BMW 8 SERIES GRAN COUPE 2022 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 221 of 436

Bijwaarschuwingenhetstuurwielnietonnodigheftigbewegen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemj
beperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
DerijbaanbegrenzingenmoetendoordecamerawordenherkendopdathetLaneDepartureWarj
ning-systeemwerkt.
Overzicht Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen DeLaneDepartureWarningwordtopnieuwauj
tomatischgeactiveerdnahetvertrek,alsde functiebijbeëindigingvandelaatsteeinderitinjgeschakeldwas.
Afhankelijkvandelanduitvoeringishetsysteem
naelkvertrekautomatischactief.Daarbijwordt debasisinstellinggeactiveerd.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej
slagen.Zodrainhetmenueeninstellingwordt
gewijzigd,wordenalleinstellingenvanhetmenu
geactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden
basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Handmatiguitschakelen Toetsingedrukthouden.AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.Seite221VeiligheidBEDIENING221
OnlineEditionforPartno.01405A2CC68-II/21

Page 222 of 436

ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuw.6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xBeperkt:afhankelijkvandesituatieworj denbepaaldewaarschuwingenonderj
drukt,bijv.bijhetbewustrijdenoverrijlijj
neninbochten.'xUit:ervindengeenwaarschuwingen
plaats.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtvooralleIntelligentSafety-
systemenovergenomen.
Stuuringreepin-/uitschakelen
Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj
denin-enuitgeschakeld.1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuw.6.Stuuringreep
Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Hetsymboolbrandtgroen:tenminste
aanéénkantvanhetvoertuigwerder
eenrijbaanbegrenzingherkendenwaarj
schuwenismogelijk.
Waarschuwingsfunctie
Bijhetverlatenvanderijbaan
Alsdeautoderijstrookverlaatenalsereenrijj baanbegrenzingwordtherkend,trilthetstuurafj
hankelijkvandeinstellingvandestuurtrilling.
Alsvoorhetveranderenvanrijbaanderichtingjaanwijzerindeovereenkomstigerichtingwordt
ingeschakeld,wordtergeenwaarschuwinggej
geven.
Stuuringreep Afhankelijkvandeuitvoering:alsinhetsneljheidsbereiktot210km/heenrijbaanbegrenzingwordtoverschreden,dangrijpthetsysteemnaastdetrillingookindooreenkorteactievestuuringreep.Destuuringreephelptdeautobinjnenderijbaantehouden.Destuuringreepisin
hetstuurwielvoelbaarenkanopelkmoment handmatigoverstuurdworden.Bijeenactieve
stuuringreepknippertdeweergaveophetinstruj mentenpaneel.
Seite222BEDIENINGVeiligheid222
OnlineEditionforPartno.01405A2CC68-II/21

Page 223 of 436

Waarschuwingsgeluid
Afhankelijkvandeuitrusting:alshetsysteem binnen3minutenmeermaalsactiefmoetingrijj
penindebesturingzonderdatdebestuurderhet
stuuroverneemt,klinktereenwaarschuwingsgej
luid.Bijde2estuuringreepklinktereenkort
waarschuwingsgeluid.Vanafde3eingreepklinkt
ereenlangerwaarschuwingsgeluid.
BovendienwordteenCheck-Control-melding
weergegeven.
WaarschuwingsgeluidenCheck-Control-melj dinggebiedendebestuurderombeteropde rijstrookteletten.
Onderbrekingvandewaarschuwing Dewaarschuwingwordtbijv.indevolgendesitujatiesgeannuleerd:'xAutomatischnaenkeleseconden.'xBijterugkeernaardeeigenrijbaan.'xBijkrachtigremmen.'xBijrichtingaangeven.'xAlsdedynamischestabiliteitsregelingDSC
regelt.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj geren.Erbestaatkansopeenongevalofschade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 45.Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtj bare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkerijbaanbegrenzingen,zoalsbijvoorbeeld bijwegwerkzaamheden.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijnmet
sneeuw,ijs,vuilofwater.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xAlsrijbaanbegrenzingennietwitzijn.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijndoorobj
jecten.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijj den.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordtereventueel
eenCheck-Control-meldingweergegeven.
Rijstrookwisselmelding
Principe Derijstrookwisselmeldingherkentvoertuigenin
dedodehoekofwanneervoertuigenopde naastgelegenrijstrookvanachterennaderen.Indezesituatieswordteenwaarschuwinginverj
schillendefasesgegeven.
Algemeen
Radarsensorenbewakenvanafeenminimumj
snelheidhetgebiedachterennaasthetvoertuig.
Seite223VeiligheidBEDIENING223
OnlineEditionforPartno.01405A2CC68-II/21

