BMW 5 SERIES 2022 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 201 of 468

HoofdairbagDehoofdairbagbeschermthethoofdingevalvaneenzijdelingsebotsing.
Knie-airbag
Afhankelijkvandeuitrusting:
Deknieairbagbeschermtdebeneningevalvan
eenfrontalebotsing.
Beschermendewerking
Algemeen
Airbagswordennietbijelkebotsingingeschaj keld,bijv.nietbijlichtereongevallen.
Aanwijzingenvooreenoptimale
beschermendewerkingvande
airbags
WAARSCHUWING
Bijeenverkeerdezitpositieofalshetactivej
ringsgebiedvandeairbagwordtbelemmerd,
kanhetairbagsysteemnietzoalsbedoeldbej
schermenenkanhetactiverenextraletselverj
oorzaken.Erbestaatkansopletseloflevensj
gevaar.Deaanwijzingenvooreenoptimale
beschermendewerkingvanhetairbagsysteem
inachtnemen.
'xAfstandtotdeairbagshouden.'xStuurwielaltijdaandestuurwielrandvasthouj
den.Handeninde3-uur-en9-uur-stand,om
hetrisicovanverwondingvanhandenofarj menbijhetactiverenvandeairbagzoklein
mogelijktehouden.'xDestoelenhetstuurwielzodaniginstellen dathetstuurwieldiagonaalkanwordengej
grepen.Deinstellingenzodanigkiezendatbij
hetgrijpendeschouderopderugleuningligt
eneenzogrootmogelijkeafstandvanhet bovenlichaamtothetstuurwielwordtbehouj
den.'xEroplettendatdevoorpassagiercorrectzit, d.w.z.devoetenofbenenindebeenruimte
enniettegenhetdashboard.'xEroplettendatinzittendenhethoofdvande
zij-airbagverwijderdhouden.'xTussenairbagsenpersonenmogenzich
geenanderepersonen,dierenofvoorwerpen bevinden.'xDashboardenvoorruitaanpassagierszijde
vrijhouden,d.w.z.nietmetfolieofbekledinj
genafdekkenengeenhoudersvoorbijvoorj
beeldnavigatiesysteemofmobieletelefoon aanbrengen.'xDeafdekkingenvandeairbagsnietbeplakjken,bekledenofopeenanderemanierwijzij
gen.'xAfdekkingvandefrontairbagaanpassagiersj
zijdenietalsopbergvakgebruiken.'xGeenhoezen,kussensofanderevoorwerpen
opdevoorstoelenaanbrengendienietspecij aalvoorstoelenmetge

Page 202 of 468

Bedrijfsklaretoestandvanhet
airbagsysteem
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Nahetactiverenvanhetairbagsysteemkunnen deafzonderlijkecomponentenzeerwarmzijn.
Erbestaatkansopletsel.Deafzonderlijkecomj
ponentennietvastpakken.
WAARSCHUWING
Ondeskundiguitgevoerdewerkzaamheden
kunnenhetuitvallen,eenstoringofhetongej wenstinwerkingtredenvanhetairbagsysteemtotgevolghebben.Bijeenstoringzouhetairj
bagsysteembijeenongeval,ondankseen overeenkomstigebotsingskracht,nietzoalsbejdoeldgeactiveerdkunnenworden.Erbestaat
kansopletseloflevensgevaar.Controle,repaj
ratieofdemontageenvernietigingvanhetairj
bagsysteemdooreenservicepartnervandefaj
brikantofeenanderegekwalificeerde
servicepartnerofvakwerkplaatslatenuitvoeren.
Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Bijhetinschakelenvanrijden-stand-by
gaathetwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelkortbranden;opdie
wijzewordtweergegevendathetvolledigeairj bagsysteemendegordelspannersbedrijfsklaarzijn.
Storing
'xWaarschuwingslampjegaatnietbranj
denbijhetinschakelenvanrijden-
stand-by.'xWaarschuwingslampjebrandtpermanent.
Hetsysteemlatencontroleren.
Sleutelschakelaarvoor
passagiersairbags
Principe Metdesleutelschakelaarvoordepassagiersairj
bagskanbijgebruikvaneenkinderveiligheidsj
systeemopdepassagiersstoeldefront-enzij-
airbagaanpassagierszijdegedeactiveerd
worden.
Algemeen
Defront-enzijairbagsvoordepassagierkunnen
metdege

