BMW 7 SERIES 2022 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 381 of 480

OverzichtLocatie
Debandenreparatiesetisinhetlinkseopbergvakvandebagageruimteondergebracht.
Flesmetbandenafdichtmiddel
'xFlesmetbandenafdichtmiddel,pijl1.'xVulslang,pijl2.
Houdbaarheidsdatumopflesmetbandenafj dichtmiddelcontroleren.
Compressor1Ontgrendelingflesmetbandenafdichtmiddel2Bevestigingflesmetbandenafdichtmiddel3Bandenspanningsweergave4Toetsbandenspanningverlagen5Aan/uit-schakelaar6Compressor7Stekker/bedradingvoorcontactdoos8Verbindingsslang
Veiligheidsmaatregelen
'xAutozovermogelijkuitdebuurtvandeverj keersstroomenopeenvasteondergrond
parkeren.'xAlarmlichtinstallatieinschakelen.'xAutobeveiligentegenwegrollen,daarvoorde parkeerremvastzetten.'xStuurvergrendelinglatenvastklikkeninrechtjuitstandvandewielen.'xAlleinzittendenlatenuitstappenenbuiten
hetgevarengebiedbrengen,bijvoorbeeld
achterdevangrails.'xEventueelgevarendriehoekopdejuisteafj
standneerzetten.Seite381WielenenbandenMOBILITEIT381
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 382 of 480

Afdichtmiddelindeband
brengen
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Bijeengeblokkeerdeuitlaatpijpofonvoldoende ventilatiekunnenuitlaatgassenindeautobinjnendringen,dieschadelijkvoordegezondheid
zijn.Deuitlaatgassenbevattenkleur-enreukj
lozeschadelijkestoffen.Ingeslotenruimten
kunnendeuitlaatgassenzichookbuitende
autoophopen.Erbestaatlevensgevaar.Deuitj
laatpijpvrijhoudenenvoorvoldoendeventilatie
zorgen.
OPMERKING
Alsdecompressortelanginwerkingiskan
dezeoververhitraken.Erbestaatgevaarvoor
schade.Compressornietlangerdan10minuj
tenlatendraaien.
Vullen
1.Flesmetbandenafdichtmiddelschudden.2.Vulslangvollediguitopbergruimtevandefles
metbandenafdichtmiddeltrekken.Slangniet buigen.3.Flesmetbandenafdichtmiddelhoorbaar
vastklikkenindebevestigingvandebehuij
zingvandecompressor.4.Vulslangvandeflesmetbandenafdichtmidj
delophetbandventielvanhetdefectewiel schroeven.Seite382MOBILITEITWielenenbanden382
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 383 of 480

5.Bijeenuitgeschakeldecompressordestekjkerindecontactdoosinhetinterieurvande
autoaanbrengen.6.Bijingeschakeldegereedheidofrijden-stand- bydecompressorinschakelen.
Compressormaximaal10minutenaanlaten
staanomdelekkagemetafdichtmiddeltevullen
eneenbandenspanningvancirca2,0barteverj
krijgen.
Bijhetaanbrengenvanhetafdichtmiddelkande bandenspanningtijdelijkoplopentotcirca5bar. Compressorindezefasenietuitschakelen.
Bandenspanningcontrolerenen
corrigeren
Controleren
1.Compressoruitschakelen.2.Bandenspanningopdebandenspanningsinj dicatieaflezen.
Omdoortekunnenrijdenmoeterminstenseen
bandenspanningvan2barbereiktzijn.
Flesmetbandenafdichtmiddel
afnemenenopbergen1.Vulslangvandeflesmetbandenafdichtmidj
delvanhetbandenventielafschroeven.2.Opderodeontgrendelingdrukken.3.Flesmetbandenafdichtmiddelvandecomj
pressorverwijderen.4.Legeflesmetbandenafdichtmiddelinpakken enopbergenomvervuilingvandebagagejruimtetevermijden.
Minimalebandenspanningwordt
nietbereikt
1.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.2.10mvoor-enachteruitrijdenomhetafdichtj
middelindebandteverdelen.3.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.4.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvan deautoaanbrengen.5.Bijeeningeschakeldegereedheidofrijden-stand-bydecompressorinschakelenenmaximum10minutenlatendraaien.Seite383WielenenbandenMOBILITEIT383
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 384 of 480

