BMW M3 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 91 of 300

Algemeen
De veiligheidsgordels voor elke rit op alle bezette
plaatsen omdoen. Airbags vormen een aanvulj
lende veiligheidsvoorziening op de veiligheidsj gordels, maar vervangen deze niet.
Het punt van de gordelbevestiging past voor volj
wassenen van elke lichaamslengte bij een corj
recte stoelinstelling.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Als meer dan een persoon van dezelfde gordel
gebruikmaakt, is de beschermende werking
van de veiligheidsgordel niet meer gewaarj borgd. Er bestaat kans op letsel of levensgej
vaar. Eén veiligheidsgordel slechts voor
één persoon gebruiken. Baby's en kinderen niet op schoot nemen, maar in de daarvoor bej
stemde kinderveiligheidssystemen zetten en
overeenkomstig beveiligen.
WAARSCHUWING
De beschermende werking van de veiligheidsj gordels kan beperkt zijn of wegvallen als dezeverkeerd worden gedragen. Een verkeerd gejdragen veiligheidsgordel kan extra letsel veroorjzaken, bijv. bij een ongeval of bij rem- en uitjwijkmanoeuvres. Er bestaat kans op letsel of
levensgevaar. Erop letten dat de veiligheidsgorj
dels bij alle inzittenden correct zijn omgedaan.
WAARSCHUWING
De beschermende werking van de veiligheidsj
gordels kan in de volgende situaties beperkt
zijn of uitvallen:
'xGordels of gordelsloten zijn beschadigd,
vervuild of op een andere manier gewijj zigd.'xGordelspanner of gordelautomaat is gewijj
zigd.De veiligheidsgordel kunnen bij een ongeval onmerkbaar worden beschadigd. Er bestaat
kans op letsel of levensgevaar. Veiligheidsgorj dels, gordelsloten, gordelspanners, gordelautoj
maten en gordelverankeringen niet wijzigen en
schoon houden. Na een ongeval de veiligheidsj
gordels bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist laten controleren.
Correctgebruikvan
veiligheidsgordels'xDe gordel niet verdraaid en strak over het bekken en de schouder aanbrengen.'xDe gordel in de bekkenzone laag over de
heup aanbrengen. De gordel mag niet tegen
het onderlichaam drukken.'xDe veiligheidsgordel mag niet langs scherpe randen schuren, over harde of breekbarevoorwerpen in de kleding lopen of worden inj
geklemd.'xDikke kleding vermijden.'xDe gordel ter hoogte van het bovenlichaam meerdere keren naar boven toe straktrekken.
Veiligheidsgordelsluiten
1.De gordel bij het omdoen langzaam uit dehouder halen.2.De slotlip in het gordelslot steken. Het gorj
delslot moet hoorbaar vastklikken.
Bij gesloten gordel wordt na het wegrijden de gordelband eenmalig automatisch strak aangej
trokken.
Seite 91Stoelen,spiegelsenstuurBEDIENING91
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 92 of 300

Veiligheidsgordelopenen1.Veiligheidsgordel vasthouden.2.Rode toets in het slot indrukken.3.Veiligheidsgordel naar het oprolmechanisme
geleiden.
Gordelherinneringvoor
bestuurders-enpassagiersstoel
Algemeen
De gordelherinnering wordt geactiveerd als de veiligheidsgordel aan bestuurderszijde niet is omgegespt.
In bepaalde landuitvoeringen wordt de gordelj herinnering ook actief als de veiligheidsgordel
aan passagierszijde niet is ingestoken en er zich zware voorwerpen op de passagiersstoel bevinjden.
Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Er wordt een Check-Control-meldingweergegeven. Controleren of de veiligj
heidsgordel correct is omgedaan.
Gordelwaarschuwingvoor
achterbank
Algemeen
De gordelherinnering is bij iedere start van de
motor automatisch actief.
De gordelwaarschuwing wordt ook geactiveerd
wanneer een veiligheidsgordel op de achterbank tijdens het rijden wordt losgemaakt.
Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Het controlelampje in het instrumentenpaneel
gaat branden nadat de motor gestart is.
SymboolBeschrijvingGroen: de veiligheidsgordel van de
betreffende zitplaats op de achterj
bank is vastgemaakt.Rood: de veiligheidsgordel van de
betreffende zitplaats op de achterj
bank is niet vastgemaakt.
Veiligheidsfunctie
In kritieke rij-omstandigheden, bijv. een noodj
stop, worden de voorste gordels automatisch
voorgespannen.
Wordt de rijsituatie afgesloten zonder ongelukj ken, dan ontspant de gordel weer.
Als de gordelspanning niet automatisch losser
wordt, moet u stoppen en de gordel met de rode toets in het slot openen. Alvorens verder te rijjden, de gordel opnieuw sluiten.
Hoofdsteunen
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Een ontbrekende beschermende werking door
uitgebouwde of niet correct ingestelde hoofdj
steunen kan letsel aan hoofd en nek veroorzaj
ken. Er bestaat kans op letsel.
'xGedemonteerde hoofdsteunen voor de rit op alle bezette plaatsen monteren.'xDe hoofdsteun indien mogelijk zodanig inj
stellen, dat het midden van de hoofdsteun
het achterhoofd ongeveer op ooghoogte
ondersteunt.'xDe afstand zodanig instellen dat de hoofdj
steunen zo dicht mogelijk tegen het achj
terhoofd aanliggen. De afstand evt. via de
rugleuning instellen.Seite 92BEDIENINGStoelen,spiegelsenstuur92
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 93 of 300

