BMW 8 SERIES GRAN COUPE 2020 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 341 of 418

'xAutobeveiligentegenwegrollen,daarvoordeparkeerremvastzetten.'xStuurwielvergrendelinglatenvastklikkenin
rechtuitstandvandewielen.'xAlleinzittendenlatenuitstappenenbuiten
hetgevarengebiedbrengen,bijvoorbeeld
achterdevangrails.'xEventueelgevarendriehoekopdejuisteafj
standneerzetten.
Afdichtmiddelindeband
brengen
Veiligheidsvoorschriften
GEVAAR
Bijeengeblokkeerdeuitlaatpijpofonvoldoende ventilatiekunnenuitlaatgassenindeautobinj nendringen,dieschadelijkvoordegezondheidzijn.Deuitlaatgassenbevattenkleur-enreukjlozeschadelijkestoffen.Ingeslotenruimten
kunnendeuitlaatgassenzichookbuitende
autoophopen.Erbestaatlevensgevaar.Deuitj
laatpijpvrijhoudenenvoorvoldoendeventilatie zorgen.
OPMERKING
Alsdecompressortelanginwerkingiskan
dezeoververhitraken.Erbestaatgevaarvoor
schade.Compressornietlangerdan10minuj
tenlatendraaien.
Vullen1.Afdichtmiddelverpakkingschudden.2.Vulslangvollediguitopbergruimtevandeafj dichtmiddelhoudertrekken.Slangnietbuij
gen.3.Afdichtmiddelhouderhoorbaarvastklikkenin
debevestigingvandebehuizingvandecomj pressor.Seite341WielenenbandenMOBILITEIT341
OnlineEditionforPartno.01402884309-X/19

Page 342 of 418

4.Vulslangvanafdichtmiddelhouderophet
bandventielvanhetdefectewielschroeven.5.Bijeenuitgeschakeldecompressordestekj kerindecontactdoosinhetinterieurvande
autoaanbrengen.6.Bijingeschakeldegereedheidofdraaiende
motordecompressorinschakelen.
Compressormaximaal10minutenaanlaten
staanomdelekkagemetafdichtmiddeltevullen
eneenbandenspanningvancirca2,0barteverj
krijgen.
Bijhetaanbrengenvanhetafdichtmiddelkande bandenspanningtijdelijkoplopentotcirca5bar. Compressorindezefasenietuitschakelen.
Bandenspanningcontrolerenen
corrigeren
Controleren1.Compressoruitschakelen.2.Bandenspanningopdebandenspanningsinj dicatieaflezen.
Omdoortekunnenrijdenmoeterminstenseen
bandenspanningvan2barbereiktzijn.
Afdichtmiddelhouderafnemenen
opbergen
1.Vulslangvanafdichtmiddelhoudervanhet
bandenventielafschroeven.2.Opderodeontgrendelingdrukken.3.Bandenafdichtmiddelflesvandecompressor
verwijderen.4.Legeafdichtmiddelhouderinpakkenenopj bergenomvervuilingvandebagageruimtete
vermijden.
Minimalebandenspanningwordt
nietbereikt
1.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.2.10mvoor-enachteruitrijdenomhetafdichtj
middelindebandteverdelen.3.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.Seite342MOBILITEITWielenenbanden342
OnlineEditionforPartno.01402884309-X/19

