BMW 7 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 161 of 389

"INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen
worden overeenkomstig de individuele instelj
lingen ingeschakeld.
Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden.
Toets ingedrukt houden.
Alle Intelligent Safety-systemen worj
den uitgeschakeld.ToetsStatusToets brandt groen: alle Intelligent
Safety-systemen zijn ingeschakeld.Toets brandt oranje: enkele Intellij
gent Safety-systemen zijn uitgej
schakeld.Toets brandt niet: enkele Intelligent
Safety-systemen zijn uitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Botswaarschuwing"5.Gewenste instelling selecteren.
Het geselecteerde tijdstip wordt opgeslagen voor het momenteel gebruikte bestuurderjsprofiel.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave
Als er een botsing met een waargenomen anj
der voertuig dreigt, wordt in het instrumentenj paneel en in het Head-Up Display een waarj
schuwingssymbool weergegeven.
SymboolMaatregelSymbool brandt rood: vooralarm.
Remmen en afstand vergroten.Symbool knippert rood en er klinkt een signaal: acute waarschuwing.
Oproep om in te grijpen door remj men en eventueel uitwijken.Kruispuntwaarschuwing
Symbool knippert rood en er klinkt een signaal: acute waarschuwing
bij auto's die de eigen rijrichting
kruisen.
Oproep om in te grijpen door remj men en eventueel uitwijken.
Vooralarm
Een vooralarm wordt bijvoorbeeld gegeven bij
een dreigend botsingsgevaar of bij zeer gej
ringe afstand tot een voorligger.
Bij een voorwaarschuwing zelf ingrijpen.
Acutewaarschuwingmetremfunctie
Een acute waarschuwing wordt gegeven bij dij rect botsingsgevaar als de auto met een relajtief groot snelheidsverschil een ander objectnadert.
Bij een acute waarschuwing zelf ingrijpen. Bij botsgevaar ondersteund het systeem eventuj
eel door een automatische remingreep.
Een acute waarschuwing kan ook zonder voorj
afgaand vooralarm worden geactiveerd.
Remingreep,City-remfunctie De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt, bij het bedienen van de rem, de maxij male remkracht toegepast. Voorwaarde is hetvoldoende snel en krachtig indrukken van het
rempedaal.
Seite 161VeiligheidBediening161
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 162 of 389

Daarnaast kan het systeem bij botsingsgevaareventueel ondersteuning bieden door een aujtomatische remingreep.
De auto kan bij lage snelheid afgeremd worden tot stilstand.
De remingreep vindt plaats tot circa 80 km/h. De remingreep volgt alleen wanneer de rijstj
abiliteit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactivering van de dynamische stabiliteitsj
controle DSC.
De remingreep kan door het indrukken van het gaspedaal of door een actieve stuurbeweging worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn. Houd rekening met de grenzen van het detecjtiegebied en de functionele beperkingen.
Metradarsensorenactieve
snelheidsregeling:remingreep
De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt, bij het bedienen van de rem, de maxij
male remkracht toegepast. Voorwaarde is het voldoende snel en krachtig indrukken van het
rempedaal.
Daarnaast kan het systeem bij botsingsgevaar ondersteuning bieden door een automatische remingreep.
Het voertuig kan tot stilstand worden afgej
remd.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstj
abiliteit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactivering van de dynamische stabiliteitsj
controle DSC.
Boven circa 210 km/h vindt de remingreep
plaats in de vorm van een korte eerste aanremj
ming. Er vindt geen automatische vertraging
plaats.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging
worden afgebroken.
Kruispuntwaarschuwing: bij kruisende voertuij
gen vindt er geen remingreep plaats.Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detecj tiegebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej staat kans op een ongeval of schade. De aanjwijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 163 of 389

