BMW 7 SERIES 2022 Manuales de Empleo (in Spanish)

Page 211 of 432

wordt,bijhetbedienenvanderem,demaximaleremkrachttoegepast.Voorwaardevoordeonjdersteuningvanderembekrachtigingishetvolj
doendesnelenkrachtigintrappenvanhetremj
pedaal.
Daarnaastkanhetsysteembijbotsingsgevaar
ondersteuningbiedendooreenremingreep.
Deautokanbijlagesnelheidafgeremdworden
totstilstand.
Deremingreepkandoorhetintrappenvanhet
rijpedaalofdooreenactievestuurbewegingworj denafgebroken.
Hetherkennenvanobjectenkanbeperktzijn.
Houdrekeningmetdegrenzenvanhetdetectiej
gebiedendefunctionelebeperkingen.
Grenzenvanhetsysteem Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Bovenstesnelheidsgrens
Hetsysteemreageertopvoetgangersenfietsersalsdeeigensnelheidonder80km/hligt.
Detectiegebied Hetdetectievermogenvanhetsysteemisbej
perkt.
Daaromkanhetgebeurendaternietoftelaat
wordtgewaarschuwd.
Hetvolgendewordtbijvoorbeeldmogelijkerwijs nietherkend:
'xDeelsniet-zichtbarevoetgangers.'xVoetgangersdiewegensdegezichtshoekof
contournietalszodanigherkendworden.'xVoetgangersbuitenhetdetectiegebied.'xVoetgangerskleinerdancirca80cm.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 45.'xRadarsensoren,ziepagina 47.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktofnietbeschikbaarzijn:
'xBijdeactiveringvanderijstabiliteitsregelsysj temen,bijvoorbeeldDSCOFF.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
NightVisionmet
herkenningvanpersonenendieren
Principe
NightVisionmetherkenningvanpersonenen
diereniseennachtzichtsysteem.
Eeninfraroodcameradetecteerthetgebiedvoor deautoenwaarschuwtvoorpersonenendierenopdestraat.
Algemeen
Warmeobjectenmeteenmenselijkeofdierlijke vormwordendoorhetsysteemherkend.Het
warmtebeeldkanindiennodigophetControl
Displaywordenweergegeven.
Afhankelijkvandeuitvoeringwordendegeregij
streerdeobjectenvooreenbetereherkenning metdedynamischemarkeringsverlichtingverjlicht.
Seite211VeiligheidBEDIENING211
OnlineEditionforPartno.01405A38D37-VI/21

Page 212 of 432

Warmtebeeld
Dewarmteuitstralingvanobjecteninhetgejzichtsveldvandecamerawordtweergegeven.
Warmeobjectenwordenlichtweergevenen koudeobjectendonker.
Deherkenbaarheidhangtafvanhettemperaj
tuurverschilmetdeachtergrondenvande
warmtediehetobjectuitstraalt.Objectenmet
geringtemperatuurverschiltenaanzienvande
omgevingofmetgeringewarmteuitstralingzijn
beperktherkenbaar.
Omveiligheidsredenenwordthetbeeldvanaf circa5km/hengeringehelderheidvandeomgej
vingalleenbijingeschakelddimlichtweergegej
ven.
Metbepaaldeintervallenwordtgedurendeeen fractievaneensecondeeenstilstaandbeeldweergegeven.
Herkenningvanpersonenendieren
Deobjectherkenningen-waarschuwingwerktalj
leeninhetdonker.
Objectenmeteenmenselijkevormenvolj
doendewarmteuitstralingwordenherkend.
Daarnaastherkenthetsysteemookdierenvanaf
eenbepaaldegrootte,bijvoorbeeldreeën.
WeergaveophetControlDisplaybijingeschajkeldwarmtebeeld:'xDoorhetsysteemherkendepersonen:inheljdergeel.'xDoorhetsysteemherkendedieren:indonjkergeel.
Reikwijdtevandeobjectherkenningbijgoedeomgevingsomstandigheden:
'xPersoonsherkenning:totcirca100m.'xHerkenningvangroteredieren:totcirca
150m.'xHerkenningvanmiddelgrotedieren:totcirca 70m.
Invloedenvanhetmilieukunnendebeschikbaarj
heidvandeobjectherkenningbeperken.
Wanneerdevoertuigsystemenherkennendatde
autozichineenbebouwdekombevindt,wordt
deherkenningvandierentijdelijkuitgeschakeld.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
Seite212BEDIENINGVeiligheid212
OnlineEditionforPartno.01405A38D37-VI/21