Page 343 of 418

4.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvandeautoaanbrengen.5.Bijingeschakeldegereedheidofdraaiende
motordecompressorinschakelen.
Alsdebandenspanningvanminstens2bar
nietwordtbereikt,contactopnemenmeteen
servicepartnervandefabrikantofeenandere gekwalificeerdeservicepartnerofvakwerkj
plaats.
Alsdebandenspanningvanminimum2bar
wordtbereikt,zieMinimalebandenspanning wordtbereikt.6.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.7.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.8.MobilitySystemindeautoopbergen.
Minimalebandenspanningwordt
bereikt
1.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.2.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.3.MobilitySystemindeautoopbergen.4.Directcirca10kmrijden,zodathetafdichtjmiddelzichgelijkmatigindebandenverdeelt.
Snelheidvan80km/hnietmeeroverschrijj
den.
Indienmogelijknietlangzamerrijdendan
20km/h.Corrigeren1.Opeengeschikteplaatsstoppen.2.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.3.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvan deautoaanbrengen.4.Debandenspanningtotminstens2,0barcorj
rigeren:'xBandenspanningverhogen:bijingeschaj
keldegereedheidofdraaiendemotorde
compressorinschakelen.'xBandenspanningverlagen:knopopde compressorindrukken.5.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.6.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.7.MobilitySystemindeautoopbergen.
Ritvoortzetten
Toegestanemaximumsnelheidvan80km/hniet overschrijden.
BandenpechwaarschuwingRPA,ziepagina 352,
opnieuwinitialiseren.
Seite343WielenenbandenMOBILITEIT343
OnlineEditionforPartno.01402884309-X/19

Page 344 of 418

ResetvandebandenspanningscontroleRDC,zie
pagina 345,uitvoeren.
Dedefectebandendeafdichtmiddelhoudervan hetMobilitySystemzosnelmogelijklatenverj
vangen.
Sneeuwkettingen
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Doordemontagevansneeuwkettingenop bandendienietdaarvoorgeschiktzijnkunnen
desneeuwkettingenmetdelenvandeautoin
contactkomen.Erbestaatkansopeenongeval
ofschade.Desneeuwkettingenalleenopbanj
denmonteren,diedoordefabrikantzijningej
deeldalsgeschiktvoorhetgebruikvansneej
uwkettingen.
WAARSCHUWING
Onvoldoendeaangespannensneeuwkettingen
kunnenbandenenvoertuigonderdelenbeschaj digen.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Controleerofdesneeuwkettingenalj
tijdvoldoendeaangespannenzijn.Zonodigde
sneeuwkettingennaspannenovereenkomstig
deopgavenvandefabrikant.
Sneeuwkettingenmetfijne
schakels
Defabrikantvanhetvoertuigraadthetgebruik
vansneeuwkettingenmetfijneschakelsaan.Bej
paaldesneeuwkettingenmetfijneschakelszijn
doordefabrikantvandeautogetestenalsverj
keersveiligengeschiktaangemerkt.
Informatieovergeschiktesneeuwkettingenisbij
eenServicePartnervandefabrikantofeenanj
deregekwalificeerdeServicePartnerofspecialist verkrijgbaar.
Gebruik
Hetgebruikisuitsluitendpaarsgewijstoegestaanopdeachterwielenvoordevolgendewielmaten:'x245/45R18.'x245/40R19.
Aanwijzingenvandesneeuwkettingfabrikantin
achtnemen.
Metsneeuwkettingendebandenpechwaarschuj
wingRPAnietinitialiseren,omdatdittotonjuiste weergavenkanleiden.
Metsneeuwkettingengeenresetvandebanj denspanningscontroleRDCuitvoeren,omdatdit
totonjuisteweergavenkanleiden.
Bijhetrijdenmetsneeuwkettingeneventueelde
dynamischetractiecontroleDTCvoorkortetijd
activeren,omdetractieteverbeteren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Metsneeuwkettingennietharderrijdendan
50km/h.
Achterwielbesturingbijhet
rijdenmetsneeuwkettingen
Algemeen
Omdestuurhoekvandewielenbijhetrijdenmet
sneeuwkettingentewaarborgenkanbijgemonj teerdesneeuwkettingendeachterwielbesturing
vandeintegraal-actievebesturingwordenuitgej schakeld.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bijingeschakeldeachterwielbesturingengej
monteerdesneeuwkettingenkunnendesneej
uwkettingencontactmakenmetdecarrosserie. Erbestaatkansopeenongevalofschade.Bij
gemonteerdesneeuwkettingendeachterwielj
besturinguitschakelen.
Seite344MOBILITEITWielenenbanden344
OnlineEditionforPartno.01402884309-X/19

