BMW 5 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 311 of 394

MenuoproepenVia iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Bandenspanningscontrole"
Instellingenuitvoeren
Via iDrive:
1."Bandeninstellingen"2.Banden selecteren:'y"Zomerbanden"'y"Winter-/vierseizoenenbanden"3."Actueel:"4.Bandtype selecteren dat op de achteras is gemonteerd:'yBandenmaat, bijv. 225/55 R17 97W'yBij banden met een speciale onthef#jfing: "Andere band"5.Beladingstoestand van de auto selecterenals er een bandenmaat is geselecteerd.6."Instellingen bevestigen"
De meting van de actuele bandenspanningwordt gestart. De voortgang van de meting
wordt getoond.
Statusweergave
Actuelestatus
De status van het systeem kan op het Control Display weergegeven worden, bijvoorbeeld ofhet systeem geactiveerd is.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Bandenspanningscontrole"
De actuele status wordt weergegeven.
Actuelebandenspanning De actuele bandenspanning wordt voor elke
band weergegeven.
De actuele bandenspanningen kunnen door
het rijden of de buitentemperatuur veranderen.
Huidigebandentemperatuur Afhankelijk van het model worden de huidige
bandentemperaturen weergegeven.
De huidige bandentemperaturen kunnen door
het rijden of de buitentemperatuur veranderen.
Gewenstespanning
De gewenste spanning voor de banden aan de
voor- en achteras wordt weergegeven.
De gewenste spanningen zijn in de auto opge#jslagen waarden.
Bij de vermelde gewenste spanning zijn tem#j
peratuurinvloeden door het rijden of de buiten#j temperatuur meegerekend. Onafhankelijk van
de weersomstandigheden, bandtemperaturen en rijtijden wordt altijd de passende gewenste
spanning weergegeven.
De gewenste spanning kan veranderen en van
de bandenspanningswaarden op de portierstijl
van het bestuurdersportier afwijken. De ban#j
denspanning kan zo naar de waarde van de
weergegeven gewenste spanningen worden
gecorrigeerd.
De gewenste spanning wordt direct aangepast
als in de bandeninstellingen de beladingstoe#j
stand wordt gewijzigd.
Toestandvandeband
Algemeen
Op het Control Display wordt de status van de banden en het systeem weergegeven door dekleur van de wielen en een tekst.
Aanwezige meldingen worden evt. niet gewistals bij de correctie van de bandenspanning de
weergegeven gewenste spanning niet wordt bereikt.Seite 311WielenenbandenMobiliteit311
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 312 of 394

Allewielengroen'yHet systeem is actief en gebruikt voor dewaarschuwing de weergegeven gewenste
spanningen.'yBij banden met speciale toelating: het sys#j
teem is actief en gebruikt voor de waar#j schuwing de laatste bandenspanning die is
opgeslagen bij de reset.
Eentotvierwielengeel
Er is sprake van een lekke band of een aan#j
zienlijk spanningsverlies in de aangegeven
banden.
Wielengrijs Spanningsverliezen kunnen evt. niet worden
herkend.
Mogelijke oorzaken:
'yStoring.'yTijdens de bandenspanningsmeting, na bevestiging van de bandeninstellingen.'yBij banden met speciale toelating: resetvan het systeem werd uitgevoerd.
Bijbandenmetspecialetoelating:
resetuitvoeren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3."Bandenspanningscontrole"4.Rijden-stand-by inschakelen en niet weg#j
rijden.5.Bandenspanning resetten: "Reset uitvoeren".6.Wegrijden.
De wielen worden in het grijs weergegeven enhet volgende wordt getoond:
"Bandenspanningscontrole reset wordt
uitgevoerd#

