BMW 7 SERIES 2022 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 221 of 480

aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenindebetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht Toetsenindeauto
IntelligentSafety
Warmtebeeld
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren
aangestuurd:
'xInfraroodcamera.
Bijlagebuitentemperaturenwordtdecameraauj
tomatischverwarmd.
Bijingeschakeldeautoverlichtingwordtbijhet
bedienenvanderuitensproeierinstallatiehetcaj meraobjectiefopgezettetijdenmeegereinigd.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 41.
Inschakelen
Automatischinschakelen Hetsysteemwordtbijvertrekinhetdonkerautojmatischgeactiveerd.
WarmtebeeldinschakelenAanvullendopdewaarschuwingsfunctiekanop
hetControlDisplayhetwarmtebeeldvande NightVision-camerawordenweergegeven.Dezefunctieheeftgeeninvloedopdeobjectherkenj
ning.
Toetsindrukken.
HetbeeldvandecamerawordtophetControl
Displayweergegeven.
Warmtebeeldinstellen Bijingeschakeldwarmtebeeldkunnenhelderheid
encontrastingesteldworden.1.Helderheidofcontrastselecteren:'xHelderheid.'xContrast.2.Steldegewenstewaardein.
Waarschuwingsfunctie
Weergave
SymboolBetekenisPedestrianWarning.Dierwaarschuwing.Symboolbrandtrood.Voorwaarschuwing.Symboolknippertrood
enerklinkteensignaal.Acutewaarschuwing.Seite221VeiligheidBEDIENING221
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 222 of 480

Hetweergegevensymboolkanvariërenengeeftdezijdevanhetwegdekaanwaardepersoonofhetdierisherkend.
Waarschuwingbijgevaarvoor
personenofdieren
Alsereenbotsingmeteenwaargenomenander
persoonofdierdreigt,wordtinhetinstrumenj tenpaneeleninhetHead-UpDisplayeenwaarjschuwingssymboolweergegeven.
Hoewelvormenwarmteuitstralingwordengeëj valueerd,kanloosalarmnietwordenuitgesloten.
Waarschuwingsbereikvoordeauto
HetwaarschuwingsbereikvoordePedestrian
Warningbestaatuittweedelen:
'xCentraalgebied,pijl1,directv

Page 223 of 480

Geenweergaveophetscherm
achterin
Ophetschermachterinkanhetbeeldvande
NightVisionnietwordenafgebeeld.
Dynamischemarkeringsverlichting
Principe DoorNightVisionwordendegeregistreerdeobjjectenvooreenbetereherkenningmetdeDynaj micLightSpotsverlicht.
Algemeen
Naastdewaarschuwingwordenherkendeobjecjtenmetdedynamischemarkeringsverlichting
beschenen.
Dedynamischemarkeringsverlichtingisvanaf
circa20km/hbeschikbaar.
Hetobjectwordtzolangbeschenen,tothetzich nietmeerinhetwaarschuwingsgebiedbevindt.
Metdedynamischemarkeringsverlichtingbrandt hetcontrolelampjevoorgrootlicht.
Dedynamischemarkeringsverlichtingisbej
standdeelvandeLED-oflaservoorlichten.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking'xAutomatischeverlichtingsregelingisactief.'xHetdimlichtofgrootlichtbrandt.'xGeenlichtbronnenofverlichteverkeersdeelj
nemersinhetwaarschuwingsgebied.
Activeren/deactiveren
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Dynamischmarkeringslicht
Tijdelijkuitschakelen
Tijdenshetbrandenvandedynamischemarkej
ringsverlichtinghetlichtsignaalbedienen.Dedyj namischemarkeringsverlichtingwordtvoordeactuelewaarschuwinguitgeschakeld.
LaneDepartureWarning
Principe
HetLaneDepartureWarning-systeemwaarj
schuwtwanneerdeautodreigtvandewegof rijstrookaftegeraken.
Algemeen Ditsysteemmetcamerawaarschuwtvanafeenminimumsnelheid.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Waarschuwingenwordenviatrillingeninhet stuurgegeven.Desterktevandestuurtrillingen kanwordeningesteld.
Hetsysteemwaarschuwtnietwanneervoorhet verlatenvanderijstrookdeovereenkomstige
richtingwordtaangegeven.
Seite223VeiligheidBEDIENING223
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 224 of 480

