BMW 5 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 181 of 394

Stopborden: voor deze borden
wordt een voorwaarschuwing en
een acute waarschuwing gege#j
ven.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoon#j
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstan#j
digheden en de verkeerssituatie juist in te
schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Ver#j
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 182 of 394

Als alle Intelligent Safety-systemen uitgescha#jkeld zijn, worden nu alle systemen ingescha#j
keld.
"INDIVIDUAL configureren": afhankelijk van de
uitvoering kunnen de Intelligent Safety-syste#j
men afzonderlijk geconfigureerd worden. De
individuele instellingen worden geactiveerd en
opgeslagen voor het momenteel gebruikte be#j
stuurdersprofiel. Zodra in het menu een instel#j
ling wordt gewijzigd, worden alle instellingen van het menu geactiveerd.
Toets herhaaldelijk indrukken.
Er wordt tussen de volgende instellin#j
gen gewisseld:
"ALL ON": alle Intelligent Safety-systemen
worden ingeschakeld. Voor de subfuncties
worden basisinstellingen geactiveerd.
"INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen worden overeenkomstig de individuele instel#j
lingen ingeschakeld.
Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden.
Toets ingedrukt houden.
Alle Intelligent Safety-systemen wor#j
den uitgeschakeld.ToetsStatusToets brandt groen: alle Intelligent
Safety-systemen zijn ingeschakeld.Toets brandt oranje: enkele Intelli#j
gent Safety-systemen zijn uitge#j
schakeld.Toets brandt niet: enkele Intelligent
Safety-systemen zijn uitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Voorrangswaarsch."5.'y"Vroeg"'y"Midden"'y"Laat"Er worden alleen acute waar#j
schuwingen weergegeven.'y"Uit": Er wordt geen waarschuwing
weergegeven.
Gewenste instelling selecteren.
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie
Vooralarm Dreigt er geen voorrang te wor#j
den verleend, dan wordt op de
instrumentencombinatie een
voorrangsgevarendriehoek of een stopbord getoond.
Bij een voorwaarschuwing rem#j men of uitwijken.
Acutewaarschuwing Dreigt er geen voorrang te wor#j
den verleend, dan wordt op de
instrumentencombinatie een
stopbord getoond en klinkt er
een signaal.
Bij een acute waarschuwing onmiddellijk rem#j
men of uitwijken.
WeergaveinhetHead-UpDisplay Afhankelijk van de uitrusting wordt de waar#jschuwing wordt gelijktijdig in het Head-UpDisplay en in het instrumentenpaneel weerge#j
geven.
Seite 182BedieningVeiligheid182
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 183 of 394

Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van
het systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond
reageren. Er bestaat kans op een ongeval of
schade. De aanwijzingen over de grenzen van
het systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.'

Page 184 of 394

Algemeen
Active Protection bestaat uit verschillende PreCrash-functies, die afhankelijk van de uit#j rusting kunnen variëren.
Met dit systeem kunnen kritieke rijsituaties
herkend worden, die tot een ongeval zouden
kunnen leiden. Daartoe behoren de volgende
kritieke rijsituaties:'yNoodstops.'ySterk ondersturen.'ySterk oversturen.
Bepaalde functies van enkele systemen kun#j
nen, binnen de systeemgrenzen, tot een acti#j vering van Active Protection leiden:
'yBotswaarschuwing met remfunctie: auto#jmatische remingreep.'yBotsingswaarschuwing met remfunctie:remkrachtondersteuning.'yNight Vision met herkenning van personen
en dieren: remkrachtondersteuning.'yPreventie aanrijding van achteren: herken#j nen van een dreigende aanrijding van ach#jteren.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw eigen
verantwoording. Vanwege systeembeperkin#j
gen is het mogelijk dat kritieke situaties niet
betrouwbaar of tijdig herkend worden. Er be#j staat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.'

