BMW M2 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 211 of 286

'xHeel zware bagage: bij onbezette achterbankde buitenste veiligheidsgordels in de bijbehojrende sluitingen steken.'xRugleuningen helemaal inklappen als dat
voor het plaatsen van de bagage nodig is.'xBagage niet hoger dan de bovenkant van de
rugleuningen opstapelen.'xKleinere en lichtere bagage: met spanbanj den, het vloernet of met trekbanden vastzetjten.'xGrotere en zware bagage: met bagagespanjriemen vastzetten.
Bevestigingsogeninde
bagageruimte
Voor het vastzetten van de bagage zijn twee of
vier bevestigingsogen aangebracht in de bagaj
geruimte.
Hulpmiddelen voor het vastzetten van de baj gage, zoals sjorbanden, spanbanden, trekbanden of bagagenetten, aan de sjorogen in de bagagejruimte bevestigen.
Vloernet
Voor het vastzetten van de bagage kan ook het
vloernet gebruikt worden.
Het vloernet in de ogen in de bodem bagagej ruimte haken.
Dakdrager
Algemeen
Dakdragers zijn beschikbaar als speciale accesj
soires.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij het rijden met dakbelasting, bijvoorbeeld
met een dakdrager, kan door het hogere zwaarj
tepunt in rijkritische situaties de rijveiligheid niet
meer gewaarborgd zijn. Er bestaat kans op een
ongeval of schade. Bij het rijden met dakbelasj
ting de Dynamische Stabiliteitscontrole DSC
niet deactiveren.
Bevestiging
De montagehandleiding van de dakdrager in acht
nemen.
Seite 211BeladingRIJTIPS211
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 212 of 286

Daklijstmetkleppen
De bevestigingspunten bevinden zich in de dakj
lijst boven de portieren.
Afdekking naar buiten openklappen.
Belading Beladen dakdragers veranderen het rij- en stuurj
gedrag van de auto omdat het zwaartepunt wordt verplaatst.
Daarom bij het beladen en rijden het volgende in
acht nemen:
'xToegestane dak-/aslast en toegestane totaalj
gewicht niet overschrijden.'xErop letten dat voldoende vrije ruimte overj
blijft voor het kantelen en openen van het glaj zen dak.'xDakbelading gelijkmatig verdelen.'xDakbelading mag geen groot vlak beslaan.'xDe zwaarste bagagestukken onderop leggen.'xDakbagage veilig bevestigen, bijvoorbeeld
met spanbanden vastsjorren.'xGeen voorwerpen in het zwenkbereik van de kofferklep laten uitsteken.'xDefensief rijden en fel accelereren en remj
men of snel rijden in de bochten vermijden.Seite 212RIJTIPSBelading212
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 213 of 286

BrandstofbesparenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Algemeen
Uw auto bevat geavanceerde technologieën voor
het reduceren van de verbruiks- en emissiewaarj den.
Het brandstofverbruik hangt van verschillende factoren af.
Door enkele maatregelen, zoals een gematigde rijstijl en regelmatig onderhoud, kunnen hetbrandstofverbruik en de milieubelasting positief
worden be

Page 214 of 286

Hiervoor voldoende afstand tot voorliggers houjden.
Hogemotortoerentallen vermijden
Bij rijden met een lager motortoerental nemenhet brandstofverbruik en de slijtage af.
Evt. de schakelpuntindicator, zie pagina 133, van
de auto in acht nemen.
Afremmenopdemotor
Ga bij het naderen van een rood verkeerslicht van het gaspedaal en laat de auto uitrollen.
Bij hellingafwaarts rijden het gaspedaal loslaten
en de auto laten uitrollen.
De brandstoftoevoer wordt bij vaart minderen onderbroken.
Motorbijlangerstoppenafzetten
Motorafzetten Motor bij langere stops, bijvoorbeeld bij verj
keerslichten, overwegen of in de file, afzetten.
Automatischestart-stop-functie De automatische start-stop-functie van de auto
zet de motor tijdens een stop automatisch af.
Indien de motor uitgezet en aansluitend opnieuw
gestart wordt, dalen het brandstofverbruik en de
uitstoot in vergelijking met een continu draaiende
motor. Al bij een motorstop van enkele seconden
zijn besparingen mogelijk.
Het brandstofverbruik hangt bovendien af van
andere factoren zoals rijstijl, toestand van de
weg, onderhoud en omgevingsomstandigheden.
Schakelniet-gebruikte
functiesuit
Functies als bijvoorbeeld stoel- of achterruitverj
warming vragen veel energie en verkleinen de actieradius, met name in het stadsverkeer en bij
stilstaand en langzaamrijdend verkeer.
Deze functies uitschakelen wanneer zij niet worj den gebruikt.
Onderhoudlatenuitvoeren
Auto regelmatig laten onderhouden om een optij
maal rendement en een lange levensduur te bej reiken. BMW adviseert onderhoudswerkzaamhejden door een BMW Service Partner te latenuitvoeren.
Hiervoor ook het BMW onderhoudssysteem, zie pagina 244, in acht nemen.
Seite 214RIJTIPSBrandstofbesparen214
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 215 of 286

