BMW M2 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 101 of 286

KinderenveiligvervoerenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Dejuisteplaatsvoorkinderen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in de auto worden achtergelaten kunnen de auto inbeweging zetten en zichzelf of het verkeer in
gevaar brengen, bijvoorbeeld door de volgende
handelingen:
'xIndrukken van de start/stop-knop.'xParkeerrem vrijzetten.'xPortieren of ruiten openen en sluiten.'xKeuzehendelstand N inschakelen.'xUitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht in
de auto laten. Bij het verlaten van de auto de afj
standsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.
Geschiktezitplaatsen
Informatie over de bruikbaarheid van kinderveiligj heidssystemen op de betreffende stoelen, wanjneer de kinderzitjes met een veiligheidsgordelbevestigd worden, overeenkomstig de norm
ECE-R 16: GroepGewicht
vanhet
kindLeeftijdbij
benaderingPassaj
giersstoel,
airbagONPassaj
giersstoel,
airbagOFF
ma
Achterj
bank,buij
tenstezitj
plaatsenm
b
Achterj
bank,midj
den0Tot 10 kgTot 9 maanj
denXU, LU, LX0+Tot 13 kgTot
18 maandenXU, LU, LXI9 m 18 kgTot 4 jaarXU, LU, LXII15 m 25 kgTot 7 jaarXUU, LXSeite 101,inderenveiligvervoerenBEDIENING101
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 102 of 286

GroepGewicht
vanhet
kindLeeftijdbij
benaderingPassaj
giersstoel,
airbagONPassaj
giersstoel,
airbagOFF
ma
Achterj
bank,buij
tenstezitj
plaatsenm
b
Achterj
bank,midj
denIII22 m 36 kgVanaf 7 jaarXUU, LXU: geschikt voor kinderveiligheidssystemen in de universele categorie die voor toepassing in deze
gewichtsgroep geschikt zijn.
L: geschikt voor kinderveiligheidssystemen in de categorie semi-universeel, als de auto en de zitj plaats in de voertuigtypelijst van de fabrikant van het kinderveiligheidssysteem zijn vermeld.
X: niet geschikt voor kinderveiligheidssystemen in de universele categorie die voor toepassing in
deze gewichtsgroep geschikt zijn.
b) De lengteverstelling van de passagiersstoel aanpassen en, indien nodig, in de hoogste stand zetj
ten om een optimale ligging van de veiligheidsgordel te verkrijgen.
b) Bij gebruik van kinderveiligheidssystemen op de achterbank eventueel de lengte-instelling van de
voorstoel aanpassen en de hoofdsteun van de achterbank aanpassen of verwijderen.Kinderenaltijdopdeachterbank
Algemeen
Ongevallenanalyse toont aan dat de achterbank
de veiligste plek is voor kinderen.
Kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan
150 cm alleen achterin vervoeren in geschikte
kinderveiligheidssystemen die zijn afgestemd op
hun leeftijd, gewicht en lengte. Kinderen vanaf
12 jaar vastzetten met een veiligheidsgordel zoj
dra een geschikt kinderveiligheidssysteem voor
kinderen op grond van hun leeftijd, gewicht en
lengte niet meer in aanmerking komt.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Kinderen kleiner dan 150 cm kunnen de veiligj
heidsgordel zonder geschikte aanvullende kinj
derveiligheidssystemen niet correct dragen. De
beschermende werking van de veiligheidsgorj
dels kan beperkt zijn of wegvallen als deze verj
keerd worden gedragen. Een verkeerd gedraj gen veiligheidsgordel kan extra letsel
veroorzaken, bijvoorbeeld bij een ongeval of bij
rem- en uitwijkmanoeuvres. Er bestaat kans op
letsel of levensgevaar. Kinderen kleiner dan
150 cm in geschikte kinderveiligheidssystemen
vastzetten.
Kinderenopdebijrijdersstoel Algemeen
Bij gebruik van een kinderveiligheidssysteem op de passagiersstoel erop letten dat front- en zij-
airbag aan passagierszijde uitgeschakeld zijn. De deactivering van de passagiersairbag kan alleen
met de Spiegelomschakelaar sleutelschakelaar
voor de passagiersairbag, zie pagina 148, worj
den uitgevoerd.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags kunnen bij het activeren een kind in een kinderveiligjheidssysteem verwonden. Er bestaat kans op
letsel. Erop letten dat de passagiersairbags uitj
Seite 102BEDIENING,inderenveiligvervoeren102
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 103 of 286

