BMW M2 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 121 of 236

Grenzenvanhetsysteem
Een natuurlijk, gelijkmatig spanningsverlies in
alle vier de banden wordt niet herkend.
Daarom de bandenspanning regelmatig conj
troleren.
Ernstige, plotselinge beschadiging van een band van buitenaf kan niet vooraf worden aanj gekondigd.
In de volgende situaties kan het systeem verj traagd of onjuist werken:'ySysteem is niet ge

Page 122 of 236

In-/uitschakelen
De Intelligent Safety-systemen worden bij iej dere start automatisch geactiveerd.
Toets indrukken: systemen worden
uitgeschakeld. De LED dooft.
Toets opnieuw indrukken: systemen worden
ingeschakeld. De LED brandt.
Instellingen kunnen op het Control Display
worden gewijzigd.
Botsingswaarschuwingmet
City-remfunctie
Principe
Het systeem kan helpen om ongevallen te
voorkomen. Indien een ongeval niet vermeden
kan worden, helpt het systeem om de botj
singssnelheid te beperken.
Het systeem waarschuwt voor mogelijk botj
singsgevaar en remt de auto zo nodig zelfstanj dig af.
De automatische remingreep vindt plaats met beperkte kracht en duur.
Het systeem wordt gestuurd via een camera bij de binnenspiegel.
De botsingswaarschuwing is ook bij gedeactij veerde snelheidsregeling beschikbaar.
Bij het bewust naderen van een voertuig vinj
den de botsingswaarschuwing en de reminj
greep later plaats om onjuiste systeemreacties
te voorkomen.
Algemeen
Het systeem waarschuwt vanaf ca. 5 km/h in
twee fasen voor eventueel botsingsgevaar met
andere voertuigen. Het moment van deze
waarschuwingen kan afhankelijk van de acj
tuele rijsituatie variëren.
Tot ca. 60 km/h vindt evt. een remingreep
plaats.Detectiegebied
Er wordt rekening gehouden met objecten, mits gedetecteerd door het systeem.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan
u niet van uw eigen verantwoording. In verband
met systeembeperkingen kunnen waarschuj
wingen of reacties door het systeem niet, te
laat of onjuist worden afgegeven. Er bestaat
gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verj
keerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie obj
serveren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 123 of 236

Overzicht
Toetsindeauto
Intelligent Safety-toets
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.
Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem wordt bij vertrek automatisch gej
activeerd.
Uitschakelen Toets indrukken: het systeem wordt
uitgeschakeld. De LED dooft.
Toets opnieuw indrukken: het systeem wordt
ingeschakeld. De LED brandt.
Waarschuwingstijdstipinstellen
Het moment van waarschuwing kan via iDrive ingesteld worden.1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Waarschuwingstijdstip"5.Gewenste instelling selecteren.
Het geselecteerde tijdstip wordt opgeslagenvoor het momenteel gebruikte bestuurderjsprofiel.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave
Als er een botsing met een waargenomen anj
der voertuig dreigt, wordt in het instrumentenj paneel een waarschuwingssymbool weergej
geven.
SymboolMaatregelSymbool brandt rood: vooralarm.
Remmen en afstand vergroten.Symbool knippert rood en er klinkt een signaal: acute waarschuwing.
Oproep om in te grijpen door remj men en evt. uitwijken.
Vooralarm
Een vooralarm wordt bijv. gegeven bij een dreij
gend botsingsgevaar of bij zeer geringe afj
stand tot een voorligger.
De bestuurder moet bij een vooralarm zelf inj
grijpen.
Acutewaarschuwingmetafremfunctie
Een acute waarschuwing wordt gegeven bij dij
rect botsingsgevaar als de auto met een relaj
tief groot snelheidsverschil een ander object
nadert.
Seite 123VeiligheidBediening123
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 124 of 236

De bestuurder moet bij acute waarschuwingzelf ingrijpen. Bij botsingsgevaar wordt de bejstuurder evt. door een kleine automatische rej
mingreep ondersteund.
Een acute waarschuwing kan ook zonder voorj
afgaand vooralarm worden geactiveerd.
Remingreep De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt de maximale remkracht toegepast. Een voorwaarde voor de ondersteuning van derembekrachtiging is het snel en krachtig injtrappen van het rempedaal. Daarnaast kan het
systeem bij botsingsgevaar ondersteuning biej
den door een beperkte remingreep. De auto
kan bij lage snelheid afgeremd worden tot stilj
stand.
Handgeschakelde versnellingsbak: bij een rej
mingreep tot stilstand is het mogelijk dat de
motor uitgeschakeld wordt.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstj
abiliteit niet beperkt werd, bijv. door deactivej
ring van de dynamische stabiliteitscontrole
DSC.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging
worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detecj tiegebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej staat kans op een ongeval of schade. De aanjwijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 125 of 236

