BMW M2 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 101 of 236

SymbolenSymj
bolenBeschrijvingGroen: onderhoud is tijdig uitgej
voerd.Geel: onderhoud is te laat uitgej
voerd.Onderhoud is niet uitgevoerd.
Schakelpuntindicator
Principe
Het systeem geeft de meest energiezuinige versnelling voor de actuele rijsituatie aan.
Algemeen
De schakelpuntindicator is actief in de sequenj tiële modus van de M versnellingsbak met dubbele koppeling en bij de handgeschakeldeversnellingsbak.
Aanwijzingen voor op- of terugschakelen worj
den in het instrumentenpaneel weergegeven.
Bij voertuigen zonder schakelpuntindicator wordt de ingeschakelde versnelling weergegejven.
Handgeschakeldeversnellingsbak:
weergave
SymboolBeschrijvingMeest energiezuinige versnelling
is ingeschakeld.Opschakelen naar meest energiej
zuinige versnelling.SymboolBeschrijvingTerugschakelen naar meest enerj giezuinige versnelling.Naar stationair schakelen.
Mversnellingsbakmetdubbele
koppeling:keuzehendelnaaracht
VoorbeeldBeschrijvingMeest energiezuinige versnelling
is ingeschakeld.Naar energiezuinigere versnelling
schakelen.
SpeedLimitInfomet
weergaveinhaalverbod
SpeedLimitInfo
Principe
Speed Limit Info toont in het instrumentenpaj neel de actueel herkende snelheidsbeperking.
Algemeen
De camera bij de binnenspiegel registreert de verkeersborden aan de rand van de weg, evenj
als de variabele weergaven van matrixborden.
Verkeersborden met aanvullende informatie, bijvoorbeeld bij nat wegdek, worden ook herj
kend en met voertuiginterne gegevens, bijj
voorbeeld de regensensor, afgestemd en afj
hankelijk van de situatie weergegeven. Het systeem houdt rekening met de in het navigaj
tiesysteem opgeslagen informatie en geeft ook
op trajecten zonder borden de bekende snelj
heidsbeperkingen weer.
Seite 101WeergavenBediening101
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 102 of 236

Inhaalverbodaanduiding
Principe Door de camera herkende inhaalverboden en
hun opheffingen worden met overeenkomstige symbolen in het instrumentenpaneel weergejgeven.
Algemeen
Het systeem houdt alleen rekening met inhaalj
verboden en opheffingen die herkenbaar gej maakt zijn door borden.
In de volgende situaties vindt er geen weerj
gave plaats:'yIn landen waarin inhaalverboden hoofdzaj kelijk door straatmarkeringen kenbaar gej
maakt zijn.'yOp trajecten zonder borden.'yBij spoorwegovergangen, wegmarkeringen of andere situaties die op een inhaalverbod
zonder borden zouden duiden.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstanj
digheden en de verkeerssituatie juist in te
schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 103 of 236

Speed Limit Info niet beschikj
baar.
Inhaalverbodaanduiding Inhaalverbod.
Inhaalverbod opgeheven.
Grenzenvanhetsysteem
De werking kan bijv. in de volgende situaties
beperkt zijn en evt. verkeerde informatie aanj geven:'yBij dichte mist en hevige regen of sneeuwjval.'yAls borden door objecten, stickers of verfgeheel of gedeeltelijk afgedekt zijn.'yBij dicht achter het voorliggende voertuig
rijden.'yBij sterk tegenlicht of sterke reflecties.'yAls de voorruit voor de binnenspiegel bej slagen, verontreinigd of door stickers enz.
bedekt is.'yVanwege mogelijke verkeerde herkenninj gen van de camera.'yAls de in het navigatiesysteem opgeslagen
snelheidsbeperkingen onjuist zijn.'yIn gebieden die in het navigatiesysteem
niet voorkomen.'yBij afwijkingen van de navigatie, bijv. door gewijzigde tracés.'yBij het inhalen van bussen of vrachtwagensmet snelheidssticker.'yAls verkeerstekens niet overeenkomen
met de norm.'yTijdens de kalibratieprocedure van de caj
mera direct na aflevering van de auto.'yBij herkenning van borden die voor een paj rallelle straat of weg gelden.
Keuzelijsteninhet
instrumentenpaneel
Algemeen
Afhankelijk van de uitrusting kan via de toetsen
en de gekartelde knop aan het stuur en via de
meldingen in het instrumentenpaneel het volj gende afgebeeld of bediend worden:
'yActuele audiobron.'yNummerherhaling bij de telefoon.'yActiveren van het spraakgestuurd sysjteem.
Bovendien worden programma's van de rijbej
levingsschakelaar weergegeven.
Lijstactivereneninstellinguitvoeren
Op de rechter stuurwielzijde aan de gekartelde knop draaien, om de betreffende lijst te activej
ren.
1.Aan de gekartelde knop draaien en de gej
wenste instelling selecteren.2.Op de gekartelde knop drukken.Seite 103WeergavenBediening103
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 104 of 236

