BMW M2 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 181 of 236

Specifieke informatie over wielen en bandenkan bij een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist worden opgevraagd.
Bandenprofiel
;omerbanden Profieldiepte mag niet minder zijn dan 3 mm.
Bij een bandprofieldiepte van minder dan
3 mm bestaat groot gevaar voor aquaplaning.
Winterbanden Diepte van het bandenprofiel mag niet minder
zijn dan 4 mm.
Bij een profieldiepte van minder dan 4 mm zijn de prestasties onder winterse omstandighej den beperkt.
Minimaleprofieldiepte
Slijtagemarkeringen zijn verdeeld over de omj
trek van de band en hebben de wettelijke minij
male hoogte van 1,6 mm.
Ze zijn op de zijkant van de band met TWI, Tread Wear Indicator, gemarkeerd.
Bandbeschadiging
Algemeen
De banden regelmatig op beschadigingen, inj gedrongen voorwerpen en slijtage controleren.
Aanwijzingen voor bandenbeschadiging of
overige defecten aan de auto:'yOngebruikelijke trillingen tijdens het rijden.'yOngebruikelijk rijgedrag, zoals sterk naar links of rechts trekken.
Beschadigingen kunnen bijvoorbeeld veroorjzaakt worden door over stoepranden heen te
rijden, schade aan de weg e.d.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij beschadigde banden kan de bandenj
spanning afnemen, waardoor de controle over
de auto verloren kan gaan. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Indien een beschadiging van
de band wordt vermoed tijdens het rijden dij
rect snelheid minderen en stoppen. Wielen en banden laten controleren. Daartoe voorzichtig
naar een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of
specialist rijden. De auto indien nodig daarj
heen laten slepen of transporteren.'

Page 182 of 236

Vervangenvanwielenen
banden
Montage
Montage en balanceren door een Service Partj ner van de fabrikant of een andere gekwalifij ceerde Service Partner of specialist laten uitjvoeren.
Wielbandcombinatie Een Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist kan u informeren over de juiste wiel-bandj
combinaties en velgen voor uw auto.
Door verkeerde wiel-bandcombinaties wordt
de werking van verschillende systemen be

Page 183 of 236

toegestaan, moet een overeenkomstige sticj
ker in het zicht van de bestuurder worden aanj
gebracht. De sticker is verkrijgbaar bij een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of specialist.
Bij het rijden met winterbanden de daarbij toej gestane maximumsnelheid in acht nemen.
Voor-enachterwielenvervangen
De fabrikant van uw auto raadt of om de voorj
ste wielen te wisselen naar achteren of omgej keerd. Daardoor kunnen de rijeigenschappen
worden be

Page 184 of 236

Afdichtmiddelreservoir'yAfdichtmiddelreservoir, pijl 1.'yVulslang, pijl 2.
Houdbaarheidsdatum op afdichtmiddelhouder
controleren.
Compressor
1Bevestiging voor afdichtmiddelhouder2Compressor3Stekker/bedrading voor contactdoos4Verbindingsslang5Aan/uit-schakelaar6Weergave van bandenspanning7Bandenspanning verlagenAfdichtmiddelindebandbrengen1.Afdichtmiddelverpakking schudden.2.Verbindingsslang volledig uit de compresj
sorbehuizing trekken. Slang niet buigen.3.Verbindingsslang op de aansluiting van de afdichtmiddelhouder schroeven.Seite 184MobiliteitWielenenbanden184
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 185 of 236

4.Afdichtmiddelhouder rechtop in de behuij
zing van de compressor steken.5.Vulslang van afdichtmiddelhouder op het bandventiel van het defecte wiel schroej
ven.6.Bij een uitgeschakelde compressor de
stekker in de contactdoos in het interieur
van de auto aanbrengen.7.Bij ingeschakeld contact of draaiende moj tor de compressor inschakelen.
GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvolj
doende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de auto binnendringen, die schadelijk voor de gej
zondheid zijn. In het uitlaatgas bevindt zich het kleur- en reukloze, maar giftige koolmonoxide.In gesloten ruimten kunnen de uitlaatgassen
zich ook buiten de auto ophopen. Er bestaat
levensgevaar. De uitlaatpijp vrijhouden en voor
voldoende ventilatie zorgen.'

Page 186 of 236

Contact opnemen met een Service Partnervan de fabrikant of een andere gekwalifijceerde Service Partner of specialist als debandenspanning lager dan 2 bar blijft.
MobilitySystemopbergen
1.Vulslang van afdichtmiddelhouder van het
wiel losdraaien.2.Verbindingsslang van de compressor van de afdichtmiddelhouder schroeven.3.De zojuist met het ventiel verbonden vulj
slang van de afdichtmiddelhouder verbinj den met de vrije aansluiting op de afdichtjmiddelhouder.
Hierdoor kan worden verhinderd dat resten
van het afdichtmiddel uit de houder lekken.4.Lege afdichtmiddelhouder inpakken om
vervuiling van de bagageruimte te vermijj den.5.Mobility System weer in de auto opbergen.
Afdichtmiddelverdelen
Direct ca. 10 km rijden, zodat het afdichtmiddel
zich gelijkmatig in de banden verdeelt.
Snelheid van 80 km/h niet meer overschrijden.
Indien mogelijk niet langzamer rijden dan 20 km/h.
Bandenspanningcorrigeren
1.Op een geschikte plaats stoppen.2.Verbindingsslang van de compressor dij
rect op het ventiel van de band schroeven.3.Stekker in de contactdoos in het interieur van de auto aanbrengen.4.Bandenspanning corrigeren tot 2,5 bar.'ySpanning verhogen: bij ingeschakeldcontact of draaiende motor de comj
pressor inschakelen.'ySpanning verlagen: toets op de comj pressor indrukken.Doorrijden
Toegestane maximumsnelheid van 80 km/h
niet overschrijden.
Bandenpechwaarschuwing opnieuw initialisej
ren.
Bandenspanningscontrole opnieuw initialisej ren.
De defecte band en de afdichtmiddelhouder
van het Mobility System zo snel mogelijk laten vervangen.
Sneeuwkettingen
Sneeuwkettingenmetfijneschakels De fabrikant van uw auto adviseert het gebruik
van sneeuwkettingen met fijne schakels. Bej
paalde sneeuwkettingen met fijne schakels zijn
door de fabrikant van de auto getest en als verj keersveilig en geschikt aangemerkt.
Informatie over geschikte sneeuwkettingen is
bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of spej
cialist verkrijgbaar.
Gebruik WAARSCHUWINGDoor de montage van sneeuwkettingen
op banden die niet daarvoor geschikt zijn kunj nen de sneeuwkettingen met delen van deauto in contact komen. Er bestaat kans op eenongeval of schade. De sneeuwkettingen alleenop banden monteren, die door de fabrikant zijningedeeld als geschikt voor het gebruik vansneeuwkettingen.'

