BMW 7 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

VeiligheidsaanwijzingWAARSCHUWING
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags
kunnen bij het activeren een kind in een kinj
derveiligheidssysteem verwonden. Er bestaatkans op letsel. Erop letten dat de passagiersj airbags uitgeschakeld zijn en het controlejlampje PASSENGER AIRBAG OFF brandt.'

mende werking daarvan verminderd of volledig
afwezig zijn. Een kind kan bijv. bij een ongeval of bij rem- en uitwijkmanoeuvres niet voljdoende worden opgevangen. Er bestaat kansop letsel of levensgevaar. Beschadigde of bij
een ongeval zwaarbelaste kinderveiligheidsj
systemen inclusief de bevestigingssystemen
door de Service Partner van de fabrikant of een
andere gekwalificeerde Service Partner of spej
cialist laten controleren en eventueel vervanj
gen.'

op de passagiersstoel de rugleuningbreedteop maximaal zetten. De rugleuningbreedte nietmeer wijzigen en geen geheugenpositie meer
oproepen.
ISOFIX-kinderzitjesbevestiging
Algemeen
Voor het kiezen, aanbrengen en gebruiken van
ISOFIX-kinderzitjesbevestigingen de informaj tie, bedienings- en veiligheidsaanwijzingen van
de fabrikant van de kinderzitjesbevestiging opj
volgen.
Bevestigingen
voor
onderste
ISOFIX-
verankeringen
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Als de ISOFIX-kinderveiligheidssystej
men niet correct vergrendeld zijn, kan de bej
schermende werking van de ISOFIX-kinderveij ligheidssystemen verminderd zijn. Er bestaatkans op letsel of levensgevaar. Erop letten datde onderste verankering correct vergrendeld is
en dat het ISOFIX-kinderveiligheidssysteem strak tegen de leuning aan ligt.'

4.Erop letten dat de beide ISOFIX-verankej
ringen correct vergrendeld zijn.5.Na de montage de rugleuning weer iets
naar voren brengen, zodat het veiligheidsj
systeem voor kinderen lichtjes tegen de
rugleuning steunt.
Bevestigingen
voor
bovenste
ISOFIX
bevestigingsriem
Veiligheidsvoorschriften OPMERKING
De bevestigingspunten voor de bovenste
bevestigingsriemen van een kinderveiligheidsj systeem zijn alleen bedoeld voor deze bevestij
gingsriemen. Bij het bevestigen van andere
voorwerpen kunnen de bevestigingspunten worden beschadigd. Er bestaat gevaar voor
schade. Alleen kinderveiligheidssystemen aan de bovenste bevestigingsriemen bevestigen.'

4.Haak van de bevestigingsriem aan het bejvestigingspunt vastmaken.5.Bevestigingsriem strak omlaag trekken.6.Hoofdsteun eventueel naar beneden brenj
gen en vergrendelen.
Geschikte
ISOFIX
kinderveiligheidssystemen
De volgende ISOFIX-kinderveiligheidssystej
men mogen op de daartoe geschikte zitplaatj sen worden gebruikt. De betreffende groottejklasse en groottecategorie wordt op eensticker op het kinderzitje aangegeven als letter
of ISO-specificatie. GroepGewicht van het
kindLeeftijd bij bej
naderingKlasse/categorie m a)Passaj
giersj
stoel,
airbag
ONPassaj
giersj
stoel,
airbag
OFF m
b)Achterj
bank, buij
tenste zitj
plaatsenBabydraagtasF - ISO/L1
G - ISO/L2X
XX
XX
X0Tot 10 kgcirca 9 maanj
denE - ISO/R1XXIL0+Tot 13 kgcirca 18 maanj
denE - ISO/R1
D - ISO/R2
C - ISO/R3X
X
XX
X
XIL
IL
ILI9 - 18 kgTot circa 4 jaarD - ISO/R2
C - ISO/R3
B - ISO/F2
B1 - ISO/F2X
A - ISO/F3X
X
X
X
XX
X
X
X
XIL
IL
IL, IUF
IL, IUF
IL, IUFa) Bij gebruik van kinderzitjes op de achterbank eventueel de lengte-instelling van de voorstoel aanpassen en de hoofdsteunen van de achterbank aanpassen of verwijderen.b) Alleen bij uitrusting met ISOFIX-kinderzitje.IL: geschikt voor ISOFIX kinderveiligheidssystemen in de categorie semi-universeel, als de auto
en de zitplaats in de voertuigtypelijst van de fabrikant van het kinderveiligheidssysteem zijn verj
meld.IUF: geschikt voor naar voren gerichte ISOFIX-kinderveiligheidssystemen in de categorie Unij versal die voor toepassing in deze gewichtsklasse geschikt zijn.X: de stoel is niet met bevestigingspunten voor het ISOFIX-systeem uitgerust of goedgekeurd.Seite 105Kinderen
veilig
vervoerenBediening105
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Geadviseerde
kinderzitjes
Voor elke leeftijds- en gewichtsklasse zijn bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of een
specialist geschikte kinderveiligheidssysteem
verkrijgbaar.
De fabrikant van de auto beveelt de volgende kinderveiligheidssystemen aan:'yBMW Baby seat groep 0+'yBMW Junior seat groep 1'yBMW Junior seat groep 2/3'yISOFIX Base
Beveiliging
van
portieren
en
ruiten
achterin
Algemeen
In bepaalde situaties kan het raadzaam zijn om de achterportieren en ruiten te beveiligen, bijjvoorbeeld bij het meenemen van kinderen.
Portieren
Vergrendelingshendel aan de achterportieren
naar boven schuiven.
Het betreffende portier kan alleen van buitenaf worden geopend.
Veiligheidsschakelaar
voor
achterin Toets van het bestuurdersportier inj
drukken.
Verschillende functies worden geblokkeerd en kunnen achterin niet worden bediend, Veiligjheidsschakelaar. Veiligheidsschakelaar, zie paj
gina 76.Seite 106BedieningKinderen
veilig
vervoeren106
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

