BMW 7 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 281 of 389

VeiligheidsvoorschriftenWAARSCHUWING
Lichte maar permanente druk op het
rempedaal kan hoge temperaturen, remblokj slijtage en mogelijk het uitvallen van het remjsysteem tot gevolg hebben. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Overmatige belasting van de
rem vermijden.'

Page 282 of 389

Dakdrager
Algemeen
Montage alleen mogelijk bij daklijst met klepj
pen. Meer informatie is bij een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist verkrijgbaar.
Dakdragers zijn beschikbaar als speciale acj
cessoires.
Daklijstmetkleppen
De bevestigingspunten bevinden zich in dedaklijst boven de portieren.
Afdekking naar buiten openklappen.
Montage
De montagehandleiding van de dakdrager in
acht nemen.
Erop letten dat voldoende vrije ruimte overblijft voor het kantelen en openen van het glazen
dak.
Magneetdakdrager Vanwege het aluminiumdak kunnen geenmagneetdakdragers worden gebruikt.
Belading
Beladen dakdragers veranderen het rij- en
stuurgedrag van de auto omdat het zwaartej punt wordt verplaatst.
Daarom bij het beladen en rijden het volgende in acht nemen:
'yToegestane dak-/aslast en toegestane toj
taalgewicht niet overschrijden.'yErop letten dat voldoende vrije ruimte
overblijft voor het kantelen en openen van
het glazen dak.'yDakbelading gelijkmatig verdelen.'yDakbelading mag geen groot vlak beslaan.'yDe zwaarste bagagestukken onderop legj
gen.'yDakbagage veilig bevestigen, bijvoorbeeld
met spanbanden vastsjorren.'yGeen voorwerpen in het zwenkbereik van
de kofferklep laten uitsteken.'yDefensief rijden en fel accelereren en remj men of snel rijden in de bochten vermijden.
Racenopeencircuit
De hogere mechanische en thermische belasjting bij het gebruik op het circuit leidt tot hojgere slijtage. Deze slijtage wordt niet door degarantie gedekt. De auto is niet voor ontworj
pen om te gebruiken bij autoraces.
Voor het rijden op een circuit de auto bij een
Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of een speciaj
list laten controleren.
Seite 282RijtipsBijhetrijdeninachtnemen282
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 283 of 389

TrekkenvaneenaanhangerUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Algemeen Het toegestane aanhangwagengewicht, de asjbelastingen, kogeldruk en het toegestane toj taalgewicht zijn aangegeven in de technischegegevens.
Mogelijkheden voor een verhoging van de bej lastingen kunnen bij een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist worden opgej
vraagd.
De auto is uitgerust met een versterkte vering
aan de achteras en afhankelijk van het type met een koelsysteem met verhoogde capacijteit.
Voorhetrijden Kogeldruk De minimale kogeldruk van 25 kg indien mogejlijk niet onderschrijden en de maximale kogeldj
ruk zo veel mogelijk benutten.
De maximale belading van de trekkende auto wordt door het gewicht van de trekhaak en dekogeldruk verminderd. De kogeldruk verhoogthet gewicht van de auto. Het toegestane tojtaalgewicht van de trekkende auto niet overjschrijden.
Belading
De bagage zo gelijkmatig mogelijk over het laadvlak verdelen.
De belading zo laag mogelijk en in de nabijheid
van de aanhangerassen opbergen. Een lager
aanhangerzwaartepunt verhoogt de veiligheid van de totale combinatie.
Het toegestane totaalgewicht van de aanhanj
ger en de toegestane aanhangerlast van de
auto mogen niet overschreden worden. De
laagste waarde is altijd beslissend.
Bandenspanning
Let op de bandenspanning van de auto en de
aanhangwagen.
Voor de auto geldt de bandenspanning voor hogere belading.
Informatie over de bandenspanning, zie paj
gina 306.
Bij de aanhangwagen zijn de voorschriften van de fabrikant maatgevend.
Bandenpechwaarschuwing
Na correctie van de bandenspanning en aan-
of afkoppelen van een aanhangwagen de banj
denpechwaarschuwing, zie pagina 319, opj
nieuw initialiseren.
Bandenspanningscontrole
Na correctie van de bandenspanning en aan-
of afkoppelen van een aanhangwagen de banj
denspanningscontrole, zie pagina 315, opj
nieuw initialiseren.
Buitenspiegels
De wetgever schrijft twee buitenspiegels voor die de beide achterkanten van de aanhangerSeite 283TrekkenvaneenaanhangerRijtips283
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 284 of 389

laten zien. Dergelijke spiegels zijn als accesjsoires bij een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist verkrijgbaar.
Stroomverbruik Voor het begin van de rit de werking van de
achterlichten van de aanhangwagen controlej
ren.
Het vermogen van de aanhangerachterlichten
mag de volgende waarden niet overschrijden:'yRichtingaanwijzers: per zijde 42 watt.'yAchterlichtlampen: per zijde 50 watt.'yRemlichten: samen 84 watt.'yMistachterlichten: samen 42 watt.'yAchteruitrijlamp: samen 42 watt.
Inschakeltijden van de stroomverbruikers bij
het rijden met een caravan kort houden om
leeglopen van de accu te voorkomen.
Rijdenmeteen
aanhangwagen
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Vanaf ca. 80 km/h kan de aanhangwagen,
afhankelijk van de constructie en voertuigbelaj ding, in slingerbewegingen raken. Er bestaat
kans op een ongeval of schade.
Bij het rijden met een aanhanger snelheid aanj
passen. Bij slingerbewegingen direct remmen
en de nodige stuurcorrecties zo voorzichtig
mogelijk uitvoeren.'

