BMW I3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 71 of 253

Gereedheid
Alle stroomverbruikers zijn gebruiksklaar. Op
het instrumentenpaneel worden kilometer- en dagtellers weergegeven.
Om ontladen van de accu te voorkomen, gej
reedheid en geactiveerde stroomverbruikers enkel gebruiken voor de duur dat ze nodig zijn.
Gereedheidinschakelen
Door indrukken van de start/stop-knop wordt
de gereedheid in- of uitgeschakeld.
De gereedheid wordt automatisch uitgeschaj
keld:'yBij het vergrendelen, ook als het dimlicht is
ingeschakeld.'yBij het openen of sluiten van het bestuurj dersportier, wanneer de veiligheidsgordel
van de bestuurder is afgedaan en het dimj
licht is uitgeschakeld.'yBij het afdoen van de veiligheidsgordel van de bestuurder, wanneer het bestuurdersjportier is geopend en het dimlicht is uitgej
schakeld.'yBij lage laadtoestand van de accu's, wanj neer het dimlicht is uitgeschakeld.'yNa circa 15 minuten zonder verdere bediej
ning wordt van dimlicht op stadslicht omj
geschakeld.'yBij het openen van de voorportieren, als niemand op de voorstoelen zit.
Rijden-stand-by
Het ingeschakelde rijden-stand-by komt overj
een met de draaiende motor bij conventionele
auto's. Het uitgeschakelde rijden-stand-by
komt overeen met de afgezette motor.
Bij geactiveerde rijden-stand-by is de auto rijj klaar en in het instrumentenpaneel brandt de
indicatie READY, zie pagina 71.
Alle systemen zijn gebruiksklaar.
De controle- en waarschuwingslampjes in het
instrumentenpaneel branden niet allemaal
even lang.
Bij het parkeren de rijden-stand-by en niet bej
nodigde stroomverbruikers uitschakelen om
de accu te sparen.
De rijden-stand-by wordt automatisch uitgej
schakeld, als bij het openen van het bestuurj
derportier de veiligheidsgordel is afgedaan.
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Keuzehendelstand P wordt automatisch
ingeschakeld bij het uitschakelen van rijden-
stand-by. Er bestaat gevaar voor schade. Rijj
den-stand-by in wasstraten niet uitschakej
len.'

Page 72 of 253

Hetcontrolelampjeophet
instrumentenpaneel
De weergave READY geeft aan,
dat de auto gereed is om te rijj
den.
Weergaveopdestart/stop-knop
Algemeen
Het rijden-stand-by wordt ook weergegeven
door verlichting van de start-/stopkop.
Verlichingknippertoranje
'yNa het ontsluiten en openen van het porj
tier.'yNa het uitschakelen van het rijden-stand-
by.
Bij het intrappen van het rempedaal wordt de verlichting sterker.
Verlichtingbrandtcontinublauw
Bij het inschakelen van het rijden-stand-by
brandt het licht blauw. De auto is gereed om te rijden. Op het instrumentenpaneel brandt deweergave READY. Hierbij klinkt bovendien eensignaal.
Verlichtinguit Rijden-stand-by, gereedheid en standby-moj
dus van de radio zijn uitgeschakeld. De auto
bevindt zich in ruststand. Evt. is de laadkabel
aangesloten.
Vertrek
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Rijden is onder de volgende voorwaarden mojgelijk:'yLaadtoestand van de hoogspanningsaccu
is voldoende.'yBestuurdersportier is gesloten.
Laadtoestandbijsterke
temperatuurschommelingen
Bij sterke temperatuurschommelingen en een lage laadtoestand van de hoogspanningsaccu
kan de auto eventueel bij de volgende rit niet
meer worden gestart. De auto bij een lage laadtoestand tijdig opladen.
Rijden
1.Rijden-stand-by inschakelen.2.Rem intrappen en in keuzehendelstand D of R schakelen.3.Parkeerrem vrijzetten.4.Rijden m.b.v. het rijpedaal.
Keuzehendelstanden
De gekozen keuzehendelstand wordt bij dekeuzehendel afgebeeld.
DDrive
Stand voor normaal rijden.
Seite 72BedieningRijden72
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 73 of 253