BeperktewerkingDe werking kan bijvoorbeeld in de volgende sij
tuaties beperkt zijn:'yBij dichte mist en hevige regen, opspatj tend water of sneeuwval.'yIn scherpe bochten.'yBij beperking of deactivering van de rijstj
abiliteitsregelsystemen, bijvoorbeeld DSC
OFF.'yWanneer het gezichtsveld van de camera of de voorruit rondom de binnenspiegel
vervuild of afgedekt is.'yAls de camera vanwege te hoge temperaj
turen oververhit en tijdelijk uitgeschakeld is.'yAfhankelijk van de uitrusting: bij vervuiling
of afgedekte radarsensoren.'yTot 10 seconden na het starten van de moj tor via de start-/stopknop.'yTijdens de kalibratieprocedure van de caj
mera direct na aflevering van de auto.'yBij aanhoudende verblindende werking
door tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghanj
gende zon.
Gevoeligheidvandewaarschuwingen
Hoe gevoeliger de waarschuwingen worden inj gesteld, bijvoorbeeld het moment van waarjschuwing, hoe meer waarschuwingen wordengetoond. Dit kan ook een toename van het
aantal te vroege waarschuwingen betekenen.
Uitwijkhulp;Principe
Het systeem ondersteunt bij bepaalde situatie
de bestuurder bij het uitwijken, bijv. bij plotsej
ling voorkomende hindernissen.
Algemeen
Het systeem waarschuwt en grijpt ondersteuj nend in, als er een uitwijkmogelijkheid aanwej
zig is. Sensoren bewaken en herkennen de
vrije ruimte om de auto. Een vrije ruimte wordt
gebruikt om uit te wijken als deze door de bej
stuurder vastgestelde uitwijkrichting door de
stuurondersteuning veilig en doelgericht aanj gestuurd wordt.
Detectiegebied
Er wordt rekening gehouden met objecten, mits gedetecteerd door het systeem.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstanj digheden en de verkeerssituatie juist in teschatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 164 of 389

Voorbumper midden.
Voorbumper zijkant.
Achterbumper.
Bumper bij de radarsensoren schoon en vrij
houden.
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.
Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij houden.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'yBotsingswaarschuwing met remfunctie, zie
pagina 159, is ingeschakeld.'yDe sensoren herkennen voldoende vrije
ruimte rond de auto.
In-/uitschakelen
Het systeem wordt bij vertrek automatisch gej
activeerd.
Waarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Weergaveinhetinstrumentenpaneel
Als er een botsing met een waargenomen anj
der voertuig dreigt, wordt in het instrumentenj paneel en in het Head-Up Display een waarj
schuwingssymbool weergegeven.
SymboolMaatregelSymbool brandt rood: vooralarm.
Remmen en afstand vergroten.Symbool knippert rood en er klinkt een signaal: acute waarschuwing.
Oproep om in te grijpen door remj men en eventueel uitwijken.Seite 164BedieningVeiligheid164
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 165 of 389

Acutewaarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Een acute waarschuwing wordt gegeven bij dij rect botsingsgevaar als de auto met een relajtief groot snelheidsverschil een ander objectnadert.
Bij een acute waarschuwing zelf ingrijpen. Bij botsgevaar wordt de uitwijkmanouevre van de bestuurder ondersteund door het systeem.
Een acute waarschuwing kan ook zonder voorj
afgaand vooralarm worden geactiveerd.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 166 of 389

Detectiegebied
Het detectiegebied voor de auto bestaat uittwee delen:
'yCentraal gebied, pijl 1, direct v

Page 167 of 389

"INDIVIDUAL configureren": afhankelijk van de
uitvoering kunnen de Intelligent Safety-systej
men afzonderlijk geconfigureerd worden. De
individuele instellingen worden geactiveerd en opgeslagen voor het momenteel gebruikte bej
stuurdersprofiel. Zodra in het menu een instelj
ling wordt gewijzigd, worden alle instellingen van het menu geactiveerd.
Toets herhaaldelijk indrukken.
Er wordt tussen de volgende instellinj
gen gewisseld:
"ALL ON": alle Intelligent Safety-systemen
worden ingeschakeld. Voor de subfuncties
worden basisinstellingen geactiveerd.
"INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen worden overeenkomstig de individuele instelj
lingen ingeschakeld.
Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden.
Toets ingedrukt houden.
Alle Intelligent Safety-systemen worj
den uitgeschakeld.ToetsStatusToets brandt groen: alle Intelligent
Safety-systemen zijn ingeschakeld.Toets brandt oranje: enkele Intellij
gent Safety-systemen zijn uitgej
schakeld.Toets brandt niet: enkele Intelligent
Safety-systemen zijn uitgeschakeld.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave
Als er een botsing met een waargenomen anj
der persoon dreigt, wordt in het instrumentenj
paneel en in het Head-Up Display een waarj
schuwingssymbool weergegeven.
Rood symbool wordt weergegeven en
er klinkt een signaal.
Direct zelf ingrijpen door remmen of uitwijken.
Remingreep De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt, bij het bedienen van de rem, de maxij
male remkracht toegepast. Voorwaarde voor
de ondersteuning van de rembekrachtiging is
het voldoende snel en krachtig indrukken van
het rempedaal.
Daarnaast kan het systeem bij botsingsgevaar ondersteuning bieden door een remingreep.
De auto kan bij lage snelheid afgeremd worden tot stilstand.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstj abiliteit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactivering van de dynamische stabiliteitsj
controle DSC.
De remingreep kan door het indrukken van het gaspedaal of door een actieve stuurbeweging worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn. Houd rekening met de grenzen van het detecjtiegebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 168 of 389