Page 285 of 389

ratuur moet de brandstoftank voor meer dan1/4 gevuld zijn.'

Page 286 of 389

Kogelkopnaarbinnendraaien1.Aanhangwagen of bagagedrager loskopjpelen.2.Eventueel aanbouwdelen voor spoorstabij
liteitsinrichtingen verwijderen.3.De stekker voor de spanningsvoorziening
van de aanhangwagen en eventueel de
adapter uit de contactdoos trekken.4. Toets in de bagageruimte indrukken.
Kogelkop draait naar binnen. LED in de
toets knippert groen.5.Wachten tot de kogelkop de eindpositie bereikt heeft.
Automatischonderbrekenofomkerenvandezwenkbeweging
Algemeen
Het naar buiten of binnen zwenken wordt autoj
matisch onderbroken of omgekeerd of niet uitj
gevoerd als de stroomlimietwaarde overschrej
den wordt, bijvoorbeeld bij zeer lage
temperaturen of bij mechanische weerstanj
den. LED in de toets brandt rood.
Zwenkprocedurebijdraaiendemotor
herhalen
1.Motor starten met de Start-/stopknop.2. Toets in de bagageruimte zo lang inj
drukken, tot de kogelkop volledig is in- of uitgeklapt.
Zo nodig zwenkprocedure bij ingedrukte toets
en draaiende motor herhalen.
De LED in de toets brandt groen als de kogelj
kop een eindstand heeft bereikt.
Als het probleem zich herhaalt, contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist.
Aanhangwagencontactdoos
De aanhangwagencontactdoos bevindt zich
aan de trekhaak.
Afdekking naar beneden klappen.
Oogvoorborgkabel
Er bevindt zich een oog aan de trekhaak voorhet vergrendelen van de aanhangwagen-borgjkabel.
Voor meer veiligheid de aanhangwagen-borgj
kabel tijdens het rijden met aanhangwagen in het oog bevestigen.
Daarbij voor voldoende bewegelijkheid van de breekkabel letten, om te voorkomen dat deze
over de grond sleept.
Seite 286RijtipsTrekkenvaneenaanhanger286
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 287 of 389

BrandstofbesparenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Algemeen Uw auto bevat geavanceerde technologie

Page 288 of 389

Hogemotortoerentallen
vermijden
In principe geldt het volgende: Bij rijden met
een lager motortoerental nemen het brandj
stofverbruik en de slijtage af.
Evt. de schakelpuntindicator, zie pagina 134,
van de auto in acht nemen.
Afremmenopdemotor Ga bij het naderen van een rood verkeerslicht
van het gaspedaal en laat de auto uitrollen.
Bij hellingafwaarts rijden het gaspedaal loslajten en de auto laten uitrollen.
De brandstoftoevoer wordt bij vaart minderen
onderbroken.
Motorbijlangerstoppen
afzetten
Motorafzetten
Motor bij langere stops, bijvoorbeeld bij verj
keerslichten, overwegen of in de file, afzetten.
Automatischestart-stop-functie De automatische start-stop-functie van deauto zet de motor tijdens een stop automajtisch af.
Indien de motor uitgezet en aansluitend opj
nieuw gestart wordt, dalen het brandstofverj bruik en de uitstoot in vergelijking met een
continu draaiende motor. Al bij een motorstop
van enkele seconden zijn besparingen mogej
lijk.
Het brandstofverbruik hangt bovendien af van
andere factoren zoals rijstijl, toestand van de
weg, onderhoud en omgevingsomstandighej
den.Schakelniet-gebruikte
functiesuit
Functies zoals bijvoorbeeld de stoel- of achterj
ruitverwarming vragen veel energie en verhoj
gen eveneens het brandstofverbruik, met
name in het stadsverkeer en bij stilstaand en
stop-and-go gebruik.
Deze functies uitschakelen wanneer zij niet
worden gebruikt.
De rijmodus ECO PRO ondersteunt het enerj giezuinige gebruik van comfortfuncties. Deze
functies worden automatisch gedeeltelijk of
volledig gedeactiveerd.
Onderhoudlatenuitvoeren
Auto regelmatig laten onderhouden om een optimaal rendement en een lange levensduurte bereiken. BMW adviseert onderhoudswerkj
zaamheden door een BMW Service Partner te
laten uitvoeren.
Hiervoor ook het BMW onderhoudssysteem, zie pagina 336, in acht nemen.
ECOPRO Principe
ECO PRO ondersteunt een rijstijl die het verj bruik verbetert. Hiervoor worden de motorrej geling en comfortfuncties, zoals het vermogenvan de airconditioning, aangepast.
Onder bepaalde omstandigheden wordt in
keuzehendelstand D de motor van de transj missie ontkoppeld. De auto rolt in dat geval
met stationair lopende motor uit om het verj
bruik te optimaliseren. De keuzehendelstand D blijft ingeschakeld.
Bovendien kunnen afhankelijk van de situatie
aanwijzingen, ECO PRO tips, worden weergej
geven, die helpen om met een optimaal verj
bruik te rijden.Seite 288RijtipsBrandstofbesparen288
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 289 of 389