Page 313 of 394

SymboolMogelijke oorzakenDe vulling is niet volgens voor#j
schriften uitgevoerd, bijv. bij onvol#j
doende ingebrachte lucht.
De bandeninstellingen zijn niet ge#j
actualiseerd.
Maatregel
1.Bandenspanning regelmatig controleren en zo nodig corrigeren.2.De bandeninstellingen actualiseren.
Bijtelagebandenspanning
Melding Een geel waarschuwingslampje in hetinstrumentenpaneel gaat branden.
Bovendien verschijnt een symbool met een
Check-Control-melding op het Control Dis#j
play.
SymboolMogelijke oorzakenEr is een bandenspanningsverlies geconstateerd.
Maatregel
1.De snelheid reduceren. Snelheid van
130 km/h niet meer overschrijden.2.Bij de eerstvolgende gelegenheid, bijv. op een tankstation, de bandenspanning in alle
vier de banden controleren en evt. corrige#j ren.
Bijsterkverliesvanbandenspanning
Melding Een geel waarschuwingslampje in het
instrumentenpaneel gaat branden.
Bovendien verschijnt een symbool met de be#j
treffende band in een Check-Control-melding op het Control Display.SymboolMogelijke oorzakenEr is een lekke band of een band
met een aanzienlijk spanningsver#j
lies aanwezig.
Maatregel
1.Snelheid verminderen en voorzichtig stop#j pen. Heftige rem- en stuurbewegingenvermijden.2.Controleer of de auto met normale banden
of banden met noodloopeigenschappen is
uitgerust.
Banden met noodloopeigenschappen, zie
pagina 304, zijn op de zijwand gekenmerkt
met een rond symbool met de letters RSC.
Meldingen:bijbandenmeteen
specialeontheffing
Algemeen
Bij melding van een lage bandenspanning
wordt eventueel de dynamische stabiliteits#j
controle DSC ingeschakeld.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Een beschadigde normale band met een
geringe bandenspanning of spanningsverlies
heeft een negatieve invloed op de rijeigen#j
schappen, bijvoorbeeld het stuur- en remge#j
drag. Banden met noodloopeigenschappen
kunnen nog een bepaalde stabiliteit instand#j
houden. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Niet doorrijden als de auto is voorzien van nor#j
male banden. De aanwijzingen m.b.t. de ban#j
den met noodloopeigenschappen en verder rij#j
den met deze banden in acht nemen.'

Page 314 of 394

Wanneercontrolevande
bandenspanningvereistis
Melding
Een symbool met een Check-Control-melding
verschijnt op het Control Display.Sym#j
boolMogelijke oorzakenDe vulling is niet volgens voorschrif#j
ten uitgevoerd, bijv. bij onvol#j
doende ingebrachte lucht.
Het systeem heeft de vervanging
van een wiel herkend, maar er is
geen reset uitgevoerd.
De bandenspanning is ten opzichte
van de laatste reset gedaald.
Voor het systeem werd geen reset
uitgevoerd. Het systeem gebruikt
voor de waarschuwing de laatste
bandenspanningen die zijn opge#j
slagen bij de reset.
Maatregel
1.Bandenspanning regelmatig controleren en zo nodig corrigeren.2.Een reset van het systeem uitvoeren.
Bijtelagebandenspanning
Melding Een geel waarschuwingslampje in hetinstrumentenpaneel gaat branden.
Bovendien verschijnt een symbool met een
Check-Control-melding op het Control Dis#j
play.
Sym#j
boolMogelijke oorzakenEr is een bandenspanningsverlies geconstateerd.
Voor het systeem werd geen reset
uitgevoerd. Het systeem gebruikt
voor de waarschuwing de laatste
bandenspanningen die zijn opge#j
slagen bij de reset.
Maatregel
1.De snelheid reduceren. Snelheid van
130 km/h niet meer overschrijden.2.Bij de eerstvolgende gelegenheid, bijv. op een tankstation, de bandenspanning in alle
vier de banden controleren en evt. corrige#j ren.3.Een reset van het systeem uitvoeren.
Bijsterkverliesvanbandenspanning
Melding Een geel waarschuwingslampje in het
instrumentenpaneel gaat branden.
Bovendien verschijnt een symbool met de be#j
treffende band in een Check-Control-melding
op het Control Display.
Sym#j
boolMogelijke oorzakenEr is een lekke band of een band
met een aanzienlijk spanningsver#j
lies aanwezig.
Voor het systeem werd geen reset
uitgevoerd. Het systeem gebruikt
voor de waarschuwing de laatste
bandenspanningen die zijn opge#j
slagen bij de reset.Seite 314MobiliteitWielenenbanden314
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 315 of 394

Maatregel1.Snelheid verminderen en voorzichtig stop#jpen. Heftige rem- en stuurbewegingenvermijden.2.Controleer of de auto met normale banden
of banden met noodloopeigenschappen is
uitgerust.
Banden met noodloopeigenschappen, zie
pagina 304, zijn op de zijwand gekenmerkt
met een rond symbool met de letters RSC.
Juistehandelwijzebijbandenpech
Normalebanden
1.Beschadigde band identificeren.
De luchtdruk in alle vier banden controle#j
ren, bijvoorbeeld met de bandenspan#j
ningsmeter van een bandenreparatieset.
Bij banden met speciale toelating: is de
bandenspanning in alle vier de banden in orde, dan is voor de bandenspanningscon#j
trole evt. geen reset uitgevoerd. In dat ge#j val reset uitvoeren.
Als er geen schade aan de band kan wor#j
den geïdentificeerd, contact opnemen met
een Service Partner van de fabrikant of een
andere gekwalificeerde Service Partner of
een gekwalificeerde specialist.2.Bandenpech verhelpen, bijvoorbeeld met een bandenreparatieset of door het wiel te
vervangen.
Door het gebruik van een afdichtmiddel, bij#j voorbeeld bandenreparatieset, kan de RDC-
wielelektronica worden beschadigd. De elek#j tronica bij de eerstvolgende gelegenheid laten
vervangen.
Bandenmetnoodloopeigenschappen
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij beschadigde banden met noodloopei#j
genschappen zonder of met een geringe ban#j denspanning of spanningsverlies veranderende rij-eigenschappen, bijvoorbeeld vermin#jderde koersstabiliteit bij het remmen, langereremweg en een ander stuurgedrag. Er bestaat
gevaar voor ongevallen.
Gematigd rijden en een snelheid van 80 km/h
niet overschrijden.'

