BMW I3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 121 of 253

RijstabiliteitsregelsystemenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
AntiblokkeersysteemABS ABS voorkomt het blokkeren van de wielen tijjdens het remmen.
De bestuurbaarheid blijft ook bij noodstops bej
houden, daardoor wordt de actieve veiligheid verhoogd.
Na het inschakelen van het rijden-stand-by is het ABS bedrijfsklaar.
Remassistent
Bij snel intrappen van het rempedaal veroorj
zaakt dit systeem automatisch een zo hoog mogelijke rembekrachtiging. De remweg wordt
bij noodstops derhalve zo kort mogelijk gehouj den. Hierbij wordt eveneens gebruik gemaaktvan de voordelen van het ABS.
Het rempedaal ingetrapt houden zolang remj
men noodzakelijk is.Energieterugwinning
Algemeen
Bij gevaar, bijvoorbeeld blokkerende wielen,
wordt de energieterugwinning verminderd om
instabiele rijgedrag te voorkomen.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Zonder energieterugwinning is er geen
remwerking van de elektrische aandrijving bej
schikbaar. De auto zou verder kunnen rollen op
normale manier. Er bestaat gevaar voor ongej
vallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpasj
sen. Verkeerssituatie observeren en in de bej
treffende situaties actief ingrijpen.'

Page 122 of 253

VeiligheidsvoorschriftenWAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Wegens systeembeperjkingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 123 of 253

Bedieningvandeprogramma'sRijbelevingsschakelaarProgrammaCOMFORT
ECO PRO
ECO PRO+
COMFORT
Principe Voor een evenwichtige afstemming.
COMFORTactiveren Toets zo vaak indrukken tot in het inj
strumentenpaneel COMFORT wordt
weergegeven.
ECOPRO ECO PRO, zie pagina 177, biedt een consej
quente verbruiksbesparende afstemming voor een maximale actieradius.
Comfortfuncties en de motorregeling worden
aangepast.
Het programma kan individueel worden geconj figureerd.
ECOPROactiveren Toets zo vaak indrukken tot in het injstrumentenpaneel ECO PRO wordt
weergegeven.
ECOPROconfigureren
1.ECO PRO activeren.2. "ECO PRO configureren"
Gewenste instellingen uitvoeren.
ECOPRO+
Principe ECO PRO+, zie pagina 177, begrenst daarj
naast de maximumsnelheid en reduceert de
airco- en verlichtingsfuncties.
Comfortfuncties en de motorregeling worden aangepast.
ECOPRO+activeren Toets zo vaak indrukken tot in het injstrumentenpaneel ECO PRO+ wordt
weergegeven.
Weergaven
Selectievanhetprogramma Bij het drukken van de toets
wordt een lijst met de te selecj
teren programma's weergegej
ven. Afhankelijk van de uitrusj
ting kan de lijst in het
instrumentenpaneel afwijken van de afbeelj
ding.
Geselecteerdprogramma
De rijprogramma's ECO PRO en ECO PRO+
worden weergegeven op het instrumentenpaj
neel. Daarnaast brandt ook de weergave op de airconditioning.
Wegrijassistent
Principe Het systeem ondersteunt bij het hellingopjwaarts wegrijden. Gebruik van de parkeerrem is hiervoor niet vereist.
Wegrijdenmetwegrij-assistent1.Auto met rempedaal op zijn plaats houden.2.Rempedaal loslaten en vlot wegrijden.Seite 123RijstabiliteitsregelsystemenBediening123
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 124 of 253

Na het loslaten van het rempedaal wordt deauto gedurende circa 2 seconden op zijnplaats gehouden.
Naargelang de belading kan de auto soms een klein stukje achteruitrollen.Seite 124BedieningRijstabiliteitsregelsystemen124
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 125 of 253

RijcomfortUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Opcameragebaseerde
snelheidsregelingmet stop&go-functie,ACC
Principe
Met dit systeem kan via de toetsen op het
stuurwiel een gewenste snelheid en een afj
stand tot een voorligger worden ingesteld.
Bij vrije weg wordt de gewenste snelheid door
het systeem aangehouden, daartoe accelej
reert of remt de auto automatisch.
Bij een voorligger past het systeem de eigen
snelheid zo aan, dat de ingestelde afstand tot
de voorligger aangehouden wordt. De aanpasj
sing van de snelheid vindt plaats binnen de
mogelijke grenzen.
De afstand kan in meerdere stappen ingesteld
worden en is om veiligheidsredenen afhankej
lijk van de actuele snelheid.
Als het voorliggende voertuig tot stilstand afj
remt en na korte tijd weer wegrijdt, kan het systeem dit binnen het gegeven kader volgen.Algemeen
Om voorliggende voertuigen te herkennen, is
aan de binnenspiegel een camera aangej
bracht.
Naargelang de voertuiginstelling kunnen de
kenmerken van de snelheidsregeling op bej paalde punten veranderen.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj
tie juist in te schatten. Wegens systeembeperj kingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 126 of 253

WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen door te grote
snelheidsverschillen t.o.v. andere voertuigen,
bijv. in de volgende situaties:'ySnel van achteren naderen van een langj
zaam rijdend voertuig.'yPlotseling uitwijkend voertuig naar de eij
gen rijbaan.'ySnel naar stilstaande voertuigen toe rijden.
Er bestaat kans op letsel of levensgevaar. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 127 of 253

Uitschakelen
Bij uitschakelen in stilstand tegelijkertijd de
rem indrukken.
Toets op het stuurwiel indrukken.'yBij ingeschakeld systeem: tweemaal inj
drukken.'yBij onderbroken werking: eenmaal indrukj ken.
De weergaven verdwijnen. De opgeslagen gej
wenste rijsnelheid wordt gewist.
Handmatigonderbreken Toets op het stuurwiel indrukken.
Bij onderbreken in stilstand tegelijkertijd de
rem indrukken.
Automatischonderbreken De werking van het systeem wordt in de voljgende situaties automatisch onderbroken:
'yAls de bestuurder remt.'yWanneer uit de keuzehendelstand D naareen andere stand geschakeld wordt.'yAls DTC wordt geactiveerd.'yAls DSC regelt.'yAls bij stilstaande auto de veiligheidsgordelen het bestuurdersportier worden gej
opend.'yWanneer het detectiegebied van de caj
mera verstoord is, bijvoorbeeld door hevige
neerslag of verblinding door de zon.'yNa een stilstand van ca. 3 seconden, wanj
neer de auto door het systeem tot stilstand
is afgeremd.Snelheidinstellen
Snelheidhandhaven,opslaan
Tuimelschakelaar bij onderbroken werkin eenj
maal indrukken.
Bij ingeschakeld systeem wordt de actuele
snelheid gehandhaafd en als gewenste rijsnelj heid opgeslagen.
De opgeslagen snelheid wordt in de snelheidsj meter en permanent in het instrumentenpaj
neel weergegeven, zie pagina 129.
DSC wordt eventueel ingeschakeld.
De snelheid kan ook door toetsbediej
ning worden opgeslagen.
Toets indrukken.
Snelheidwijzigen
Zo vaak op de tuimelschakelaar naar boven of onder drukken, tot de gewenste rijsnelheid is
ingesteld.
In actieve toestand wordt de weergegeven snelheid opgeslagen en bereikt voor zover deverkeerssituatie dit toelaat.
Seite 127RijcomfortBediening127
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 128 of 253

'yDrukken van de tuimelschakelaar tot hetdrukpunt verhoogt of verlaagt de gewensterijsnelheid telkens met circa 1 km/h.'yDrukken op de tuimelschakelaar door het
drukpunt heen verandert de gewenste
snelheid telkens tot het volgende tiental
van de km/h-weergave op de snelheidsmej
ter.
Tuimelschakelaar in de betreffende stand houj den om de betreffende actie te herhalen.
Afstandinstellen
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw eigen
verantwoording. In verband met systeembej perkingen kan pas laat afgeremd worden. Erbestaat kans op een ongeval of schade. Verj
keerssituatie altijd goed in de gaten houden.
De afstand aan de verkeers- en weersomstanj
digheden aanpassen en de voorgeschreven
veiligheidsafstand eventueel door remmen
aanhouden.'