Seite 215BrandstofbesparenRIJTIPS215
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 216 of 286

216
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 217 of 286

MOBILITEIT
Tanken...................................................................................................... 218 Brandstof.................................................................................................. 220
Wielenenbanden....................................................................................222
.otorruimte............................................................................................. 235 .otorolie...................................................................................................238,oelvloeistof.............................................................................................242 0nderhoud............................................................................................... 244
Vervangenvanonderdelen.................................................................... 247
Hulpingevalvanpech............................................................................ 253
Verzorging................................................................................................ 261217
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 218 of 286

TankenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Algemeen
Voor het tanken eerst de aanwijzingen over de brandstofkwaliteit, zie pagina 220, lezen.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Bij een actieradius onder 50 km kan de brandj
stoftoevoer naar de motor in gevaar komen.
Het functioneren van de motor is niet gewaarj borgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op tijdtanken.
Tankdop
Openen
1.Tankdopklep bij de achterste rand aanraken.2.Tankdop tegen de wijzers van de klok in
draaien.3.Tankdop in de houder op de klep aanbrenj gen.Seite 218MOBILITEITTanken218
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 219 of 286

Sluiten
WAARSCHUWING
De bevestigingsband van de tankdop kan bij
het vastdraaien worden ingeklemd en platgej
drukt. De dop kan dan niet correct gesloten
worden. Er kunnen brandstof of brandstofdamj
pen naar buiten komen. Er bestaat kans op letj
sel of schade. Erop letten dat de bevestigingsj
band bij het sluiten van de dop niet word
ingeklemd of platgedrukt.
1.Tankdop aanbrengen en rechtsom vastj
draaien tot duidelijk een klik hoorbaar is.2.Tankdopklep sluiten.
Tankdopklephandmatig
ontgrendelen
Bijv. bij een elektrisch defect.
De tankdopklep door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist laten ontgrendelen.
Bijhettankenopletten
Algemeen
Bij het tanken het vulpistool in de vulhals plaatj sen. Het optillen van het vulpistool tijdens het tanken leidt tot:
'xVoortijdig afslaan.'xVerminderde terugvoer van brandstofdamjpen.
De brandstoftank is vol wanneer het vulpistool
voor de eerste keer afslaat.
De bij tankstations geldende veiligheidsregels in acht nemen.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Brandstoffen zijn giftig en agressief. Als de
brandstoftank te ver wordt gevuld, kan het
brandstofsysteem worden beschadigd. Bij conj
tact met gespoten oppervlakken kunnen deze
worden beschadigd. Schadelijk voor het milieu.
Er bestaat gevaar voor schade. Te ver vullen
vermijden.
Seite 219TankenMOBILITEIT219
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 220 of 286

BrandstofUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Brandstofkwaliteit
Algemeen
Afhankelijk van de regio wordt bij diverse tankj
stations brandstof verkocht die is aangepast aan het winter- of zomerseizoen. Brandstof die in de
winter wordt aangeboden vereenvoudigt bijv. de koude start.
Benzine
Algemeen
De benzine moet voor een optimaal brandstofj
verbruik zwavelvrij of zo mogelijk zwavelarm zijn.
Brandstoffen die bij de brandstofpomp als mej
taalhoudend zijn aangegeven, mogen niet worj
den gebruikt.
Er kunnen brandstoffen met een maximaal ethaj nolgehalte van 10 , dus E10, worden getankt.
De motor heeft een pingelregeling. Vandaar dat
verschillende benzinekwaliteiten kunnen worden
getankt.
Veiligheidsvoorschriften
OPMERKING
Al kleine hoeveelheden van de verkeerde
brandstof of verkeerde brandstofadditieven
kunnen het brandstofsysteem en de motor bej schadigen. Bovendien wordt de katalysator blijjvend beschadigd. Er bestaat gevaar voorschade. Bij benzinemotoren het volgende niettanken of aan de brandstof toevoegen:
'xLoodhoudende benzine.'xMetaalachtige toevoegingen, bijvoorbeeld
mangaan of ijzer.
Na het tanken van de verkeerde brandstof niet
de start-stop-toets indrukken. Contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist.
OPMERKING
Verkeerde brandstoffen kunnen het brandstofj
systeem en de motor beschadigen. Er bestaat
gevaar voor schade. Geen brandstoffen met
een hoger ethanolgehalte dan geadviseerd tanj
ken. Geen methanolhoudende brandstoffen
tanken, bijv. M5 tot M100.
OPMERKING
Brandstof onder de aangegeven minimumkwaj
liteit kan de werking van de motor nadelig be

Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 290 next >