BMW 7 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 171 of 389

snelheid wordt het gebied bijvoorbeeld langer
en breder.
Vooralarm
Vooralarm voor personen wordt weergegeven als een persoon in het centrale gedeelte direct voor de auto en links of rechts in het uitgej
breide gebied wordt herkend.
Vooralarm voor dieren wordt weergegeven als
een dier voor de auto herkend wordt.
Bij een voorwaarschuwing remmen of uitwijj ken.
Acutewaarschuwing
Acute waarschuwing wordt weergegeven als
een persoon of dier in de onmiddellijke omgej
ving voor de auto herkend wordt.
Bij een acute waarschuwing onmiddellijk remj
men of uitwijken.
WeergaveinhetHead-UpDisplay
De waarschuwing wordt gelijktijdig in het Head-Up Display en in het instrumentenpaneelweergegeven.
Dynamischemarkeringsverlichting
Algemeen
Naast de waarschuwing worden herkende obj jecten met de dynamische markeringsverlichj
ting beschenen.
Het object wordt zolang beschenen, tot het
zich niet meer in het waarschuwingsgebied bej vindt.
Met de dynamische markeringsverlichting
brandt het controlelampje voor grootlicht.
De dynamische markeringsverlichting is bej standdeel van de LED- of laserkoplampen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking'yLichtschakelaar in stand: 'yHet dimlicht of grootlicht brandt.'yGeen lichtbronnen of verlichte verkeersj deelnemers in het waarschuwingsgebied.
Inschakelen/uitschakelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Dynamisch markeringslicht"
Tijdelijkuitschakelen
Tijdens het branden van de dynamische marj keringsverlichting het lichtsignaal bedienen.
De dynamische markeringsverlichting wordt
voor de actuele waarschuwing uitgeschakeld.
Grenzenvanhetsysteem
Principiëlegrenzen
De werking kan bijv. in de volgende situaties
beperkt zijn:
'yBij steile hellingen of afdalingen en in
scherpe bochten.'yBij vuile of beschadigde camera.'yBij dichte mist en hevige regen of sneeuwj val.'yBij zeer hoge buitentemperaturen.Seite 171VeiligheidBediening171
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 172 of 389

Grenzenvandeherkenningvan
personenendieren
In sommige situaties kan het voorkomen dat personen als dieren herkend worden, of dieren
als personen.
Kleine dieren worden door de objectherkenj ning niet herkend, hoewel zij in het beeld goed
te zien zijn.
Beperkte herkenning, bijv. in de volgende gej
vallen:'yNiet-zichtbare of deels zichtbare personen
of dieren, in het bijzonder niet-zichtbaar
hoofd/kop.'yPersonen in een niet staande houding, bijv.
liggend.'yFietsers op niet-gebruikelijke fietsen, bijv. ligfietsen.'yNa een mechanische inwerking op het sysjteem, bijv. na een ongeval.
Geenweergaveophetscherm
achterin
Op het scherm achterin kan het beeld van de
Night Vision niet worden afgebeeld.
LaneDepartureWarningPrincipe
De Lane Departure Warning waarschuwt als de auto op wegen met rijbaanbegrenzingslijnen
op het punt staat om de rijstrook te verlaten.
Algemeen
Dit systeem met camera waarschuwt vanaf
een minimumsnelheid.
De minimumsnelheid is landspecifiek en wordt
in het menu van de Intelligent Safety-systej
men weergegeven.
Het stuur begint bij waarschuwingen licht te
trillen. Het moment van deze waarschuwing kan afhankelijk van de actuele rijsituatie vari

Page 173 of 389

Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.
Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
De Lane Departure Warning wordt opnieuw
automatisch geactiveerd na het vertrek, als de
functie bij be

Page 174 of 389

De gekozen instelling wordt opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Sterktevandestuurwieltrillingeninstellen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Stuurwielvibratie"4.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt overgenomen voor alle Inj telligent Safety-systemen en opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Auto'smetwaarschuwingvooreenaanrijdingvanopzij:stuuringreepin-
ofuitschakelen
De stuuringreep kan afzonderlijk voor rijstrookj
wisselmelding en Lane Departure Warning
worden in- en uitgeschakeld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Stuuringreep"
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Weergaveinhetinstrumentenpaneel Het symbool brandt groen: Ten minsteéén rijbaanbegrenzingslijn werd herj
kend en waarschuwen is mogelijk.
Waarschuwingsfunctie
Bijhetverlatenvanderijbaan
Bij het verlaten van de rijstrook boven een herj
kende rijbaanbegrenzingslijn begint het stuurj
wiel te trillen.
Als voor het veranderen van rijbaan de richj
tingaanwijzer wordt ingeschakeld, wordt er geen waarschuwing gegeven.
Metwaarschuwingvooreenaanrijding
vanopzij
Wordt in het snelheidsbereik tot 210 km/h een rijbaanbegrenzingslijn overschreden, dan grijpthet systeem naast de trilling in door een korteactieve stuuringreep. De stuuringreep helpt deauto binnen de rijbaan te houden. De stuurinjgreep is in het stuurwiel voelbaar en kan op elk
moment handmatig overstuurd worden.
Bijhetrijdenmeteenaanhangwagen Bij een bezette aanhangwagencontactdoos,bijvoorbeeld bij het rijden met een aanhangwaj
gen of fietsendrager, vindt geen stuuringreep
plaats.
Onderbrekingvandewaarschuwing De waarschuwing wordt in de volgende situj
aties afgebroken:'yAutomatisch na circa 3 seconden.'yBij terugkeer naar de eigen rijbaan.'yBij krachtig remmen.'yBij richting aangeven.'yAls DSC regelt.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj
wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 175 of 389

