BMW 7 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 389

Bowers&WilkinsDiamondSurround
SoundSystem
Algemeen
Sommige luidsprekers in de auto zijn verlicht. De helderheid kan individueel worden ingej
steld.
Als de luidsprekers worden gedempt, wordt de
luidsprekerverlichting uitgeschakeld.
In-/uitschakelen
De luidsprekerverlichting wordt ingeschakeld
bij het ontgrendelen van de auto en uitgeschaj keld bij het vergrendelen van de auto.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Bowers & Wilkins"
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Helderheidinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Helderheid"6.Gewenste instelling selecteren.
BMWTouchCommand
Het Bowers & Wilkins Diamond Surround
Sound System kan ook via het BMW Touch Command worden bediend.
Ambiencelichtaccent
Algemeen
Het ambience lichtaccent is de verlichting van de portierstijlen achterin.
Bij het openen van een achterportier wordt de
helderheid van het ambience lichtaccent van de betreffende portierstijl verlaagd. Na het sluij
ten van het achterportier gaat het ambience
lichtaccent weer met de eerder ingestelde helj
derheid branden.
Automatischin-ofuitschakelen
Het ambience lichtaccent wordt ingeschakeld
bij het ontgrendelen van de auto en uitgeschaj keld bij het vergrendelen van de auto.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Lichtaccent achterin"
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Handmatigin-/uitschakelenHet ambience lichtaccent beschikt over eentouchsensor. Met een korte aanraking van de
chromen strip wordt het ambience lichtaccent
in- of uitgeschakeld.
HelderheidinstellenviaiDrive Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Helderheid"
De laatst ingestelde helderheid wordt
weergegeven.6.Gewenste instelling selecteren.Seite 151VerlichtingBediening151
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 152 of 389

De gekozen instelling wordt opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Helderheidinstellenviatouchsensor Het ambience lichtaccent beschikt over eentouchsensor. Met een lange aanraking van de
chroomstrip wordt de helderheid gewijzigd.
BMWTouchCommand
Bediening van de sfeerverlichting is ook via
BMW Touch Command mogelijk.Seite 152BedieningVerlichting152
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 153 of 389

VeiligheidUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Airbags
1Frontairbag, bestuurder2Frontairbag, passagier3Hoofdairbag4Zij-airbag5Knie-airbagVoor-airbags
De voor-airbags beschermen de bestuurder en
de passagier bij een frontale aanrijding waarbij
de beschermende werking van de veiligheidsj
gordels alleen niet meer voldoende is.Zij-airbag
De zij-airbag vangt bij een zijdelingse botsing
het lichaam op in de zijdelingse borst- en bekj
kenzone.Seite 153VeiligheidBediening153
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 154 of 389

Hoofdairbag
De hoofdairbag vangt bij een zijdelingse botj
sing het hoofd op.
Knie-airbag Afhankelijk van de uitrusting:
De knie-airbag vangt bij een frontale botsing
de benen op.
Beschermendewerking
Algemeen
De airbags worden niet bij elke botsing ingej schakeld, bijvoorbeeld niet bij minder ernstige
aanrijdingen of aanrijdingen van achteren.
Aanwijzingenvooreenoptimale
beschermendewerkingvandeairbags
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde zitpositie of als het acj
tiveringsgebied van de airbag wordt belemj
merd, kan het airbagsysteem niet zoals bej
doeld beschermen en kan het activeren extra
letsel veroorzaken. Er bestaat kans op letsel of
levensgevaar. De aanwijzingen voor een optij
male beschermende werking van het airbagj
systeem in acht nemen.'

Page 155 of 389

WAARSCHUWING
Ondeskundig uitgevoerde werkzaamhej
den kunnen het uitvallen, een storing of het
ongewenst in werking treden van het airbagj
systeem tot gevolg hebben. Bij een storing zou het airbagsysteem bij een ongeval, ondankseen overeenkomstige botsingskracht, nietzoals bedoeld geactiveerd kunnen worden. Er
bestaat kans op letsel of levensgevaar. Conj
trole, reparatie of demontage en vernietiging
van het airbagsysteem door een Service Partj
ner van de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten uitj
voeren.'