Persoonswaarschuwingmet
City-remfunctie
Principe Het systeem kan helpen om ongevallen metvoetgangers te voorkomen.
Het systeem waarschuwt binnen de bebouwde kom voor mogelijk botsingsgevaar met voetjgangers en bevat een remfunctie.
Het systeem wordt gestuurd via de camera bij
de binnenspiegel.
Algemeen
Het systeem waarschuwt in voldoende heldere
omstandigheden vanaf ca. 10 km/h tot ca. 60 km/h voor eventueel botsingsgevaar metvoetgangers en grijpt in met bediening van de
remmen kort voor een botsing.
Daarbij wordt gelet op personen die zich in het
detectiegebied van het systeem bevinden.
Detectiegebied
Het detectiegebied voor de auto bestaat uittwee delen:
'yCentraal gebied, pijl 1, direct v

Page 126 of 236

Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.
Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem wordt bij vertrek automatisch gej
activeerd.
Uitschakelen Toets indrukken: systemen worden
uitgeschakeld. De LED dooft.
Toets opnieuw indrukken: systemen worden
ingeschakeld. De LED brandt.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave
Als er een botsing met een waargenomen anj der persoon dreigt, wordt in het instrumentenjpaneel een waarschuwingssymbool weergej
geven.
Rood symbool wordt weergegeven en
er klinkt een signaal.
Direct zelf ingrijpen door remmen of uitwijken.
Remingreep De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt de maximale remkracht toegepast. Een
voorwaarde voor de ondersteuning van de
rembekrachtiging is het snel en krachtig inj trappen van het rempedaal. Daarnaast kan het
systeem bij botsingsgevaar ondersteuning biej
den door een beperkte remingreep. De auto
kan bij lage snelheid afgeremd worden tot stilj
stand.
Handgeschakelde versnellingsbak: bij een rej
mingreep tot stilstand is het mogelijk dat de
motor uitgeschakeld wordt.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstj
abiliteit niet beperkt werd, bijv. door deactivej
ring van de dynamische stabiliteitscontrole
DSC.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging
worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detecj tiegebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej staat kans op een ongeval of schade. De aanjwijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 127 of 236

'yVoetgangers kleiner dan ca. 80 cm.
BeperktewerkingDe werking kan bijv. in de volgende situaties
beperkt of niet beschikbaar zijn:
'yBij dichte mist en hevige regen, opspatj tend water of sneeuwval.'yIn scherpe bochten.'yBij deactivering van de rijstabiliteitsregeljsystemen, bijv. DSC OFF.'yWanneer het gezichtsveld van de cameraresp. de voorruit vervuild of afgedekt is.'yTot 10 seconden na het starten van de mojtor via de start-/stopknop.'yTijdens de kalibratieprocedure van de caj
mera direct na aflevering van de auto.'yBij aanhoudende verblindende werking
door tegenlicht, bijv. door laaghangende
zon.'yIn het donker.
LaneDepartureWarning
Principe
Dit systeem waarschuwt vanaf een bepaald
snelheidsbereik, als de auto op wegen met rijj
baanbegrenzingslijnen op het punt staat om de
rijstrook te verlaten. Deze snelheid ligt afhanj
kelijk van de landuitvoering tussen 55 km/h en
70 km/h .
Wanneer het systeem wordt ingeschakeld onj der deze snelheid, wordt een melding weergej geven op het instrumentenpaneel.
Het stuur begint bij waarschuwingen licht tetrillen. Het moment van deze waarschuwingkan afhankelijk van de actuele rijsituatie variëjren.
Het systeem waarschuwt niet wanneer voor het verlaten van de rijstrook richting wordt aanjgegeven.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om het wegverloop
en de verkeerssituatie juist in te schatten. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen. Bij waarschuwingen het stuurwiel
niet onnodig heftig bewegen.'

Page 128 of 236

'yAan: LED brandt.'yUit: LED dooft.
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
Hetcontrolelampjeophet
instrumentenpaneel
'yLijnen: systeem is geactiveerd.'yPijlen: ten minste één rijbaanbej
grenzingslijn werd herkend en
waarschuwen is mogelijk.
Weergevenvaneenwaarschuwing
Bij het verlaten van de rijstrook boven een herj
kende rijbaanbegrenzingslijn begint het stuurj
wiel te trillen.
Als voor het veranderen van rijbaan de richj
tingaanwijzer wordt ingeschakeld, wordt er
geen waarschuwing gegeven.
Onderbrekingvandewaarschuwing De waarschuwing wordt in de volgende situj
aties afgebroken:
'yAutomatisch na ca. 3 seconden.'yBij terugkeer naar de eigen rijbaan.'yBij krachtig remmen.'yBij richting aangeven.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj
wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 129 of 236