Weergave
Afhankelijk van de uitrusting kan de lijst in het
instrumentenpaneel afwijken van de afbeelj
ding.
Boordcomputer
Weergaveinhetinformatiedisplay De informatie van de boordcomjputer wordt in het informatiedisj
play op het instrumentenpaneel
weergegeven.
InformatieopInfoDisplayoproepen
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Informatie wordt op het Info Display van het inj strumentenpaneel weergegeven.
Overzichtvandeinformatie Door herhaald op de toets op de richtingsaanjwijzerhendel te drukken worden de volgendegegevens op het informatiedisplay getoond:
'yActieradius.'yGemiddeld verbruik, brandstof.'yMomenteel verbruik, brandstof.'yGemiddelde snelheid.'yDatum.'ySpeed Limit Info.'yAankomsttijd.
Bij actieve routebegeleiding in het navigaj
tiesysteem.'yAfstand tot reisdoel.
Bij actieve routebegeleiding in het navigaj
tiesysteem.
Informatieselecteren
Er kan worden ingesteld, welke informatie van
de boordcomputer op het Info Display van het
instrumentenpaneel kan worden opgeroepen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5.Gewenste informatie selecteren.
Informatieindetail
Actieradius De verwachte actieradius met de aanwezige
hoeveelheid brandstof in de tank wordt weerj gegeven.
Deze wordt berekend over de laatste 30 km waarbij rekening wordt gehouden met de rijstj
ijl.
Gemiddeldbrandstofverbruik
Het gemiddeld brandstofverbruik wordt berej
kend gedurende de tijd dat de motor draait.
Het gemiddelde verbruik wordt berekend voor
het afgelegde traject sinds de laatste reset in
de boordcomputer.
Seite 104BedieningWeergaven104
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 105 of 236

Gemiddeldesnelheid
Bij het berekenen van de gemiddelde snelheid
wordt de tijd dat de auto stilstaat met handmaj tig afgezette motor buiten beschouwing gelaj
ten.
Gemiddeldewaardenresetten
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar ingej
drukt houden.
Afstandtotreisdoel
De nog resterende afstand tot het reisdoel
wordt weergegeven als er voor het begin van
de rit een bestemming in het navigatiesysteem
is ingevoerd.
De afstand tot het reisdoel wordt automatisch overgenomen.
Aankomsttijd De verwachte aankomsttijd
wordt weergegeven als voor bej gin van de rit een bestemming inhet navigatiesysteem is ingej
voerd.
Voorwaarde is een correct ingestelde tijd.
SpeedLimitInfo
Zie voor meer informatie het hoofdstuk Speed Limit Info.
Reis-boordcomputer
Algemeen
Op het Control Display staan twee verschilj
lende boordcomputers ter beschikking:'y"Boordcomputer": waarden kunnen naar
believen worden gereset.'y"Reiscomputer": waarden leveren een
overzicht van de actuele rit.
Boordcomputerofreis-
boordcomputeroproepen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Boordcomputer" of "Reiscomputer"
Reis-boordcomputerresetten
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Reiscomputer"4.Controller eventueel naar links kantelen.'y "Terugzetten": alle waarden worj
den teruggezet.'y "Automatische reset": alle waarj
den worden na ca. 4 uur stilstand van de auto teruggezet.
Verbruikofsnelheidterugzetten
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Boordcomputer"4."Verbruik" of "Snelheid"5."OK"Seite 105WeergavenBediening105
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 106 of 236