RijdenUitrusting
van
de
auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Start/stop-knop Principe Door indrukken van de start/
stop-knop wordt de rijden-
stand-by, zie pagina 17, in- of
uitgeschakeld.
Het rijden-stand-by wordt ingej
schakeld als bij het indrukken van de start/
stop-knop het rempedaal wordt ingedrukt.
Opnieuw indrukken van de start-/stopknopschakelt de rijden-stand-by weer uit en de gejreedheid, zie pagina 17, wordt ingeschakeld.
Rijden-stand-by
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvolj
doende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de auto binnendringen, die schadelijk voor de gejzondheid zijn. De uitlaatgassen bevatten kleur-en reukloze schadelijke stoffen. In gesloten
ruimten kunnen de uitlaatgassen zich ook buij
ten de auto ophopen. Er bestaat levensgevaar.De uitlaatpijp vrijhouden en voor voldoende
ventilatie zorgen.'

Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
Weergave
in
het
instrumentenpaneel Bij ingeschakelde rijden-stand-by toont detoerenteller het actuele motortoerental.
Rijden-stand-by
uitschakelen
Steptronic
versnellingsbak1.Bij stilstaande auto de keuzehendelstand P inschakelen.2.Start/stop-knop indrukken.
De motor wordt afgezet.3.Parkeerrem bedienen.
Voor
het
binnenrijden
van
de
wasstraat
Om ervoor te zorgen dat de auto in de wasj
straat kan rollen, de informatie over Wassen in automatische wasinstallaties of wasstraten, ziepagina 347, in acht nemen.
Automatische
start-stop-
functie
Principe De automatische start-stop-functie helpt
brandstof te besparen. Het systeem schakelt
daarvoor de motor tijdens een stop uit, bijvoorj beeld in een file of bij verkeerslichten. De rijjden-stand-by blijft ingeschakeld. Voor het
wegrijden start de motor automatisch.
Algemeen
Na elke motorstart met de start-/stopknop is
de automatische start-stop-functie in werking. De functie wordt vanaf circa 5 km/h geactijveerd.
Afhankelijk van de gekozen rijmodus, zie paj gina 123, wordt het systeem automatisch gej
activeerd of gedeactiveerd.
Afzetten
van
de
motor
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
Steptronic
versnellingsbak
De motor wordt tijdens stilstaan onder de volj
gende omstandigheden automatisch uitgej
schakeld:'yKeuzehendel in keuzehendelstand D.'yHet rempedaal blijft tijdens de stilstand van de auto ingedrukt of de auto wordt doorAutomatic Hold tegengehouden.'yVeiligheidsgordel bestuurder is omgegespt
of het bestuurdersportier is gesloten.
Handmatige
motorstop
Is de motor bij het stoppen van de auto niet auj tomatisch uitgezet, dan kan de motor handmaj
tig worden uitgezet:
'yRempedaal uit actuele positie vlot natrapj
pen.'yKeuzehendelstand P inschakelen.
Als aan alle functievoorwaarden is voldaan,
wordt de motor afgezet.
Airconditioning
bij
afgezette
motor
Bij afgezette motor wordt de luchthoeveelheid
van de airconditioning gereduceerd.
Weergaven
in
het
instrumentenpaneelAlgemeen De weergave in de toerenteller
geeft aan dat de automatische
start-stop-functie klaar is voor het automatisch starten van de
motor.
De weergave geeft aan dat niet
voldaan is aan de voorwaarden
voor het automatisch stoppen
van de motor.
Seite 108BedieningRijden108
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Totale
tijd
voor
afgezette
motorRijmodus ECO PRO: bij desbej
treffende uitrusting wordt bij
een automatische motorstop de
totale tijd weergegeven, tijdens
welke de motor door de automaj
tische start-stop-functie is afgezet.
Na het tanken wordt de totale rijd automatisch
gereset.
Grenzen
van
het
systeem
De motor wordt in de volgende situaties niet automatisch afgezet:'yOp steile hellingen.'yRempedaal niet krachtig genoeg ingedrukt.'yHoge buitentemperatuur en airconditiojning ingeschakeld.'yInterieur nog niet zoals gewenst verwarmdof gekoeld.'yAls de ruiten dreigen te beslaan.'yMotor of andere componenten niet op bej
drijfstemperatuur.'yMotorkoeling is nodig.'ySterke stuuruitslag of stuurhandeling.'yAccu is zwaar ontladen.'yOp grotere hoogten.'yMotorkap is ontgrendeld.'yInparkeersysteem is geactiveerd.'yStilstaand en langzaam rijdend verkeer.'yKeuzehendel in stand N of R.'yNa het achteruitrijden.'yGebruik van brandstof met hoog ethanolj
gehalte.Starten
van
de
motor
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
Steptronic
versnellingsbak
Voor het wegrijden start de motor onder de
volgende voorwaarden automatisch:'yDoor het loslaten van het rempedaal.'yBij geactiveerde Automatic Hold: gaspej
daal indrukken.
Wegrijden
Na motorstart zoals op de gebruikelijke wijze
accelereren.
Veiligheidsfunctie
De motor start na een automatische uitschakej
ling niet automatisch, wanneer aan een van de volgende voorwaarden voldaan is:
'yVeiligheidheidsgordel bestuurder afgedaan
en bestuurdersportier geopend.'yDe motorkap werd ontgrendeld.
Sommige controlelampjes branden verschilj
lend lang.
De motor kan alleen via de Start/stop-knop gej
start worden.
Grenzen
van
het
systeem Ook wanneer niet moet worden weggereden,
start de afgezette motor in de volgende situj
aties automatisch:
'ySterk opwarmend interieur terwijl de koelj
functie is ingeschakeld.'ySterk afkoelend interieur terwijl de verwarj
ming is ingeschakeld.'yAls de ruiten dreigen te beslaan.'yTijdens het sturen.'yWisselen van de keuzehendelstand van D
naar N of R.'yWisselen van de keuzehendelstand van P
naar N, D of R.Seite 109RijdenBediening109
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

