BMW M2 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 286

De actuele status wordt weergegeven.
Toestandvandeband Algemeen
Op het Control Display wordt de status van de banden en het systeem weergegeven door de
kleur van de wielen en een tekst.
Allewielengroen Systeem is actief en gebruikt voor de waarschuj
wing de laatste bandenspanning die is opgeslaj gen bij de reset.
Eentotvierwielengeel Er is sprake van een lekke band of een aanzienlijk
spanningsverlies in de aangegeven banden.
Wielengrijs
Spanningsverliezen kunnen evt. niet worden herj kend.
Mogelijke oorzaken:'xStoring.'xReset van het systeem werd uitgevoerd.
Extrainformatie In de statusweergave worden bovendien de acjtuele bandenspanning en modelspecifieke banjdentemperatuur weergegeven. De getoondewaarden zijn de huidige meetwaarden en kunnenveranderen door het rijden of door weersomstanj
digheden.
Resetuitvoeren Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Bandenspanningscontrole"4.Motor starten en niet wegrijden.5.Bandenspanning resetten: "Reset uitvoeren".6.Wegrijden.De wielen worden in het grijs weergegeven enhet volgende wordt getoond:
"Bandenspanningscontrole reset wordt
uitgevoerd

Page 152 of 286

Symj
boolMogelijkeoorzakenHet systeem heeft de vervanging van
een wiel herkend, maar er is geen rej set uitgevoerd.
Voor het systeem werd geen reset
uitgevoerd. Het systeem gebruikt
voor de waarschuwing de laatste
bandenspanningen die zijn opgeslaj
gen bij de reset.
Het op spanning brengen werd niet
volgens de voorschriften uitgevoerd.De bandenspanning is ten opzichte
van de laatste reset gedaald.
Maatregel
1.Bandenspanning regelmatig controleren en zo nodig corrigeren.2.Een reset van het systeem uitvoeren.
Bijtelagebandenspanning
Melding Een geel waarschuwingslampje in het inj
strumentenpaneel gaat branden.
Bovendien verschijnt een symbool met een Check-Control-melding op het Control Display.
Symj
boolMogelijkeoorzakenEr is een bandenspanningsverlies
geconstateerd.
Voor het systeem werd geen reset
uitgevoerd. Het systeem gebruikt
voor de waarschuwing de laatste
bandenspanningen die zijn opgeslaj
gen bij de reset.Maatregel1.De snelheid verlagen en voorzichtig doorrijj
den. Snelheid van 130 km/h niet meer overj
schrijden.2.Bij de eerstvolgende gelegenheid, bijvoorj
beeld een tankstation, de bandenspanning in
alle vier de banden controleren en zo nodig
corrigeren.3.Een reset van het systeem uitvoeren.
Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Een geel waarschuwingslampje in het inj
strumentenpaneel gaat branden.
Bovendien verschijnt een symbool met de bej treffende band in een Check-Control-melding ophet Control Display.
Symj
boolMogelijkeoorzakenEr is een lekke band of een band met
een aanzienlijk spanningsverlies aanj wezig.
Voor het systeem werd geen reset
uitgevoerd. Het systeem gebruikt
voor de waarschuwing de laatste
bandenspanningen die zijn opgeslaj
gen bij de reset.
Maatregel
Snelheid verminderen en voorzichtig stoppen.
Heftige rem- en stuurbewegingen vermijden.
Juistehandelwijzebij
bandenpech
1.Beschadigde band identificeren.
Bovendien de luchtdruk in alle vier banden controleren, bijvoorbeeld met de bandenjspanningsmeter van een bandenreparatieset.Seite 152BEDIENINGVeiligheid152
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 153 of 286

Is de bandenspanning in alle vier de banden
in orde, dan is de bandenspanningscontrole
waarschijnlijk niet ge

Page 154 of 286

'xNa een aanpassing van de bandenspanningop een nieuwe waarde is een initialisatie uitj
gevoerd.
Statusweergave
De huidige status van de RPA bandenpechwaarj schuwing kan worden weergegeven bijv. of deRPA actief is.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Indicatie lekke band (RPA)"
De status wordt weergegeven.
Initialisatienoodzakelijk In de volgende situaties moet er een initialisatie
worden uitgevoerd:
'xNa een aanpassing van de bandenspanning.'xNa het verwisselen van een band of wiel.
Initialisatieuitvoeren
Met de initialisatie worden de ingestelde banj
denspanningen als referentie voor de herkenning
van een lekke band overgenomen. De initialisatie
wordt gestart door bevestiging van de spanning van de banden.
Bij het rijden met sneeuwkettingen het systeem niet initialiseren.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Indicatie lekke band (RPA)"4.Motor starten en niet wegrijden.5.Initialiseren starten: "Reset uitvoeren"6.Wegrijden.
Het afsluiten van de initialisatie gebeurt tijdens het rijden, de rit kan te allen tijde worden onderj broken.
Tijdens een volgende rit wordt de initialisatie auj tomatisch voortgezet.
Meldingen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een beschadigde normale band met een gej
ringe bandenspanning of spanningsverlies heeft een negatieve invloed op de rijeigenj
schappen, bijvoorbeeld het stuur- en remgej
drag. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Niet
verder rijden Bandenpech verhelpen of wiel vervangen.
Meldingvanbandenpech
Een geel waarschuwingslampje in het injstrumentenpaneel gaat branden.
Bovendien verschijnt een symbool met een Check-Control-melding op het Control Display.
SymboolMogelijkeoorzakenEr is een lekke band of een band
met een aanzienlijk spanningsverj
lies aanwezig.
Maatregel
1.Snelheid verminderen en voorzichtig stopj pen. Heftige rem- en stuurbewegingen verj
mijden.2.Beschadigd wiel identificeren. Bovendien de luchtdruk in alle vier banden controleren, bijj
voorbeeld met de bandenspanningsmeter
van een bandenreparatieset. Is de bandenj spanning in alle banden in orde, dan is de
bandenpechwaarschuwing waarschijnlijk niet
ge