Page 213 of 432

aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenindebetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht Toetsenindeauto
IntelligentSafety
Warmtebeeld
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren
aangestuurd:
'xInfraroodcamera.
Bijlagebuitentemperaturenwordtdecameraauj
tomatischverwarmd.
Bijingeschakeldeautoverlichtingwordtbijhet
bedienenvanderuitensproeierinstallatiehetcaj meraobjectiefopgezettetijdenmeegereinigd.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
Inschakelen
Automatischinschakelen Hetsysteemwordtbijvertrekinhetdonkerautojmatischgeactiveerd.
WarmtebeeldinschakelenAanvullendopdewaarschuwingsfunctiekanop
hetControlDisplayhetwarmtebeeldvande NightVision-camerawordenweergegeven.Dezefunctieheeftgeeninvloedopdeobjectherkenj
ning.
Toetsindrukken.
HetbeeldvandecamerawordtophetControl
Displayweergegeven.
Warmtebeeldinstellen Bijingeschakeldwarmtebeeldkunnenhelderheid
encontrastingesteldworden.1.Helderheidofcontrastselecteren:'xHelderheid.'xContrast.2.Steldegewenstewaardein.
Waarschuwingsfunctie
Weergave
SymboolBetekenisPedestrianWarning.Dierwaarschuwing.Symboolbrandtrood.Voorwaarschuwing.Symboolknippertrood
enerklinkteensignaal.Acutewaarschuwing.Seite213VeiligheidBEDIENING213
OnlineEditionforPartno.01405A38D37-VI/21

Page 214 of 432

Hetweergegevensymboolkanvariërenengeeftdezijdevanhetwegdekaanwaardepersoonofhetdierisherkend.
Waarschuwingbijgevaarvoor
personenofdieren
Alsereenbotsingmeteenwaargenomenander
persoonofdierdreigt,wordtinhetinstrumenj tenpaneeleninhetHead-UpDisplayeenwaarjschuwingssymboolweergegeven.
Hoewelvormenwarmteuitstralingwordengeëj valueerd,kanloosalarmnietwordenuitgesloten.
Waarschuwingsbereikvoordeauto
HetwaarschuwingsbereikvoordePedestrian
Warningbestaatuittweedelen:
'xCentraalgebied,pijl1,directv

Page 215 of 432

Dynamischemarkeringsverlichting
Principe
DoorNightVisionwordendegeregistreerdeobj
jectenvooreenbetereherkenningmetdeDynaj micLightSpotsverlicht.
Algemeen
Naastdewaarschuwingwordenherkendeobjecjtenmetdedynamischemarkeringsverlichting
beschenen.
Dedynamischemarkeringsverlichtingisvanaf
circa20km/hbeschikbaar.
Hetobjectwordtzolangbeschenen,tothetzich nietmeerinhetwaarschuwingsgebiedbevindt.
Metdedynamischemarkeringsverlichtingbrandt hetcontrolelampjevoorgrootlicht.
Dedynamischemarkeringsverlichtingisbej
standdeelvandeLED-oflaservoorlichten.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'xAutomatischeverlichtingsregelingisactief.'xHetdimlichtofgrootlichtbrandt.'xGeenlichtbronnenofverlichteverkeersdeelj
nemersinhetwaarschuwingsgebied.
Activeren/deactiveren
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Dynamischmarkeringslicht
Tijdelijkuitschakelen
Tijdenshetbrandenvandedynamischemarkej
ringsverlichtinghetlichtsignaalbedienen.Dedyj namischemarkeringsverlichtingwordtvoordeactuelewaarschuwinguitgeschakeld.
LaneDepartureWarning
Principe
HetLaneDepartureWarning-systeemwaarj
schuwtwanneerdeautodreigtvandewegof rijstrookaftegeraken.
Algemeen Ditsysteemmetcamerawaarschuwtvanafeenminimumsnelheid.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Waarschuwingenwordenviatrillingeninhet stuurgegeven.Desterktevandestuurtrillingen kanwordeningesteld.
Hetsysteemwaarschuwtnietwanneervoorhet verlatenvanderijstrookdeovereenkomstige
richtingwordtaangegeven.
Afhankelijkvandeuitrusting:alsinhetsnelheidsj
bereiktot210km/heenrijbaanbegrenzingwordt
overschreden,grijpthetsysteemnaastdetrilling ookindooreenkorteactievestuuringreep.Het
systeemondersteuntdebestuurderomdeauto
binnenderijbaantehouden.
Seite215VeiligheidBEDIENING215
OnlineEditionforPartno.01405A38D37-VI/21