WAARSCHUWING
Door voorwerpen op de hoofdsteunen wordt de beschermende werking van hoofd en neknegatief be

Page 94 of 300

3. Toets indrukken. LED in de toets
brandt.4.Gewenste toets 1 of 2 indrukken, zolang de
LED brandt. LED dooft.
Toets is per ongeluk ingedrukt:
Toets opnieuw indrukken.
LED dooft.
Oproepen
De opgeslagen positie wordt automatisch opgej roepen.
Gewenste toets 1 of 2 indrukken.
Het proces wordt afgebroken als een schakelaar van de stoelverstelling of een van de memory-toetsen wordt ingedrukt.
Het instellen van de stoelpositie aan bestuurj derszijde wordt tijdens het rijden na korte tijd onjderbroken.
Oproepenwordtgedeactiveerd Na korte tijd wordt het oproepen van opgeslagenstoelposities gedeactiveerd om leeglopen van deaccu te voorkomen.
Oproepen opnieuw activeren:
'xPortier of kofferdeksel openen en sluiten.'xEen toets van de afstandsbediening indrukj
ken.'xStart/stop-knop indrukken.
Spiegels
Buitenspiegels
Algemeen
De spiegelinstelling wordt opgeslagen voor het
momenteel gebruikte bestuurdersprofiel. Bij het
ontgrendelen van de auto via de afstandsbediej
ning wordt de positie automatisch opgeroepen,
als de functie, zie pagina 80, hiervoor is geactij
veerd.
De actuele buitenspiegelpositie kan met de Gej heugenfunctie, zie pagina 93, opgeslagen worj
den.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
De zichtbare objecten in de spiegel zijn dichterj
bij dan het lijkt. De afstand tot achteropkoj
mende verkeersdeelnemers zou verkeerd kunj nen worden ingeschat, bijvoorbeeld bij het
veranderen van rijstrook. Er bestaat gevaar voor ongevallen. De afstand tot het achteropkojmende verkeer met een blik over de schouderinschatten.
Overzicht
1Instellen2Spiegel selecteren, parkeerfunctie3In- en uitklappen
Spiegelselecteren
Omschakelen op andere spiegel:Schakelaar schuiven.
Elektrischinstellen Toets indrukken.
De spiegel beweegt analoog aan de toetsbeweging.
Seite 94BEDIENINGStoelen,spiegelsenstuur94
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 95 of 300

Storing
Bij een defect van de elektrische installatie de
spiegel instellen door tegen de randen van het
spiegelglas te drukken.
In-enuitklappen
OPMERKING
Vanwege de breedte van de auto kan deze in wasstraten worden beschadigd. Er bestaat gej
vaar voor schade. Voor het wassen de spiegels
met de hand of met de toets inklappen.
Toets indrukken.
Het inklappen is mogelijk tot een snelheid van ca.
20 km/h.
Het in- en uitklappen van de spiegels is in de volj
gende situaties handig:
'xIn wasstraten.'xIn nauwe straten.
Ingeklapte spiegels klappen bij circa 40 km/h auj tomatisch uit.
Automatischeverwarming
Beide buitenspiegels worden automatisch bij inj
geschakeld contact verwarmd.
Automatischdimmend De buitenspiegel aan bestuurderszijde wordt aujtomatisch gedimd. Voor de regeling worden foj
tocellen in de binnenspiegel gebruikt.
Parkeerfunctie,buitenspiegel PrincipeHet spiegelglas aan de bijrijderskant wordt bij inj
geschakelde achteruitversnelling schuin naar bej
neden gezet. Daardoor wordt het zicht bijvoorj
beeld bij het inparkeren op de stoeprand of op
andere obstakels dichtbij de grond verbeterd.
Activeren1. Schakelaar in positie buitenspiegel
bestuurderskant schuiven.2.Keuzehendelstand R inschakelen.
Uitschakelen
Schakelaar in positie buitenspiegel bijrijj
derskant schuiven.
Binnenspiegel,automatisch
dimmend
Overzicht
Voor de dimfunctie zitten er fotocellen:
'xIn het spiegelglas.'xAan de achterzijde van de spiegel.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'xFotocellen schoonhouden.'xGebied tussen binnenspiegel en voorruit niet
bedekken.Seite 95Stoelen,spiegelsenstuurBEDIENING95
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 96 of 300