Page 187 of 236

uwkettingen naspannen overeenkomstig deopgaven van de fabrikant.
Met sneeuwkettingen de bandenpechwaarj schuwing niet initialiseren, omdat dit tot onj
juiste weergaven kan leiden.
Met sneeuwkettingen de bandenspanningsj
controle niet initialiseren, omdat dit tot onjuiste
weergaven kan leiden.
Bij het rijden met sneeuwkettingen evt. M Dyj
namic Mode voor korte tijd activeren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Met sneeuwkettingen niet harder rijden dan 50 km/h.
Wielenvervangen Algemeen
Bij gebruik van bandenafdichtmiddel is het niet noodzakelijk om de band direct te wisselen bij
spanningsverlies in het geval van pech.
Zo nodig vindt u het juiste gereedschap voor
het verwisselen van wielen als toebehoren bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Op een zachte, oneffen of gladde onderj
grond, bijvoorbeeld sneeuw, ijs, tegels enz. kan
de autokrik naar de zijkant wegglijden. Er bej staat kans op letsel. Banden/wielen op een
vlakke, harde en stroeve ondergrond verwissej len.'

Page 188 of 236

Bijeenlichtehelling
Wanneer een wiel op een lichte helling moetworden vervangen, een wig of een ander gej
schikt voorwerp, bijvoorbeeld een steen, onder
de wielen van de voor- en achteras leggen.
Wielboutenmetslot
De adapter van de wielbouten met slot bevindt zich in het boordgereedschap of in een opj
bergvak bij het boordgereedschap.
'yWielbout, pijl 1.'yAdapter, pijl 2.
Verwijderen
1.Adapter op de wielbout plaatsen.2.Wielbout losschroeven.
Na het vastschroeven de adapter weer verwijj deren.
Autovoorbereiden
'yHet verwisselen van het wiel op een zo
groot mogelijke afstand van de verkeersj stroom uitvoeren.'yDe auto op een vaste, stroeve en vlakke
ondergrond parkeren.'yAlarmknipperlichten inschakelen.'yParkeerrem bedienen.'yEen versnelling inschakelen of de keuzej
hendelstand P inschakelen.'yZodra de verkeerssituatie het toelaat alle
inzittenden laten uitstappen en buiten het
gevarengebied brengen, bijvoorbeeld achj
ter de vangrails.'yAfhankelijk van de uitvoering het gereedj schap en het noodwiel uit de auto nemen.'yEventueel gevarendriehoek of waarschuj
wingsknipperlichten op de betreffende afj
stand neerzetten.'yGeen houtblokken e.d. onder de autokrik
leggen, anders kan de krik haar draagverj
mogen niet bereiken wegens de beperkte hoogte.'yDe auto bovendien tegen wegrollen beveij
ligen.'yDe wielbouten een halve omwenteling losj draaien.
Kriksteunpunten
De kriksteunpunten bevinden zich op de aanj
gegeven posities.
Voertuigoptillen
1.Met een hand de krik vasthouden, pijl 1, en
met de andere hand de slinger, pijl 2, vastj pakken.Seite 188MobiliteitWielenenbanden188
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 189 of 236

WAARSCHUWING
De handen of vingers kunnen bij het
gebruik van de krik ingeklemd raken. Er bej
staat kans op letsel. Bij het gebruik van de
krik de beschreven positie van de handen aanhouden en deze positie niet verandej
ren.'

Page 190 of 236

4.De slinger van de krik linksom draaien om
de krik in te schuiven en de auto te laten zakken.5.De krik verwijderen.
Nahetverwisselenvaneenwiel
1.De wielbouten kruiselings vastdraaien. Het
aanhaalmoment bedraagt 140 Nm.2.Het defecte wiel opbergen in de bagagej ruimte.
Het defecte wiel is te groot om bewaard te kunnen worden onder de bagageruimteboj dem.3.De bandenspanning bij de volgende gelej
genheid controleren en zo nodig corrigej ren.4.Bandenpechwaarschuwing opnieuw initiajliseren.
Reset van de bandenspanningscontrole
uitvoeren.5.Het vastzitten van de wielbouten laten conj troleren met een gekalibreerde momentsj
leutel.6.Naar de dichtstbijzijnde Service Partner van de fabrikant, een andere gekwalifijceerde Service Partner of een specialist rijjden, om de beschadigde band te laten verj
vangen.Seite 190MobiliteitWielenenbanden190
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 240 next >