt en grijpt ondersteu#j nend in, als er een uitwijkmogelijkheid aanwe#j
zig is. Sensoren bewaken en herkennen de
vrije ruimte om de auto. Een vrije ruimte wordt
gebruikt om uit te wijken als deze door de be#j
stuurder vastgestelde uitwijkrichting door de stuurondersteuning veilig en doelgericht aan#jgestuurd wordt.
Detectiegebied
Er wordt rekening gehouden met objecten, mits gedetecteerd door het systeem.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoon#j
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstan#j
digheden en de verkeerssituatie juist in te
schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Ver#j
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 400 next >