Stuurwiel
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door het instellen van het stuurwiel tijdens het rijden kunnen onverwachte stuurbewegingen
optreden. U kunt de controle over de auto verj
liezen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Het
stuurwiel alleen instellen als de auto stilstaat.
Handmatigeversnellingsbak:
elektrische
stuurwielvergrendeling
Algemeen
Het stuurwiel vergrendelt automatisch bij het openen van het bestuurdersportier.
Voor het ontgrendelen het contact inschakelen.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij geactiveerde stuurwielvergrendeling kan er
niet worden gestuurd. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Alvorens met de auto te gaan rijden
het contact inschakelen.
Instellen
1.Hendel naar beneden klappen.2.Stuurwiel in langsrichting en hoogte aanpasj
sen aan de stoelpositie.3.Hendel weer terugdrukken.
Stuurwielverwarming
Overzicht
Stuurwielverwarming
In-/uitschakelen Toets indrukken.
'xAan: LED brandt.'xUit: LED dooft.Seite 96BEDIENINGStoelen,spiegelsenstuur96
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 97 of 300

KinderenveiligvervoerenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Dejuisteplaatsvoorkinderen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in de auto worden achtergelaten kunnen de auto inbeweging zetten en zichzelf of het verkeer in
gevaar brengen, bijvoorbeeld door de volgende
handelingen:
'xIndrukken van de start/stop-knop.'xParkeerrem vrijzetten.'xPortieren of ruiten openen en sluiten.'xKeuzehendelstand N inschakelen.'xUitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht in
de auto laten. Bij het verlaten van de auto de afj
standsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.
Geschiktezitplaatsen
Informatie over de bruikbaarheid van kinderveiligj heidssystemen op de betreffende stoelen, wanjneer de kinderzitjes met een veiligheidsgordelbevestigd worden, overeenkomstig de norm
ECE-R 16: GroepGewicht
vanhet
kindLeeftijdbij
benaderingPassaj
giersstoel,
airbagONPassaj
giersstoel,
airbagOFF
ma
Achterj
bank,buij
tenstezitj
plaatsenm
b
Achterj
bank,midj
den0Tot 10 kgTot 9 maanj
denXU, LU, LX0+Tot 13 kgTot
18 maandenXU, LU, LXI9 m 18 kgTot 4 jaarXU, LU, LXII15 m 25 kgTot 7 jaarXUU, LXSeite 97,inderenveiligvervoerenBEDIENING97
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 98 of 300

GroepGewicht
vanhet
kindLeeftijdbij
benaderingPassaj
giersstoel,
airbagONPassaj
giersstoel,
airbagOFF
ma
Achterj
bank,buij
tenstezitj
plaatsenm
b
Achterj
bank,midj
denIII22 m 36 kgVanaf 7 jaarXUU, LXU: geschikt voor kinderveiligheidssystemen in de universele categorie die voor toepassing in deze
gewichtsgroep geschikt zijn.
L: geschikt voor kinderveiligheidssystemen in de categorie semi-universeel, als de auto en de zitj plaats in de voertuigtypelijst van de fabrikant van het kinderveiligheidssysteem zijn vermeld.
X: niet geschikt voor kinderveiligheidssystemen in de universele categorie die voor toepassing in
deze gewichtsgroep geschikt zijn.
b) De lengteverstelling van de passagiersstoel aanpassen en, indien nodig, in de hoogste stand zetj
ten om een optimale ligging van de veiligheidsgordel te verkrijgen.
b) Bij gebruik van kinderveiligheidssystemen op de achterbank eventueel de lengte-instelling van de
voorstoel aanpassen en de hoofdsteun van de achterbank aanpassen of verwijderen.Kinderenaltijdopdeachterbank
Algemeen
Ongevallenanalyse toont aan dat de achterbank
de veiligste plek is voor kinderen.
Kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan
150 cm alleen achterin vervoeren in geschikte
kinderveiligheidssystemen die zijn afgestemd op
hun leeftijd, gewicht en lengte. Kinderen vanaf
12 jaar vastzetten met een veiligheidsgordel zoj
dra een geschikt kinderveiligheidssysteem voor
kinderen op grond van hun leeftijd, gewicht en
lengte niet meer in aanmerking komt.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Kinderen kleiner dan 150 cm kunnen de veiligj
heidsgordel zonder geschikte aanvullende kinj
derveiligheidssystemen niet correct dragen. De
beschermende werking van de veiligheidsgorj
dels kan beperkt zijn of wegvallen als deze verj
keerd worden gedragen. Een verkeerd gedraj gen veiligheidsgordel kan extra letsel
veroorzaken, bijvoorbeeld bij een ongeval of bij
rem- en uitwijkmanoeuvres. Er bestaat kans op
letsel of levensgevaar. Kinderen kleiner dan
150 cm in geschikte kinderveiligheidssystemen
vastzetten.
Kinderenopdebijrijdersstoel Algemeen
Bij gebruik van een kinderveiligheidssysteem op de passagiersstoel erop letten dat front- en zij-
airbag aan passagierszijde uitgeschakeld zijn. De deactivering van de passagiersairbag kan alleen
met de Spiegelomschakelaar sleutelschakelaar
voor de passagiersairbag, zie pagina 150, worj
den uitgevoerd.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags kunnen bij het activeren een kind in een kinderveiligjheidssysteem verwonden. Er bestaat kans op
letsel. Erop letten dat de passagiersairbags uitj
Seite 98BEDIENING,inderenveiligvervoeren98
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 99 of 300

