BMW I3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 111 of 253

Symj
boolMogelijke oorzakenEr is een lekke band of een band
met een aanzienlijk spanningsverj
lies aanwezig.Voor het systeem werd geen reset
uitgevoerd. Het systeem meldt zo
de bandenspanningen van de laatj
ste reset.
Maatregel
1.Snelheid verminderen en voorzichtig stopj pen. Heftige rem- en stuurbewegingenvermijden.2.Beschadigd wiel identificeren. Daartoe deluchtdruk in alle vier banden controleren,
bijvoorbeeld met de bandenspanningsmej
ter van een bandenreparatieset.3.Bandenpech verhelpen, bijvoorbeeld met een bandenreparatieset of door het wiel te
verwisselen.
Als er geen Mobility System beschikbaar is, contact opnemen met een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist.
Grenzenvanhetsysteem Het systeem werkt niet correct wanneer geen
reset uitgevoerd werd, er wordt bijvoorbeeld
bandenpech gemeld ondanks een juiste banj
denspanning.
De bandenspanning hangt af van de temperaj tuur van de band. Door een verhoging van de
bandentemperatuur, bijvoorbeeld tijdens het
rijden of door zonnestraling, neemt ook de
bandenspanning toe. De bandenspanning
neemt af wanneer de bandentemperatuur
daalt. Hierdoor kan bij sterk dalende temperaj
turen een waarschuwing gegeven worden vanj
wege overschrijding van de waarschuwingslij
mieten.
Ernstige, plotselinge beschadigingen van een
band van buitenaf kunnen door het systeem
niet vooraf worden aangekondigd.
Storing Gele waarschuwingslampje knippert en
brandt vervolgens continu. Er wordt
een Check-Control-melding weergej
geven. Er kan geen bandenpech of verlies van
bandenspanning herkend worden.
Voorbeelden en aanbevelingen voor de voljgende situaties:'yWiel zonder RDC-elektronica is gemonj
teerd: Evt. laten controleren door een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of speciajlist.'yStoring: systeem door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalifij ceerde Service Partner of specialist latencontroleren.'yRDC kon de reset niet afsluiten. Reset vanhet systeem opnieuw uitvoeren.'yStoring door installaties of apparaten metdezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem auj tomatisch weer actief.
Bandenpechwaarschuwing
RPA
Principe
Het systeem herkent de bandenspanning aan
de hand van een toerentalvergelijking tussen
de afzonderlijke wielen tijdens het rijden.
Bij verlies aan bandenspanning verandert de
diameter en daardoor de draaisnelheid van het betreffende wiel. Het verschil wordt herkenden als bandenpech gemeld.
Het systeem meet niet de daadwerkelijke banj denspanning in de banden.
Seite 111VeiligheidBediening111
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 112 of 253

Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het systeem moet aan de volgende voorj
waarden zijn voldaan, anders kan er geen bej
trouwbare melding van een spanningsverlies
worden gegarandeerd:'yNa het verwisselen van een band of wiel is
er bij correcte bandenspanning een initialij
satie uitgevoerd.'yNa een aanpassing van de bandenspanj ning op een nieuwe waarde is een initialij
satie uitgevoerd.
Statusweergave
De huidige status van de RPA bandenpechj
waarschuwing kan worden weergegeven bijj voorbeeld of de RPA actief is.
Via iDrive:
1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Indicatie lekke band (RPA)"
De status wordt weergegeven.
Initialisatienoodzakelijk
In de volgende situaties moet er een initialisaj
tie worden uitgevoerd:
'yNa een aanpassing van de bandenspanj ning.'yNa het verwisselen van een band of wiel.
Initialisatieuitvoeren
Met de initialisatie worden de ingestelde banj
denspanningen als referentie voor de herkenj ning van een lekke band overgenomen. De inij
tialisatie wordt gestart door bevestiging van de spanning van de banden.
Bij het rijden met sneeuwkettingen het sysj
teem niet initialiseren.
Via iDrive:
1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Reset uitvoeren"4.Rijden-stand-by inschakelen en niet wegj
rijden.5.Met "Reset uitvoeren" het initialiseren starten.6.Wegrijden.
Het afsluiten van de initialisatie gebeurt tijdenshet rijden, de rit kan te allen tijde worden onj derbroken.
Tijdens een volgende rit wordt de initialisatie
automatisch voortgezet.
Meldingen
Algemeen
Bij melding van bandenpech wordt eventueel de dynamische stabiliteitscontrole DSC ingej schakeld.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Een beschadigde normale band met een
geringe bandenspanning of spanningsverlies heeft een negatieve invloed op de rijeigenjschappen, bijvoorbeeld het stuur- en remgejdrag. Banden met noodloopeigenschappenkunnen nog een bepaalde stabiliteit instandjhouden. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Niet doorrijden als de auto is voorzien van norj
male banden. De aanwijzingen m.b.t. de banj
den met noodloopeigenschappen en verder rijj den met deze banden in acht nemen.'