beeld bij bergaf rijden, wordt er niet actief afj
geremd.
Als er tijdens de rit een snelheidslimiet wordt
ingesteld die onder de rijsnelheid ligt, rolt de
auto zolang uit tot de rijsnelheid onder de ingej stelde snelheidslimiet komt.
Overzicht
ToetsenopstuurwielToetsFunctieSysteem in-/uitschakelen, zie paj
gina 129Tuimelschakelaar:
Snelheidslimiet wijzigen, zie paj
gina 129
Bediening
Inschakelen Toets op het stuurwiel indrukken.
De actuele rijsnelheid wordt overgenomen als snelheidslimiet.
Bij inschakelen tijdens stilstand wordt bij een lage snelheid 30 km/h als snelheidslimiet ingej steld.
Markering op de snelheidsmeter wordt op de betreffende snelheid ingesteld.
Bij het inschakelen van de snelheidslimiet
wordt eventueel de dynamische stabiliteitsj controle DSC ingeschakeld en eventueel omjgeschakeld naar de rijmodus COMFORT.
Uitschakelen Toets op het stuurwiel indrukken.
Het systeem wordt ook uitgeschakeld in bijj
voorbeeld de volgende situaties:
'yBij het inschakelen van de achteruitverj
snelling.'yBij het afzetten van de motor.'yBij het inschakelen van de snelheidsregej ling.'yBij het activeren van sommige programj
ma's met de rijbelevingsschakelaar.
De weergaven verdwijnen.
Snelheidslimietwijzigen
Tuimelschakelaar zo vaak naar boven of benej den drukken tot de gewenste snelheidslimiet is
ingesteld.
'yDrukken van de tuimelschakelaar tot het drukpunt verhoogt of verlaagt de sneljheidslimiet telkens met 1 km/h.'yDrukken op de tuimelschakelaar door het
drukpunt heen verhoogt of verlaagt de snelheidslimiet op het volgende tiental van
de km/h snelheidsmeter.
Als er tijdens de rit een snelheidslimiet wordt
ingesteld die onder de rijsnelheid ligt, rolt de
auto zolang uit tot de rijsnelheid onder de ingej stelde snelheidslimiet komt.
Overschrijdingvandesnelheidslimiet
De snelheidslimiet kan bewust worden overj
schreden. In deze situatie wordt geen akoestij sche waarschuwing weergegeven.
Om de ingestelde snelheidslimiet bewust teoverschrijden, het gaspedaal volledig indrukj
ken.
Als de rijsnelheid onder de ingestelde snelj heidslimiet komt, wordt de beperking automaj
tisch weer actief.
Seite 129VeiligheidBediening129
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 130 of 236

Waarschuwing
Optischewaarschuwing Bij het overschrijden van de ingestelde
snelheidslimiet knippert het controlej
lampje in het instrumentenpaneel, zoj
lang er harder wordt gereden dan de ingej stelde snelheidslimiet.
Akoestischewaarschuwing'yBij onbedoeld overschrijden van de ingejstelde snelheidslimiet is na circa 5 seconjden een signaal te horen.'yAls de snelheidslimiet tijdens de rit onderde rijsnelheid komt, is het signaal na circa30 seconden te horen.'yAls de snelheidslimiet bewust wordt overj
schreden door het gaspedaal volledig in te
drukken, is er geen signaal te horen.
Weergaveninhetinstrumentenpaneel
Markeringvandesnelheidslimiet
Weergave op snelheidsmeter:
'yMarkering brandt groen:
systeem is actief.'yMarkering brandt niet: sysj
teem is uitgeschakeld.
Controlelampje
'yControlelampje brandt: het sysj
teem is ingeschakeld.'yControlelampje knippert: de ingej
stelde snelheidslimiet wordt overj schreden.
Kortestatusweergave
Korte weergave van de ingestelde snelj
heidslimiet.
Dynamischeremlichten
Principe Achteropkomende verkeersdeelnemers worjden door het knipperen van de remlichten voor een noodremsituatie gewaarschuwd. Daardoorkan het gevaar van een botsing worden gerejduceerd.
Algemeen'yNormaal remmen: remlichten branden.'yHard remmen: remlichten knipperen.
Kort voor de stilstand wordt de waarschuj
wingsknipperlichtinstallatie geactiveerd.
Waarschuwingsknipperlichtinstallatie deactij
veren:
'yAccelereren.'yToets waarschuwingsknipperlichtinstallaj tie indrukken.
Waakzaamheidshulp
Principe Het systeem kan toenemende onoplettendj
heid of vermoeidheid van de bestuurder bij
lange eentonige ritten, bijv. op snelwegen, herj
kennen. In deze situatie wordt aanbevolen om
een pauze in te lassen.
Seite 130BedieningVeiligheid130
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 240 next >