BMW 7 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 71 of 389

Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden ge

Page 72 of 389

Gehele auto wordt ontgrendeld.
Kofferklep
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering
wordt deze instelling mogelijk niet aangeboj den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Achterklep" of "Achterklep
en portier(en)"5.Gewenste instelling selecteren:'y"Achterklep"
Het kofferdeksel wordt geopend.'y"Achterklep en portier(en)"
Het kofferdeksel wordt geopend en de
portieren worden ontgrendeld.
Bevestigingssignalenvandeauto
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Knipperen bij ver-/ontgrendelen"
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen
door eenmaal knipperen.
Automatischvergrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4.Gewenste instelling selecteren:'y"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto autoj
matisch vergrendeld als na het ontj
grendelen geen portier wordt geopend.'y"Vergrendelen bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch vergrendeld.
Automatischontgrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Na einde van de rit ontgrendelen"
Na het be

Page 73 of 389

tisch gesloten, zie pagina 79, als het bej
gint te regenen.
Spiegelautomatischin-enuitklappen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Spiegels bij vergr. inklappen"
Bij het vergrendelen worden de buitenj
spiegels automatisch ingeklapt, bij het ontj
grendelen worden de buitenspiegels autoj
matisch uitgeklapt.
Ruststandbijhetopenenvande
voorportiereninstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Auto na openen portier uitsch."
Bij het openen van de voorportieren wordt
de ruststand, zie pagina 17, ingesteld.
Alarminstallatie
Algemeen
De alarminstallatie reageert bij een vergrenj
delde auto op de volgende veranderingen:
'yOpenen van een portier, de motorkap of de kofferklep.'yBewegingen in het interieur.'yVeranderen van de hellingshoek van de
auto, bijvoorbeeld bij een poging van diefj stal van de wielen of bij het wegslepen.'yOnderbreking van de accuspanning.'yOndeskundig gebruik van de contactdoos
voor de On-Board Diagnose.
Deze veranderingen signaleert de alarminstalj latie optisch en akoestisch:
'yAkoestisch alarm.
Afhankelijk van de wettelijke bepalingen
wordt het akoestische alarm eventueel onj derdrukt.'yInschakelen van de waarschuwingsknipjperlichtinstallatie.
In-enuitschakelen
Tegelijkertijd met het ontgrendelen en verj
grendelen van de auto via de afstandsbediej ning of de comforttoegang wordt de alarminjstallatie in- of uitgeschakeld.
Portierenopenenbijingeschakelde
alarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van een portier, als deze met de geïntegreerdesleutel via het portierslot is ontgrendeld.
Alarm be

Page 74 of 389

'yHet controlelampje knippert circa 10 sejconden en gaat daarna elke 2 secondenflitsen:
De interieurbeveiliging en hellingshoekj
sensor zijn niet actief, omdat de portieren,
de motorkap of het kofferdeksel niet corj
rect gesloten zijn. Correct gesloten toej gangen zijn geblokkeerd.
Wordt de nog geopende toegang gesloten,
dan worden de interieurbeveiliging en helj lingshoeksensor ingeschakeld.'yControlelampje dooft na het ontgrendelen:
Aan de auto zijn geen ongeoorloofde hanj
delingen uitgevoerd.'yControlelampje blijft na het ontgrendelen
zo lang knipperen tot de rijden-stand-by
wordt ingeschakeld, maximaal echter circa
5 minuten:
Alarm is geactiveerd.
Hellingshoeksensor
De hellingshoek van de auto wordt bewaakt.
De alarminstallatie reageert bijv. bij een poging van diefstal van de wielen of bij het wegslepen.
InterieurbeveiligingVoor een optimale werking moeten ruiten englazen dak gesloten zijn.
Ongewildalarmvermijden
Algemeen
De hellingshoeksensor en de interieurbeveilij ging kunnen een alarm activeren, hoewel geenonbevoegde handelingen zijn uitgevoerd.
Mogelijke situaties voor een ongewild alarm:
'yIn wasinstallatie of wasstraten.'yIn stapelgarages.'yBij het transport op autotreinen, op zee of op een aanhangwagen.'yBij dieren in de auto.Voor dergelijke situaties kunnen de hellingsjhoeksensor en interieurbeveiliging worden uitj
geschakeld.
Hellingshoeksensoren
interieurbeveiliginguitschakelen
Toets van de afstandsbediening binnen10 seconden opnieuw indrukken, zodra
de auto vergrendeld is.
Controlelampje brandt circa 2 seconden en
gaat daarna knipperen.
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging zijn
totdat de auto opnieuw wordt ont- en vergrenj deld uitgeschakeld.
Alarmbeëindigen'yAuto met de afstandsbediening ontgrenj
delen, eventueel door probleemherkenning van de afstandsbediening, zie pagina 57.'yMet comforttoegang: Bij aanwezige afj
standsbediening de portierhandgreep van
het bestuurders- of passagiersportier volj
ledig omvatten.
Ruitbediening
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij de bediening van de ruiten kunnen lij
chaamsdelen of voorwerpen worden ingej
klemd. Er bestaat kans op letsel of schade. Bij
het openen en sluiten erop letten dat het bej
wegingsgebied van de ruiten vrij is.'

