BMW 5 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 211 of 394

Grenzenvanhetsysteem
Het systeem is bijv. niet inzetbaar in de vol#j
gende situaties:'yBij rijden met een aanhanger.
Indien nodig het systeem evt. via iDrive deacti#j
veren.
Metparkeerassistent:
flankbescherming
Principe
Het systeem waarschuwt voor obstakels aan
de zijkant van de auto.
Algemeen
Het systeem maakt gebruik van de ultrasone
sensoren van de PDC en parkeerassistent.
Weergave
Ter bescherming van de flanken van de auto
worden hindernismarkeringen aan de zijkant
van de auto weergegeven.
'yGekleurde markeringen: waarschuwing
voor herkende obstakels.'yGrijze markeringen, gearceerd vlak: er wer#j
den geen obstakels herkend.'yGeen markeringen, zwart vlak: het gebied naast de auto werd nog niet geregistreerd.
Beperkingenvandeflankbescherming
Het systeem geeft alleen stilstaande obstakels
aan, die eerder bij het langsrijden door de sen#j
soren herkend zijn.
Het systeem herkent niet of een obstakel na#j
derhand beweegt. De markeringen worden bij
stilstand na een bepaalde tijd zwart weergege#j
ven. Het gebied naast de auto moet opnieuw
worden geregistreerd.
Bij een bezette aanhangwagencontactdoos is
de flankbescherming niet beschikbaar.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van
het systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond reageren. Er bestaat kans op een ongeval ofschade. De aanwijzingen over de grenzen vanhet systeem in acht nemen en eventueel actiefingrijpen.'

Page 212 of 394

'yBij bepaalde weersomstandigheden, bijv.
hoge luchtvochtigheid, regen, sneeuwval, extreme hitte, of sterke wind.'yBij aanhangwagentrekstangen en -koppe#jlingen van andere voertuigen.'yBij dunne of wigvormige voorwerpen.'yBij bewegende objecten.'yBij hoger gelegen en uitstekende objecten,
bijvoorbeeld muuruitsparingen.'yBij objecten met hoeken, randen en gladde vlakken.'yBij objecten met een dunne oppervlakte of
structuur, bijvoorbeeld hekken.'yBij objecten met poreuze oppervlakken.'yBij kleine en lage objecten, bijvoorbeeld kisten.'yBij obstakels en personen aan de rand vande rijbaan.'yBij zachte of met schuimstof omhulde ob#jstakels.'yBij planten of struiken.'yReeds weergegeven, lage objecten, bij#jvoorbeeld stoepranden, kunnen in hetdode bereik van de sensoren komen voor#j
dat of nadat reeds een ononderbroken ge#j
luidssignaal klinkt.'yHet systeem houdt geen rekening met uit#j stekende lading.
Loosalarm
Het systeem kan onder de volgende omstan#j digheden een waarschuwing weergeven, hoe#j wel er zich geen obstakel in het detectiegebied
bevindt:
'yBij zware regenval.'yBij sterke verontreiniging van of ijsvorming op de sensoren.'yBij met sneeuw bedekte sensoren.'yBij ruw wegdek.'yBij oneffenheden in het wegdek, bijvoor#jbeeld verkeersdrempels.'yIn grote, rechthoekige gebouwen metgladde muren, bijvoorbeeld ondergrondsegarages.'yIn wasinstallaties en wasstraten.'yDoor sterke uitlaatgassen.'yBij scheefzittende afdekking van de trek#jhaak.'yDoor andere ultrasone bronnen, bijvoor#j
beeld veegmachines, stoomstraalreinigers of tl-lampen.
Om onterechte waarschuwingen te beperken,het automatisch inschakelen van de PDC bij
herkende obstakels eventueel uitschakelen,
bijvoorbeeld in de wasstraat, zie pagina 208.
Storing Er wordt een Check-Control-melding weerge#j
geven.
Een wit symbool wordt weergegeven
en het detectiegebied van de sensoren
wordt donker weergegeven op het
Control Display.
PDC is uitgevallen. Het systeem door een Ser#j vice Partner van de fabrikant of een andere ge#jkwalificeerde Service Partner of specialist la#jten controleren.
ZonderSurroundView:
achteruitrijcamera
Principe De achteruitrijcamera helpt bij het achter#j
waarts inparkeren en manoeuvreren. Hiertoe
wordt het gebied achter de auto op het Control Display weergegeven.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoon#j
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssitua#j
tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor
Seite 212BedieningRijhulpsystemen212
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 213 of 394

ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aan#j
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
auto door goed kijken extra controleren en in
de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 214 of 394