Alsdebandenspanningvanminstens2bar
nietwordtbereikt,contactopnemenmeteen
servicepartnervandefabrikantofeenandere gekwalificeerdeservicepartnerofvakwerkj
plaats.
Alsdebandenspanningvanminimum2bar
wordtbereikt,zieMinimalebandenspanning wordtbereikt.6.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.7.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.8.Bandenreparatiesetinhetvoertuigopbergen.
Minimalebandenspanningwordt
bereikt
1.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.2.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.3.Debandenreparatiesetinhetvoertuigopberjgen.4.Directcirca10kmrijden,zodathetafdichtjmiddelzichgelijkmatigindebandenverdeelt.
Snelheidvan80km/hnietoverschrijden. Indienmogelijknietlangzamerrijdendan
20km/h.
Corrigeren
1.Opeengeschikteplaatsstoppen.2.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.3.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvan deautoaanbrengen.4.Debandenspanningtotminstens2,0barcorj
rigeren:'xBandenspanningverhogen:bijeeningej
schakeldegereedheidofrijden-stand-by decompressorinschakelenenmaximum
10minutenlatendraaien.'xBandenspanningverlagen:toetsopde
compressorindrukken.5.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.6.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.7.Debandenreparatiesetinhetvoertuigopberjgen.
Ritvoortzetten
Toegestanemaximumsnelheidvan80km/hniet overschrijden.
BandenpechwaarschuwingRPAopnieuwinitialij
seren.
Resetvandebandenspanningscontroleuitvoej
ren.
Dedefectebandendeflesmetbandenafdichtj
middelvandebandenreparatiesetzosnelmogej
lijklatenvervangen.
Meerinformatie:
'xBandenpechwaarschuwingRPA,ziepaj
gina 393.'xBandenspanningscontrole,ziepagina 386.Seite384MOBILITEITWielenenbanden384
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 385 of 480

Sneeuwkettingen
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Doordemontagevansneeuwkettingenop
bandendienietdaarvoorgeschiktzijnkunnen
desneeuwkettingenmetdelenvandeautoin
contactkomen.Erbestaatkansopeenongeval
ofschade.Desneeuwkettingenalleenopbanj
denmonteren,diedoordefabrikantzijningej
deeldalsgeschiktvoorhetgebruikvansneej
uwkettingen.
WAARSCHUWING
Onvoldoendeaangespannensneeuwkettingen
kunnenbandenenvoertuigonderdelenbeschaj
digen.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Controleerofdesneeuwkettingenalj
tijdvoldoendeaangespannenzijn.Zonodigde
sneeuwkettingennaspannenovereenkomstig
deopgavenvandefabrikant.
Sneeuwkettingenmetfijne
schakels
Defabrikantvanhetvoertuigraadthetgebruik
vansneeuwkettingenmetfijneschakelsaan.Bej
paaldesneeuwkettingenmetfijneschakelszijn
doordefabrikantvandeautogetestenalsverj
keersveiligengeschiktaangemerkt.
Informatieovergeschiktesneeuwkettingenisbij
eenservicepartnervandefabrikantofeenanj
deregekwalificeerdeservicepartnerofvakwerkj
plaatsverkrijgbaar.
Gebruik Hetgebruikisuitsluitendpaarsgewijstoegestaan
opdeachterwielenvoordevolgendewielmaten:
'x225/60R17.'x245/50R18.'x245/45R19.
Degegevensvandewielmaatendeinpersj dieptebevindtzichaandebinnenzijdevanhet
wiel.
Erkunnenookwiel-/bandenmatenwordenaanj gegevendiealleenvoorbepaaldemodellenvan
toepassingzijn.
Informatieoverdevoorhetvoertuigtoegelaten
velgenenbandenkanbijeenservicepartnervan
defabrikantofeenanderegekwalificeerdeservij
cepartnerofeenvakwerkplaatswordenopgej
vraagd.
Aanwijzingenvandesneeuwkettingfabrikantin
achtnemen.
Metsneeuwkettingendebandenpechwaarschuj
wingRPAnietinitialiseren,omdatdittotonjuiste
weergavenkanleiden.
Metsneeuwkettingengeenresetvandebanj
denspanningscontroleuitvoeren,omdatdittot onjuisteweergavenkanleiden.
Bijhetrijdenmetsneeuwkettingeneventueelde
DynamicTractionControlDTCvoorkortetijdacj
tiveren,omdetractieteverbeteren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Metsneeuwkettingennietharderrijdendan
50km/h.
Achterwielbesturingbijhet
rijdenmetsneeuwkettingen
Algemeen
Omdestuurhoekvandewielenbijhetrijdenmet
sneeuwkettingentewaarborgenkanbijgemonj
teerdesneeuwkettingendeachterwielbesturing
vanIntegralActiveSteeringwordenuitgeschaj
keld.
Seite385WielenenbandenMOBILITEIT385
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 386 of 480

Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bijingeschakeldeachterwielbesturingengej
monteerdesneeuwkettingenkunnendesneej
uwkettingencontactmakenmetdecarrosserie.
Erbestaatkansopeenongevalofschade.Bij
gemonteerdesneeuwkettingendeachterwielj
besturinguitschakelen.
Achterwielbesturinguitschakelen
Doordeinstellingdatsneeuwkettingenzijngej monteerdwordtdeachterwielbesturinguitgej
schakeld.
1.CAR2.Instellingen3.Algemeneinstellingen4.Sneeuwkettingen5.Sneeuwkettingenaangebracht
Vanafeentoegestanemaximalesnelheidmet sneeuwkettingenvan50km/hwordtdeachterjwielbesturingweerautomatischingeschakeld.
Bandenspanningscontrole
Principe Debandenspanningscontrolebewaaktdebanj
denspanningenwaarschuwtwanneerdebanj denspanningisgedaald.
Algemeen
Sensorenindeventielenvandebandenmeten despanningentemperatuurvandebanden.
Afhankelijkvandegedetecteerdeofingevoerde bandengeefthetsysteemophetControlDisplaydegewenstespanningswaardenaanenvergelijkt
dezemetdehuidigebandenspanningswaarden.
Bijbandendienietopdebandenspanningswaarjdenopdeautotevindenzijn,bijvoorbeeldbanj
denmeteenspecialevergunning,moethetsysj
teemactiefwordengereset.Hierdoorwordtde
actuelebandenspanningalsgewenstespanning overgenomen.
Voordebedieningvanhetsysteemookdeinforj
matieenopmerkingeninhethoofdstukBandenj
spanninginachtnemen.
Meerinformatie:
Bandenspanning,ziepagina 374.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Deweergavevandegewenstespanningverj vangtnietdebandenspanningswaardenopde
auto.Verkeerdegegevensindebandeninstelj
lingenleidentotverkeerdegewenstebandenj
spanningen.Erkandangeenbetrouwbaremelj
dingvaneenspanningsverliesworden
gegarandeerd.Erbestaatkansopletselof
schade.Eroplettendatdegroottenvandegej monteerdebandencorrectwordenweergegejvenenovereenstemmenmetdegegevensop
debandenendebandgegevens.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voorhetsysteemmoetaandevolgendevoorj
waardenzijnvoldaan,anderskanergeenbej trouwbaremeldingvaneenspanningsverlieswordengegarandeerd:
'xNaelkevervangingvaneenbandofwielzijn
decorrectegegevensvandegemonteerde
bandenindebandeninstellingeningevoerd.'xDebandenspanningscontroleispasnameerj dereminutenrijdenactief:'xNahetverwisselenvaneenbandofwiel.'xNaeenreset,bijbandenmetspecialeverjgunning.'xNawijzigingvandebandeninstelling.'xBijbandenmetspecialetoelating:Seite386MOBILITEITWielenenbanden386
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 387 of 480