Page 75 of 389

'yPortieren of ruiten openen en sluiten.'yKeuzehendelstand N inschakelen.'yUitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans opletsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.'

Page 76 of 389

Veiligheidsschakelaar
Algemeen
Met de veiligheidsschakelaar voor achterin
kunnen bepaalde functies worden geblokj
keerd. Dat is bijvoorbeeld zinvol als er kinderen of dieren achterin worden meegenomen.
De volgende functies kunnen via de schakelaar
worden geblokkeerd:'yOpenen en sluiten van de achterste ruiten met de schakelaars achterin.'yBedienen van het zonnescherm in de achjterruit met de schakelaars achterin.'yBedienen van de zonneschermen in de zijjruiten met de schakelaars achterin.'yInstellen van de elektrisch bediende stoejlen achterin.'yBedienen van het achterste schuifpaneelmet de schakelaars achterin.
Bij een ongeval met een bepaalde zwaarte
wordt de veiligheidsfunctie automatisch uitgej
schakeld.
In-enuitschakelen Toets indrukken.
LED licht bij ingeschakelde veiligj
heidsfunctie.
Zonneschermachterruit Algemeen
Met de veiligheidsschakelaar, zie pagina 76, in
het bestuurdersportier kan worden voorkomen
dat bijvoorbeeld kinderen het zonnescherm
bedienen met de schakelaars achterin.
Overzicht
Bestuurdersportier
Toets voor het zonnescherm.
Achterportieren
Toets voor het zonnescherm.
Bediening Toets indrukken om het gesloten zonj
nescherm te openen of om het geoj
pende zonnescherm te sluiten.
Als de toets tijdens de beweging opnieuw
wordt ingedrukt, wordt het zonnescherm in de
tegengestelde richting bewogen.
Toets ingedrukt houden om de zonnescherj
men van de achterruit en van de zijruiten gelijkj tijdig te bedienen.
BMWTouchCommand De bediening van het zonnescherm is ook viaBMW Touch Command mogelijk.
Seite 76BedieningOpenenensluiten76
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 77 of 389

Grenzenvanhetsysteem
Als het zonnescherm na een aantal malen bej
dienen vlak achter elkaar niet meer wil bewej
gen, is de oververhittingsbeveiliging geactij
veerd.Het systeem wordt gedurende een
bepaalde tijd geblokkeerd om oververhitting te
vermijden. Systeem laten afkoelen.
Bij een lage interieurtemperatuur kan het zonj
nescherm niet meer worden bewogen.
Zonneschermenachterste
zijruiten
Algemeen
Met de veiligheidsschakelaar, zie pagina 76, in
het bestuurdersportier kan worden voorkomen
dat bijvoorbeeld kinderen de zonneschermen bedienen met de schakelaars achterin.
Overzicht
Toetsen voor de zonneschermen.
Bediening Toets indrukken om het gesloten zonj
nescherm te openen of om het geoj
pende zonnescherm te sluiten.
Als de toets tijdens de beweging opnieuw wordt ingedrukt, wordt het zonnescherm in detegengestelde richting bewogen.
BMWTouchCommand
De bediening van de zonneschermen is ook via
BMW Touch Command mogelijk.
Grenzenvanhetsysteem
Als de zonneschermen na een aantal malen bedienen vlak achter elkaar niet meer willen
bewegen, is de oververhittingsbeveiliging gej activeerd. Het systeem wordt gedurende een
bepaalde tijd geblokkeerd om oververhitting te
vermijden. Systeem laten afkoelen.
Bij lage interieurtemperaturen kunnen de zonj
neschermen niet worden bewogen.
Glazendak
Algemeen
Het glazen dak en het schuifpaneel kunnen van
elkaar gescheiden of samen met dezelfde
schakelaar worden bediend.
Het schuifpaneel achter wordt via afzonderlijke toetsen bediend.
Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING
Bij de bediening van het glazen dak kunj
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er bej staat kans op letsel. Bij het openen en sluitenerop letten dat het bewegingsgebied van het
glazen dak vrij is.'