De assistentiefuncties kunnen handmatig wor#jden geactiveerd.'y "Parkeerhulplijnen"
Manoeuvreer- en bochtlijnen worden
weergegeven, zie pagina 214.'y "Obstakelmarkering"
Bij overeenkomstige uitrusting worden de door Park Distance Control PDC herkende
obstakels worden door markeringen weer#j gegeven, zie pagina 214.'y "Zoom trekhaak"
Zoom op trekhaak wordt weergegeven, zie pagina 215.
Parkeerhulplijnen
Manoeuvreerlijnen
De manoeuvreerlijnen helpen u de benodigderuimte bij het parkeren en manoeuvreren op
vlak wegdek in te schatten.
Manoeuvreerlijnen zijn afhankelijk van de ac#j
tuele stuuruitslag en worden bij stuurwielbe#j
wegingen continu aangepast.
Bochtlijnen
De bochtlijnen kunnen alleen samen met ma#j
noeuvreerlijnen in het camerabeeld worden
geprojecteerd.
De bochtlijnen geven het verloop van de
kleinst mogelijke draaicirkel op een vlak weg#j dek aan.
Vanaf een bepaalde stuurwieluitslag wordt al#j leen een bochtlijn getoond.
Inparkerenaandehandvanmanoeuvreer- enbochtlijnen
1.Auto zodanig opstellen, dat de rode bocht#j
lijnen binnen de begrenzing van de par#j
keerplaats vallen.2.Stuurwiel dusdanig draaien dat de groene
manoeuvreerlijn de betreffende bochtlijn overdekt.
Obstakelmarkering
Bij overeenkomstige uitrusting worden obsta#j
kels achter de auto geregistreerd door de Park
Distance Control-sensoren PDC.
Obstakelmarkeringen kunnen in het beeld van
de achteruitrijcamera worden geprojecteerd.
Seite 214BedieningRijhulpsystemen214
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 215 of 394

Het kleurpatroon van de obstakelmarkeringen
komt overeen met de markeringen van de
PDC.
Zoomoptrekhaak
Om het aankoppelen van een aanhangwagen
te vergemakkelijken, kan het camerabeeld van
de trekhaak vergroot worden weergegeven.
De afstand van de aanhangwagen tot de aan#j
hangerkoppeling kan met behulp van twee sta#j tische cirkelsegmenten worden geschat.
Een van de stuuruitslag afhankelijke koppe#j
lingslijnen helpt de aanhangwagen in lijn te
brengen met uw trekhaak.
Helderheidencontrastinstellenvia
iDrive
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1.Controller naar links kantelen.2.'y "Helderheid"'y "Contrast"3.Stel de gewenste waarde in.
Grenzenvanhetsysteem
Gedeactiveerdecamera Als de camera gedeactiveerd is, bijvoorbeeld
bij geopend kofferdeksel, wordt het camera#j
beeld grijs gearceerd weergegeven.
Herkenningvanobjecten
Zeer lage obstakels of hoger liggende, vooruit#j
stekende objecten, bijvoorbeeld uitspringende
muren, kunnen niet door het systeem worden
waargenomen.
Bij overeenkomstige uitrusting houden be#j
paalde assistentiefuncties ook rekening met
gegevens van de Park Distance Control PDC.
Aanwijzingen in het hoofdstuk Park Distance
Control PDC in acht nemen.
De op het Control Display getoonde objecten
kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbij
zijn dan het lijkt. Schat de afstand tot de objec#j
ten daarom niet vanaf het display.
ParkassistentPlus:Surround
View
Principe Het systeem biedt ondersteuning bij het inpar#jkeren en manoeuvreren. Hiertoe wordt het ge#jbied rondom uw auto op het Control Displayweergegeven.
Algemeen
Diverse camera's registreren het gebied aan
de hand van verschillende selecteerbare per#j spectieven. Tevens worden assistentiefunc#j
ties, bijvoorbeeld hulplijnen, in het display
weergegeven.
De volgende cameraperspectieven kunnen worden weergegeven:'yAutomatisch cameraperspectief, zie pa#j gina 217: overeenkomstig de betreffende
rijsituatie toont het systeem automatisch
het geschikte cameraperspectief.'yAchteruitrijcamera, zie pagina 217: voor
de weergave van het gebied achter de
auto.'yFlankaanzicht rechts en links, zie pa#j gina 219: voor de weergave van de gebie#j
den aan de zijkant van de auto.'yVia iDrive beweeglijk cameraperspectief,
zie pagina 217.Seite 215RijhulpsystemenBediening215
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 216 of 394