Page 316 of 394

Mogelijkeafstandmetdruklozeband
De mogelijke afstand is afhankelijk van bela#j
ding en belasting van de auto, bijvoorbeeld snelheid, wegomstandigheden en buitentem#j
peratuur. De afstand kan bij korter of voorzich#j
tiger rijden ook langer zijn.
Bij een gemiddelde belading en geringe belas#j
ting kan de mogelijke afstand tot wel 80 km
bedragen.
Rijeigenschappenmetbeschadigdeband
Bij de rit met beschadigde band veranderen de rij-eigenschappen en kunnen bijv. tot de vol#jgende situaties leiden:'ySneller uitbreken van de auto.'yLangere remweg.'yGewijzigd stuurgedrag.
Rijstijl aanpassen. Vermijd abrupte stuurbewe#j
gingen en obstakels, zoals stoepranden, gaten
in de weg enz.
Definitiefeindevandeband
Trillingen of harde geluiden tijdens het rijden
kunnen het definitieve einde van de band aan#j
kondigen.
Snelheid verminderen en stoppen. Er kunnen
stukjes band loskomen, wat tot een ongeval
zou kunnen leiden.
Niet doorrijden, maar contact opnemen met een Service Partner van de fabrikant of een an#jdere gekwalificeerde Service Partner of speci#j
alist.
Grenzenvanhetsysteem
Temperatuur De bandenspanning hangt af van de tempera#j
tuur van de band.
Door een verhoging van de bandentempera#j tuur, bijvoorbeeld tijdens het rijden of door zonnestraling, neemt ook de bandenspanning
toe.
De bandenspanning neemt af wanneer de ban#j dentemperatuur daalt.
Hierdoor kan bij sterk dalende temperaturen
een waarschuwing gegeven worden vanwege overschrijding van de waarschuwingslimieten.
Na een door temperatuurgebonden waarschu#j
wing worden de voorgeschreven bandenspan#j ningen na een korte rit weer op het Control
Display weergegeven.
Plotselingverliesvanbandenspanning Ernstige, plotselinge beschadigingen van een
band van buitenaf kunnen door het systeem niet vooraf worden aangekondigd.
Resetnietuitgevoerd Banden met speciale toelating: het systeem
werkt niet correct wanneer er geen reset is uit#j
gevoerd, er wordt bijv. bandenpech gemeld ondanks een juiste bandenspanning.
Storing
Melding Het gele waarschuwingslampje knip#jpert en brandt vervolgens continu. Er wordt een Check-Control-melding
weergegeven. Spanningsverliezen kunnen evt.
niet worden herkend.
Maatregel'yWiel zonder RDC-elektronica is gemon#j
teerd, bijvoorbeeld noodwiel: eventueel de
wielen laten controleren.'yStoring: systeem controleren laten.'yStoring door installaties of apparaten met dezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem au#j tomatisch weer actief.'yBij banden met speciale toelating: het sys#j
teem kon de reset niet afsluiten. Een reset
van het systeem opnieuw uitvoeren.Seite 316MobiliteitWielenenbanden316
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 317 of 394

