BMW M2 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 91 of 236

Drivelogic
Principe Met de Drivelogic kan de karakteristiek van de
transmissie worden ingesteld. Daartoe zijn in de Drive-modus en in de sequentiële modusverschillende rijprogramma's beschikbaar.
Via de toets van de rijbelevingsschakelaar kunj nen de rijprogramma's worden geactiveerd.
Overzicht
Toetsindeauto
Rijprogrammas Drive-modus
Er kan gekozen worden uit drie rijprogramma's:
'yCOMFORT: efficiënt rijden.'ySPORT: sportief rijden.'ySPORT+: consequent sportief rijden.
Sequenti

Page 92 of 236

Grenzenvanhetsysteem
Deze transmissie beschikt over een oververhitj
tingsbescherming, die de koppeling tegen exj
treme belasting beschermt.'yControlelampje brandt geel: transj
missie te warm.
Hoge motorbelasting en frequent wegrijden voorkomen.'yControlelampje brandt rood: transmissie
oververhit.
Gematigd verder rijden mogelijk. Bij de volj
gende gelegenheid stoppen, motor afzetj
ten en transmissie laten afkoelen.
Frequent, hard wegrijden vermijden en op stijj
gingen de auto niet door licht gas geven met
slippende koppeling houden, anders kan de
versnellingsbak oververhit raken.
In de file of bij zeer lage snelheden de Low
Speed Assistent, zie pagina 89, gebruiken.
Seite 92BedieningRijden92
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 93 of 236

WeergavenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
Overzicht,instrumentenpaneel
1Snelheidsmeter2Meldingen, bijvoorbeeld Check-Control3Toerenteller\_ 974Momenteel verbruik5Elektronische weergaven6Brandstofmeter\_ 977Kilometers resetten\_ 98Check-Control
Principe Check-Control controleert functies in de autoen geeft een melding als in de bewaakte systej men een storing is opgetreden.Algemeen
Op het instrumentenpaneel wordt een Check- Control-melding weergegeven als een combij natie van controle- of waarschuwingslampjes
en tekstuele meldingen.Seite 93WeergavenBediening93
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 94 of 236

Tevens klinkt er eventueel een akoestisch sigjnaal en verschijnt er een tekstbericht op het
Control Display.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Algemeen
Controle- en waarschuwingslampjes op het inj
strumentenpaneel kunnen in verschillende combinaties en kleuren gaan branden.
Van sommige lampen wordt bij het starten van de motor of inschakelen van het contact dewerking gecontroleerd, waarbij deze even kortbranden.
Rodelampjes
Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuurj
derszijde is niet omgedaan. Bij somj mige landuitvoeringen: passagiersgorj
del niet omgegespt of voorwerpen herkend op
de passagiersstoel.
Controlelampje knippert of brandt: Veiligheidsj
gordel aan bestuurders- of passagierszijde is
niet omgedaan. De gordelherinnering kan ook
in werking treden als er voorwerpen op de pasj
sagiersstoel liggen.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is
omgedaan.
Gordelwaarschuwingvoorachterbank Rood: De veiligheidsgordel van de bejtreffende zitplaats op de achterbank is
niet vastgemaakt.
Groen: De veiligheidsgordel van de betrefj fende zitplaats op de achterbank is vastgejmaakt.
Airbagsysteem Airbagsysteem en gordelspanner zijn
mogelijk defect.De auto zo snel mogelijk door een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwajlificeerde Service Partner of specialist laten
controleren.
Parkeerrem,remsysteem Voor meer informatie, zie Parkeerremloszetten, zie pagina 83.
Botsingswaarschuwing Controlelampje brandt: Vooralarm, bijjvoorbeeld bij een dreigend botsingsgejvaar of bij zeer geringe afstand tot een
voorligger.
Afstand vergroten.
Controlelampje knippert: Acute waarschuwing bij direct botsingsgevaar, als de auto met relajtief hogere, andere snelheid een andere auto
nadert.
Ingrijpen door te remmen en eventueel uit te
wijken.
Persoonswaarschuwing Symbool op het instrumentenpaneel.
Dreigt er een botsing met een herkent
persoon, dan licht het symbool op en
klinkt er een signaal.
Gelelampjes
AntiblokkeersysteemABS Rembekrachtiger mogelijk defect. Plotj
seling remmen vermijden. Houd rekej ning met een langere remweg.
Direct door een Service Partner van de fabrij kant of een andere gekwalificeerde ServicePartner of specialist laten controleren.Seite 94BedieningWeergaven94
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 95 of 236