Afhankelijkvandeuitrusting:alsinhetsnelheidsj
bereiktot210km/heenrijbaanbegrenzingwordt
overschreden,grijpthetsysteemnaastdetrilling ookindooreenkorteactievestuuringreep.Hetsysteemondersteuntdebestuurderomdeauto
binnenderijbaantehouden.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomhetwegverloopende
verkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaat gevaarvoorongevallen.Rijstijlaandeverkeersj
situatieaanpassen.Verkeerssituatieobserveren enindebetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Bijwaarschuwingenhetstuurwielnietonnodig heftigbewegen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemj
beperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Derijbaanbegrenzingenmoetendoordecamera wordenherkendopdathetLaneDepartureWarj
ning-systeemwerkt.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 41.
In-/uitschakelen Automatischinschakelen Afhankelijkvandelanduitvoeringishetsysteem
naelkvertrekautomatischactief.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemenafzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej slagen.Zodrainhetmenueeninstellingwordt
gewijzigd,wordenalleinstellingenvanhetmenu
geactiveerd.
Seite224BEDIENINGVeiligheid224
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 225 of 480

Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctieswordenbasisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Handmatiguitschakelen Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xBeperkt:afhankelijkvandesituatieworj denbepaaldewaarschuwingenonderj
drukt,bijv.bijhetbewustrijdenoverrijlijj
neninbochtenofbijdynamischeinhaalbewegingenzonderrichtingaanwijj
zer.'xUit:ervindengeenwaarschuwingen
plaats.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtvooralleIntelligentSafety-
systemenovergenomen.
Stuuringreepin-/uitschakelen Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj denin-enuitgeschakeld.
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuwing6.Stuuringreep
Afhankelijkvandelanduitvoeringisdestuurinjgreepnaelkvertrekautomatischactief.
Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Hetsymboolbrandtgroen:tenminste
aanéénkantvanhetvoertuigwerder
eenrijbaanbegrenzingherkendenwaarj
schuwenismogelijk.
Seite225VeiligheidBEDIENING225
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 226 of 480

Waarschuwingsfunctie
Bijhetverlatenvanderijbaan
Alsdeautoderijstrookverlaatenalsereenrijj baanbegrenzingwordtherkend,trilthetstuurafj
hankelijkvandeinstellingvandestuurtrilling.
Alsvoorhetveranderenvanrijbaanderichtingjaanwijzerindeovereenkomstigerichtingwordt
ingeschakeld,wordtergeenwaarschuwinggej
geven.
Stuuringreep Afhankelijkvandeuitvoering:alsinhetsnelj
heidsbereiktot210km/heenrijbaanbegrenzing wordtoverschreden,dangrijpthetsysteem
naastdetrillingookindooreenkorteactieve stuuringreep.Destuuringreephelptdeautobinjnenderijbaantehouden.Destuuringreepisin
hetstuurwielvoelbaarenkanopelkmoment handmatigoverstuurdworden.Bijeenactieve
stuuringreepknippertdeweergaveophetinstruj mentenpaneel.
Waarschuwingsgeluid
Afhankelijkvandeuitrusting:alshetsysteem
binnen3minutenmeermaalsactiefmoetingrijj
penindebesturingzonderdatdebestuurderhet
stuuroverneemt,klinktereenwaarschuwingsgej
luid.Bijdetweedestuuringreepklinktereenkort
waarschuwingsgeluid.Vanafdederdeingreep
klinktereenlangerwaarschuwingsgeluid.
BovendienwordteenCheck-Control-melding
weergegeven.
WaarschuwingsgeluidenCheck-Control-melj dinggebiedendebestuurderombeteropde rijstrookteletten.
Bijhetrijdenmeteen
aanhangwagen
Alshetstopcontactvandeaanhangwageningej
bruikisofdeaanhangwagenmodusisgeactij
veerd,bijvoorbeeldalsereenaanhangwagenof
fietsendragerisaangekoppeld,vindtgeenstuurj ingreepplaats.Onderbrekingvandewaarschuwing
Dewaarschuwingwordtbijv.indevolgendesituj
atiesgeannuleerd:'xAutomatischnaenkeleseconden.'xBijterugkeernaardeeigenrijbaan.'xBijkrachtigremmen.'xBijrichtingaangeven.'xDedynamischestabiliteitsregelingDSCrej gelt.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj geren.Erbestaatkansopeenongevalofschade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 41.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtj bare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkerijbaanbegrenzingen,zoalsbijvoorbeeld bijwegwerkzaamheden.'xBijrijstrookbegrenzingendiedoorsneeuw,ijs,vuilofwaterzijnbedekt.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xBijrijstrookbegrenzingendienietwitzijn.'xBijrijstrookbegrenzingendiedoorobjectenzijnbedekt.Seite226BEDIENINGVeiligheid226
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 227 of 480