RAchteruit
Alleen bij stilstaande auto inschakelen.
NNeutraal,Stationair
Bijv. in wasstraten inschakelen. De auto kan vrij rollen.
PParkeren
Alleen inschakelen bij stilstaande auto en ingej drukt rempedaal. De aangedreven wielen worj den geblokkeerd.
De keuzehendelstand P wordt in de volgende situaties automatisch ingeschakeld:'yWanneer bij ingeschakelde rijden-stand-byen keuzehendel in stand D of R de gordel
van de bestuurdersstoel wordt afgedaan,
het bestuurdersportier wordt geopend en
het rem- of het rijpedaal niet wordt ingej drukt.'yNa het uitschakelen van het rijden-stand-
by via de start/stop-knop, wanneer de keuj
zehendelstand D of R ingeschakeld is.'yBij het uitschakelen van de gereedheid.
Voor het verlaten van de auto controleren of de
stand P van de keuzehendel is ingeschakeld.
Anders kan de auto zich in beweging zetten.
Op hellingen daarnaast ook de parkeerrem
vastzetten, zie pagina 77.
Keuzehendelstandeninschakelen Algemeen
'yInterlock: de keuzehendelstand P kan enj
kel bij ingeschakelde rijden-stand-by verlaj
ten worden.'yShiftlock: bij stilstaande auto het rempej
daal indrukken alvorens vanuit P of N te
schakelen, omdat het schakelverzoek anj
ders niet wordt uitgevoerd.'yShiftlock: voor het schakelen vanuit P het
laadsnoer loskoppelen van de auto, anders wordt het schakelverzoek niet uitgevoerd.D,N,Rinschakelen
Keuzehendel in de gewenste richting draaien.
De gekozen keuzehendelstand wordt bij dekeuzehendel afgebeeld.
Pinschakelen
Toets P indrukken.
Noodontgrendelingelektronisch
ontgrendelen
Algemeen
De parkeervergrendeling elektronisch ontgrenj
delen om de auto uit de gevarenzone te maj
noeuvreren.
Voor het ontgrendelen van de parkeervergrenj
deling de parkeerrem aantrekken, om te verj hinderen dat de auto wegrolt.
KeuzehendelstandNinschakelen
1.Start/Stop-knop indrukken en ingedrukt houden.2.Rempedaal indrukken.Seite 73RijdenBediening73
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 74 of 253

3.Keuzehendel in positie N draaien en vastjhouden.
Desbetreffende Check-Control-melding
wordt weergegeven.4.Keuzehendel binnen ca. 2 seconden opj
nieuw in positie N draaien.
Position N wordt op de keuzehendel gej
toond.5.Start/Stop-knop en remmen loslaten.6.De auto uit de gevarenzone manoeuvreren en vervolgens tegen wegrollen beveiligen.
Rijden-stand-byuitschakelen
Na het parkeren van de auto kunnen bedrijfsj
geluiden van het elektrische systeem, bijv. de
koeling van de hoogspanningsaccu, hoorbaar
zijn.
Na het stoppen:
1.Rem intrappen en keuzehendelstand P inj schakelen.2.Parkeerrem bedienen.3.Start/stop-knop indrukken.
De weergave READY gaat uit en er klinkt een signaal.
Bij lange perioden van stilstand de aanwijj
zingen in het hoofdstuk Verzorging in acht nemen, zie pagina 234.
Voorhetbinnenrijdenvande
wasstraat
Om ervoor te zorgen dat de auto in de wasj
straat kan rollen, de informatie over Wassen in automatische wasinstallaties of wasstraten, ziepagina 230, in acht nemen.
Rijdenindetail:eDRIVE
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR
De remwerking van de elektromotor kan
sterker zijn dan bij een voertuig met verbranj
dingsmotor. Een plotse vermindering van de
snelheid kan andere verkeersdeelnemers hinj deren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Voorzichtig het rijpedaal loslaten. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.'

