BMW I3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 201 of 253

tereigenschappen dan zomerbanden, maar ze
hebben in het algemeen niet het prestatienij
veau van winterbanden.
Maximumsnelheidvanwinterbanden
Als de maximumsnelheid van de auto hoger is
dan de snelheid die voor de winterbanden is toegestaan, moet een overeenkomstige sticj
ker in het zicht van de bestuurder worden aanj
gebracht. De sticker is verkrijgbaar bij een Serj vice Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist.
Bij het rijden met winterbanden de daarbij toej gestane maximumsnelheid in acht nemen.
Voor-enachterwielenvervangen
Op de voor- en achteras ontstaan vanwege de
verschillende rijomstandigheden verschillende
slijtagepatronen. Om een gelijkmatige slijtage
te verkrijgen kunnen de voor- en achterwielen
onderling worden verwisseld. Meer informatie
is bij een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of
specialist verkrijgbaar. Na het verwisselen de
bandenspanning controleren en eventueel corj
rigeren.
Bij auto's met verschillende bandenmaten of
velgmaten op de voor- en achteras is het verj
wisselen van de wielen tussen de assen niet
toegestaan.
Opslag Verwijderde wielen of banden moeten koel,
droog en donker worden bewaard.
Bescherm banden tegen olie, vet en brandstof.De op de zijkant van de band weergegeven
maximumbandenspanning niet overschrijden.Bandenpechverhelpen
Veiligheidsmaatregelen'yDe auto zo ver mogelijk uit de buurt van de verkeersstroom en op een vaste onderj
grond parkeren.'yAlarmknipperlichten inschakelen.'yAuto beveiligen tegen wegrollen, daarvoor de parkeerrem vastzetten.'yAlle inzittenden laten uitstappen en buiten
het gevarengebied brengen, bijvoorbeeld
achter de vangrails.'yEventueel gevarendriehoek of waarschuj
wingsknipperlichten op de voldoende afj
stand neerzetten.'yDe band alleen op een vlakke, stevige en slipvaste ondergrond vervangen. Op een
zachte of gladde ondergrond, bijvoorbeeld sneeuw, ijs, tegels enz. kan de auto of de
autokrik naar de zijkant wegglijden.'yGeen houtblokken e.d. onder de autokrik
leggen, anders kan de krik haar draagverj
mogen niet bereiken wegens de beperkte hoogte.'yWanneer de auto met de krik opgetild is,niet hieronder gaan liggen en de motor niet
starten, anders bestaat er levensgevaar.
MobilitySystem
Principe
Met het Mobility System kan beperkte schade
aan een band kortstondig worden afgedicht,
zodat verder kan worden gereden. Daartoe wordt een vloeibaar afdichtmiddel in de banj
den gepompt dat bij het uitharden de beschaj diging van binnenuit afdicht.
De compressor kan gebruikt worden om de
bandenspanning te controleren.
Seite 201WielenenbandenMobiliteit201
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 202 of 253

Algemeen'yAanwijzingen voor de toepassing van hetMobility System op de compressor en het
afdichtmiddelhouder in acht nemen.'yBij beschadiging van de band vanaf een grootte van 4 mm werkt het gebruik vanhet Mobility System mogelijk niet.'yContact opnemen met een Service Partnervan de fabrikant of een andere gekwalifijceerde Service Partner of specialist als deband niet rijklaar kan worden gemaakt.'yVreemde voorwerpen die in de band zijnterechtgekomen, zo mogelijk laten zitten.'yStickers voor de snelheidsbegrenzing van
de afdichtmiddelhouder lostrekken en op het stuurwiel plakken.'yDoor de toepassing van afdichtmiddel kan
de RDC-wielelektronica beschadigd raken. In diesem Fall die Elektronik bei n

Page 203 of 253

Vullen1.Afdichtmiddelverpakking schudden.2.Vulslang volledig uit opbergruimte van deafdichtmiddelhouder trekken. Slang niet
buigen.3.Afdichtmiddelhouder hoorbaar vastklikken in de bevestiging van de behuizing van de
compressor.4.Vulslang van afdichtmiddelhouder op het bandventiel van het defecte wiel schroej
ven.5.Bij een uitgeschakelde compressor de
stekker in de contactdoos in het interieur
van de auto aanbrengen.6.Bij ingeschakelde gereedheid of rijden- stand-by de compressor inschakelen.
Compressor maximaal 10 minuten aan laten
staan om de lekkage met afdichtmiddel te vulj len en een bandenspanning van circa 2,5 bar te
verkrijgen.
Bij het aanbrengen van het afdichtmiddel kan de bandenspanning tijdelijk oplopen tot circa
5 bar. Compressor in deze fase niet uitschakej
len.
Seite 203WielenenbandenMobiliteit203
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 204 of 253