Page 185 of 394

AutomatischremmenafbrekenIn bepaalde situaties kan het nodig zijn het au#j
tomatisch remmen af te breken, bijvoorbeeld voor een uitwijkmanoeuvre.
Automatisch remmen afbreken:'yDoor het indrukken van het rempedaal.'yDoor het indrukken van het gaspedaal.
Waakzaamheidshulp
Principe Het systeem kan toenemende onoplettend#j
heid of vermoeidheid van de bestuurder bij
lange eentonige ritten, bijv. op snelwegen, her#j
kennen. In deze situatie wordt aanbevolen om
een pauze in te lassen.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van de per#j
soonlijke verantwoordelijkheid om uw lichame#j lijke gesteldheid juist in te schatten. Toene#j
mende onoplettendheid of vermoeidheid
worden mogelijk niet of niet op tijd herkend. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Erop letten dat
de bestuurder uitgerust en oplettend is. Rijstijl
aan de verkeerssituatie aanpassen.'

Page 186 of 394

Grenzenvanhetsysteem
De werking kan bijv. in de volgende situaties
beperkt zijn en wordt er geen of een verkeerde
waarschuwing gegeven:'yAls de tijd verkeerd is ingesteld.'yAls de gereden snelheid overwegend on#j
der ca. 70 km/h ligt.'yBij sportieve rijstijl, bijv. bij sterke accelera#j
tie of snel rijden door bochten.'yIn actieve rijsituaties, bijv. vaak veranderen van rijbaan.'yBij slechte toestand van het wegdek.'yBij sterke zijwind.
Het systeem wordt ca. 45 minuten na het af#jzetten van het voertuig teruggezet, bijv. bij een pauze op een langere snelwegrit.
Seite 186BedieningVeiligheid186
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 187 of 394

RijstabiliteitsregelsystemenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands#j
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veilig#j heidsrelevante functies en systemen. Bij ge#j
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
AntiblokkeersysteemABS ABS voorkomt het blokkeren van de wielen tij#jdens het remmen.
De bestuurbaarheid blijft ook bij noodstops be#j
houden, daardoor wordt de actieve veiligheid verhoogd.
Het ABS is na het starten van de motor be#j drijfsklaar.
Remassistent
Bij snel indrukken van het rempedaal veroor#j
zaakt dit systeem automatisch een zo hoog mogelijke rembekrachtiging. De remweg wordt
bij noodstops derhalve zo kort mogelijk gehou#j
den. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van de
voordelen van het antiblokkeersysteem ABS.
Het rempedaal ingetrapt houden zolang rem#j
men noodzakelijk is.
Adaptieveremassistent In combinatie met de actieve snelheidsregeling
zorgt het systeem ervoor dat de rem bij het af#jremmen in kritieke situaties nog sneller rea#j
geert.
Wegrijassistent
Principe Het systeem ondersteunt bij het hellingop#j
waarts wegrijden.
Wegrijden1.Auto met rempedaal op zijn plaats houden.2.Rempedaal loslaten en vlot wegrijden.
Na het loslaten van het rempedaal wordt de auto gedurende circa 2 seconden op zijnplaats gehouden.
Na bediening van het gaspedaal wordt de auto
op zijn plaats gehouden, totdat wordt wegge#j reden.
Naargelang de belading of bij rijden met aan#j
hangwagen kan de auto een klein stukje ach#j
teruitrollen.
Dynamische
stabiliteitscontroleDSC
Principe
Binnen hetgeen volgens de wetten van de na#j tuurkunde mogelijk is, helpt het systeem doorvermindering van het motorvermogen en re#j
mingrepen aan de afzonderlijke wielen de
koersstabiliteit van de auto te handhaven.
Algemeen
DSC detecteert bijv. de volgende instabiele rij#j toestanden:
'yUitbreken van de achterzijde van de auto,wat tot oversturen kan leiden.Seite 187RijstabiliteitsregelsystemenBediening187
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 188 of 394