Page 216 of 432

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomhetwegverloopende
verkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaat gevaarvoorongevallen.Rijstijlaandeverkeersj
situatieaanpassen.Verkeerssituatieobserveren enindebetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Bijwaarschuwingenhetstuurwielnietonnodig
heftigbewegen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Derijbaanbegrenzingenmoetendoordecamera
wordenherkendopdathetLaneDepartureWarj ning-systeemwerkt.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen Automatischinschakelen DeLaneDepartureWarningwordtopnieuwaujtomatischgeactiveerdnahetvertrek,alsdefunctiebijbeëindigingvandelaatsteeinderitinjgeschakeldwas.
Afhankelijkvandelanduitvoeringishetsysteem naelkvertrekautomatischactief.Daarbijwordt
debasisinstellinggeactiveerd.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvandeuitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemenafzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivijdueleinstellingenwordengeactiveerdenopgejslagen.Zodrainhetmenueeninstellingwordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhetmenu
geactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden
basisinstellingengeactiveerd.
Seite216BEDIENINGVeiligheid216
OnlineEditionforPartno.01405A38D37-VI/21

Page 217 of 432

INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Handmatiguitschakelen Toetsingedrukthouden.AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xBeperkt:afhankelijkvandesituatieworj denbepaaldewaarschuwingenonderj
drukt,bijv.bijhetbewustrijdenoverrijlijj
neninbochtenofbijdynamische
inhaalbewegingenzonderrichtingaanwijj
zer.'xUit:ervindengeenwaarschuwingen
plaats.Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtvooralleIntelligentSafety-
systemenovergenomen.
Stuuringreepin-/uitschakelen Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj denin-enuitgeschakeld.
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuwing6.Stuuringreep
Afhankelijkvandelanduitvoeringisdestuurinjgreepnaelkvertrekautomatischactief.
Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Hetsymboolbrandtgroen:tenminste
aanéénkantvanhetvoertuigwerder
eenrijbaanbegrenzingherkendenwaarj
schuwenismogelijk.
Waarschuwingsfunctie
Bijhetverlatenvanderijbaan
Alsdeautoderijstrookverlaatenalsereenrijj baanbegrenzingwordtherkend,trilthetstuurafj
hankelijkvandeinstellingvandestuurtrilling.
Alsvoorhetveranderenvanrijbaanderichtingjaanwijzerindeovereenkomstigerichtingwordt
Seite217VeiligheidBEDIENING217
OnlineEditionforPartno.01405A38D37-VI/21