Bandenspanningcontrolerenen
corrigeren
Controleren1.Compressor uitschakelen.2.Bandenspanning op de bandenspanningsj indicatie aflezen.
Om door te kunnen rijden moet er minstens
een bandenspanning van 2 bar bereikt zijn.
Afdichtmiddelhouderafnemenen
opbergen
1.Vulslang van afdichtmiddelhouder van het
wiel losdraaien.2.Rode ontgrendelingsknop indrukken.3.Bandenafdichtmiddelfles van de compresj sor verwijderen.4.Lege afdichtmiddelhouder inpakken om
vervuiling van de bagageruimte te vermijj den.
Bestaandemeldingenwordenevt.niet
gewist,wanneerbijcorrectievande
bandenvulspanningdeweergegeven
voorgeschrevenbandendrukniet
bereiktwordt
1.Stekker uit de contactdoos in het interieur van de auto trekken.2.10 m voor- en achteruitrijden om het afj
dichtmiddel in de band te verdelen.3.Verbindingsslang van de compressor dij
rect op het ventiel van de band schroeven.4.Stekker in de contactdoos in het interieur van de auto aanbrengen.5.Bij ingeschakelde gereedheid of rijden-stand-by de compressor inschakelen.
Contact opnemen met een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalifijceerde Service Partner of specialist als debandenspanning lager dan 2 bar blijft.
Indien er de bandenspanning van minstens 2 bar kan worden bereikt, zie Minimale
bandenspanning wordt bereikt.6.Verbindingsslang van de compressor van het bandenventiel afdichtmiddelhouder
schroeven.7.Stekker uit de contactdoos in het interieur van de auto trekken.8.Mobility System in de auto opbergen.
Minimalebandenspanningwordtnietbereikt
1.Mobility System in de auto opbergen.2.Direct circa 10 km rijden, zodat het afdichtjmiddel zich gelijkmatig in de banden verj
deelt.
Snelheid van 80 km/h niet meer overschrijj
den.
Indien mogelijk niet langzamer rijden dan 20 km/h.Seite 204MobiliteitWielenenbanden204
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 205 of 253

Corrigeren1.Op een geschikte plaats stoppen.2.Verbindingsslang van de compressor dij
rect op het ventiel van de band schroeven.3.Stekker in de contactdoos in het interieur van de auto aanbrengen.4.Bandenspanning corrigeren tot minimaal
2,0 bar.'ySpanning verhogen: bij ingeschakelde
gereedheid of rijden-stand-by de comj
pressor inschakelen.'ySpanning verlagen: toets op de comj pressor indrukken.5.Verbindingsslang van de compressor vanhet bandenventiel afdichtmiddelhouder
schroeven.6.Stekker uit de contactdoos in het interieur van de auto trekken.7.Mobility System in de auto opbergen.
Doorrijden
Toegestane maximumsnelheid van 80 km/h
niet overschrijden.
Bandenpechwaarschuwing opnieuw initialisej
ren.
Bandenspanningscontrole opnieuw initialisej ren.
De defecte band en de afdichtmiddelhouder
van het Mobility System zo snel mogelijk laten vervangen.
Sneeuwkettingen
Sneeuwkettingenmetfijneschakels De fabrikant van uw auto adviseert het gebruik
van sneeuwkettingen met fijne schakels. Bej
paalde sneeuwkettingen met fijne schakels zijn
door de fabrikant van de auto getest en als verj keersveilig en geschikt aangemerkt.
Informatie over geschikte sneeuwkettingen is
bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of spej
cialist verkrijgbaar.
Gebruik WAARSCHUWINGDoor de montage van sneeuwkettingen
op banden die niet daarvoor geschikt zijn kunj nen de sneeuwkettingen met delen van deauto in contact komen. Er bestaat kans op eenongeval of schade. De sneeuwkettingen alleenop banden monteren, die door de fabrikant zijningedeeld als geschikt voor het gebruik vansneeuwkettingen.'