Page 203 of 468

1.Sleutelinstekenenindiennodigaandrukken.2.Ingedrukthoudenentotdeaanslaginde
standOFFdraaien.Desleutelaandeaanslag verwijderen.3.Eroplettendatdesleutelschakelaarinde
eindstandstaat,zodatdeairbagsgedeactij
veerdzijn.
Depassagiersairbagszijnuitgeschakeld.Debej
stuurdersairbagsblijvenactief.
Alsopdepassagiersstoelgeenkinderzitjemeer isgemonteerd,dandepassagiersairbagsopjnieuwactiverenzodatdezebijeenongevalzoalsvoorgeschreveninwerkingtreden.
Destatusvandeairbagswordtviahetcontrolej
lampjeaandedakhemelaangegeven.
Passagiersairbagsactiveren
1.Sleutelinstekenenindiennodigaandrukken.2.Ingedrukthoudenentotdeaanslaginde
standONdraaien.Desleutelaandeaanslag verwijderen.3.Eroplettendatdesleutelschakelaarinde
eindstandstaat,zodatdeairbagsgeactiveerd
zijn.
Depassagiersairbagszijnweergeactiveerden tredeninwerkingindiendesituatieditvereist.
Controlelampje
passagiersairbags
Hetcontrolelampjevandepassagiersairbaginde
dakhemelgeeftdestatusvandepassagiersairj
bagsaan.
Nahetinschakelenvanrijden-stand-bygaathet lampjekortbranden,daarnageefthetaanofde
airbagsgeactiveerdofgedeactiveerdzijn.WeergaveFunctieBijgeactiveerdepassagiersairj
bagsbrandthetcontrolelampje
gedurendekortetijdengaat
danuit.Bijeengedeactiveerdepassaj
giersairbagbrandthetcontrolej
lampjeconstant.
Actieve
voetgangersbescherming
Principe Metdeactievevoetgangersbescherminggaatbij
eenbotsingaandevoorkantvanhetvoertuig
meteenvoetgangerdemotorkapomhoog.
Algemeen Degeactiveerdevoetgangersbeschermingsteltvervormingsruimteonderdemotorkapvoorde
aansluitendefrontalebotsingterbeschikking.
Terherkenningwordendesensorenonderde
bumpergebruikt.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bijcontactmetafzonderlijkecomponentenvan
descharnierenenmotorkapslotenkanhetsysj teemongewenstinwerkingtreden.Erbestaatkansopletselofschade.Afzonderlijkecompoj
nentenvandescharnierenenmotorkapsloten
nietaanraken.
Seite203VeiligheidBEDIENING203
OnlineEditionforPartno.01405A380E8-VI/21