'yAccu is zwaar ontladen.'yStarten van een oliepeilcontrole.
Intelligente
automatische
start-stop-
functie
Afhankelijk van de uitrusting en de landuitvoej
ring beschikt de auto over verschillende senj
soren om de verkeerssituatie te registreren.
Hiermee kan de intelligente automatische
start-stop-functie zich aan verschillende verj
keerssituaties aanpassen en evt. anticiperend
optreden.
Bijv. in de volgende situaties:
'yWordt er een situatie herkend, waarin de
stopduur waarschijnlijk erg kort zal zijn, dan
wordt de motor niet automatisch afgezet.
Afhankelijk van de situatie wordt op het
Control Display een melding weergegeven.'yWordt er een situatie herkend, waarin dij
rect moet worden weggereden, dan wordt de afgezette motor automatisch gestart.
Systeem
handmatig
deactiveren/
activeren
Principe De motor wordt niet automatisch afgezet.
Tijdens een automatische motorstop wordt de motor gestart.
Met
toetsen
Toets indrukken.
Via
de
keuzehendelstand
of
rijbelevingsschakelaar
De automatische start-stop-functie wordt ook bij keuzehendelstand M/S of in de rijmodusSPORT van de rijbelevingsschakelaar gedeacjtiveerd.
Weergave'yLED brandt: automatische start-stop-funcj
tie is gedeactiveerd.'yLED dooft: automatische start-stop-functie is geactiveerd.
Auto
uitzetten
tijdens
automatische
motorstop
Algemeen
Bij een automatische motorstop kan de auto veilig stilgezet/geparkeerd worden, bijvoorj
beeld om deze te kunnen verlaten.
Steptronic
versnellingsbak
1.Start/stop-knop indrukken.'yDe rijden-stand-by wordt uitgeschaj
keld.'yDe gereedheid wordt ingeschakeld.'yDe keuzehendelstand P wordt automaj
tisch ingeschakeld.2.Parkeerrem bedienen.
Automatische
deactivering
Algemeen
In bepaalde situaties wordt de automatische start-stop-functie automatisch gedeactiveerd
om de veiligheid te garanderen, bijvoorbeeld
wanneer wordt herkend dat de bestuurder niet aanwezig is.
Storing De automatische start-stop-functie schakelt
de motor niet meer automatisch uit. Er wordt een Check-Control-melding weergegeven.
Seite 110BedieningRijden110
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17