'xNahetverwisselenvaneenbandofwieliserbijcorrectebandenspanningeenreset
uitgevoerd.'xNaeenaanpassingvandebandenspanj
ningopeennieuwewaardeisereenreset
uitgevoerd.'xWielenmetelektronica.
Bandeninstellingen
Algemeen
Debandenmatenvandegemonteerdebanden
kunnenopdebandenspanningswaardenopde
autoofdirectopdebandenwordenafgelezen.
Degegevensvandebandenhoevennietopj
nieuwtewordeningevoerdalsdebandenspanj
ningwordtgecorrigeerd.
Voordezomer-enwinterbandenzijnsteedsde
alslaatsteingevoerdegegevensvandebanden opgeslagen.Hierdoorkunnennahetverwisselenvanbandenofwielendeinstellingenvandeals
laatstgebruiktebandensetswordengeselecj teerd.
Instellingenuitvoeren
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.4.Bandeninstellingen5.Bandenselectie6.Handmatig7.Bandensoort8.Bandtypeselecterendatopdeachterasis
gemonteerd.
Bijbandenmetspecialetoelating:
Anderebanden
Verderewerkwijzeinhethoofdstuk'Reset
uitvoeren'inachtnemen.9.Beladingstoestandvandeautoselecterenals ereenbandenmaatisgeselecteerd.10.BandeninstellingenopslaanDemetingvandeactuelebandenspanningwordt
gestart.Devoortgangvandemetingwordtgej toond.
Statusweergave Actuelestatus
DestatusvanhetsysteemkanophetControl Displaywordenweergegeven,bijv.ofhetsysj
teemactiefis.1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.
Deactuelestatuswordtweergegeven.
Actuelebandenspanning
Deactuelebandenspanningwordtvoorelke
bandweergegeven.
Deactuelebandenspanningenkunnendoorhet
rijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Huidigebandentemperatuur Afhankelijkvanhetmodelwordendehuidige
bandentemperaturenweergegeven.
Dehuidigebandentemperaturenkunnendoor
hetrijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Gewenstespanning
Degewenstespanningvoordebandenaande voor-enachteraswordtweergegeven.
Bijdevermeldegewenstespanningzijntempej ratuurinvloedendoorhetrijdenofdebuitentemjperatuurmeegerekend.Onafhankelijkvandeweersomstandigheden,bandtemperaturenenrijj
tijdenwordtaltijddepassendegewenstespanj ningweergegeven.
Degewenstespanningkanveranderenenvan debandenspanningswaardenopdeportierstijlvanhetbestuurdersportierafwijken.Debandenj
spanningkanzonaardewaardevandeweergej
gevengewenstespanningenwordengecorrij
geerd.
Seite387WielenenbandenMOBILITEIT387
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 388 of 480

Degewenstespanningwordtdirectaangepast
alsindebandeninstellingendebeladingstoej
standwordtgewijzigd.
Toestandvandeband Algemeen
OphetControlDisplaywordtdestatusvande bandenenhetsysteemweergegevendoorde
kleurvandewieleneneentekst.
Aanwezigemeldingenwordenevt.nietgewistals
bijdecorrectievandebandenspanningdegej
wenstespanningnietwordtbereikt.
Allewielengroen'xHetsysteemisactiefengebruiktvoorde waarschuwingdegewenstespanningen.'xBijbandenmetspecialetoelating:hetsysjteemisactiefengebruiktvoordewaarschuj
wingdelaatstebandenspanningdieisopgej slagenbijdereset.
Eentotvierwielengeel
Erissprakevaneenlekkebandofeenaanzienlijk
spanningsverliesindeaangegevenbanden.
Wielengrijs Bandenspanningsverlieskanmogelijknietherj
kendworden.
Mogelijkeoorzaken:
'xStoring.'xTijdensdebandenspanningsmeting,nabej vestigingvandebandeninstellingen.'xBijbandenmetspecialetoelatingwordteenresetvanhetsysteemuitgevoerd.
Bijbandenmeteenspeciale
ontheffing:resetuitvoeren
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.4.Garanderendatdecorrectebandeninstellinj
genwerdengeconfigureerd.
Bandeninstellingen,ziepagina 387.5.Rijden-stand-byinschakelenennietwegrijj
den.6.Bandenspanningresetten:Resetuitvoeren.7.Wegrijden.
Dewielenwordeninhetgrijsweergegevenen hetvolgendewordtgetoond:Bandenspanning wordtteruggezet