Page 113 of 253

SymboolMogelijke oorzakenEr is een lekke band of een band
met een aanzienlijk spanningsverj
lies aanwezig.
Maatregel
1.Snelheid verminderen en voorzichtig stopj pen. Heftige rem- en stuurbewegingenvermijden.2.Beschadigd wiel identificeren. Daartoe deluchtdruk in alle vier banden controleren,
bijvoorbeeld met de bandenspanningsmej
ter van een bandenreparatieset.3.Bandenpech verhelpen, bijvoorbeeld met een bandenreparatieset of door het wiel te
verwisselen.
Indien geen Mobility System beschikbaar is,
contact opnemen met de servicedienst.
Grenzenvanhetsysteem
In de volgende situaties kan het systeem verj
traagd of onjuist werken:
'yEen natuurlijk, gelijkmatig spanningsverlies in alle vier de banden wordt niet herkend.
Daarom de bandenspanning regelmatig controleren.'yErnstige, plotselinge beschadiging van een
band van buitenaf kan niet vooraf worden
aangekondigd.'ySysteem is niet ge

Page 114 of 253

kelijk van de individuele instelling
afzonderlijk uitgeschakeld.'yLED brandt oranje of dooft, afhankelijk van
de individuele instelling.
Er kunnen instellingen uitgevoerd worden. De
individuele instellingen voor het momenteel gebruikte profiel worden opgeslagen.
Toets opnieuw indrukken:
'yAlle Intelligent Safety-systemen
worden ingeschakeld.'yDe LED brandt groen.
Toets lang indrukken:
'yAlle Intelligent Safety-systemen
worden uitgeschakeld.'yDe LED dooft.
Botsingswaarschuwingmet
City-remfunctie
Principe Het systeem kan helpen om ongevallen te
voorkomen. Indien een ongeval niet vermeden kan worden, helpt het systeem om de botj
singssnelheid te beperken.
Het systeem waarschuwt voor mogelijk botj singsgevaar en remt de auto zo nodig zelfstanj
dig af.
De automatische remingreep vindt plaats met beperkte kracht en duur.
Het systeem wordt gestuurd via een camera bij
de binnenspiegel.
De botsingswaarschuwing is ook bij gedeactij veerde snelheidsregeling beschikbaar.
Bij het bewust naderen van een voertuig vinj
den de botsingswaarschuwing en de reminj
greep later plaats om onjuiste systeemreacties
te voorkomen.
Algemeen
Het systeem waarschuwt vanaf ca. 5 km/h in
twee fasen voor eventueel botsingsgevaar met
andere voertuigen. Het moment van deze waarschuwingen kan afhankelijk van de acjtuele rijsituatie vari

Page 115 of 253

Overzicht
Toetsindeauto
Intelligent Safety-toets
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.
Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem wordt bij vertrek automatisch gej
activeerd.
Handmatigin-/uitschakelen Toets kort indrukken:
'yHet menu naar de Intelligent Saj
fety-systemen wordt weergegej
ven. De systemen worden afhanj
kelijk van de individuele instelling
afzonderlijk uitgeschakeld.'yLED brandt oranje of dooft, afhankelijk van
de individuele instelling.
Er kunnen instellingen uitgevoerd worden. De
individuele instellingen worden opgeslagen
voor het momenteel gebruikte bestuurderj sprofiel.
Toets opnieuw indrukken:
'yAlle Intelligent Safety-systemen
worden ingeschakeld.'yDe LED brandt groen.
Toets lang indrukken:
'yAlle Intelligent Safety-systemen
worden uitgeschakeld.'yDe LED dooft.
Waarschuwingstijdstipinstellen
Het moment van waarschuwing kan ingesteld worden.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Botswaarschuwing"3.Gewenst tijdstip op het Control Display inj
stellen.
Het geselecteerde tijdstip wordt opgeslagen voor het momenteel gebruikte bestuurderjsprofiel.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave
Als er een botsing met een waargenomen anj
der voertuig dreigt, wordt in het instrumentenj paneel een waarschuwingssymbool weergej
geven.
Seite 115VeiligheidBediening115
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 116 of 253

SymboolMaatregelSymbool brandt rood: vooralarm.
Remmen en afstand vergroten.Symbool knippert rood en er klinkt een signaal: acute waarschuwing.
Oproep om in te grijpen door remj men en eventueel uitwijken.
Vooralarm
Een vooralarm wordt bijv. gegeven bij een dreij
gend botsingsgevaar of bij zeer geringe afj
stand tot een voorligger.
De bestuurder moet bij een vooralarm zelf inj
grijpen.
Acutewaarschuwingmetafremfunctie
Een acute waarschuwing wordt gegeven bij dij
rect botsingsgevaar als de auto met een relaj
tief groot snelheidsverschil een ander object
nadert.
De bestuurder moet bij acute waarschuwing zelf ingrijpen. Bij botsingsgevaar wordt de bej stuurder evt. door een kleine automatische rejmingreep ondersteund.
Een acute waarschuwing kan ook zonder voorj afgaand vooralarm worden geactiveerd.
Remingreep De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt de maximale remkracht toegepast. Een voorwaarde voor de ondersteuning van derembekrachtiging is het snel en krachtig injdrukken van het rempedaal. Daarnaast kan hetsysteem bij botsingsgevaar ondersteuning biej
den door een beperkte remingreep. De auto
kan bij lage snelheid afgeremd worden tot stilj
stand.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstj
abiliteit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactivering van de dynamische stabiliteitsjcontrole DSC.
De remingreep kan door het indrukken van het
rijpedaal of door een actieve stuurbeweging worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detecj tiegebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj
wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 117 of 253