SportweergavenPrincipe
In het Control Display kunnen bij overeenkomj
stige uitrusting de actuele waarden voor verj
mogen en koppel worden weergegeven.
Sportweergavenweergeven1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."Sportdisplays"
Snelheidswaarschuwing Principe
Er kan een snelheidsgrens ingesteld worden,
waarna er bij het bereiken hiervan wordt gej
waarschuwd.
Algemeen
Herhaalde waarschuwing wanneer de ingej stelde snelheid eenmaal met ten minste
5 km/h wordt onderschreden.
Snelheidswaarschuwingweergeven,
instellenofwijzigen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Waarschuwing bij:"5.Controller draaien tot de gewenste snelj
heid wordt weergegeven.6.Controller indrukken.
Snelheidswaarschuwing wordt opgeslagen.
Snelheidswaarschuwingactiveren/
deactiveren
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Snelheidswaarschuwing"5.Controller indrukken.
Actuelesnelheidovernemenals
snelheidswaarschuwing
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Huidige snelheid overnemen"5.Controller indrukken.
De momenteel gereden snelheid wordt opj
geslagen als snelheidswaarschuwing.
Voertuigstatus
Algemeen
Er kunnen voor enkele systemen de toestanj
den worden weergegeven of acties worden uitj
gevoerd.
Voertuigstatusoproepen Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"
Overzichtvandeinformatie
'y "Indicatie lekke band (RPA)": Status
van de bandenpechwaarschuwing, zie paj gina 120.'y "Bandenspanningscontrole": Status
van de bandenspanningscontrole, zie paj
gina 117.Seite 106BedieningWeergaven106
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 107 of 236

'yTerugzetten van de bandenspanningsconjtrole, zie pagina 117.'y "Motoroliepeil": Elektronische oliej
peilcontrole, zie pagina 193.'y "Check Control": Check-Control-melj
dingen worden op de achtergrond opgej slagen en kunnen op het Control Display
worden weergegeven. Weergave opgeslaj gen Check-Control-meldingen, zie paj
gina 97.'y "Servicebehoefte": Weergave van de
servicebehoefte, zie pagina 99.'y "Teleservice oproep": Teleservice Call.Seite 107WeergavenBediening107
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 108 of 236

VerlichtingUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
Overzicht Schakelaarsindeauto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het
stuurwiel.
Verlichtingsfuncties
SymboolFunctieMistachterlichtAutomatische verlichtingsregeling
Adaptieve bochtverlichtingLicht uit
DagrijlichtSymboolFunctieStadslichtDimlichtInstrumentenverlichting
Stads-,dim-enparkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
Wanneer bij uitgeschakeld contact het bej stuurdersportier wordt geopend, wordt de buijtenverlichting bij deze schakelaarstanden aujtomatisch uitgeschakeld.
Stadslicht
Schakelaarstand:

De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd inj geschakeld laten, anders wordt de accu ontlaj
den en kan de motor evt. niet meer worden gej start.
Voor het parkeren het eenzijdige parkeerlicht,
zie pagina 108, inschakelen.
Dimlicht
Schakelaarstand:

Het dimlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Parkeerlicht
Principe
De stadslichten kunnen aan één zijde als parj
keerlicht worden ingeschakeld.
Seite 108BedieningVerlichting108
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 109 of 236