Page 345 of 418

AchterwielbesturinguitschakelenDoordeinstellingdatsneeuwkettingenzijngejmonteerdwordtdeachterwielbesturinguitgej
schakeld.
ViaiDrive:1.CAR2.Instellingen3.Algemeneinstellingen4.Sneeuwkettingen5.Sneeuwkettingenaangebracht
Vanafeentoegestanemaximalesnelheidmet sneeuwkettingenvan50km/hwordtdeachterjwielbesturingweerautomatischingeschakeld.
Bandenspanningscontrole RDC
Principe
Hetsysteembewaaktdebandenspanninginde
viergemonteerdebanden.Hetsysteemwaarj
schuwtwanneerineenofmeerbandendebanj
denspanninglagerisgeworden.
Algemeen
Sensorenindeventielenvandebandenmeten
despanningentemperatuurvandebanden.
DoordebandeninstellingeniniDrivekanhetsysj teemdevastgelegdegewenstespanningenaujtomatischweergevenenmetdeactuelebanj
denspanningenvergelijken.
Bijbandendienietopdebandenspanningswaarj denopdeautotevindenzijn,bijvoorbeeldbanj
denmeteenspecialevergunning,moethetsysj
teemactiefwordengereset.Hierdoorwordtde
actuelebandenspanningalsgewenstespanning overgenomen.
Voordebedieningvanhetsysteemookdeverj
dereinformatieenopmerkingeninhethoofdstuk Bandenspanning,ziepagina 334,inachtnemen.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Deweergavevandegewenstespanningverj vangtnietdebandenspanningswaardenopde
auto.Verkeerdegegevensindebandeninstelj
lingenleidentotverkeerdegewenstebandenj
spanningen.Erkandangeenbetrouwbaremelj
dingvaneenspanningsverliesworden
gegarandeerd.Erbestaatkansopletselof
schade.Eroplettendatdegroottenvandegej monteerdebandencorrectwordenweergegej
venenovereenstemmenmetdegegevensop
debandenendebandgegevens.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voorhetsysteemmoetaandevolgendevoorj
waardenzijnvoldaan,anderskanergeenbej trouwbaremeldingvaneenspanningsverlieswordengegarandeerd:
'xNaelkevervangingvaneenbandofwielzijn
decorrectegegevensvandegemonteerde
bandenindebandeninstellingeningevoerd.'xRDCispasnaeenritvanmeerdereminuten actief:'xNahetverwisselenvaneenbandofwiel.'xNaeenreset,bijbandenmetspecialeverjgunning.'xNawijzigingvandebandeninstelling.'xBijbandenmetspecialetoelating:'xNahetverwisselenvaneenbandofwieliserbijcorrectebandenspanningeenreset
uitgevoerd.'xNaeenaanpassingvandebandenspanj
ningopeennieuwewaardeisereenreset
uitgevoerd.'xWielenmetRDC-elektronica.Seite345WielenenbandenMOBILITEIT345
OnlineEditionforPartno.01402884309-X/19