Page 156 of 389

De status van de airbags wordt aangegeven
met het controlelampje aan de dakhemel, zie pagina 156.
Passagiersairbagsactiveren1.Sleutel insteken en indien nodig aandrukj ken.2.Ingedrukt houden en tot de aanslag in de
stand ON draaien. De sleutel aan de aanj
slag verwijderen.3.Erop letten dat de sleutelschakelaar in de eindstand staat, zodat de airbags geactij
veerd zijn.
De passagiersairbags zijn weer geactiveerd en treden in werking indien de situatie dit vereist.
Controlelampjepassagiersairbags Het controlelampje van de passagiersairbag in
de dakhemel geeft de status van de passaj
giersairbags aan.
Na het inschakelen van rijden-stand-by gaat
het lampje kort branden, daarna geeft het aan
of de airbags geactiveerd of gedeactiveerd zijn.
WeergaveFunctieBij geactiveerde passagiersairj
bags brandt het controlej
lampje gedurende korte tijd en
gaat dan uit.Bij gedeactiveerde passaj
giersairbags brandt het conj
trolelampje voortdurend.
Actieve
voetgangersbescherming
Principe Met de actieve voetgangersbescherming gaat
bij een botsing aan de voorkant van de auto
met een voetganger de motorkap omhoog. Ter
herkenning worden de sensoren onder de
bumper gebruikt.
Algemeen
De geactiveerde voetgangersbescherming
stelt aanvullende vervormingsruimte onder de motorkap voor de aansluitende frontale botj
sing beschikbaar.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Contact met afzonderlijke onderdelen
van de scharnieren en motorkapsloten kan het
ongewenst in werking treden van het systeem tot gevolg hebben. Er bestaat kans op letsel ofschade. Afzonderlijke onderdelen van de
scharnieren en motorkapsloten niet aanraj ken.'

Page 157 of 389

gangersbescherming tot gevolg hebben. Er
bestaat kans op letsel of levensgevaar. Aan de
voetgangersbescherming en de afzonderlijke
componenten en de bedrading geen wijziginj gen uitvoeren. Het systeem niet demonteren.'

Page 158 of 389

'yPersoonswaarschuwing met City-remfuncjtie, zie pagina 165.'yNight Vision met herkenning van personen
en dieren, zie pagina 168.'yWaarschuwing rijbaan verlaten, zie paj
gina 172.'yRijstrookwisselmelding, zie pagina 175.'yWAARSCHUWING voor een aanrijding van
opzij, zie pagina 178.'yWaarschuwing voorligger, zie pagina 182.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan
u niet van uw eigen verantwoording. In verband met systeembeperkingen kunnen waarschujwingen of reacties door het systeem niet, te
laat of onjuist worden afgegeven. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verj
keerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie obj serveren en in de betreffende situaties actiefingrijpen.'

Page 159 of 389

ling wordt gewijzigd, worden alle instellingenvan het menu geactiveerd.
Toets herhaaldelijk indrukken. Erwordt tussen de volgende instellingen
gewisseld:
"ALL ON": alle Intelligent Safety-systemen
worden ingeschakeld. Voor de subfuncties,
zoals Instelling voor moment van waarschuj
wing, worden basisinstellingen geactiveerd.
"INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen worden overeenkomstig de individuele instelj
lingen ingeschakeld.
Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden.
Toets ingedrukt houden:
Alle Intelligent Safety-systemen worj
den uitgeschakeld.
Botsingswaarschuwingmet
remfunctie
Principe Het systeem kan helpen om ongevallen te
voorkomen. Indien een ongeval niet vermeden
kan worden, helpt het systeem om de botj
singssnelheid te beperken.
Het systeem waarschuwt voor mogelijk botj
singsgevaar en remt de auto zo nodig zelfstanj
dig af.
Algemeen
Het systeem wordt via een camera gestuurd.
Bij uitvoering met radarsensor wordt de botj singswaarschuwing bovendien door de radarj
sensor van de snelheidsregeling gestuurd.
Kruispuntwaarschuwing, bij uitvoering met raj
darsensor: bovendien wordt bij kruisingen en
overwegen bij herkennen van botsgevaar met
kruisend verkeer gewaarschuwt.De botsingswaarschuwing is ook bij gedeactij veerde snelheidsregeling beschikbaar.
Bij het bewust naderen van een voertuig vinj
den de botsingswaarschuwing en de reminj
greep later plaats om onjuiste systeemreacties
te voorkomen.
Het systeem waarschuwt vanaf circa 5 km/h in
twee fasen voor mogelijk botsingsgevaar met
andere voertuigen. Het moment van deze waarschuwingen kan afhankelijk van de acj
tuele rijsituatie vari

Page 160 of 389

WAARSCHUWING
Door systeembeperkingen kunnen bij het
slepen/wegslepen met geactiveerde Intelligent
Safety-systemen storingen van afzonderlijke functies optreden, bijvoorbeeld botswaarschuj
wing met remfunctie. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Voor het slepen/wegslepen alle Injtelligent Safety-systemen uitschakelen.'

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 390 next >