Inschakelen
Bij uitgeschakeld contact de hendel circa 2 sej
conden door het drukpunt heen naar boven of
naar beneden drukken.
Uitschakelen
De hendel in tegengestelde richting kort tot
het drukpunt drukken.
Begroetings-en
thuiskomverlichting
Begroetingsverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitrusting bij het parkeren
van de auto schakelaarstand
of .
Sommige verlichtingsfuncties worden bij het
ontgrendelen van de auto eventueel afhankej lijk van de omgevingslichtsterkte kort ingejschakeld.
Inschakelen/uitschakelen Op het Control Display:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Begroetingsverlichting"
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
Thuiskomverlichting
Algemeen
Dimlicht brandt nog een bepaalde tijd, als bij uitgeschakelde standby-modus van de radio het lichtsignaal wordt geactiveerd.
Duurinstellen
Op het Control Display:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Thuiskomverl."6.Duur instellen.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Automatische
verlichtingsregeling
Principe
Het dimlicht wordt afhankelijk van de omgej
vingslichtsterkte automatisch in- of uitgeschaj keld, bijv. in een tunnel, bij schemering of neerjslag.
Algemeen
Een blauwe hemel met laagstaande zon kan tot inschakelen van de verlichting leiden.
Bij tunneluitritten overdag wordt het dimlicht niet direct, maar pas na ca. 2 min uitgeschaj
keld.
Dimlicht blijft altijd ingeschakeld, zolang het
mistlicht ingeschakeld is.
Activeren Schakelaarstand:

Het controlelampje in het instrumentenpaneel
brandt bij ingeschakeld dimlicht.
Seite 109VerlichtingBediening109
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 110 of 236

Grenzenvanhetsysteem
Het inschatten van de verlichting valt, ondanks
de automatische verlichtingsregeling, onder de
verantwoording van de bestuurder.
De sensoren kunnen bijv. mist of nevelig weer
niet herkennen. In dergelijke situaties moet de
verlichting handmatig worden ingeschakeld
om veiligheidsrisico's te voorkomen.
Dagrijlicht Algemeen
Schakelaarstand:
,
Het dagrijlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Inschakelen/uitschakelen
In sommige landen is dagrijlicht verplicht, daarom kan dit licht mogelijk niet uitgezet worj
den.
Op het Control Display:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Adaptievebochtverlichting
Principe
De adaptieve bochtverlichting is een variabele koplampregeling, die een dynamische verlichj
ting van het wegdek mogelijk maakt.
Algemeen
Afhankelijk van de stuuruitslag en van andere
parameters volgt het koplamplicht het verloop van de weg.
Om het tegemoetkomend verkeer niet te verjblinden, draait de adaptieve bochtverlichting bij stilstand niet naar de bestuurderszijde.
Afhankelijk van de uitvoering bestaat de adapj
tieve bochtverlichting uit een of meer systej
men:'yVariabele lichtverdeling, zie pagina 110.
Activeren
Schakelaarstand
bij ingeschakeld contact.
Variabelelichtverdeling De variabele lichtverdeling zorgt, afhankelijkvan de snelheid, voor een nog betere verlichjting van de rijbaan.
De lichtverdeling wordt automatisch aan de snelheid aangepast.
'yStadslicht: het verlichtingsbereik van het
dimlicht wordt uitgebreid aan de zijkanten.
Het stadslicht wordt ingeschakeld wanneer
bij het accelereren niet sneller wordt gerej
den dan 50 km/h of bij het remmen langzaj
mer wordt gereden dan 40 km/h.'yAutosnelweglicht: de reikwijdte van het
dimlicht wordt vergroot. De snelwegverj
lichting wordt ingeschakeld wanneer de
snelheid gedurende 30 seconden boven
110 km/h ligt of zodra de snelheid hoger is
dan 140 km/h. De snelwegverlichting wort
uitgeschakeld langzamer wordt gereden dan 80 km/h.
Storing
Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
De adaptieve bochtverlichting heeft een funcj
tiestoring of is uitgevallen. Het systeem door
een Service Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist laten controleren.
Seite 110BedieningVerlichting110
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 240 next >