Page 346 of 418

Bandeninstellingen
Algemeen
Debandenmatenvandegemonteerdebanden
kunnenopdebandenspanningswaardenopde
autoofdirectopdebandenwordenafgelezen.
Degegevensvandebandenhoevennietopj
nieuwtewordeningevoerdalsdebandenspanj
ningwordtgecorrigeerd.
Voordezomer-enwinterbandenzijnsteedsde
alslaatsteingevoerdegegevensvandebanden opgeslagen.Hierdoorkunnennahetverwisselenvanbandenofwielendeinstellingenvandeals
laatstgebruiktebandensetswordengeselecj teerd.
InstellingenuitvoerenViaiDrive:1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.4.Bandeninstellingen5.Bandenselectie6.Handmatig7.Bandensoort'xZomerbanden'xWinter-/all-seas.8.Bandtypeselecterendatopdeachterasis
gemonteerd:'xBandenmaat,bijv.245/45R1896Y.'xBijbandenmetspecialevergunning:
Anderebanden.
Verderewerkwijzeinhethoofdstuk'Reset
uitvoeren'inachtnemen.9.Beladingstoestandvandeautoselecterenals ereenbandenmaatisgeselecteerd.10.Bandeninstellingenopslaan
Demetingvandeactuelebandenspanningwordt
gestart.Devoortgangvandemetingwordtgej toond.
Statusweergave
Actuelestatus
DestatusvanhetsysteemkanophetControl
Displaywordenweergegeven,bijv.ofhetsysj
teemactiefis.
ViaiDrive:1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.
Deactuelestatuswordtweergegeven.
Actuelebandenspanning
Deactuelebandenspanningwordtvoorelke
bandweergegeven.
Deactuelebandenspanningenkunnendoorhet
rijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Huidigebandentemperatuur Afhankelijkvanhetmodelwordendehuidigebandentemperaturenweergegeven.
Dehuidigebandentemperaturenkunnendoor
hetrijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Gewenstespanning
Degewenstespanningvoordebandenaande voor-enachteraswordtweergegeven.
Bijdevermeldegewenstespanningzijntempej ratuurinvloedendoorhetrijdenofdebuitentemj
peratuurmeegerekend.Onafhankelijkvande
weersomstandigheden,bandtemperaturenenrijj
tijdenwordtaltijddepassendegewenstespanj ningweergegeven.
Degewenstespanningkanveranderenenvan
debandenspanningswaardenopdeportierstijl
vanhetbestuurdersportierafwijken.Debandenj
spanningkanzonaardewaardevandeweergej
gevengewenstespanningenwordengecorrij
geerd.
Degewenstespanningwordtdirectaangepast alsindebandeninstellingendebeladingstoej standwordtgewijzigd.
Seite346MOBILITEITWielenenbanden346
OnlineEditionforPartno.01402884309-X/19

Page 347 of 418

ToestandvandebandAlgemeen
OphetControlDisplaywordtdestatusvande bandenenhetsysteemweergegevendoorde
kleurvandewieleneneentekst.
Aanwezigemeldingenwordenevt.nietgewistals bijdecorrectievandebandenspanningdeweerj
gegevengewenstespanningnietwordtbereikt.
Allewielengroen'xHetsysteemisactiefengebruiktvoorde waarschuwingdeweergegevengewenste
spanningen.'xBijbandenmetspecialetoelating:hetsysj teemisactiefengebruiktvoordewaarschuj
wingdelaatstebandenspanningdieisopgej slagenbijdereset.
Eentotvierwielengeel
Erissprakevaneenlekkebandofeenaanzienlijk
spanningsverliesindeaangegevenbanden.
Wielengrijs Bandenspanningsverlieskanmogelijknietherj
kendworden.
Mogelijkeoorzaken:
'xStoring.'xTijdensdebandenspanningsmeting,nabej vestigingvandebandeninstellingen.'xBijbandenmetspecialetoelatingwordteenresetvanhetsysteemuitgevoerd.
Bijbandenmeteenspeciale
ontheffing:resetuitvoeren
ViaiDrive:
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.4.Garanderendatdecorrectebandinstellingen,
ziepagina 346,werdengeconfigureerd.5.Rijden-stand-byinschakelenennietwegrijj
den.6.Bandenspanningresetten:Resetuitvoeren.7.Wegrijden.
Dewielenwordeninhetgrijsweergegevenen hetvolgendewordtgetoond:Bandenspanning wordtteruggezet

Page 348 of 418

Wanneercontrolevande
bandenspanningvereistis
Melding
EensymboolmeteenCheck-Control-melding
verschijntophetControlDisplay.Symj
boolMogelijkeoorzakenDevullingwerdnietvolgensde
voorschriftenuitgevoerd,bijv.bijonj voldoendeingebrachteluchtofnaj
tuurlijk,gelijkmatigbandenspanj
ningsverlies.
Maatregel
Bandenspanningregelmatigcontrolerenenzo
nodigcorrigeren.
Bijtelagebandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen
Check-Control-meldingophetControlDisplay.
SymboolMogelijkeoorzakenEriseenbandenspanningsverlies
geconstateerd.
Maatregel
1.Desnelheidreduceren.Snelheidvan 130km/hnietmeeroverschrijden.2.Bijdeeerstvolgendegelegenheid,bijv.opeentankstation,debandenspanninginalle
vierdebandencontrolerenenevt.corrigeren.Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmetdebej treffendebandineenCheck-Control-meldingophetControlDisplay.SymboolMogelijkeoorzakenEriseenlekkebandofeenband
meteenaanzienlijkspanningsverj
liesaanwezig.
Maatregel
1.Snelheidverminderenenvoorzichtigstopj pen.Heftigerem-enstuurbewegingenverj
mijden.2.Controleerofdeautometnormalebandenof
bandenmetnoodloopeigenschappenisuitj
gerust.
Bandenmetnoodloopeigenschappen,ziepaj gina 339,zijnopdezijwandgekenmerktmet
eenrondsymboolmetdelettersRSC.3.BeschrijvingbijHandelwijzebijbandenpech, ziepagina 350,inachtnemen.
Meldingen:bijbandenmeteen
specialeontheffing
Algemeen
Bijmeldingvaneenlagebandenspanningwordt
eventueeldedynamischestabiliteitscontrole DSCingeschakeld.
Seite348MOBILITEITWielenenbanden348
OnlineEditionforPartno.01402884309-X/19