DynamischestabiliteitscontroleDSCControlelampje knippert: DSC regelt de
aandrijf- en remkrachten. De auto wordt gestabiliseerd. Snelheid verlagen
en rijstijl aan de wegomstandigheden aanpasj sen.
Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen. Het systeem door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Serj
vice Partner of specialist laten controleren.
Voor meer informatie, zie Dynamische stabilij teitscontrole DSC, zie pagina 132.
DynamischestabiliteitscontroleDSC
gedeactiveerd
Dynamische stabiliteitscontrole DSC isgedeactiveerd.
Voor meer informatie, zie Dynamische
stabiliteitscontrole DSC, zie pagina 132.
MDynamicModeMDM M Dynamic Mode MDM is ingeschaj
keld.
Voor meer informatie, zie M Dynamic
Mode, zie pagina 133.
Controlelampje knippert eveneens: MDM regelt de aandrijf- en remkrachj
ten. De auto wordt gestabiliseerd.
Controlelampje brandt: MDM is uitgej
vallen. Het systeem door een Service
Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of spej
cialist laten controleren.
Voor meer informatie, zie M Dynamic Mode, zie pagina 133.
BandenpechwaarschuwingRPA De bandenpechwaarschuwing meldtspanningsverlies in een band.Snelheid verminderen en voorzichtig stoppen.
Heftige rem- en stuurbewegingen vermijden.
Voor meer informatie, zie Bandenpechwaarj
schuwing, zie pagina 120.
BandenspanningscontroleRDC Het controlelampje brandt.
e bandenspanningscontrole meldt een
lage bandenspanning of bandenpech.
De informatie in de Check-Control-melding in acht nemen.
Het controlelampje knippert en brandt vervolj gens continu.
Er kan geen bandenpech of verlies van banj denspanning herkend worden.'yStoring door installaties of apparaten met dezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem auj tomatisch weer actief.'yRDC kan de reset niet voltooien: voer de
reset van het systeem opnieuw uit.'yWiel zonder RDC-elektronica is gemonj
teerd: Evt. laten controleren door een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of speciajlist.'yStoring: het systeem door een ServicePartner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist
laten controleren.
Voor meer informatie, zie Bandenspanningsj
controle, zie pagina 117.
Stuursysteem Stuursysteem mogelijk defect.
Het stuursysteem door een Service
Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Seite 95WeergavenBediening95
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 96 of 236

MotorfunctiesStoring in werking van de motor.
De auto door een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten conj troleren.
Voor meer informatie, zie Aansluiting voor On- Board-Diagnose-Diagnose, zie pagina 200.
LaneDepartureWarning Als het systeem is ingeschakeld, wordt
er bij het verlaten van een herkende rijj baan zonder eerst de richting aan te
geven onder bepaalde omstandigheden een
waarschuwing gegeven.
Voor meer informatie, zie Lane Departure Warj
ning, zie pagina 127.
Mistachterlicht Mistachterlichten zijn ingeschakeld.
Voor meer informatie, zie Mistachterj
lichten, zie pagina 111.
Groenelampjes
Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers ingeschakeld.Ongewoon snel knipperen van de conjtrolelampje duidt op een uitgevallen
richtingaanwijzerlampje.
Voor meer informatie, zie Richtingaanwijzer,
zie pagina 83.
Stadslicht,rijlicht Stadslicht of rijlicht is ingeschakeld.GrootlichtassistentGrootlichtassistent is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt afhankelijk van de
verkeerssituatie automatisch in- en uitj
geschakeld.
Voor meer informatie, zie Grootlichtassistent,
zie pagina 111.
Snelheidsregeling Systeem is ingeschakeld. De snelheiddie met de bedieningselementen ophet stuurwiel is ingesteld wordt aangej
houden.
Handmatigesnelheidsbegrenzer Controlelampje brandt: Het systeem is
ingeschakeld.
Controlelampje knippert: De ingestelde
snelheidslimiet wordt overschreden. Er klinkt eventueel een signaal.
Verminder de snelheid of deactiveer het sysj
teem.
Blauwelampjes Grootlicht Grootlicht is ingeschakeld.
Voor meer informatie, zie Grootlicht, zie
pagina 84.
Algemenelampjes Check-Control Minimaal één Check-Control-meldingwordt weergegeven of is opgeslagen.
Tekstmeldingen Tekstmeldingen in combinatie met een symj
bool op het instrumentenpaneel geven uitleg
over een Check-Control-melding en de betejSeite 96BedieningWeergaven96
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 97 of 236

kenis van de controle- en waarschuwingslampjjes.
Aanvullendetekstmeldingen Meer informatie, bijv. over de oorzaak van een
storing en de noodzaak tot ingrijpen, kan worj
den opgeroepen via Check-Control.
Bij dringende meldingen wordt de aanvullende
tekst automatisch op het Control Display gej
toond.
Functies
Afhankelijk van de Check-Control-melding
kunnen de volgende functies geselecteerd worden.'y"Handleiding"
Bijkomende informatie over de Check-
Control-melding weergeven in de ge