geschakeld zijn en het controlelampje PASj
SENGER AIRBAG OFF brandt.
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde stoelinstelling of onjuiste
montage van het kinderzitje is de stabiliteit van
het kinderveiligheidssysteem verminderd of volledig afwezig. Er bestaat kans op letsel of lej
vensgevaar. Erop letten dat het kinderveiligj
heidssysteem strak tegen de leuning aan ligt.
Bij alle betreffende rugleuningen zo mogelijk de
rugleuninghoek aanpassen en de stoelen corj
rect instellen. Erop letten dat de stoelen en de leuningen correct ingeklikt of vergrendeld zijn.
Indien mogelijk de hoogte van de hoofdsteunen aanpassen of deze verwijderen.
Montagevan
kinderveiligheidssystemen
Algemeen
Voor elke leeftijds- en gewichtsklasse zijn bij een Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of een specialist
geschikte kinderveiligheidssysteem verkrijgbaar.
Bij het kiezen, inbouwen en gebruiken van kinj derveiligheidssystemen de informatie van de faj
brikant van het kinderveiligheidssysteem in acht
nemen.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde stoelinstelling of onjuiste
montage van het kinderzitje is de stabiliteit van
het kinderveiligheidssysteem verminderd of volledig afwezig. Er bestaat kans op letsel of lej
vensgevaar. Erop letten dat het kinderveiligj
heidssysteem strak tegen de leuning aan ligt.
Bij alle betreffende rugleuningen zo mogelijk de
rugleuninghoek aanpassen en de stoelen corj
rect instellen. Erop letten dat de stoelen en de
leuningen correct ingeklikt of vergrendeld zijn.
Indien mogelijk de hoogte van de hoofdsteunen aanpassen of deze verwijderen.
WAARSCHUWING
Bij beschadigde of door een ongeval zwaar bej laste kinderveiligheidssystemen inclusief de bejvestigingssystemen kan de beschermende
werking daarvan verminderd of volledig afwezig zijn. Een kind kan bijvoorbeeld bij een ongeval
of bij rem- en uitwijkmanoeuvres niet volj doende worden opgevangen. Er bestaat kansop letsel of levensgevaar. Beschadigde of bijeen ongeval zwaarbelaste kinderveiligheidssysjtemen inclusief de bevestigingssystemen door
de Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of speciaj list laten controleren en eventueel vervangen.
Opdebijrijdersstoel
Airbagsdeactiveren
WAARSCHUWING
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags kunnen bij het activeren een kind in een kinderveiligjheidssysteem verwonden. Er bestaat kans opletsel. Erop letten dat de passagiersairbags uitjgeschakeld zijn en het controlelampje PASj
SENGER AIRBAG OFF brandt.
Alvorens een veiligheidssysteem voor kinderen op de passagiersstoel te monteren, moeten de
voor- en zij-airbag aan passagierszijde worden
uitgeschakeld.
Passagiersairbags met sleutelschakelaar deactij veren, zie pagina 148.
Seite 103,inderenveiligvervoerenBEDIENING103
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 104 of 286

Naarachterengerichte
kinderveiligheidssystemen
GEVAAR
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags kunnen bij het activeren een kind in een naar achteren
gericht kinderveiligheidssysteem dodelijk verj
wonden. Er bestaat kans op letsel of levensgej
vaar. Erop letten dat de passagiersairbags uitj
geschakeld zijn en het controlelampje
PASSENGER AIRBAG OFF brandt.
De aanwijzing op de zonneklep aan de passaj
gierszijde in acht nemen.
Nooit een naar achteren gericht kinderzitje op
een stoel plaatsen als de frontairbag geactiveerd
is. Dit kan voor zwaar tot dodelijk letsel bij kindej
ren zorgen.
Stoelpositieen-hoogte Voor de montage van een universeel kinderveijligheidssysteem de passagiersstoel in de achterj
ste stand en, indien mogelijk, in de bovenste
stand brengen, om een zo goed mogelijke ligj ging van de gordel en bescherming bij een ongej
val te bereiken.
Als het bovenste bevestigingspunt van de gordel zich v