Page 206 of 253

Met sneeuwkettingen de bandenpechwaarjschuwing niet initialiseren, omdat dit tot onjjuiste weergaven kan leiden.
Met sneeuwkettingen de bandenspanningsj
controle niet initialiseren, omdat dit tot onjuiste weergaven kan leiden.
Bij het rijden met sneeuwkettingen eventueel
de dynamische tractiecontrole voor korte tijd
activeren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Met sneeuwkettingen niet harder rijden dan
50 km/h.
Wielenvervangen
Algemeen
Bij gebruik van bandenafdichtmiddel is het niet
noodzakelijk om de band direct te wisselen bij
spanningsverlies in het geval van pech.
Zo nodig vindt u het juiste gereedschap voor
het verwisselen van wielen als toebehoren bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
De krik van de autofabrikant is alleen bej
doeld voor het verwisselen van een wiel in gej val van pech. Voor veelvuldig gebruik is de krik
niet geschikt, bijvoorbeeld wisselen van zoj
mer- naar winterbanden. Bij veelvuldig gebruik
kan de krik klem raken of beschadigd worden.
Er bestaat kans op letsel of schade. De krik alj leen gebruiken om een nood- of reservewiel te
wisselen in geval van pech.'

Page 207 of 253

Autotegenwegrollenbeveiligen
Algemeen
De fabrikant van de auto adviseert om de auto
bij het wielen verwisselen bovendien tegen wegrollen te beveiligen.
Opeenvlakkeondergrond
Een wig of een ander geschikt voorwerp, bijj
voorbeeld een steen, achter het wiel leggen
dat zich diagonaal tegenover het te verwissej
len wiel bevindt.
Bijeenlichtehelling
Wanneer een wiel op een lichte helling moetworden vervangen, keggen en andere gej
schikte voorwerpen, bijv. een steen, tegen de rolrichting in onder de wielen van de voor- en
achteras leggen.
Autovoorbereiden
'yHet verwisselen van het wiel op een zo
groot mogelijke afstand van de verkeersj stroom uitvoeren.'yDe auto op een vaste, stroeve en vlakke
ondergrond parkeren.'yAlarmknipperlichten inschakelen.'yParkeerrem bedienen.'yEen versnelling inschakelen of de keuzej
hendelstand P inschakelen.'yZodra de verkeerssituatie het toelaat alle
inzittenden laten uitstappen en buiten het
gevarengebied brengen, bijvoorbeeld achj
ter de vangrails.'yAfhankelijk van de uitvoering het gereedj schap en het noodwiel uit de auto nemen.'yEventueel gevarendriehoek of waarschuj
wingsknipperlichten op de betreffende afj
stand neerzetten.'yGeen houtblokken e.d. onder de autokrik
leggen, anders kan de krik haar draagverj
mogen niet bereiken wegens de beperkte hoogte.'yDe auto bovendien tegen wegrollen beveij
ligen.'yDe wielbouten een halve omwenteling losj draaien.
Kriksteunpunten
De kriksteunpunten bevinden zich op de gejmarkeerde posities.
Voertuigoptillen WAARSCHUWING
De handen of vingers kunnen bij het gej
bruik van de krik ingeklemd raken. Er bestaat
kans op letsel. Bij het gebruik van de krik de
Seite 207WielenenbandenMobiliteit207
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 208 of 253

beschreven positie van de handen aanhouden
en deze positie niet veranderen.'

Page 209 of 253

4.De slinger van de krik linksom draaien om
de krik in te schuiven en de auto te laten zakken.5.De krik verwijderen.
Nahetverwisselenvaneenwiel
1.De wielbouten kruiselings vastdraaien. Het
aanhaalmoment bedraagt 140 Nm.2.Het defecte wiel opbergen in de bagagej ruimte.
Het defecte wiel is te groot om bewaard te kunnen worden onder de bagageruimteboj dem.3.De bandenspanning bij de volgende gelej
genheid controleren en zo nodig corrigej ren.4.Bandenpechwaarschuwing opnieuw initiajliseren.
Reset van de bandenspanningscontrole
uitvoeren.5.Het vastzitten van de wielbouten laten conj troleren met een gekalibreerde momentsj
leutel.6.Naar de dichtstbijzijnde Service Partner van de fabrikant, een andere gekwalifijceerde Service Partner of een specialist rijjden, om de beschadigde band te laten verj
vangen.Seite 209WielenenbandenMobiliteit209
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 210 of 253

OnderdevoorkapBelangrijkezakenonderdevoorkap1Reservoir voor sproeiervloeistof2Met range extender: noodontgrendeling
tankdopklep3Koelmiddelreservoir voor airco4Koelmiddelreservoir voor aandrijvingHet laadkabelvak in het midden dient voor opj bergen van het laadsnoer.
In het laadkabelvak kan vocht binnendringen,
bijvoorbeeld in de wasstraat.
Voorkap
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Door ondeskundig uitgevoerde werkj
zaamheden in de motorruimte kunnen onderj delen worden beschadigd en tot een veiligjheidsrisico leiden. Er bestaat kans op een
ongeval of schade. Werkzaamheden onder de
voorkap door een Service Partner van de fabrijkant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten uitvoeren.'

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 260 next >