Page 75 of 253

Standenvanhetrijpedaal1Vertraging2Uitrollen3Acceleratie of constante snelheid: ePOj
WER
Vertraging
De vertraging hangt af van de stand van het rijj
pedaal. Hoe minder het rijpedaal bediend
wordt, hoe groter de vertraging. Daarbij wordt energie teruggewonnen en wordt de hoogjspanningsaccu opgeladen.
Indien het rijpedaal wordt losgelaten, lijkt de
vertraging op een licht remmen. Bovendien
gaan de remlichten branden zonder dat het
rempedaal bediend wordt.
Energieterugwinning:CHARGE De hoogspanningsaccu wordt deels opnieuwopgeladen door energieterugwinning. De elekjtromotor werkt bij het vertragen als een dyj
namo en zet de bewegingsenergie om in elekj
trische energie.
Energie kan teruggewonnen worden, wanneer er aan de volgende voorwaarden is voldaan:
'yAuto is in beweging.'ySnelheid hoger dan circa 20 km/h.'yKeuzehendelstand D of R is ingeschakeld.'yRijpedaal wordt niet of slechts in het eerste
derde van de pedaalslag bediend.
Energie kan in de volgende situaties niet tej ruggewonnen worden:
'yKeuzehendelstand N is ingeschakeld.'yTerwijl de rijstabiliteitsregelsystemen,zoals DTC, zijn geactiveerd of worden gejregeld, ook wanneer dit niet wordt weergejgeven door een controlelampje.'yDe hoogspanningsaccu is volledig opgelaj
den.'yBij zeer lage of zeer hoge temperatuur van
de hoogspanningsaccu.
In de winter is het mogelijk dat de energiej
terugwinning na de start kortstondig niet
beschikbaar is.
Voorbeeldenvanrijsituaties
Indien tijdens het rijden verwacht wordt dat
men moet vertragen, dan kan dat gebruikt worj
den voor de energieterugwinning.
De volgende voorbeelden van rijsituaties kunj nen daarvoor geschikt zijn:
'yVertraging op een helling.'yVertraging voor een rood verkeerslicht.
Laat of krachtig remmen vermijden. De auto inplaats daarvan vertragen door de energietej
rugwinning.
Uitrollen
Bij elektrische aandrijving kan de auto rollen
zonder energie te verbruiken. Deze rijmodus
wordt uitrollen genoemd.
Door anticiperend te rijden wordt het energiej
verbruik verminderd en de actieradius verj hoogd.
Bij het rollen van de auto wordt geen energie
teruggewonnen.
Voorbeeldenvanrijsituaties Wanneer een traject afgelegd kan worden zonjder dat men verwacht te moeten remmen, dan
is het voordelig om de auto te laten uitrollen.
De volgende voorbeelden van rijsituaties kunj nen daarvoor geschikt zijn:
'yUitrollen op een rechte helling zonder objstakels.Seite 75RijdenBediening75
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 76 of 253

'yUitrollen op een stuk zonder obstakels.
Laat of krachtig remmen vermijden.
Akoestischevoetgangersbescherming
Principe Het systeem produceert, afhankelijk van de
landspecifieke uitvoering, een continu rijgeluid bij een elektrische snelheid tot circa 30 km/h.
Een luidsprekersysteem verspreiden het gejluid.
Daardoor kunnen andere deelnemers aan het verkeer, bijvoorbeeld voetgangers of fietsers,
de auto beter waarnemen.
In-/uitschakelen Het systeem is automatisch actief bij het begin
van de rit. Het systeem kan, afhankelijk van de landspecifieke uitvoering kortstondig wordenin- en uitgeschakeld.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Waarsch. voetg."3."Activeren"
Symbool wordt weergegeven bij uitgej
schakelde voetgangsbescherming.
Rangeextender
Actieradiusvergroten
Indien de laadtoestand van de hoogspanningsj accu tijdens het rijden daalt tot een minimumjwaarde, start de range extender om de nodigeelektrische energie te leveren voor het verderrijden.
Het symbool op de laadtoestandweergave
duidt het inschakeltijdstip van de range extenj
der aan.
Het prestatieniveau van de range extender wordt automatisch geregeld, waarbij hij afhanj
kelijk van de rijsituatie wordt uit- en ingeschaj keld.
Zolang de range extender is geactiveerd, wordt
de laadtoestand binnen de grenzen van de technische mogelijkheden gehouden. Zo nodig
laadt de range extender de hoogspanningsj accu op tot het punt dat de laadtoestand ophet tijdstip van inschakeling van de range exj
tender is bereikt.
De range extender heeft geen directe verbinj
ding met de aandrijflijn.
Gebruikvanderangeextender Het puur elektrische gebruik van de auto biedt
het volledige vermogen van de aandrijving, en
is het meest effici