Het volgende wordt bijvoorbeeld mogelijkerj
wijs niet herkend:'yDeels niet-zichtbare voetgangers.'yVoetgangers die wegens de gezichtshoek
of contour niet als zodanig herkend worj den.'yVoetgangers buiten het detectiegebied.'yVoetgangers kleiner dan circa 80 cm.
Beperktewerking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende sij
tuaties beperkt zijn:
'yBij dichte mist en hevige regen, opspatj tend water of sneeuwval.'yIn scherpe bochten.'yBij deactivering van de rijstabiliteitsregeljsystemen, bijvoorbeeld DSC OFF.'yWanneer het gezichtsveld van de cameraof de voorruit rondom de binnenspiegel
vervuild of afgedekt is.'yAls de camera vanwege te hoge temperaj
turen oververhit en tijdelijk uitgeschakeld is.'yTot 10 seconden na het starten van de mojtor via de start-/stopknop.'yTijdens de kalibratieprocedure van de caj
mera direct na aflevering van de auto.'yBij aanhoudende verblindende werking
door tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghanj
gende zon.'yIn het donker.
NightVisionmetherkenning
vanpersonenendieren
Principe Night Vision met herkenning van personen en
dieren is een nachtzichtsysteem.
Een infraroodcamera detecteert het gebied
voor de auto en waarschuwt voor personen en dieren op de straat. Warme objecten met een
menselijke of dierlijke vorm worden door het
systeem herkend. Het warmtebeeld kan indien
nodig op het Control Display worden weergej geven.
Afhankelijk van de uitvoering worden de gerej
gistreerde objecten voor een betere herkenj
ning met de dynamische markeringsverlichting
verlicht, zie pagina 171.
Algemeen
Warmtebeeld
De warmteuitstraling van objecten in het gej zichtsveld van de camera wordt weergegeven.
Warme objecten worden licht weergeven en
koude objecten donker.
De herkenbaarheid hangt af van het temperaj tuurverschil met de achtergrond en van de eijgen straling van het object. Objecten met gej
ring temperatuurverschil ten aanzien van de
omgeving of met geringe warmteuitstraling zijn
beperkt herkenbaar.
Om veiligheidsredenen wordt het beeld vanaf
circa 5 km/h en geringe helderheid van de omj
geving alleen bij ingeschakeld dimlicht weerj
gegeven.
Met bepaalde intervallen wordt gedurende een fractie van een seconde een stilstaand beeld weergegeven.
Seite 168BedieningVeiligheid168
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 169 of 389

Herkenningvanpersonenendieren
De objectherkenning en -waarschuwing werkt
alleen in het donker.
Objecten met een menselijke vorm en volj
doende warmteuitstraling worden herkend.
Daarnaast herkent het systeem ook dieren
vanaf een bepaalde grootte, bijv. ree

Page 170 of 389

Bij ingeschakelde autoverlichting wordt bij het
bedienen van de ruitensproeierinstallatie, zie pagina 116, het cameraobjectief op gezette tijj
den meegereinigd.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem wordt bij vertrek in het donker auj
tomatisch geactiveerd.
Warmtebeeldinschakelen
Aanvullend op de waarschuwingsfunctie kan
op het Control Display het warmtebeeld van de Night Vision-camera worden weergegeven.Deze functie heeft geen invloed op de objecj
therkenning.
Toets indrukken.
Het beeld van de camera wordt op het Control
Display weergegeven.
Warmtebeeldinstellen
Bij ingeschakeld warmtebeeld kunnen helderj heid en contrast ingesteld worden.
Via iDrive:1.Helderheid of contrast selecteren.'y "Helderheid".'y "Contrast".2.Stel de gewenste waarde in.
Waarschuwingsfunctie
Weergave
SymboolBetekenisPersoonswaarschuj
wing.Dierwaarschuwing.SymboolBetekenisSymbool brandt
rood.Vooralarm.Symbool knippert
rood en er klinkt een
signaal.Acute waarschuwing.
Het weergegeven symbool kan vari

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 ... 390 next >