Page 218 of 432

ingeschakeld,wordtergeenwaarschuwinggej
geven.
Stuuringreep Afhankelijkvandeuitvoering:alsinhetsnelj
heidsbereiktot210km/heenrijbaanbegrenzing wordtoverschreden,dangrijpthetsysteemnaastdetrillingookindooreenkorteactievestuuringreep.Destuuringreephelptdeautobinjnenderijbaantehouden.Destuuringreepisin
hetstuurwielvoelbaarenkanopelkmoment handmatigoverstuurdworden.Bijeenactieve
stuuringreepknippertdeweergaveophetinstruj mentenpaneel.
Waarschuwingsgeluid
Afhankelijkvandeuitrusting:alshetsysteem
binnen3minutenmeermaalsactiefmoetingrijj
penindebesturingzonderdatdebestuurderhet
stuuroverneemt,klinktereenwaarschuwingsgej
luid.Bijde2estuuringreepklinktereenkort
waarschuwingsgeluid.Vanafde3eingreepklinkt
ereenlangerwaarschuwingsgeluid.
BovendienwordteenCheck-Control-melding
weergegeven.
WaarschuwingsgeluidenCheck-Control-melj
dinggebiedendebestuurderombeteropde rijstrookteletten.
Onderbrekingvandewaarschuwing
Dewaarschuwingwordtbijv.indevolgendesituj atiesgeannuleerd:'xAutomatischnaenkeleseconden.'xBijterugkeernaardeeigenrijbaan.'xBijkrachtigremmen.'xBijrichtingaangeven.'xDedynamischestabiliteitsregelingDSCrejgelt.Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj geren.Erbestaatkansopeenongevalofschade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 45.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtj bare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkerijbaanbegrenzingen,zoalsbijvoorbeeld bijwegwerkzaamheden.'xBijrijstrookbegrenzingendiedoorsneeuw,ijs,vuilofwaterzijnbedekt.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xBijrijstrookbegrenzingendienietwitzijn.'xBijrijstrookbegrenzingendiedoorobjectenzijnbedekt.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijjden.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordtereventueel
eenCheck-Control-meldingweergegeven.
Seite218BEDIENINGVeiligheid218
OnlineEditionforPartno.01405A38D37-VI/21

Page 219 of 432

Rijstrookwisselmelding
PrincipeDerijstrookwisselmeldingherkentvoertuigenin
dedodehoekofwanneervoertuigenopde naastgelegenrijstrookvanachterennaderen.
Hetlampjeindebuitenspiegelwaarschuwtde
bestuurderinverschillendestappen.
Algemeen
Radarsensorenbewakenvanafeenminimumj
snelheidhetgebiedachterennaasthetvoertuig.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Hetsysteemlaatzienwanneerzichvoertuigenin dedodehoekbevinden,pijl1,ofopdenaastgej
legenrijstrookvanachterennaderen,pijl2.
Hetlampjeindebuitenspiegelgaatgedimd
branden.
Bijveranderenvanrijbaanmetingeschakelde
richtingaanwijzerwaarschuwthetsysteeminde
eerdergenoemdesituaties.
Hetlampjeindebuitenspiegelknippertenhet
stuurwieltrilt.
Autometwaarschuwingssysteemvoorzijdej
lingseaanrijdingen:bijsnelhedentot210km/h
kanhetsysteemmeteenkorteactievestuurbej
wegingingrijpenenzohelpenomdeautoterug
opderijstrooktebrengen.Destuuringreep
wordtpasvanafeenminimalesnelheiduitgej
voerd.Dezeminimalesnelheidwordtophet
ControlDisplayinhetmenuvoorstuuringrepen
weergegeven.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Seite219VeiligheidBEDIENING219
OnlineEditionforPartno.01405A38D37-VI/21

Page 220 of 432

Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren
aangestuurd:'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Dewaarschuwingrijbaanwisselenwordtopjnieuwautomatischgeactiveerdnahetvertrek,
alsdefunctiebijbeëindigenvandelaatsteritinj geschakeldwas.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemenafzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej slagen.Zodrainhetmenueeninstellingwordt
gewijzigd,wordenalleinstellingenvanhetmenu
geactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden
basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Handmatiguitschakelen
Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Inhaalwaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtvooralleIntelligentSafety-
systemenovergenomen.
Seite220BEDIENINGVeiligheid220
OnlineEditionforPartno.01405A38D37-VI/21

Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 440 next >