Page 204 of 468

WAARSCHUWING
Veranderingenaandevoetgangersbescherj
mingkunnenhetuitvallen,eenstoringofhet
ongewenstinwerkingtredenvandevoetganj
gersbeschermingtotgevolghebben.Erbej staatkansopletseloflevensgevaar.Aande
voetgangersbeschermingendeafzonderlijke componentenendebedradinggeenwijziginj
genuitvoeren.Hetsysteemnietdemonteren.
WAARSCHUWING
Ondeskundiguitgevoerdewerkzaamheden
kunnenhetuitvallen,eenstoringofhetongej wenstinwerkingtredenvanhetsysteemtot
gevolghebben.Bijeenstoringzouhetsysteem
bijeenongeval,ondankseenovereenkomstige
botsingskracht,nietzoalsbedoeldgeactiveerd
kunnenworden.Erbestaatkansopletseloflej
vensgevaar.Controle,reparatieofdemontage
envernietigingvanhetairbagsysteemdooreen
servicepartnervandefabrikantofeenandere
gekwalificeerdeservicepartnerofvakwerkplaats
latenuitvoeren.
WAARSCHUWING
Naactiveringofbeschadigingisdefunctionalij
teitvanhetsysteembeperktofnietmeeraanj
wezig.Erbestaatkansopletseloflevensgej
vaar.
Naactiveringofbijbeschadiginghetsysteem bijeenservicepartnervandefabrikantofeenanderegekwalificeerdeservicepartnerofvakjwerkplaatslatencontrolerenenvervangen.
OPMERKING
Doorhetopenenvandemotorkapbijeengej activeerdevoetgangersbeschermingkunnen
beschadigingenaandemotorkapofdevoetj
gangersbeschermingontstaan.Erbestaatgej vaarvoorschade.Demotorkapnadeweergave
vandeCheck-Control-meldingnietopenen.
Dooreenservicepartnervandefabrikantofeen
anderegekwalificeerdeservicepartnerofvakj werkplaatslatencontroleren.
Grenzenvanhetsysteem
Hetactievevoetgangersbeveiligingssysteem wordtalleenbijsnelhedentussencirca30km/h
en55km/hgeactiveerd.
Uitveiligheidsoverwegingenkanhetsysteemin
zeldzamegevallenookwordengeactiveerdwanj neereenbotsingmeteenvoetgangernietduidej
lijkkanwordenuitgesloten,bijv.:'xBijeenbotsingmeteenvoorwerp,bijvoorj beeldeentonofeengrenspaaltje.'xBijeenbotsingmetdieren.'xBijsteenslag.'xBijhetrijdeninopwaaiendesneeuw.
Storing
ErwordteenCheck-Control-melding
weergegeven.
Hetsysteemisgeactiveerdofwordtgej
stoord.
Directmetmatigesnelheidnaareenservicepartj nervandefabrikantofeenanderegekwalifij ceerdeservicepartnerofvakwerkplaatsrijdenomhetsysteemtelatencontrolerenenrepareren.
IntelligentSafety
Principe IntelligentSafetymaaktdecentralebediening
vanderijhulpsystemenmogelijk.
Algemeen
AfhankelijkvandeuitrustingbestaatIntelligent
Safetyuiteenofmeersystemen,diekunnen
helpenomeendreigendebotsingtevoorkomen.
Seite204BEDIENINGVeiligheid204
OnlineEditionforPartno.01405A380E8-VI/21

Page 205 of 468

'xCollisionWarningmetremfunctie.'xUitwijkhulp.'xKruispuntwaarschuwingmetCity-remfunctie.'xPedestrianWarningmetCity-remfunctie.'xLaneDepartureWarning.'xRijstrookwisselmelding.'xWaarschuwingvooreenaanrijdingvanopzij.'xVoorrangswaarschuwing.'xWaarschuwingspookrijden.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
WAARSCHUWING
Systeembeperkingenkunnenbijhetaan-/
wegslepenmetgeactiveerdeIntelligentSafety- systemenleidentotverkeerdgedragvandeafj
zonderlijkefuncties.Erbestaatgevaarvooronj gevallen.Voorhetslepen/wegslepenalleIntelligentSafety-systemenuitschakelen.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
In-/uitschakelen SommigeIntelligentSafety-systemenwordenbij
iederestartautomatischgeactiveerd.Sommige IntelligentSafety-systemenwordengeactiveerd
overeenkomstigdelaatsteinstelling.
ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej
slagen.Zodrainhetmenueeninstellingwordt
gewijzigd,wordenalleinstellingenvanhetmenu
geactiveerd.
Seite205VeiligheidBEDIENING205
OnlineEditionforPartno.01405A380E8-VI/21

Page 206 of 468

Toetsherhaaldelijkindrukken.Erwordttussendevolgendeinstellingengewisj
seld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfuncties,zoalsInj
stellingvoormomentvanwaarschuwing,worden
basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.
CollisionWarningmetremfunctie
Principe DeCollisionWarningwaarschuwtvooreenmoj
gelijkbotsinggevaarenremtevt.zelfstandig.Als
eenongevalnietkanwordenvermeden,helpt hetsysteemomdebotsingsnelheidteverlagen.
Algemeen
Sensorenregistrerendeverkeerssituatie.
Hetsysteemwaarschuwtvanafcirca5km/hin
tweefasenvoormogelijkbotsingsgevaarmetanj derevoertuigen.Hetmomentvandezewaarj
schuwingenkanafhankelijkvandeactuelerijsij
tuatievariëren.
Bijhetbewustnaderenvaneenvoertuigvinden
deCollisionWarningenderemingreeplater plaatsomonjuistesysteemreactiestevoorkoj
men.
Afhankelijkvandeuitrustingwordtdeaandacht vandebestuurderindegatengehoudenviade
DriverAttentionCamerainhetinstrumentenpaj
neel.Bovendiencontroleerthetsysteemofde
zichtbaarheidnietbeperktis.Deaandachtvande
bestuurderendezichtbaarheidhebbenookeen
invloedophetmomentwaaropwaarschuwingen
wordengegeven.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Er
bestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
WAARSCHUWING
Systeembeperkingenkunnenbijhetaan-/
wegslepenmetgeactiveerdeIntelligentSafety-
systemenleidentotverkeerdgedragvandeafj
zonderlijkefuncties.Erbestaatgevaarvooronj gevallen.Voorhetslepen/wegslepenalle
IntelligentSafety-systemenuitschakelen.
Seite206BEDIENINGVeiligheid206
OnlineEditionforPartno.01405A380E8-VI/21