Page 389 of 480

denmetnoodloopeigenschappenenverderrijjdenmetdezebandeninachtnemen.
Wanneercontrolevande
bandenspanningvereistis
Melding
EensymboolmeteenCheck-Control-melding verschijntophetControlDisplay.Symj
boolMogelijkeoorzakenDevullingwerdnietvolgensde
voorschriftenuitgevoerd,bijv.bijonj voldoendeingebrachteluchtofnaj
tuurlijk,gelijkmatigbandenspanj
ningsverlies.
Maatregel
Bandenspanningregelmatigcontrolerenenzo
nodigcorrigeren.
Bijtelagebandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen
Check-Control-meldingophetControlDisplay.
SymboolMogelijkeoorzakenEriseenbandenspanningsverlies
geconstateerd.
Maatregel
1.Desnelheidreduceren.Snelheidvan 130km/hnietmeeroverschrijden.2.Bijdeeerstvolgendegelegenheid,bijv.opeentankstation,debandenspanninginalle
vierdebandencontrolerenenevt.corrigeren.Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmetdebej treffendebandineenCheck-Control-meldingophetControlDisplay.SymboolMogelijkeoorzakenEriseenlekkebandofeenband
meteenaanzienlijkspanningsverj
liesaanwezig.
Maatregel
1.Snelheidverminderenenvoorzichtigstopj pen.Heftigerem-enstuurbewegingenverj
mijden.2.Controleerofdeautometnormalebandenof
bandenmetnoodloopeigenschappenisuitj
gerust.
Bandenmetnoodloopeigenschappenzijnop
dezijwandgekenmerktmeteenrondsymj boolmetdelettersRSC.
Bandenmetnoodloopeigenschappen,ziepaj gina 379.3.Aanwijzingvoordehandelwijzebijbandenj
pechinachtnemen.
Handelwijzebijbandenpech,ziepagina 391.
Meldingen:bijbandenmeteen
specialeontheffing
Algemeen
Bijmeldingvaneenlagebandenspanningwordt
eventueeldedynamischestabiliteitsregeling DSCingeschakeld.
Seite389WielenenbandenMOBILITEIT389
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page 390 of 480

Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Eenbeschadigdenormalebandmeteengej
ringebandenspanningofspanningsverlies heefteennegatieveinvloedopderijeigenj
schappen,bijvoorbeeldhetstuur-enremgej
drag.Bandenmetnoodloopeigenschappen kunnennogeenbepaaldestabiliteitinstandj
houden.Erbestaatgevaarvoorongevallen.
Nietdoorrijdenalsdeautoisvoorzienvannorj malebanden.Deaanwijzingenm.b.t.debanj
denmetnoodloopeigenschappenenverderrijj
denmetdezebandeninachtnemen.
Wanneercontrolevande
bandenspanningvereistis
Melding
EensymboolmeteenCheck-Control-melding verschijntophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenDevullingisnietvolgensvoorschrifj
tenuitgevoerd,bijv.bijonvoldoende
ingebrachtelucht.
Hetsysteemheeftdevervangingvan
eenwielherkend,maarerisgeenrej setuitgevoerd.
Debandenspanningistenopzichte vandelaatsteresetgedaald.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj genbijdereset.
Maatregel
1.Bandenspanningregelmatigcontrolerenenzonodigcorrigeren.2.Eenresetvanhetsysteemuitvoeren.Bijtelagebandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen Check-Control-meldingophetControlDisplay.Symj
boolMogelijkeoorzakenEriseenbandenspanningsverlies
geconstateerd.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj
genbijdereset.
Maatregel
1.Desnelheidreduceren.Snelheidvan 130km/hnietmeeroverschrijden.2.Bijdeeerstvolgendegelegenheid,bijv.opeentankstation,debandenspanninginalle
vierdebandencontrolerenenevt.corrigeren.3.Eenresetvanhetsysteemuitvoeren.
Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmetdebej treffendebandineenCheck-Control-meldingophetControlDisplay.
Seite390MOBILITEITWielenenbanden390
OnlineEditionforPartno.01405A484E1-X/21

Page:   < prev 1-10 ... 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 421-430 ... 480 next >