Page 155 of 286

GrenzenvanhetsysteemIn de volgende situaties kan het systeem verjtraagd of onjuist werken:'xEen natuurlijk, gelijkmatig spanningsverlies inalle vier de banden wordt niet herkend.Daarom de bandenspanning regelmatig conj
troleren.'xErnstige, plotselinge beschadiging van een band van buitenaf kan niet vooraf worden
aangekondigd.'xSysteem is niet ge

Page 156 of 286

Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij
houden.
In-/uitschakelen
De Intelligent Safety-systemen worden bij iedere
start automatisch geactiveerd.
Toets indrukken: systemen worden uitjgeschakeld. De LED dooft.
Toets opnieuw indrukken: systemen worden inj geschakeld. De LED brandt.
Instellingen kunnen op het Control Display worj
den gewijzigd.
BotsingswaarschuwingmetCity-remfunctie
Principe
Het systeem kan helpen om ongevallen te voorj komen. Indien een ongeval niet vermeden kan
worden, helpt het systeem om de botsingssnelj heid te beperken.
Het systeem waarschuwt voor mogelijk botj singsgevaar en remt de auto zo nodig zelfstandig af.
De automatische remingreep vindt plaats met
beperkte kracht en duur.
Het systeem wordt gestuurd via een camera bij
de binnenspiegel.
De botsingswaarschuwing is ook bij gedeactij
veerde snelheidsregeling beschikbaar.
Bij het bewust naderen van een voertuig vinden
de botsingswaarschuwing en de remingreep laj ter plaats om onjuiste systeemreacties te voorj
komen.
Algemeen
Het systeem waarschuwt vanaf circa 5 km/h in
twee fasen voor eventueel botsingsgevaar met
andere voertuigen. Het moment van deze waarj schuwingen kan afhankelijk van de actuele rijsij
tuatie variëren.
Tot circa 60 km/h vindt eventueel een reminj greep plaats.
Detectiegebied
Er wordt rekening gehouden met objecten, mits
gedetecteerd door het systeem.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden
en de verkeerssituatie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
Seite 156BEDIENINGVeiligheid156
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 157 of 286

WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeemjbeperkingen kunnen waarschuwingen of reacj
ties van het systeem niet, te laat, onjuist of onj
gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie
aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
WAARSCHUWING
Systeembeperkingen kunnen bij het aan-/afslej
pen met geactiveerde Intelligent Safety-systej
men leiden tot verkeerd gedrag van de afzonj derlijke functies. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. Voor het slepen/wegslepen alle Inj
telligent Safety-systemen uitschakelen.
Overzicht
Toetsindeauto
Intelligent Safety-toets
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel. Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij
houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Het systeem wordt bij vertrek automatisch geacj
tiveerd.
Uitschakelen Toets indrukken: het systeem wordt uitjgeschakeld. De LED dooft.
Toets opnieuw indrukken: het systeem wordt inj
geschakeld. De LED brandt.
Waarschuwingstijdstipinstellen Het moment van waarschuwing kan ingesteldworden.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Waarschuwingstijdstip"5.Gewenste instelling selecteren.
Het geselecteerde tijdstip wordt opgeslagen voor het momenteel gebruikte bestuurdersproj
fiel.
Seite 157VeiligheidBEDIENING157
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 158 of 286