Page 207 of 468

OverzichtToetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.'xMetradarsensor:frontradarsensor.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 41.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Hetsysteemwordtbijvertrekautomatischgeacj
tiveerd.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvandeuitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemenafzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivijdueleinstellingenwordengeactiveerdenopgejslagen.Zodrainhetmenueeninstellingwordt
gewijzigd,wordenalleinstellingenvanhetmenu
geactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctieswordenbasisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Handmatiguitschakelen Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Waarschuw.frontalebotsing6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xLaat:erwordenalleenacutewaarschuj
wingenweergegeven.Seite207VeiligheidBEDIENING207
OnlineEditionforPartno.01405A380E8-VI/21

Page 208 of 468

Waarschuwingmetremfunctie
Weergave Alsereenbotsingmeteenwaargenomenander
voertuigdreigt,wordtophetinstrumentenpaneel enevt.ophetHead-UpDisplayeenwaarschuj
wingssymboolweergegeven.SymboolMaatregelSymboolbrandtrood:voorwaarj
schuwing.
Remmenenafstandvergroten.Symboolknippertroodenerklinkt
eensignaal:acutewaarschuwing.
Remmenenevt.uitwijken.
Voorwaarschuwing Eenvoorwaarschuwingwordtbijvoorbeeldgegej
venbijeendreigendbotsingsgevaarofbijzeer
geringeafstandtoteenvoorligger.
Bijeenvoorwaarschuwingzelfingrijpen.
Acutewaarschuwingmetremfunctie Eenacutewaarschuwingwordtgegevenbijdij
rectbotsingsgevaaralsdeautometeenrelatief
grootsnelheidsverschileenanderobjectnadert.
Bijeenacutewaarschuwingzelfingrijpen.Afhanj
kelijkvandesituatietijdenshetrijdenendeuitj
voeringwordtdeacutewaarschuwingonderj
steunddooreenkorteremming.
AlshetwaarschuwingstijdstipisingesteldLaat
wordtdekorteremingreepgeannuleerd.
Bijbotsgevaarhelpthetsysteemevt.ookdooreenautomatischeremingreep.
Eenacutewaarschuwingkanookzondervoorafj gaandevoorwaarschuwingwordengeactiveerd.
Remingreep
Dewaarschuwingiseendringendverzoekom zelfintegrijpen.Tijdenseenwaarschuwing wordtbijhetintrappenvanderemdemaximaalbenodigderemkrachttoegepast.Voorwaardeis
hetvoldoendesnelenkrachtigintrappenvanhetrempedaal.
Daarnaastkanhetsysteembijbotsingsgevaar
eventueelondersteuningbiedendooreenautoj matischeremingreep.
Deautokanbijlagesnelheidafgeremdworden
totstilstand.
City-remfunctie:remingreeptotca.80km/h. Metradarsensor:remingreeptotca.250km/h.
Bijsnelhedenbovenongeveer210km/hvindtde
remingreepplaatsindevormvaneenkorteeerj
steaanremming.Ervindtgeenautomatische
vertragingplaats.
Deremingreepkandoorhetintrappenvanhet
rijpedaalofdooreenactievestuurbewegingworj denafgebroken.
Hetherkennenvanobjectenkanbeperktzijn.
Houdrekeningmetdegrenzenvanhetdetectiej
gebiedendefunctionelebeperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Seite208BEDIENINGVeiligheid208
OnlineEditionforPartno.01405A380E8-VI/21