Bandenpechwaarschuwing
RPA
Principe
Het systeem herkent de bandenspanning aan
de hand van een toerentalvergelijking tussen
de afzonderlijke wielen tijdens het rijden.
Bij verlies aan bandenspanning verandert de
diameter en daardoor de draaisnelheid van het betreffende wiel. Het verschil wordt herkenden als bandenpech gemeld.
Het systeem meet niet de daadwerkelijke ban#j denspanning in de banden.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het systeem moet aan de volgende voor#j
waarden zijn voldaan, anders kan er geen be#j trouwbare melding van een spanningsverlies
worden gegarandeerd:'yNa het verwisselen van een band of wiel is
er bij correcte bandenspanning een initiali#j
satie uitgevoerd.'yNa een aanpassing van de bandenspan#j ning op een nieuwe waarde is een initiali#j
satie uitgevoerd.
Statusweergave
De huidige status van de RPA bandenpech#j
waarschuwing kan worden weergegeven bijv. of de RPA actief is.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Indicatie lekke band (RPA)"
De status wordt weergegeven.
Initialisatienoodzakelijk
In de volgende situaties moet er een initialisa#j
tie worden uitgevoerd:
'yNa een aanpassing van de bandenspan#j ning.'yNa het verwisselen van een band of wiel.
Initialisatieuitvoeren
Met de initialisatie worden de ingestelde ban#j
denspanningen als referentie voor de herken#j ning van een lekke band overgenomen. De ini#j
tialisatie wordt gestart door bevestiging van de spanning van de banden.
Bij het rijden met sneeuwkettingen het sys#j
teem niet initialiseren.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3."Indicatie lekke band (RPA)"4.Rijden-stand-by inschakelen en niet weg#j
rijden.5.Initialiseren starten: "Reset uitvoeren"6.Wegrijden.
Het afsluiten van de initialisatie gebeurt tijdens het rijden, de rit kan te allen tijde worden on#j derbroken.
Tijdens een volgende rit wordt de initialisatie
automatisch voortgezet.
Meldingen
Algemeen
Bij melding van bandenpech wordt eventueel de dynamische stabiliteitscontrole DSC inge#j schakeld.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Een beschadigde normale band met een
geringe bandenspanning of spanningsverlies heeft een negatieve invloed op de rijeigen#jschappen, bijvoorbeeld het stuur- en remge#jdrag. Banden met noodloopeigenschappenkunnen nog een bepaalde stabiliteit instand#jhouden. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Niet doorrijden als de auto is voorzien van nor#j
male banden. De aanwijzingen m.b.t. de ban#j
Seite 317WielenenbandenMobiliteit317
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 318 of 394

den met noodloopeigenschappen en verder rij#jden met deze banden in acht nemen.'

Page 319 of 394

Is de bandenspanning in alle vier de ban#jden in orde, dan is de bandenpechwaar#j
schuwing waarschijnlijk niet geïnitialiseerd.
Systeem in dat geval initialiseren.
Mogelijkeafstandmetdruklozeband
De mogelijke afstand is afhankelijk van bela#j
ding en belasting van de auto, bijvoorbeeld snelheid, wegomstandigheden en buitentem#j
peratuur. De afstand kan bij korter of voorzich#j
tiger rijden ook langer zijn.
Bij een gemiddelde belading en geringe belas#j
ting kan de mogelijke afstand tot wel 80 km
bedragen.
Rijeigenschappenmetbeschadigdeband
Bij de rit met beschadigde band veranderen de rij-eigenschappen en kunnen bijv. tot de vol#jgende situaties leiden:
'ySneller uitbreken van de auto.'yLangere remweg.'yGewijzigd stuurgedrag.
Rijstijl aanpassen. Vermijd abrupte stuurbewe#j
gingen en obstakels, zoals stoepranden, gaten
in de weg enz.
Definitiefeindevandeband
Trillingen of harde geluiden tijdens het rijden
kunnen het definitieve einde van de band aan#j
kondigen.
Snelheid verminderen en stoppen. Er kunnen
stukjes band loskomen, wat tot een ongeval
zou kunnen leiden.
Niet doorrijden, maar contact opnemen met een Service Partner van de fabrikant of een an#jdere gekwalificeerde Service Partner of speci#j
alist.
Grenzenvanhetsysteem
In de volgende situaties kan het systeem ver#j
traagd of onjuist werken:
'yEen natuurlijk, gelijkmatig spanningsverlies in alle vier de banden wordt niet herkend.Daarom de bandenspanning regelmatigcontroleren.'yErnstige, plotselinge beschadiging van een
band van buitenaf kan niet vooraf worden
aangekondigd.'ySysteem is niet geïnitialiseerd.'yRijden op besneeuwde of gladde wegen.'ySportieve rijstijl: slip op de aangedreven wielen, hoge dwarsversnelling.'yRijden met sneeuwkettingen.
Wielenvervangen
Algemeen
Bij banden met noodloopeigenschappen of
gebruik van bandenafdichtmiddel is het niet noodzakelijk om de band direct te wisselen bij
spanningsverlies in geval van pech.
Zo nodig vindt u het juiste gereedschap voor het verwisselen van wielen als toebehoren bij
een Service Partner van de fabrikant of een an#j dere gekwalificeerde Service Partner of speci#j
alist.
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR
De krik is alleen bedoeld voor het kort
opkrikken van de auto voor het verwisselen
van een wiel. Ook als de veiligheidsmaatrege#j len in acht worden genomen is het gevaar aan#jwezig dat de auto kan vallen door het omkie#jpen van de krik. Er bestaat kans op letsel oflevensgevaar. Wanneer de auto met de krik op#j
getild is, niet hieronder gaan liggen en de mo#j
tor niet starten.'

Page 320 of 394

Er bestaat kans op letsel of schade. De krik al#jleen gebruiken om een nood- of reservewiel te
wisselen in geval van pech.'

Page:   < prev 1-10 ... 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 ... 400 next >