'yPanorama View, zie pagina 220: voor de
weergave van kruisend verkeer, bijvoor#j beeld bij kruisingen en uitritten, afhankelijk
van de ingeschakelde versnelling.
Afhankelijk van het aanzicht wordt de omge#j
ving van de auto of een deelgebied weergege#j
ven.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoon#j
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssitua#j tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voorongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aan#j
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
auto door goed kijken extra controleren en in de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 217 of 394

Het bij de betreffende rijsituatie passend ca#j
meraperspectief wordt weergegeven.
Handmatigin-/uitschakelen Toets parkeerassistent indrukken.'yAan: LED brandt.'yUit: LED dooft.
Automatischuitschakelenbij
vooruitrijden
Het systeem wordt bij overschrijding van een bepaalde afstand of een bepaald snelheidsbe#j
reik uitgeschakeld.
Indien nodig het systeem weer inschakelen.
Cameraperspectief
Overzicht
1Functiebalk2Selectievenster3Flankaanzicht4Automatisch cameraperspectief5Beweeglijk cameraperspectief6Camerabeeld7Achteruitrijcamera
Selectievenster
In het selectievenster kunnen de afzonderlijke
cameraperspectieven via iDrive worden gese#j
lecteerd.
Flankaanzicht
Het flankaanzicht kan voor de rechter- of lin#j
kerzijde van de auto worden geselecteerd.
Dit aanzicht helpt bij het manoeuvreren van deauto langs de stoeprand of bij andere zijde#jlingse obstakels door de weergave van de om#j
geving opzij van de auto.
Het flankaanzicht kijkt van achteren naar voren en focust zich bij gevaar automatisch op mo#j
gelijke obstakels.
AutomatischcameraperspectiefHet automatische cameraperspectief toont
een stuurhoekafhankelijk aanzicht in de betref#j fende rijrichting.
Dit perspectief wordt aangepast aan de betref#j
fende rijsituatie.
Zodra er obstakels worden herkend, schakelt het aanzicht om naar een vaste weergave van
het gebied voor of achter de bumper of indien
nodig naar een flankaanzicht.
Beweeglijkcameraperspectief
Bij het selecteren van bewegende cameraper#j
spectieven wordt op het Control Display een
cirkelvormige baan weergegeven.
Door aan de controller te draaien of via de
touchfunctie kunnen voorgedefinieerde per#j
spectieven op de cirkelvormige baan worden
geselecteerd.
Het actuele perspectief wordt aangegeven
door een camerasymbool.
Met BMW gebarensturing: Het bewegelijke ca#j
meraperspectief kan met de BMW gebaren#j
sturing, zie pagina 30, op de cirkelvormige
baan worden bewogen.
Om de cirkelvormige baan te verlaten de con#j
troller opzij kantelen en indrukken of via het
touchscreen het actieve camerasymbool aan#j
tippen.Seite 217RijhulpsystemenBediening217
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 218 of 394

AchteruitrijcameraDit aanzicht toont het beeld van de achteruitrij#jcamera.
Functiebalk
Via de taakbalk kunnen assistentiefuncties worden geactiveerd, zie pagina 218, en instel#j
lingen uitgevoerd worden.'y "Parkeerassistent", zie pagina 223.'y "Helderheid", zie pagina 221.'y "Contrast", zie pagina 221.'y "Parkeerhulplijnen", zie pagina 218.'y "Obstakelmarkering", zie pagina 219.'y "Zoom trekhaak", zie pagina 219.'y "Wasinstallatie", zie pagina 219.'y "Instellingen": instellingen uitvoeren,
bijvoorbeeld voor gebruik van de active#j ringspunten bij Panorama View.
Assistentiefuncties
Algemeen
Er kunnen meerdere assistentiefuncties tege#j lijkertijd actief zijn.
De volgende assistentiefuncties kunnen hand#j
matig worden geactiveerd:
'y "Parkeerhulplijnen"'y "Obstakelmarkering"'y "Zoom trekhaak"'y "Wasinstallatie"
De volgende assistentiefuncties worden auto#j matisch weergegeven:
'yFlankbescherming, zie pagina 219.'yPortieropeningshoek, zie pagina 220.Parkeerhulplijnen
Manoeuvreerlijnen
De manoeuvreerlijnen helpen u de benodigderuimte bij het parkeren en manoeuvreren op
vlak wegdek in te schatten.
Manoeuvreerlijnen zijn afhankelijk van de ac#j
tuele stuuruitslag en worden bij stuurwielbe#j
wegingen continu aangepast.
Bochtlijnen
De bochtlijnen kunnen alleen samen met ma#j
noeuvreerlijnen in het camerabeeld worden
geprojecteerd.
De bochtlijnen geven het verloop van de
kleinst mogelijke draaicirkel op een vlak weg#j dek aan.
Vanaf een bepaalde stuurwieluitslag wordt al#j leen een bochtlijn getoond.
Seite 218BedieningRijhulpsystemen218
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 219 of 394