Page 209 of 468

Detectiegebied
Hetdetectievermogenvanhetsysteemisbejperkt.
Erwordtalleenrekeninggehoudenmetvoorwerj
pendiehetsysteemkanherkennen.
Daaromkanhetgebeurendatdesysteemreacj
tiesnietoftelaatplaatsvinden.
Hetvolgendewordtbijvoorbeeldmogelijkerwijs
nietherkend:
'xLangzaamvoertuigbijhetnaderenmethoge
snelheid.'xPlotselinginvoegendeofsterkafremmende
voertuigen.'xVoertuigenmetongebruikelijkeachterzijde.'xVooroprijdendetweewielers.
Bovenstesnelheidsgrens
Bijsnelhedenbovencirca250km/hwordthetsysteemtijdelijkgedeactiveerd.Zodradeactuelesnelheidweeronderdeingesteldewaardekomt,
reageerthetsyteemweerzoalshetisingesteld.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 41.'xRadarsensoren,ziepagina 42.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xInscherpebochten.'xBijbeperkingofdeactiveringvanderijstabilij
teitsregelsystemen,bijvoorbeeldDSCOFF.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Gevoeligheidvande
waarschuwingen
Hoegevoeligerdewaarschuwingenwordeninj
gesteld,bijvoorbeeldhetmomentvanwaarschuj wing,hoemeerwaarschuwingenwordengejtoond.Hetkandaardoorookmeertottevroegeofongegrondewaarschuwingenenreactieskoj
men.
Uitwijkhulp
Principe Deuitwijkhulpondersteuntdebestuurderinbejpaaldesituatiesbijhetuitwijken,bijv.bijplotsej
lingvoorkomendehindernissenofpersonen.
Algemeen Hetsysteemwaarschuwtengrijptondersteuj
nendin,alsereenuitwijkmogelijkheidaanwezig
is.Sensorenbewakenenherkennendevrije
ruimteomdeauto.Eenherkendevrijeruimte wordtgebruiktomuittewijkenalsdezedoordebestuurdervastgesteldeuitwijkrichtingdoordeondersteunendestuurbewegingenveiligendoelj
gerichtwordenaangestuurd.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden
endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Er bestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
Seite209VeiligheidBEDIENING209
OnlineEditionforPartno.01405A380E8-VI/21

Page 210 of 468

observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.'xFrontradarsensor.'xRadarsensorenzijdelingsvoor.'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 41.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'xPedestrianWarningmetremfunctieisingej
schakeld.
PedestrianWarningmetCity-remfunctie,zie pagina 215.'xCollisionWarningmetremfunctieisingej
schakeld.
CollisionWarningmetremfunctie,ziepaj gina 206.'xDesensorenherkennenvoldoendevrije
ruimteronddeauto.In-/uitschakelen
Hetsysteemwordtbijvertrekautomatischgeacj
tiveerd.
Waarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Alsereenbotsingmeteenherkendvoertuigof
eenherkendepersoondreigt,wordtinhetinstruj mentenpaneelenindeHead-UpDisplayeenwaarschuwingssymboolweergegeven.SymboolMaatregelSymboolbrandtrood:voorwaarj
schuwing.
Remmenenafstandvergroten.Symboolknippertroodenerklinkt
eensignaal:acutewaarschuwingbij
hindernissen.
Remmenenevt.uitwijken.Symboolknippertroodenerklinkt
eensignaal:acutewaarschuwing
voorvoetgangers.
Remmenenevt.uitwijken.
Acutewaarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Eenacutewaarschuwingwordtgegevenbijdij
rectbotsingsgevaaralsdeautometeenrelatief
grootsnelheidsverschileenanderobjectnadert.
Bijeenacutewaarschuwingzelfingrijpen.Bij botsgevaarwordtdeuitwijkmanouevrevande
bestuurderondersteunddoorhetsysteem.
Eenacutewaarschuwingkanookzondervoorafj
gaandevoorwaarschuwingwordengeactiveerd.
Seite210BEDIENINGVeiligheid210
OnlineEditionforPartno.01405A380E8-VI/21

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 470 next >