'yTot 10 seconden na het tot stand brengen
van rijden-stand-by.'yTijdens de kalibratieprocedure van de caj
mera direct na aflevering van de auto.'yBij aanhoudende verblindende werking
door tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghanj
gende zon.
Gevoeligheidvandewaarschuwingen
Hoe gevoeliger de waarschuwingen worden inj gesteld, bijvoorbeeld het moment van waarjschuwing, hoe meer waarschuwingen wordengetoond. Dit kan ook een toename van het
aantal valse waarschuwingen betekenen.
Persoonswaarschuwingmet
City-remfunctie
Principe Het systeem kan helpen om ongevallen metvoetgangers te voorkomen.
Het systeem waarschuwt binnen de bebouwde kom voor mogelijk botsingsgevaar met voetj
gangers en bevat een remfunctie.
Het systeem wordt gestuurd via de camera bij de binnenspiegel.
Algemeen
Het systeem waarschuwt in voldoende heldere
omstandigheden vanaf circa 10 km/h tot circa
60 km/h voor eventueel botsingsgevaar met
voetgangers en grijpt in met bediening van de
remmen kort voor een botsing.
Daarbij wordt gelet op personen die zich in het
detectiegebied van het systeem bevinden.
Detectiegebied
Het detectiegebied voor de auto bestaat uit twee delen:
'yCentraal gebied, pijl 1, direct v

Page 118 of 253

Overzicht
Toetsindeauto
Intelligent Safety-toets
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.
Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem wordt bij vertrek automatisch gej
activeerd.
Handmatigin-/uitschakelen Toets kort indrukken:
'yHet menu naar de Intelligent Saj
fety-systemen wordt weergegej
ven. De systemen worden afhanj
kelijk van de individuele instelling
afzonderlijk uitgeschakeld.'yLED brandt oranje of dooft, afhankelijk van
de individuele instelling.
Er kunnen instellingen uitgevoerd worden. De
individuele instellingen worden opgeslagen
voor het momenteel gebruikte bestuurderj sprofiel.
Toets opnieuw indrukken:
'yAlle Intelligent Safety-systemen
worden ingeschakeld.'yDe LED brandt groen.
Toets lang indrukken:
'yAlle Intelligent Safety-systemen
worden uitgeschakeld.'yDe LED dooft.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave
Als er een botsing met een waargenomen anj
der persoon dreigt, wordt in het instrumentenj
paneel een waarschuwingssymbool weergej
geven.
Rood symbool wordt weergegeven en
er klinkt een signaal.
Direct zelf ingrijpen door remmen of uitwijken.
Remingreep De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt de maximale remkracht toegepast. Een
voorwaarde voor de ondersteuning van de rembekrachtiging is het snel en krachtig injdrukken van het rempedaal. Daarnaast kan hetsysteem bij botsingsgevaar ondersteuning biej
den door een beperkte remingreep. De auto
kan bij lage snelheid afgeremd worden tot stilj
stand.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstj
abiliteit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactivering van de dynamische stabiliteitsj
controle DSC.
Seite 118BedieningVeiligheid118
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 119 of 253

De remingreep kan door het indrukken van het
rijpedaal of door een actieve stuurbeweging worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detecj tiegebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej staat kans op een ongeval of schade. De aanjwijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 120 of 253

PostCrash-iBrakePrincipe
Het systeem kan de auto in bepaalde ongevalj
situaties zonder ingreep van de bestuurder auj tomatisch tot stilstand brengen. Het risico van
nog een botsing en de gevolgen daarvan kan
daardoor verlaagd worden.
Autosterkerafremmen
In bepaalde situaties kan het nodig zijn de auto sneller tot stilstand te brengen.
Daartoe moet bij het indrukken van het rempej
daal gedurende korte tijd een hogere remdruk uitgeoefend worden dan door het automatischremmen het geval is. Het automatisch afremj
men wordt daardoor afgebroken.
Automatischremmenafbreken In bepaalde situaties kan het nodig zijn het aujtomatisch remmen af te breken, bijvoorbeeldvoor een uitwijkmanoeuvre.
Automatisch remmen afbreken:'yDoor het indrukken van het rempedaal.'yDoor het indrukken van het gaspedaal.
Bijstilstand Na het bereiken van de stilstand wordt de rem
automatisch gelost.
Seite 120BedieningVeiligheid120
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 260 next >