De verkregen afstandswinst kan in het instruj
mentenpaneel als bonusactieradius worden weergegeven.
Algemeen
Het systeem omvat de volgende functies en
weergaven van EfficientDynamics:'yECO PRO-bonusactieradius, zie paj gina 290.'yECO PRO-klimaatregeling, zie pagina 290.'yAnticipeerhulp, zie pagina 291.'yRijtoestand uitrollen, zie pagina 293.'yRijstijlanalyse, zie pagina 294.
Overzicht
Toets
ECOPROactiveren Toets indrukken. Op het instrumenj
tenpaneel wordt ECO PRO weergegej
ven.
ECOPROINDIVIDUALconfigureren
Oproepenviarijbelevingsschakelaar
1.ECO PRO activeren.2."ECO PRO INDIVIDUAL configureren"
OproepenviaiDrive
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Rijbelevingsschakelaar"4."ECO PRO INDIVIDUAL configureren"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
ECOPROfunctiesactiveren/
deactiveren
De volgende ECO PRO functies kunnen geacj
tiveerd/gedeactiveerd worden:
'y"ECO PRO limiet"'y"Uitrollen in vrijloop"'y"ECO PRO stoelklimatisering"'y"ECO PRO klimaatbediening"'y"ECO PRO licht en zicht"'y"Anticipeerhulp"
De instellingen worden opgeslagen voor het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
ECOPROLimit
'yECO PRO-limiet activeren:
"ECO PRO limiet"
Een ECO PRO-tip verschijnt als de snelj heid van de ingestelde ECO PRO-limietwordt overschreden.'ySnelheid ECO PRO-limiet instellen:
"Aanwijzing bij:"
Gewenste snelheid selecteren.
Uitrollen Met de ECO PRO-rijmodus Uitrollen, is het
mogelijk de auto met stationair lopende motor
te laten uitrollen om het verbruik te optimalisej
ren.
Om de remwerking van de motor bij hellingen
te kunnen gebruiken, de functie deactiveren.
ECOPROstoelventilatie
Het vermogen van de stoelverwarming en eventueel van de stoelventilatie wordt bij hetactiveren van ECO PRO gereduceerd.
Seite 289BrandstofbesparenRijtips289
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 290 of 389

ECOPRO-klimaatregeling
De klimaatregeling wordt ten gunste van een
laag verbruik aangepast.
Hierdoor is er sprake van een geringe afwijking t.o.v. de ingestelde temperatuur, d.w.z. het
langzamer verwarmen of afkoelen van het intej rieur vindt daarom mogelijk plaats ten gunstevan het verbruik.
De spiegelverwarming is beschikbaar bij lage
buitentemperaturen.
ECOPROlichtenzichtHet vermogen van de buitenspiegel- en achj
terruitverwarming wordt verlaagd. Afhankelijk
van de uitvoering wordt bovendien de Dynamij sche ECO-lichtfunctie, zie pagina 146, geactij
veerd.
Anticipeerhulp De anticipeerhulp herkent naderende routegej
deeltes en geeft deze aan.
Instellingenterugzetten
ECO PRO INDIVIDUAL op standaardinstelling
terugzetten:
"Terugzetten op ECO PRO STANDARD"
WeergaveinhetinstrumentenpaneelAlgemeen
Bij het activeren van de rijmodus ECO PRO
wisselt de weergave naar een speciale weerj
gave.
De weergaven kunnen gedeeltelijk van de weergave in het instrumentenpaneel afwijken.
ECOPRO-bonusactieradius Aanpassing van de rijstijl maakteen verlenging van de actieraj
dius mogelijk.
Dit kan als bonusactieradius in
het instrumentenpaneel worden
weergegeven.De weergave van de actieradius bevat de boj nusactieradius.
Afhankelijk van de uitvoering symboliseren de blauwe balksegmenten per etappe de bijkojmende bonusactieradius.
Wordt de bonusactieradius grijs weergegeven,
dan is de huidige rijstijl ineffici

Page:   < prev 1-10 ... 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 ... 390 next >