Page 105 of 286

GroepGewichtvan
hetkindLeeftijdbijbej
naderingKlasse/catej
goriema
Pasj
saj
giersj
stoel,
airbag
ONPasj
saj
giersj
stoel,
airbag
OFFAchj
terj
bank,
buij
tenste
zitj
plaatj
senAchj
terj
bank,
midj
denBabydraagtasF - ISO/L1
G - ISO/L2X
XX
XIL
ILX
X0Tot 10 kgcirca 9 maandenE - ISO/R1XXILX0+Tot 13 kgcirca 18 maanj
denE - ISO/R1
D - ISO/R2
C - ISO/R3X
X
XX
X
XIL
IL
ILX
X
XI9 - 18 kgTot circa 4 jaarD - ISO/R2
C - ISO/R3
B - ISO/F2
B1 - ISO/F2X
A - ISO/F3X
X
X
X
XX
X
X
X
XIL
IL
IL, IUF
IL, IUF
IL, IUFX
X
X
X
Xa) Bij gebruik van kinderzitjes op de achterbank eventueel de lengte-instelling van de voorstoel aanj passen en de hoofdsteunen van de achterbank aanpassen of verwijderen.IL: geschikt voor ISOFIX kinderveiligheidssystemen in de categorie semi-universeel, als de auto en de zitplaats in de voertuigtypelijst van de fabrikant van het kinderveiligheidssysteem zijn vermeld.IUF: geschikt voor naar voren gerichte ISOFIX-kinderveiligheidssystemen in de categorie Universal
die voor toepassing in deze gewichtsklasse geschikt zijn.X: de stoel is niet met bevestigingspunten voor het ISOFIX-systeem uitgerust of goedgekeurd.Bevestigingenvooronderste
ISOFIX-verankeringen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Als de ISOFIX-kinderveiligheidssystemen niet
correct vergrendeld zijn, kan de beschermende werking van de ISOFIX-kinderveiligheidssystejmen verminderd zijn. Er bestaat kans op letsel
of levensgevaar. Erop letten dat de onderste
verankering correct vergrendeld is en dat hetISOFIX-kinderveiligheidssysteem strak tegende leuning aan ligt.Seite 105,inderenveiligvervoerenBEDIENING105
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 106 of 286

PositieSymboolBetekenisHet desbetreffende symbool
toont de bevestigingen voor de
onderste ISOFIX verankeringen.
Afhankelijk van de uitvoeringen kunnen de volj gende varianten ingebouwd zijn:
De bevestigingspunten voor de onderste ISOj
FIX-verankeringen bevinden zich achter de gej
markeerde afdekkingen.
Bevestigingspunten voor de onderste ISOFIX-
verankeringen bevinden zich in de uitsparing tusj sen de zitting en de rugleuning.
VoormontagevanISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
De gordel uit het gebied van de kinderstoelbejvestiging wegtrekken.
MontagevanISOFIX-
kinderveiligheidssystemen1.Kinderveiligheidssysteem monteren, zie de
aanwijzingen van de fabrikant.2.Erop letten dat de beide ISOFIX-verankerinj
gen correct vergrendeld zijn.
Bevestigingenvoor
bovensteISOFIXbevestigingsriem
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij verkeerd gebruik van de bovenste bevestij gingsriem van een kinderveiligheidssysteem
kan de beschermende werking verminderd zijn. Er bestaat kans op letsel. Erop letten dat de boj
venste bevestigingsriem niet over scherpe
randen of gedraaid naar het bovenste bevestij gingspunt wordt geleid.
WAARSCHUWING
Als de achterbankleuning niet is vergrendeld is de beschermende werking van het kinderveiligj
heidssysteem verminderd of volledig afwezig.
In bepaalde situaties, zoals remmanoeuvres of
een ongeval, kan de achterbankleuning naar
voren klappen. Er bestaat kans op letsel of lej
vensgevaar. Erop letten dat de achterbankleuj
ningen vergrendeld zijn.
OPMERKING
De bevestigingspunten voor de bovenste bej
vestigingsriemen van een kinderveiligheidssysj
teem zijn alleen bedoeld voor deze bevestij
gingsriemen. Bij het bevestigen van andere
voorwerpen kunnen de bevestigingspunten
worden beschadigd. Er bestaat gevaar voor
Seite 106BEDIENING,inderenveiligvervoeren106
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 107 of 286