Page 349 of 418

Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Eenbeschadigdenormalebandmeteengej
ringebandenspanningofspanningsverlies heefteennegatieveinvloedopderijeigenj
schappen,bijvoorbeeldhetstuur-enremgej
drag.Bandenmetnoodloopeigenschappen kunnennogeenbepaaldestabiliteitinstandj
houden.Erbestaatgevaarvoorongevallen.
Nietdoorrijdenalsdeautoisvoorzienvannorj malebanden.Deaanwijzingenm.b.t.debanj
denmetnoodloopeigenschappenenverderrijj
denmetdezebandeninachtnemen.
Wanneercontrolevande
bandenspanningvereistis
Melding
EensymboolmeteenCheck-Control-melding verschijntophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenDevullingisnietvolgensvoorschrifj
tenuitgevoerd,bijv.bijonvoldoende
ingebrachtelucht.
Hetsysteemheeftdevervangingvan
eenwielherkend,maarerisgeenrej setuitgevoerd.
Debandenspanningistenopzichte vandelaatsteresetgedaald.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj genbijdereset.
Maatregel
1.Bandenspanningregelmatigcontrolerenenzonodigcorrigeren.2.Eenresetvanhetsysteemuitvoeren.Bijtelagebandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen Check-Control-meldingophetControlDisplay.Symj
boolMogelijkeoorzakenEriseenbandenspanningsverlies
geconstateerd.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj
genbijdereset.
Maatregel
1.Desnelheidreduceren.Snelheidvan 130km/hnietmeeroverschrijden.2.Bijdeeerstvolgendegelegenheid,bijv.opeentankstation,debandenspanninginalle
vierdebandencontrolerenenevt.corrigeren.3.Eenresetvanhetsysteemuitvoeren.
Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmetdebej treffendebandineenCheck-Control-meldingophetControlDisplay.
Seite349WielenenbandenMOBILITEIT349
OnlineEditionforPartno.01402884309-X/19

Page 350 of 418

Symj
boolMogelijkeoorzakenEriseenlekkebandofeenbandmet
eenaanzienlijkspanningsverliesaanj wezig.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj
genbijdereset.
Maatregel
1.Snelheidverminderenenvoorzichtigstopj pen.Heftigerem-enstuurbewegingenverj
mijden.2.Controleerofdeautometnormalebandenof
bandenmetnoodloopeigenschappenisuitj
gerust.
Bandenmetnoodloopeigenschappen,ziepaj gina 339,zijnopdezijwandgekenmerktmet
eenrondsymboolmetdelettersRSC.3.BeschrijvingbijHandelwijzebijbandenpech, ziepagina 350,inachtnemen.
Juistehandelwijzebij
bandenpech
Normalebanden
1.Beschadigdebandidentificeren.
Deluchtdrukinallevierbandencontroleren, bijvoorbeeldmetdebandenspanningsmeter
vaneenbandenreparatieset.
Bijbandenmetspecialetoelating:alsdebanj
denspanninginallevierdebandeninordeis,
danisvoordebandenspanningscontroleevt.
geenresetuitgevoerd.Indatgevalresetuitj voeren.
Alsergeenschadeaandebandkanworden
ge

Page:   < prev 1-10 ... 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 ... 420 next >