'yGripverlies van de voorwielen, wat tot on#j
dersturen kan leiden.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoon#j
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssitua#j tie juist in te schatten. Wegens systeembeper#jkingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Ver#j
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 189 of 394

maakte rijbaan, of op losse ondergrond eenmaximale tractie bij beperkte koersstabiliteit.
Algemeen
Bij geactiveerde DTC wordt maximale tractie geleverd. De koersstabiliteit is bij het accelere#j ren en bij het rijden in bochten beperkt.
In de volgende situaties verdient het aanbeve#jling de DTC tijdelijk in te schakelen:'yRijden dooiende sneeuw of op niet ge#j
ruimde, besneeuwde rijbanen.'yAuto vrij rijden of wegrijden uit diepe sneeuw of op losse ondergrond.'yRijden met sneeuwkettingen.
Overzicht
Toetsindeauto
DSC OFF
DTCactiveren/deactiveren DTCactiveren Toets indrukken.
Het instrumentenpaneel geeft TRAC#j
TION weer en het controlelampje voor DSC OFF gaat aan.
DTCdeactiveren Toets opnieuw indrukken.
TRACTION en controlelampje DSC
OFF doven.
Weergave
Weergaveinhetinstrumentenpaneel
Bij geactiveerde DTC wordt in het instrumen#j
tenpaneel TRACTION weergegeven.
Controle-enwaarschuwingslampjes Controlelampje brandt: DTC is geacti#j
veerd.
Automatischwisselenvanprogramma In bepaalde situaties wordt er automatischnaar "DSC ON" gewisseld:'yAls de actieve snelheidsregeling met
Stop&Go-functie ACC wordt geactiveerd.'yBij een remingreep door de Intelligent Sa#j fety-systemen.'yBij bandenpech.
xDrive
Principe
xDrive is het vierwielaandrijvingssysteem van
de auto. Door samenwerking tussen xDrive en
de dynamische stabiliteitscontrole DSC wor#j
den de tractie en rijdynamiek verder geoptima#j
liseerd. xDrive verdeelt de aandrijfkrachten af#j
hankelijk van de rijsituatie en wegdektoestand
variabel over de voor- en achteras.
Integraal-actievebesturing
Principe
De integraal-actieve besturing is een combina#j tie van variabele stuuroverbrenging en achter#j
wielbesturing.
De variabele stuuroverbrenging versterkt tij#j
dens het parkeren de wielinslag, wat de bestu#j ring directer maakt. De achterwielbesturingzorgt bij lagere snelheid voor een verhogingvan de wendbaarheid doordat de achterwielen
Seite 189RijstabiliteitsregelsystemenBediening189
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 190 of 394

in tegenstelling tot de voorwielen een beetje
worden ingeslagen.
Bij hogere snelheden worden de achterwielen
in dezelfde richting ingeslagen als de voorwie#j len. Dit zorgt bijv. voor een betere rechte be#jweging en een harmonischere richtingsveran#j
dering.
In kritieke rij-omstandigheden kan de inte#j
graal-actieve besturing door doelgericht sturen
van de achterwielen de auto stabiliseren voor#j dat de bestuurder ingrijpt, bijvoorbeeld in geval
van overstuur.
Algemeen
Het systeem biedt verschillende afstemmin#j
gen.RijmodusIntegraal-actieve bestu#j
ringCOMFORT
ECO PROComfortabel, voor opti#j maal reiscomfortSPORTDynamisch, voor grotere
wendbaarheid
De verschillende afstemmingen zijn gekoppeld aan de verschillende rijmodi van de rijbele#jvingsschakelaar, zie pagina 121.
Rijdenmetsneeuwkettingen
Bij het rijden met sneeuwkettingen, zie pa#j gina 309, is de achterwielbesturing gedeacti#j
veerd.
Storing Ingeval van een functiestoring zijn grotere
stuurwielbewegingen vereist, terwijl de auto in
een hoger snelheidsbereik gevoeliger op
stuurwielbewegingen reageert.
De stabiliteitsbevorderende ingreep kan ge#j
deactiveerd zijn.
Met matige snelheid en vooruitziend verder rij#j den.
Het systeem door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Ser#j
vice Partner of specialist laten controleren.Seite 190BedieningRijstabiliteitsregelsystemen190
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 400 next >