Page 77 of 253

'yWanneer de laadtoestand van de hoogj
spanningsaccu meer dan circa 75 % bej draagt.'yWanneer er geen brandstof in de tank zit.'yWanneer de range extender automatisch
werd gestart.'yWanneer door het systeem bepaalde critej ria de werking van de range extender verj
hinderen.
Een handmatig gestarte range extender moet eerst een korte tijd lopen voordat deze weer
met de hand kan worden uitgeschakeld.
Automatischeonderhoudsloop
Langere periodes van niet-gebruik van de range extender vermijden. Voor veilige werking
wordt de range extender op regelmatige tijdj stippen tijdens het rijden gedurende enkele
minuten automatisch ingeschakeld. Overeenj komstige Check-Control-meldingen gevendeze onderhoudsloop aan. Indien de onderj
houdsloop van de range extender plaatsvindt
op een ongunstig tijdstip, dan kan deze afgej broken worden door te drukken op de start-/
stopknop. De onderhoudsloop wordt dan verj
zet naar een ander moment.
Een onderhoudsloop is niet mogelijk wanneer
de hoogspanningsaccu volledig opgeladen is of wanneer de brandstoftank bijna leeg is.
Sterkontladenhoogspanningsaccu
Wanneer de hoogspanningsaccu tijdens de rit sterk ontladen raakt, dan worden het aandrijfjvermogen en sommige comfortfuncties tenbehoeve van de actieradius stapsgewijs gerej
duceerd.
Oververhittinghoogspanningsaccu Bijstilstaandeauto In uitzonderlijke gevallen kan het zijn dat de
hoogspanningsaccu bij stilstaande auto erg heet wordt. Bijv. bij extreem hoge buitentemj
peraturen en directe zonnestraling. Bij oververj
hitte hoogspanningsaccu kan de rijden-stand-
by niet worden ingeschakeld.
Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
Het opnieuw beschikbaar zijn van rijden-stand- by wordt eveneens getoond.
Tijdenshetrijden Indien de hoogspanningsaccu tijdens het rijj
den erg heet wordt, wordt het aandrijvingsverj
mogen stapsgewijs gereduceerd om de accu
af te koelen. De vermogensweergave ePOj
WER in het instrumentenpaneel neemt daarbij af. Indien de temperatuur opnieuw stijgt, de
auto parkeren tot de hoogspanningsaccu afgej
koeld is. Indien de vermogensweergave daalt
tot 0, wordt de rijden-stand-by uitgeschakeld
en komt de auto tot stilstand.
Parkeerrem
Principe De parkeerrem dient om de stilstaande auto te
beschermen tegen wegrollen.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in bej
weging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. De auto voor het verlaten tej
gen wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:'yParkeerrem bedienen.'yOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'yOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv. met een wielkeg.'

Page 78 of 253

gevaar brengen, bijv. door de volgende handejlingen:'yIndrukken van de start/stop-knop.'yParkeerrem vrijzetten.'yPortieren of ruiten openen en sluiten.'yKeuzehendelstand N inschakelen.'yUitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans opletsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.'

Page 79 of 253

2. Schakelaar bij ingedrukt rempedaal of
ingeschakelde keuzehendelstand P indrukj
ken.
Het in bedrijf stellen kan enkele seconden duj ren. Eventuele geluiden zijn normaal.
Het controlelampje in het instrumenj
tenpaneel dooft zodra de parkeerrem
weer gebruiksklaar is.
Stopfunctie Principe
Het systeem houdt de auto zelfstandig stil bij
ingeschakelde versnelling. Het rollen tegen de rijrichting in wordt verhinderd.
In de keuzehendelstand D kan de auto niet naar achteren, in de keuzehendelstand R niet
naar voren rollen. Het rempedaal moet niet
worden bediend.
Energieverbruikverminderen
Om het energieverbruik bij actieve stopfunctie
te verminderen, bij langere perioden van stilj stand van de auto de parkeerrem inschakelenof de keuzehendelstand P inschakelen.
Afhankelijk van de belading van de auto en de
helling van de weg kan de stopfunctie niet opj timaal werken. Soms wordt er een Check-Conj
trol-melding weergegeven en automatisch
keuzehendelstand P ingeschakeld.
Richtingaanwijzers,
grootlicht,lichtsignaal
Richtingaanwijzers
Knipperlichtindebuitenspiegel Bij het rijden en tijdens het gebruik van deknipperlichten of de waarschuwingsknipperjlichtinstallatie de buitenspiegels niet inklapj
pen, zodat de knipperlichten in de buitenspiej
gels goed te herkennen zijn.
Knipperen
De schakelaar door het drukpunt heen indrukj
ken.
De schakelaar keert na de bediening in de uitj gangspositie terug. Om handmatig uit te schajkelen de schakelaar tot aan het drukpunt aanjtippen.
Kortknipperen
De hendel licht omhoog of omlaag aantippen.
Richtingaanwijzer knippert driemaal. De functie kan geactiveerd of gedeactiveerdworden.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Licht"3."Driemaal knipperen"
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Kortstondigknipperen
De hendel tot door het drukpunt drukken en inj
gedrukt houden zolang er geknipperd moet worden.
Storing Ongewoon snel knipperen van de controlej
lampje duidt op een uitgevallen richtingaanwijj
zerlampje.
Seite 79RijdenBediening79
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 80 of 253

Grootlicht,lichtsignaal
De hendel naar voren drukken of naar achteren
trekken.'yGrootlicht aan, pijl 1.'yGrootlicht uit/lichtsignaal, pijl 2.
Ruitenwisserinstallatie
Algemeen
De wissers niet bij een droge voorruit gebruij ken, anders kunnen de wisserbladen snellerslijten of beschadigd raken.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Als de wissers zich in beweging zetten
wanneer ze uitgeklapt zijn, kunnen lichaamsj delen worden ingeklemd of delen van de auto
worden beschadigd. Er bestaat kans op letsel of schade. Erop letten dat het contact is afgej
zet als de wissers worden opgeklapt en dat de
wissers bij het inschakelen zijn neergeklapt.'

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 260 next >