Waarschuwingmetremfunctie
Weergave Als er een botsing met een waargenomen ander
voertuig dreigt, wordt in het instrumentenpaneel
een waarschuwingssymbool weergegeven.SymboolMaatregelSymbool brandt rood: vooralarm.
Remmen en afstand vergroten.Symbool knippert rood en er klinkt
een signaal: acute waarschuwing.
Remmen en evt. uitwijken.
Vooralarm Een vooralarm wordt bijv. gegeven bij een dreij
gend botsingsgevaar of bij zeer geringe afstand tot een voorligger.
De bestuurder moet bij een vooralarm zelf ingrijj pen.
Acutewaarschuwingmet
afremfunctie
Een acute waarschuwing wordt gegeven bij dij
rect botsingsgevaar als de auto met een relatief
groot snelheidsverschil een ander object nadert.
De bestuurder moet bij acute waarschuwing zelf ingrijpen. Bij botsingsgevaar wordt de bestuurder
evt. door een kleine automatische remingreep ondersteund.
Een acute waarschuwing kan ook zonder voorafj
gaand vooralarm worden geactiveerd.
Remingreep
De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing wordt de maximale remkracht toegepast. Een
voorwaarde voor de ondersteuning van de remj bekrachtiging is het snel en krachtig indrukken
van het rempedaal. Daarnaast kan het systeem
bij botsingsgevaar ondersteuning bieden door
een beperkte remingreep. De auto kan bij lage snelheid afgeremd worden tot stilstand.
Handgeschakelde versnellingsbak: bij een reminj
greep tot stilstand is het mogelijk dat de motor
uitgeschakeld wordt.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstabilij
teit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactij vering van de dynamische stabiliteitscontroleDSC.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging
worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detectiej
gebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van het
systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond reaj
geren. Er bestaat kans op een ongeval of
schade. De aanwijzingen over de grenzen van het systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.
Detectiegebied
Het detectievermogen van het systeem is bej
perkt.
Daarom kan het gebeuren dat de systeemreacj
ties niet of te laat plaatsvinden.
Het volgende wordt bijv. mogelijkerwijs niet herj
kend:
'xLangzaam voertuig bij het naderen met hoge
snelheid.'xPlotseling invoegende of sterk afremmende
voertuigen.'xVoertuigen met ongebruikelijke achterzijde.'xVooroprijdende tweewielers.Seite 158BEDIENINGVeiligheid158
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 159 of 286

Beperktewerking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situj
aties beperkt zijn:'xBij dichte mist en hevige regen of sneeuwval.'xIn scherpe bochten.'xBij beperking of deactivering van de rijstabilij
teitsregelsystemen, bijvoorbeeld DSC OFF.'xWanneer het zichtveld van de camera in de
spiegel verontreinigd of bedekt is.'xTot 10 seconden na het starten van de motor
via de start-/stopknop.'xTijdens de kalibratieprocedure van de camera
direct na aflevering van de auto.'xBij aanhoudende verblindende werking door
tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghangende zon.
Gevoeligheidvande
waarschuwingen
Hoe gevoeliger de waarschuwingen worden inj
gesteld, bijvoorbeeld het moment van waarschuj wing, hoe meer waarschuwingen worden gejtoond. Het kan daardoor ook meer tot te vroegeof ongegronde waarschuwingen en reacties koj
men.
Persoonswaarschuwing metCity-remfunctie
Principe
Het systeem kan helpen om ongevallen met
voetgangers te voorkomen.
Het systeem waarschuwt binnen de bebouwde
kom voor mogelijk botsingsgevaar met voetganj
gers en ondersteunt door een remfunctie.
Het systeem wordt gestuurd via de camera bij de
binnenspiegel.
Algemeen
Het systeem waarschuwt in voldoende heldere
omstandigheden vanaf circa 10 km/h tot circa
60 km/h voor eventueel botsingsgevaar met voetgangers en grijpt in met bediening van de
remmen kort voor een botsing.
Daarbij wordt gelet op personen die zich in het
detectiegebied van het systeem bevinden.
Detectiegebied
Het detectiegebied voor de auto bestaat uit tweedelen:
'xCentraal gebied, pijl 1, direct v

Page 160 of 286

WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeemjbeperkingen kunnen waarschuwingen of reacj
ties van het systeem niet, te laat, onjuist of onj
gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie
aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
WAARSCHUWING
Systeembeperkingen kunnen bij het aan-/afslej
pen met geactiveerde Intelligent Safety-systej
men leiden tot verkeerd gedrag van de afzonj derlijke functies. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. Voor het slepen/wegslepen alle Inj
telligent Safety-systemen uitschakelen.
Overzicht
Toetsindeauto
Intelligent Safety-toets
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel. Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij
houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Het systeem wordt bij vertrek automatisch geacj
tiveerd.
Uitschakelen Toets indrukken: systemen worden uitjgeschakeld. De LED dooft.
Toets opnieuw indrukken: systemen worden inj
geschakeld. De LED brandt.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave Als er een botsing met een waargenomen anderpersoon dreigt, wordt in het instrumentenpaneel
een waarschuwingssymbool weergegeven.
Rood symbool wordt weergegeven en erklinkt een signaal.
Direct zelf ingrijpen door remmen of uitwijken.
Remingreep
De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt de maximale remkracht toegepast. Een
voorwaarde voor de ondersteuning van de remj
Seite 160BEDIENINGVeiligheid160
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 290 next >