schade. Alleen kinderveiligheidssystemen aande bovenste bevestigingsriemen bevestigen.
Bevestigingspunten Dit symbool geeft het bevestigingspuntvoor de bovenste bevestigingsriem aan.
Voor de bovenste bevestigingsriem van ISOFIX-kinderzitjes zijn er twee bevestigingspunten.
Geleidingvande
bevestigingsriem
1Rijrichting2Hoofdsteun3Haak van bovenste bevestigingsriem4Bevestigingspunt5Hoedenplank6Rugleuning7Bovenste bevestigingsriemBovenstebevestigingsriemop
bevestigingspuntaanbrengen1.Afdekking bevestigingspunt verwijderen.2.Hoofdsteunen naar boven schuiven.3.De bovenste bevestigingsriem tussen of aan beide kanten langs de houders van de hoofdj
steunen naar het bevestigingspunt leiden.4.Haak van de bevestigingsriem aan het bevesj
tigingspunt vastmaken.5.Bevestigingsriem strak omlaag trekken.6.Hoofdsteun eventueel naar beneden schuij ven en vergrendelen.
Aanbevolenkinderzitjes
Voor elke leeftijds- en gewichtsklasse zijn bij eenService Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of een specialist geschikte kinderveiligheidssysteem verkrijgbaar.
'xBMW Baby Seat groep 0+.'xBMW Junior Seat groep 1.'xBMW Junior Seat groep 2/3.'xISOFIX Base.Seite 107,inderenveiligvervoerenBEDIENING107
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 108 of 286

RijdenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Start/stop-knop
Principe Door indrukken van de start/stop-knop wordt het contact in- of uitj
geschakeld en wordt de motor
gestart.
M transmissie met dubbele kopj
peling: de motor start, wanneer tegelijk met het indrukken van de start-/stop-toets de rem wordtingetrapt.
Handgeschakelde versnellingsbak: de motor start wanneer bij het indrukken van de start/stop-knop het koppelingspedaal wordt ingedrukt.
ContactaanM transmissie met dubbele koppeling: start-/
stop-toets indrukken, rem daarbij niet intrappen.
Handgeschakelde versnellingsbak: start/stop-
knop indrukken zonder de koppeling in te trapj
pen.
Alle systemen zijn gebruiksklaar.
De controle- en waarschuwingslampjes in het inj strumentenpaneel branden niet allemaal even
lang.
Bij afgezette motor het contact en niet-benoj digde stroomverbruikers uitschakelen om leegloj
pen van de accu te voorkomen.
Contactuit
M transmissie met dubbele koppeling: start-/
stop-toets opnieuw indrukken, rem daarbij niet
intrappen.
Handgeschakelde versnellingsbak: start/stop- knop opnieuw indrukken zonder de koppeling in
te trappen.
Alle controlelampjes in het instrumentenpaneel
doven.
Bij afgezette motor het contact en niet-benoj
digde stroomverbruikers uitschakelen om leegloj
pen van de accu te voorkomen.
Veiligheidsmaatregelen
Bij het uitschakelen van het contact wordt autoj matisch keuzehendelstand P ingeschakeld, alskeuzehendelstand D of R ingeschakeld is.
Het contact wordt bij stilstaande auto en afgej
zette motor onder de volgende omstandigheden
automatisch uitgeschakeld:'xBij het vergrendelen, ook bij ingeschakeld dimlicht.'xKort voordat de accu ontladen raakt, zodathet starten van de motor nog mogelijk is.'xBij het openen of sluiten van het bestuurdersjportier, wanneer de veiligheidsgordel van debestuurder is afgedaan en het dimlicht is uitjgeschakeld.'xBij het afdoen van de veiligheidsgordel van de
bestuurder, wanneer het bestuurdersportier
is geopend en het dimlicht is uitgeschakeld.
Na enkele minuten zonder verdere bediening
wordt van dimlicht op stadslicht omgeschakeld.
Seite 108BEDIENINGRijden108
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 109 of 286