'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijjden.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordtereventueel
eenCheck-Control-meldingweergegeven.
Rijstrookwisselmelding
Principe Derijstrookwisselmeldingherkentvoertuigenin
dedodehoekofwanneervoertuigenopde naastgelegenrijstrookvanachterennaderen.
Hetlampjeindebuitenspiegelwaarschuwtde
bestuurderinverschillendestappen.
Algemeen
Radarsensorenbewakenvanafeenminimumj
snelheidhetgebiedachterennaasthetvoertuig.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Hetsysteemlaatzienwanneerzichvoertuigenin dedodehoekbevinden,pijl1,ofopdenaastgej
legenrijstrookvanachterennaderen,pijl2.
Hetlampjeindebuitenspiegelgaatgedimd
branden.
Bijveranderenvanrijbaanmetingeschakelde
richtingaanwijzerwaarschuwthetsysteeminde
eerdergenoemdesituaties.
Hetlampjeindebuitenspiegelknippertenhet
stuurwieltrilt.
Autometwaarschuwingssysteemvoorzijdej
lingseaanrijdingen:bijsnelhedentot210km/h
kanhetsysteemmeteenkorteactievestuurbej
wegingingrijpenenzohelpenomdeautoterug
opderijstrooktebrengen.Destuuringreep
wordtpasvanafeenminimalesnelheiduitgej
voerd.Dezeminimalesnelheidwordtophet
ControlDisplayinhetmenuvoorstuuringrepen
weergegeven.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Seite227VeiligheidBEDIENING227
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 228 of 480

OverzichtToetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 41.
In-/uitschakelen
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivijdueleinstellingenwordengeactiveerdenopgejslagen.Zodrainhetmenueeninstellingwordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhetmenu
geactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctieswordenbasisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Handmatiguitschakelen Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Inhaalwaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.Seite228BEDIENINGVeiligheid228
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 229 of 480