Page 129 of 253

Weergavenophet
instrumentenpaneel
Gewenstesnelheidenopgeslagen
snelheid
De gewenste snelheid wordt naast het
symbool op het Info Display weergegej
ven.'yMarkering brandt groen: systeem is actief, de weergave toont de gewenste snelheid.'yMarkering brandt oranje: systeem is onderjbroken, de markering toont de opgeslagen
snelheid.'yGeen weergave: systeem is uitgeschakeld.
Statusweergave
Gekozen voorkeurssnelheid.
Als er geen snelheid wordt weergegeven, is er
op dit moment eventueel niet voldaan aan de
voorwaarden die voor de werking vereist zijn.
Voertuigafstand De gekozen afstand tot het voorliggende voerj
tuig wordt kort weergegeven in het linkerdeel van het instrumentenpaneel.
AfstandsindicatieAfstand 1Afstand 2Afstand 3
Is na inschakelen van het systeem
ingesteld. Komt overeen met ca. de helft van de waarde van de km/h-
weergave in meters.Afstand 4Herkendvoertuig
Symbool brandt oranje:
Voorligger gedetecteerd.
Afstandsregeling gedeactiveerd, omdat
het rijpedaal werd bediend met identifij
catie voertuig.
Knipperende balken: waargenomen
voertuig is weggereden.
ACC accelereert niet. Om te versnellen,
ACC activeren door het gaspedaal te bediej
nen, of door de RES-toets of de tuimelschakej
laar in te drukken.
Controle-enwaarschuwingslampjes Symbool knippert oranje:
Aan de voorwaarden voor het gebruik
van het systeem wordt niet meer volj
daan.
Het systeem is gedeactiveerd, maar remt tot de actieve overname door het intrappen van de
rem of het rijpedaal.
Symbool knippert rood en er klinkt een
signaal:
Oproep om in te grijpen door remmen
en evt. uitwijken.
Systeemwerking onderbroken of afj
standsregeling gedeactiveerd omdat het gaspedaal werd bediend zonder
identificatie voertuig.Seite 129RijcomfortBediening129
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 130 of 253

Grenzenvanhetsysteem
Detectiegebied
Het detectievermogen van het systeem en het
automatische remvermogen zijn beperkt.
Tweewielers worden bijv. mogelijk niet waarj genomen.
VertragingHet systeem vertraagt niet in de volgende situj
aties:
'yBij voetgangers, fietsers of soortgelijke langzame verkeersdeelnemers.'yBij rode verkeerslichten.'yBij kruisend verkeer.'yBij tegemoetkomend verkeer.'yBij voertuigen zonder verlichting of met dej
fecte verlichting 's nachts.
Invoegendevoertuigen
Een voorligger wordt pas herkend, als deze zich volledig op de eigen strook bevindt.
Bij het plotseling uitwijken van een voorligger
op uw rijstrook kan het systeem de ingestelde
afstand soms niet meer zelfstandig herstellen.
De gekozen afstand kan onder omstandighej
den ook bij grote snelheidsverschillen ten opj
zichte van voor u rijdende auto's niet hersteld
worden, bijvoorbeeld bij het snel naderen van
een vrachtauto. Het systeem verzoekt u om bij een met zekerheid gedetecteerde voorligger in
te grijpen door af te remmen en eventueel uit
te wijken.
Rijdeninbochten
Als de ingestelde snelheid te hoog is voor een bocht, wordt de snelheid in de bocht iets verj
minderd, maar bochten worden niet van te voj ren herkend. Daarom met aangepaste snelheid
een bocht inrijden.
Het systeem heeft een beperkt detectiegej
bied. In scherpe bochten kunnen situaties opj
treden waarbij een voorligger niet of te laat wordt herkend.
Bij het naderen van een bocht kan het systeemin verband met de kromming van de bochtkortstondig reageren op voertuigen die zich op
de andere rijstrook bevinden. Een eventuele vertraging van de auto door het systeem kan
worden verholpen door kort te accelereren.
Seite 130BedieningRijcomfort130
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 260 next >