Page 98 of 236

Kilometer-endagtellerWeergave'yKilometerteller, pijl 1.'yDagteller, pijl 2.
Kilometersweergeven/resetten Toets indrukken.
'yBij uitgeschakeld contact
worden de tijd, buitentemj
peratuur en kilometerteller
weergegeven.'yBij ingeschakeld contact wordt de dagteller teruggezet.
Buitentemperatuur
WAARSCHUWING
Ook bij temperaturen boven +3 

Page 99 of 236

Momenteelverbruikweergeven
Afhankelijk van de uitrusting kan het huidige brandstofverbruik als balkweergave op het injstrumentenpaneel worden weergegeven.1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5."Overige analoge displays"
Energieterugwinning
Weergave Bewegingsenergie van de auto
wordt tijdens de Autoaandrijving
in omgezet in elektrische enerj gie. De accu wordt gedeeltelijk
geladen en het brandstofverj
bruik kan worden verlaagd.
WeergaveEfficientDynamics
EfficientDynamicsafbeelden Tijdens de rit kan informatie over verbruik en
techniek worden weergegeven.
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."EfficientDynamics"
Verbruiksgeschiedenisweergeven
Het gemiddelde verbruik kan binnen een injstelbare periode worden weergegeven.
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."EfficientDynamics"4. Symbool selecteren.Routelengteselecteren1. Toets indrukken.2.Gewenste routelengte of schaalindelingselecteren.
Verbruiksgeschiedenisresetten
1. Toets indrukken.2."Verbruiksgegevens terugzetten"
EfficientDynamics-infoweergeven
De momentele werking kan worden weergegejven.
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."EfficientDynamics"4. Symbool selecteren.
De volgende systemen worden weergegeven:
'yAutomatische start-stop-functie.'yEnergieterugwinning.'yVermogen van de airconditioning.
Benodigdonderhoud
Principe De functie geeft het benodigde onderhoud ende overeenkomstige onderhoudsomvang aan.
Algemeen
Afstand of tijd tot het volgende onderhoud wordt na inschakelen van het contact kortweergegeven in het instrumentenpaneel.
De actuele servicebehoefte kan door een serj
viceadviseur worden uitgelezen uit de afj
standsbediening.
Seite 99WeergavenBediening99
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 100 of 236

Weergave
Gedetailleerdeinformatieoverhet
benodigdeonderhoud
Nadere informatie over de omvang van het onjderhoud kan op het Control Display worden
weergegeven.1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"
Noodzakelijke omvang van het onderhoud
en zo nodig wettelijk voorgeschreven keuj ringen worden weergegeven.4.Vermelding selecteren om nadere informajtie te laten weergeven.
Symbolen
Symj
bolenBeschrijvingOnderhoud is op dit moment niet
noodzakelijk.Auto is aan een onderhoudsbeurt of
een wettelijke keuring toe.Termijn voor het onderhoud is overj
schreden.
Afsprakeninvoeren
Afspraken voor voorgeschreven keuringen van
de auto invoeren.
Ervoor zorgen dat datum en tijd van de auto juist zijn ingesteld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4."Autokeuring (APK)"5."Datum:"6.Gewenste instelling selecteren.7.Bevestigen.
Datuminvoer wordt opgeslagen.
Automatischeservicewaarschuwing De gegevens over de onderhoudstoestand of
over wettelijk voorgeschreven keuringen van de auto worden automatisch voor de vervaldaj
tum doorgegeven aan de Service Partner.
Er kan worden gecontroleerd, wanneer de Serj
vice Partner werd ingelicht.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Teleservice oproep"
Onderhoudsgeschiedenis
Algemeen
Onderhoudswerkzaamheden bij een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwaj lificeerde Service Partner of specialist laten uitjvoeren. De uitgevoerde onderhoudswerkzaamj
heden worden ingevoerd in de
voertuiggegevens, zie pagina 199.
Het ingevoerde onderhoud kan op het Control
Display worden weergegeven. De functie is beschikbaar zodra er een onderhoudsbeurt in
de autogegevens is ingevoerd.
Onderhoudsgeschiedenisweergeven Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4. "Service historie"
Uitgevoerd onderhoud wordt weergegej
ven.5.Vermelding selecteren om nadere informaj tie te laten weergeven.Seite 100BedieningWeergaven100
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 240 next >