'yBij dichte mist en hevige regen of sneeuwjval.'yBij ontbrekende, afgesleten, moeilijk zichtjbare, samen- of uiteenlopende of onduidej
lijke begrenzingslijnen zoals bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden.'yAls begrenzingslijnen door sneeuw, ijs, vuilof water bedekt zijn.'yIn scherpe bochten of op smalle wegen.'yAls de begrenzingslijnen niet wit zijn.'yAls de begrenzingslijnen door objecten bej
dekt zijn.'yBij dicht achter het voorliggende voertuig
rijden.'yBij aanhoudende verblindende werking
door tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghanj
gende zon.'yWanneer het gezichtsveld van de camera of de voorruit rondom de binnenspiegel
vervuild of afgedekt is.'yAls de camera vanwege te hoge temperaj
turen oververhit en tijdelijk uitgeschakeld is.'yTijdens de kalibratieprocedure van de caj
mera direct na aflevering van de auto.
Als de werking is beperkt, wordt een Check-
Control-melding weergegeven.
Gevoeligheidvandewaarschuwingen
Des te gevoeliger de waarschuwingen worden
ingesteld, des te meer waarschuwingen worj
den getoond. Dit kan ook een toename van het
aantal ongewilde waarschuwingen betekenen.
Rijstrookwisselmelding
Principe De rijstrookwisselmelding herkent voertuigenin de dode hoek of wanneer voertuigen op de
naastgelegen rijstrook van achteren naderen.
Dat wordt door middel van een waarschuwing
aangegeven.
Algemeen
Twee radarsensoren in de achterbumper bej
waken vanaf een vooraf ingestelde minimumj snelheid het gebied achter en naast de auto.
De minimumsnelheid is landspecifiek en wordtin het menu van de Intelligent Safety-systejmen weergegeven.
Het systeem laat zien wanneer zich voertuigen
in de dode hoek bevinden, pijl 1, of op de
naastgelegen rijstrook van achteren naderen,
pijl 2.
Het lampje in de buitenspiegel gaat gedimd branden.
Bij veranderen van rijbaan met ingeschakelde richtingaanwijzer waarschuwt het systeem in de eerder genoemde situaties.
Het lampje in de buitenspiegel knippert en het
stuurwiel trilt.
Auto's met waarschuwing voor een aanrijding van opzij: bij snelheden tussen 70 km/h en210 km/h kan het systeem met een korte acjtieve stuuringreep ingrijpen en zo helpen omde auto binnen de rijbaan te houden.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstanj digheden en de verkeerssituatie juist in teschatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 176 of 389

Overzicht
Toetsindeauto
Intelligent Safety
Radarsensoren
De radarsensoren bevinden zich in de achterj bumper.
Bumper bij de radarsensoren schoon en vrij
houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
De waarschuwing rijbaan wisselen wordt opj
nieuw automatisch geactiveerd na het vertrek,
als de functie bij be

Page 177 of 389

3."Intelligent Safety"4."Inhaalwaarschuwing"5.Gewenste instelling selecteren.
"Uit": bij deze instelling wordt er geen
waarschuwing gegeven.
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Sterktevandestuurwieltrillingeninstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Stuurwielvibratie"4.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt overgenomen voor alle Inj telligent Safety-systemen en opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Auto'smetwaarschuwingvooreenaanrijdingvanopzij:stuuringreepin-
ofuitschakelen
De stuuringreep kan afzonderlijk voor rijstrookj
wisselmelding en Lane Departure Warning
worden in- en uitgeschakeld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Stuuringreep"
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie
Lampjeinbuitenspiegel
Vooralarm
Het gedimde lampje in de buitenspiegel geeft
aan dat zich voertuigen in de dode hoek bevinj
den of van achteren naderen.
Acutewaarschuwing
Als de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld
terwijl er zich een voertuig in het kritieke gej bied bevindt, gaat het stuurwiel kort trillen en
begint het lampje in de buitenspiegel fel te knipperen.
De waarschuwing wordt be

Page 178 of 389

Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj
wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 179 of 389

Algemeen
Vier radarsensoren in de bumpers bewaken in
het snelheidsbereik van circa 70 km/h tot circa
210 km/h de ruimte naast de auto.
Een frontcamera bepaalt de positie van de rijj
baanbegrenzingen.
Als naast de auto bijvoorbeeld een ander voerj
tuig herkend wordt waarmee een aanrijding
van opzij dreigt, helpt het systeem door een
stuuringreep een aanrijding te voorkomen.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstanj digheden en de verkeerssituatie juist in teschatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 180 of 389

Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.
Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
De Waarschuwing voor een aanrijding van opzij
wordt automatisch geactiveerd na het vertrek,
als de functie bij be

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 390 next >