DeinstellingwordtvooralleIntelligentSafety-
systemenovergenomen.
Auto'smetwaarschuwingvooreen
aanrijdingvanopzij:stuuringreepin-
ofuitschakelen
Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj denin-enuitgeschakeld.1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Inhaalwaarschuwing6.Stuuringreep
Waarschuwingsfunctie
Lampjeinbuitenspiegel
Voorwaarschuwing Hetgedimdelampjeindebuitenspiegelgeeft
aandatzichvoertuigenindedodehoekbevinj denofvanachterennaderen.
Acutewaarschuwing
Alsderichtingaanwijzerwordtingeschakeldterj wijlerzicheenautoinhetkritiekegebiedbej
vindt,gaathetstuurwielkorttrillenenbeginthet lampjeindebuitenspiegelfelteknipperen.
Dewaarschuwingwordtbeëindigdwanneerdeandereautohetkritiekegebiedheeftverlatenof
wanneerderichtingaanwijzerwerduitgeschaj
keld.
Auto'smetwaarschuwingvooreen
aanrijdingvanopzij
Alsbijsnelhedentot210km/hnietwordtgereajgeerdopdetrillingeninhetstuurwielendeautoderijstrookverlaat,grijpthetsysteemevt.indooreenkorteactievestuurbeweging.Destuurinj
greephelptdeautonaarderijbaanterugte
brengen.Destuuringreepisinhetstuurwielvoelj
baarenkanopelkmomenthandmatigoverj
stuurdworden.
Opflitsenvanhetlampje
Hetopflitsenvanhetlampjebijhetontgrendelen
vandeautodientvoordezelftestvanhetsysj
teem.
Grenzenvanhetsysteem Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Bovenstesnelheidsgrens
Bijsnelhedenbovencirca250km/hwordthetsysteemtijdelijkgedeactiveerd.
Bijsnelhedenonderongeveer250km/hreageert
hetsysteemweerzoalsingesteld.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
Seite229VeiligheidBEDIENING229
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 230 of 480

'xRadarsensoren,ziepagina43.'xBijvoertuigenmetzijdelingsebotsingwaarj
schuwing:camerass,ziepagina 41.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xDesnelheidvanhetnaderendevoertuigis veelhogerdandeeigensnelheid.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xDebumperisvervuild,metijsbedektofafgejdekt,bijv.doorstickers.
Bijauto'smetwaarschuwingvooreenaanrijdingvanopzijkandestuuringreepbijvoorbeeldinde
volgendesituatiesbeperktzijn:
'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtj bare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkerijbaanbegrenzingen,zoalsbijvoorbeeld bijwegwerkzaamheden.'xBijrijstrookbegrenzingendiedoorsneeuw,ijs,vuilofwaterzijnbedekt.'xBijrijstrookbegrenzingendienietwitzijn.'xBijrijstrookbegrenzingendiedoorobjectenzijnbedekt.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijjden.'xBijbelemmeringvandecamera.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordteenCheck- Control-meldingweergegeven.
Alsdecontactdoosvooraanhangwagensingej
bruikisofdeaanhangwagenmodusingeschaj
keldis,bijvoorbeeldbijhetrijdenmeteenaanj
hangwagenoffietsendrager,kanhetsysteem
nietwordeningeschakeld.ErwordteenCheck-
Control-meldingweergegeven.
Weergavenvandewaarschuwingen
Afhankelijkvandegeselecteerdeinstellingvoor
dewaarschuwingen,bijvoorbeeldhetmoment vanwaarschuwing,kunnenmeerofminderwaarj
schuwingenwordenweergegeven.Ditkanook
eentoenamevanhetaantalvroegtijdigewaarj
schuwingenvoorkritischesituatiesbetekenen.
Waarschuwingvooreen
aanrijdingvanopzij
Principe DeSideCollisionWarninghelptomaanstaandezijdelingsebotsingentevermijden.
Algemeen
Radarsensorenbewakenvanafeenminimale snelheidtotca.210km/hhetgebiednaasthet
voertuig.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Eenfrontcamerabepaaltdepositievanderijj
baanbegrenzingen.
Alsnaastdeautobijv.eenandereautowordt
herkendwaarmeeeenaanrijdingvanopzijdreigt,
helpthetsysteemomeenaanrijdingtevoorkoj
men.Daarvoorwaarschuwthetsysteemdoor
eenknipperendeLEDindebuitenspiegeleneen trillendstuur.Evt.grijpthetsysteeminmeteen
actievestuurbeweging.
Seite230BEDIENINGVeiligheid230
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 480 next >