Page 78 of 389

Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans opletsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.'

Page 79 of 389

Comfortopening met de afstandsbediening, ziepagina 55.
Comfortsluiten met de afstandsbediening, zie pagina 56.
Sluiten via het comforttoegangssysteem, zie pagina 64.
Comfortpositie
Wordt het glazen dak door de automaat niet geheel geopend, dan wordt de comfortstand
bereikt. In deze stand is het windgeluid in het
interieur het geringst.
Desgewenst de beweging vervolgens voortj zetten met de schakelaar.
Metglazenpanoramadak:achterste
schuifpaneelopenen/sluiten
Ophetbedieningspaneelinde
dakhemel
Toets indrukken, om het achterste
schuifpaneel te openen.
Toets opnieuw indrukken, om de beweging te
stoppen.
Toets indrukken, om het schuifpaneelte sluiten.
Toets opnieuw indrukken, om de beweging te
stoppen.
Ophetbedieningspaneelinde
achterportieren
Het achterste schuifpaneel kan niet via de
schakelaars achterin bediend worden als de
veiligheidsfunctie, zie pagina 76, ingeschakeld
is.
Toets indrukken om het gesloten
schuifpaneel te openen of om het
geopende schuifpaneel te sluiten.
Toets opnieuw indrukken, om de beweging te
stoppen.Bij de volgende toetsbediening wordt het schuifpaneel in tegengestelde richting bewoj
gen.
BMWTouchCommand De bediening van het voorste en achterste
schuifpaneel is ook via BMW Touch Command
mogelijk.
Gedragbijontgrendelen/vergrendelen
Als de auto van buitenaf wordt vergrendeld,
wordt het achterste schuifpaneel automatisch
gesloten.
Bij het ontgrendelen wordt het schuifpaneel
automatisch in de stand gebracht waarin dit
zich v

Page 80 of 389

'yEr is een systeemstoring aanwezig, bijjvoorbeeld door een tijdelijke stroomkrinjgonderbreking. In dit geval kan het initialij
seren van het glazen dak, zie pagina 80,
helpen.
Op het Control Display wordt een storingsmelj
ding weergegeven. Er vindt geen nieuwe sluitj poging plaats.
Onder de volgende omstandigheden wordt het
geopende glazen direct opgetild:
'yDe regenherkenning is als gevolg van het
systeem niet mogelijk.
Op het Control Display wordt een storingsmelj
ding weergegeven.
Inklembeveiliging
Algemeen
Overschrijdt bij het sluiten van het glazen dak
de sluitkracht een bepaalde waarde, dan wordt
het sluiten onderbroken vanaf het midden van
de dakopening of bij het sluiten uit opgeheven
positie.
Het glazen dak wordt geopend.
Sluitenzonderinklembescherminguit
geopendepositie
Bij gevaar van buitenaf als volgt te werk gaan:
1.Schakelaar door het drukpunt heen naar
voren schuiven en houden.
Het glazen dak wordt met beperkte inklemj
beveiliging gesloten. Overtreft bij het sluij ten van een ruit de sluitkracht een bej
paalde waarde, dan wordt het sluiten
onderbroken.2.Schakelaar opnieuw door het drukpunt
heen naar voren schuiven en ingedrukt
houden, tot het glazen dak zonder inklemjbeveiliging gesloten wordt. Let erop dat
het sluitbereik vrij is.
Sluitenzonderinklembescherminguit verhoogdepositie
Bij gevaar van buiten de schakej
laar door het drukpunt heen naar voor schuiven en zo houden.
Het glazen dak wordt zonder inklembeveiliging gesloten.
Initialiserennastroomonderbreking
Algemeen
Na een stroomonderbreking tijdens het opej
nen of sluiten is het glazen dak mogelijk
slechts beperkt te bedienen.
Het systeem kan onder volgende voorwaarden geïnitialiseerd worden.
'yDe auto staat op horizontaal.'yHet rijden-stand-by is gerealiseerd.'yDe buitentemperatuur ligt boven 5 

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 390 next >