Standby-modusvanderadioAlgemeen
Bij standby-modus van de radio blijven een aanj
tal stroomverbruikers gebruiksklaar.
Activeren Bij draaiende motor de start/stop-knop indrukj
ken.
Bij stilstaande motor en ingeschakeld contact: bij openen van het portier wordt de standby-modus
van de radio automatisch geactiveerd als het licht
uitgeschakeld is of de dagrijverlichting ingeschaj
keld is.
De standby-modus van de radio blijft ingeschaj keld als het contact bijvoorbeeld wegens de volj
gende redenen automatisch wordt uitgeschaj
keld:'xOpenen en sluiten van het bestuurdersporj tier.'xBij het afdoen van de veiligheidsgordel.'xBij automatisch omschakelen van het dimlicht
naar stadslicht.
Automatischuitschakelen
De standby-modus van de radio wordt in de volj
gende situaties automatisch uitgeschakeld:
'xAls het contact met de start-/stopknop handj
matig wordt uitgeschakeld.'xNa circa 8 minuten.'xBij het vergrendelen van de auto met de cenj trale vergrendeling.'xKort voordat de accu ontladen raakt, zodathet starten van de motor nog mogelijk is.Startenvandemotor
Veiligheidsvoorschriften
GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvoldoende
ventilatie kunnen uitlaatgassen in de auto binj
nendringen, die schadelijk voor de gezondheid
zijn. De uitlaatgassen bevatten kleur- en reukj loze schadelijke stoffen. In gesloten ruimten
kunnen de uitlaatgassen zich ook buiten de
auto ophopen. Er bestaat levensgevaar. De uitj
laatpijp vrijhouden en voor voldoende ventilatie
zorgen.
WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in beweging
komen en wegrollen. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. De auto voor het verlaten tegen
wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:
'xParkeerrem bedienen.'xOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'xOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv. met een wielkeg.
OPMERKING
Bij herhaaldelijke startpogingen of het meerj
dere malen starten kort achter elkaar wordt de brandstof niet of onvoldoende verbrand. De kaj
talysator kan oververhit raken. Er bestaat gej
vaar voor schade. Meerder malen kort achter
elkaar starten vermijden.
Seite 109RijdenBEDIENING109
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 110 of 286

Mversnellingsbakmetdubbele
koppeling
Motorstarten1.Rempedaal indrukken.2.Start/stop-knop indrukken.
Het starten verloopt korte tijd automatisch en wordt beëindigd zodra de motor gestart is.
Handversnelling Motorstarten
1.Rempedaal indrukken.2.Koppelingspedaal indrukken en vrijstand injschakelen.3.Start/stop-knop indrukken.
Het starten verloopt korte tijd automatisch enwordt beëindigd zodra de motor gestart is.
Afzettenvandemotor
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in de auto worden achtergelaten kunnen de auto inbeweging zetten en zichzelf of het verkeer ingevaar brengen, bijvoorbeeld door de volgende
handelingen:
'xIndrukken van de start/stop-knop.'xParkeerrem vrijzetten.'xPortieren of ruiten openen en sluiten.'xKeuzehendelstand N inschakelen.'xUitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht in
de auto laten. Bij het verlaten van de auto de afj
standsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.
WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in beweging
komen en wegrollen. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. De auto voor het verlaten tegen
wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:
'xParkeerrem bedienen.'xOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'xOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv.
met een wielkeg.
Mversnellingsbakmetdubbele
koppeling
Motorafzetten
1.Auto afremmen tot stilstand.2.Start/stop-knop indrukken.
De motor wordt afgezet.
De standby-modus van de radio wordt ingej
schakeld.3.Parkeerrem bedienen.
Handversnelling
Motorafzetten
1.Bij stilstaande auto de start-/stop-toets inj drukken.2.Eerste versnelling of achteruitversnelling inj
schakelen.3.Parkeerrem bedienen.Seite 110BEDIENINGRijden110
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 290 next >