Inparkerenaandehandvanmanoeuvreer-enbochtlijnen1.Auto zodanig opstellen, dat de rode bocht#j
lijnen binnen de begrenzing van de par#j
keerplaats vallen.2.Stuurwiel dusdanig draaien dat de groene
manoeuvreerlijn de betreffende bochtlijn overdekt.
Obstakelmarkering
Obstakels achter de auto worden geregi#j
streerd door de PDC-sensoren.
Obstakelmarkeringen kunnen in het camera#j beeld worden geprojecteerd.
Het kleurpatroon van de obstakelmarkeringen
komt overeen met de markeringen van de
PDC.
Wasstraataanzicht
Het wasstraataanzicht helpt bij het inrijden van
wasstraten door de weergave van het eigen
bandenspoor.
Zoomoptrekhaak
Om het aankoppelen van een aanhangwagente vergemakkelijken, kan het camerabeeld van
de trekhaak vergroot worden weergegeven.
De afstand van de aanhanger tot de aan#j
hangerkoppeling kan met behulp van twee sta#j tische cirkelsegmenten worden geschat.
Een van de stuuruitslag afhankelijke koppe#j
lingslijnen helpt de aanhangwagen in lijn te
brengen met uw trekhaak.
Trekhaak via iDrive weergeven, zie pagina 218.
Flankbescherming Principe
Het systeem waarschuwt voor obstakels aan
de zijkant van de auto.
Weergave
Ter bescherming van de flanken van de auto
worden hindernismarkeringen aan de zijkant
van de auto weergegeven.
'yGeen markeringen: er zijn geen obstakels herkend.Seite 219RijhulpsystemenBediening219
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 220 of 394

'yGekleurde markeringen: waarschuwing
voor herkende obstakels.
Beperkingenvandeflankbescherming
Het systeem geeft alleen stilstaande obstakels aan, die eerder bij het langsrijden door de sen#jsoren herkend zijn.
Het systeem herkent niet of een obstakel na#j
derhand beweegt. Daarom worden de marke#j
ringen in de weergave bij stilstand na een be#j
paalde tijd niet meer weergegeven. Het gebied
naast de auto moet opnieuw worden geregi#j
streerd.
Portieropeningshoek Principe
Het systeem toont evt. vaststaande obstakels
die de openingshoek van de portieren beper#j ken.
Het systeem waarschuwt niet voor naderende verkeersdeelnemers.
Steptronic transmissie: bij keuzehendelstand P
wordt de maximale openingshoek van de por#j
tieren weergegeven.
Handgeschakelde versnellingsbak: bij stil#j
staande auto wordt na een korte tijd de maxi#j
male openingshoek van de portieren weerge#j geven.
Zodra de auto beweegt worden in plaats van
de openingshoek de parkeerhulplijnen weer#j
gegeven.
Grenzenvandeweergave
Vanwege technische redenen wordt het ge#j
bied rond de auto vervormd weergegeven.
Ook als de symbolen voor de portieropenings#j
hoek op het Control Display geen andere ob#j
jecten kruisen, moet tijdens parkeren naast an#j
dere objecten op het volgende worden gelet:
Vanwege het perspectief zijn hoger gelegen,
naar voren staande objecten evt. dichterbij dan
op het Control Display lijkt.
PanoramaView
Principe
Met het systeem hebt u bij onoverzichtelijke
uitritten en kruisingen een vroegtijdig overzicht van het kruisend verkeer.
Algemeen
Verkeersdeelnemers die door obstakels langs
de weg niet zichtbaar zijn, worden vanaf de be#j
stuurdersstoel slechts zeer laat waargenomen. Om het zicht te verbeteren registreren de ca#jmera's aan de voor- en achterzijde de ver#jkeerssituatie aan de zijkanten.
Gele lijnen in de beeldschermweergave marke#j ren het voorste en achterste uiteinde van de
auto.
Het beeld van de camera is in sommige berei#j
ken verschillend groot vervormd en is daarom
niet geschikt voor het inschatten van afstan#j
den.
Seite 220BedieningRijhulpsystemen220
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 400 next >