Page 224 of 436

Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Hetsysteemlaatzienwanneerzichvoertuigenin dedodehoekbevinden,pijl1,ofopdenaastgej
legenrijstrookvanachterennaderen,pijl2.
Hetlampjeindebuitenspiegelgaatgedimd
branden.
Bijveranderenvanrijbaanmetingeschakelde
richtingaanwijzerwaarschuwthetsysteeminde
eerdergenoemdesituaties.
Hetlampjeindebuitenspiegelknippertenhet
stuurwieltrilt.
Autometwaarschuwingssysteemvoorzijdej
lingseaanrijdingen:bijsnelhedentot210km/h
kanhetsysteemmeteenkorteactievestuurbej
wegingingrijpenenzohelpenomdeautoterug
opderijstrooktebrengen.Destuuringreep
wordtpasvanafeenminimalesnelheiduitgej
voerd.Dezeminimalesnelheidwordtophet
ControlDisplayinhetmenuvoorstuuringrepen weergegeven.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden
endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Er
bestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet
vanuweigenverantwoording.Doorsysteemj
beperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin
debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Dewaarschuwingrijbaanwisselenwordtopjnieuwautomatischgeactiveerdnahetvertrek,
alsdefunctiebijbeëindigenvandelaatsteritinj geschakeldwas.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen
Seite224BEDIENINGVeiligheid224
OnlineEditionforPartno.01405A2CC68-II/21

Page 225 of 436

afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej slagen.Zodrainhetmenueeninstellingwordt
gewijzigd,wordenalleinstellingenvanhetmenu
geactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctieswordenbasisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Handmatiguitschakelen Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Inhaalwaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren.Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtvooralleIntelligentSafety-
systemenovergenomen.
Auto'smetwaarschuwingvooreen
aanrijdingvanopzij:stuuringreepin-
ofuitschakelen
Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj denin-enuitgeschakeld.
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Inhaalwaarschuwing6.Stuuringreep
Waarschuwingsfunctie
Lampjeinbuitenspiegel
Voorwaarschuwing
Hetgedimdelampjeindebuitenspiegelgeeft
aandatzichvoertuigenindedodehoekbevinj
denofvanachterennaderen.
Seite225VeiligheidBEDIENING225
OnlineEditionforPartno.01405A2CC68-II/21

Page 226 of 436

Acutewaarschuwing
Alsderichtingaanwijzerwordtingeschakeldterj wijlerzicheenautoinhetkritiekegebiedbej
vindt,gaathetstuurwielkorttrillenenbeginthet lampjeindebuitenspiegelfelteknipperen.
Dewaarschuwingwordtbeëindigdwanneerdeandereautohetkritiekegebiedheeftverlatenofwanneerderichtingaanwijzerwerduitgeschaj
keld.
Auto'smetwaarschuwingvooreenaanrijdingvanopzij
Alsbijsnelhedentot210km/hnietwordtgereaj geerdopdetrillingeninhetstuurwielendeautoderijstrookverlaat,grijpthetsysteemevt.indooreenkorteactievestuurbeweging.Destuurinj
greephelptdeautonaarderijbaanterugte
brengen.Destuuringreepisinhetstuurwielvoelj
baarenkanopelkmomenthandmatigoverj
stuurdworden.
Opflitsenvanhetlampje
Hetopflitsenvanhetlampjebijhetontgrendelen
vandeautodientvoordezelftestvanhetsysj teem.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreajgeren.Erbestaatkansopeenongevalofschade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactiefingrijpen.
Bovenstesnelheidsgrens
Bijsnelhedenbovencirca250km/hwordthetsysteemtijdelijkgedeactiveerd.
Bijsnelhedenonderongeveer250km/hreageert
hetsysteemweerzoalsingesteld.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:'xRadarsensoren,ziepagina 47.'xBijvoertuigenmetzijdelingsebotsingwaarj
schuwing:camerass,ziepagina 45.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuig aanzienlijkhogerisdandeeigensnelheid.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xAlsdebumpervuil,metijsofeenstickerof
ietsdergelijksbedektis.
Bijauto'smetwaarschuwingvooreenaanrijding vanopzijkandestuuringreepbijvoorbeeldindevolgendesituatiesbeperktzijn:
'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtjbare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkerijbaanbegrenzingen,zoalsbijvoorbeeld bijwegwerkzaamheden.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijnmet
sneeuw,ijs,vuilofwater.'xAlsrijbaanbegrenzingennietwitzijn.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijndoorobj
jecten.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijj den.'xBijbelemmeringvandecamera.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordteenCheck- Control-meldingweergegeven.
Weergavenvandewaarschuwingen
Afhankelijkvandegeselecteerdeinstellingvoor
dewaarschuwingen,bijvoorbeeldhetmoment
Seite226BEDIENINGVeiligheid226
OnlineEditionforPartno.01405A2CC68-II/21

Page 227 of 436

vanwaarschuwing,kunnenmeerofminderwaarj
schuwingenwordenweergegeven.Ditkanook eentoenamevanhetaantalvroegtijdigewaarjschuwingenvoorkritischesituatiesbetekenen.
Waarschuwingvooreen
aanrijdingvanopzij
Principe
Hetsysteemhelptomaanrijdingenvanopzijte
vermijden.
Algemeen
Radarsensorenbewakenvanafeenminimale snelheidtotca.210km/hhetgebiednaasthet
voertuig.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Eenfrontcamerabepaaltdepositievanderijj
baanbegrenzingen.
Alsnaastdeautobijv.eenandereautowordt
herkendwaarmeeeenaanrijdingvanopzijdreigt,
helpthetsysteemomeenaanrijdingtevoorkoj
men.Daarvoorwaarschuwthetsysteemdoor
eenknipperendeLEDindebuitenspiegeleneen trillendstuur.Evt.grijpthetsysteeminmeteen
actievestuurbeweging.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Derijbaanbegrenzingenmoetendoordecamera
herkendwordenomhetwaarschuwingssysteem
voorzijdelingseaanrijdingenmetstuuringreepte
activeren.
Overzicht
Toetsindeauto
Seite227VeiligheidBEDIENING227
OnlineEditionforPartno.01405A2CC68-II/21

Page 228 of 436

IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:'xCamerassachterdevoorruit.'xRadarsensorenzijdelingsvoor.'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Dewaarschuwingvooreenaanrijdingvanopzij
wordtautomatischgeactiveerdnahetvertrek,als
defunctiebijbeëindigingvandelaatsteeinderit
ingeschakeldwas.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivijdueleinstellingenwordengeactiveerdenopgejslagen.Zodrainhetmenueeninstellingwordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhetmenu
geactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctieswordenbasisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Handmatiguitschakelen Toetsingedrukthouden.AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtvooralleIntelligentSafety-
systemenovergenomen.
Seite228BEDIENINGVeiligheid228
OnlineEditionforPartno.01405A2CC68-II/21

Page 229 of 436

Waarschuwingsfunctie
Lampjeinbuitenspiegel
Acutewaarschuwing
Bijaanrijdingsgevaarknipperthetlampjeinde
buitenspiegelentrilthetstuurwiel.
TegelijkertijdwordteenCheck-Control-melding
weergegeven.
Ervindtevt.eenactievestuuringreepplaatsom debotsingtevermijdenendeautoveiligopde
eigenrijbaantehouden.
Destuuringreepisinhetstuurwielvoelbaaren
kanopelkmomenthandmatigoverstuurdworj den.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan
hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 45.'xRadarsensoren,ziepagina 47.Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuig aanzienlijkhogerisdandeeigensnelheid.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtjbare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkerijbaanbegrenzingen,zoalsbijvoorbeeld bijwegwerkzaamheden.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijnmet
sneeuw,ijs,vuilofwater.'xAlsrijbaanbegrenzingennietwitzijn.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijndoorobj
jecten.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijj den.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordteenCheck- Control-meldingweergegeven.
RearCollisionPrevention
Principe
Hetsysteemreageertopvoertuigendievanachj
terennaderen.
Algemeen
Radarsensorenbewakendehetgebiedachter hetvoertuig.
Seite229VeiligheidBEDIENING229
OnlineEditionforPartno.01405A2CC68-II/21

Page 230 of 436

Alservanachtereneenautometeenovereenjkomstigesnelheidnadert,reageerthetsysteemalsvolgt:'xOmhetachteropkomendeverkeertewaarj
schuwenwordtbijeendreigendeaanrijding vanachterendealarmlichtinstallatieingej
schakeld.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen
Hetsysteemwordtbijvertrekautomatischgeacj
tiveerd.
Hetsysteemwordtindevolgendesituatiesautoj matischgedeactiveerd:'xBijachteruitrijden.
Grenzenvanhetsysteem
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xRadarsensoren,ziepagina 47.
Beperktewerking
Dewerkingkanindevolgendevoorbeeldsituaj
tiesbeperktzijn:
'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuig aanzienlijkhogerisdandeeigensnelheid.'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuigzeerlaagis.
Voorrangswaarschuwing
Principe
Hetsysteemhelptinsituatieswaarbijvolgensde verkeersbordenof-lichtenvoorrangverleend moetworden.
Algemeen Hetsysteemanalyseertmetbehulpvaneencajmeradeverkeersbordenen-lichten.
Hetnavigatiensysteemleidtinformatieoverhet
tracédooraanhetsysteem.
Erwordtbijvoorbeeldeenwaarschuwinggegej
venalsdebestuurderhetvoorrangsbordmogej lijknietheeftgezien,bijv.indevolgendesitujaties:
'xBijeenkruising.'xBijeenoverweg.Seite230BEDIENINGVeiligheid230
OnlineEditionforPartno.01405A2CC68-II/21

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 440 next >