geschakeld zijn en het controlelampje PASj
SENGER AIRBAG OFF brandt.
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde stoelinstelling of onjuiste
montage van het kinderzitje is de stabiliteit van
het kinderveiligheidssysteem verminderd of volledig afwezig. Er bestaat kans op letsel of lej
vensgevaar. Erop letten dat het kinderveiligj
heidssysteem strak tegen de leuning aan ligt.
Bij alle betreffende rugleuningen zo mogelijk de
rugleuninghoek aanpassen en de stoelen corj
rect instellen. Erop letten dat de stoelen en de leuningen correct ingeklikt of vergrendeld zijn.
Indien mogelijk de hoogte van de hoofdsteunen aanpassen of deze verwijderen.
Montagevan
kinderveiligheidssystemen
Algemeen
Voor elke leeftijds- en gewichtsklasse zijn bij een Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of een specialist
geschikte kinderveiligheidssysteem verkrijgbaar.
Bij het kiezen, inbouwen en gebruiken van kinj derveiligheidssystemen de informatie van de faj
brikant van het kinderveiligheidssysteem in acht
nemen.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde stoelinstelling of onjuiste
montage van het kinderzitje is de stabiliteit van
het kinderveiligheidssysteem verminderd of volledig afwezig. Er bestaat kans op letsel of lej
vensgevaar. Erop letten dat het kinderveiligj
heidssysteem strak tegen de leuning aan ligt.
Bij alle betreffende rugleuningen zo mogelijk de
rugleuninghoek aanpassen en de stoelen corj
rect instellen. Erop letten dat de stoelen en de
leuningen correct ingeklikt of vergrendeld zijn.
Indien mogelijk de hoogte van de hoofdsteunen aanpassen of deze verwijderen.
WAARSCHUWING
Bij beschadigde of door een ongeval zwaar bej laste kinderveiligheidssystemen inclusief de bejvestigingssystemen kan de beschermende
werking daarvan verminderd of volledig afwezig zijn. Een kind kan bijvoorbeeld bij een ongeval
of bij rem- en uitwijkmanoeuvres niet volj doende worden opgevangen. Er bestaat kansop letsel of levensgevaar. Beschadigde of bijeen ongeval zwaarbelaste kinderveiligheidssysjtemen inclusief de bevestigingssystemen door
de Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of speciaj list laten controleren en eventueel vervangen.
Opdebijrijdersstoel
Airbagsdeactiveren
WAARSCHUWING
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags kunnen bij het activeren een kind in een kinderveiligjheidssysteem verwonden. Er bestaat kans opletsel. Erop letten dat de passagiersairbags uitjgeschakeld zijn en het controlelampje PASj
SENGER AIRBAG OFF brandt.
Alvorens een veiligheidssysteem voor kinderen op de passagiersstoel te monteren, moeten de
voor- en zij-airbag aan passagierszijde worden
uitgeschakeld.
Passagiersairbags met sleutelschakelaar deactij veren, zie pagina 150.
Seite 99,inderenveiligvervoerenBEDIENING99
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 100 of 300

Naarachterengerichte
kinderveiligheidssystemen
GEVAAR
Niet-uitgeschakelde passagiersairbags kunnen bij het activeren een kind in een naar achteren
gericht kinderveiligheidssysteem dodelijk verj
wonden. Er bestaat kans op letsel of levensgej
vaar. Erop letten dat de passagiersairbags uitj
geschakeld zijn en het controlelampje
PASSENGER AIRBAG OFF brandt.
De aanwijzing op de zonneklep aan de passaj
gierszijde in acht nemen.
Nooit een naar achteren gericht kinderzitje op
een stoel plaatsen als de frontairbag geactiveerd
is. Dit kan voor zwaar tot dodelijk letsel bij kindej
ren zorgen.
Stoelpositieen-hoogte Voor de montage van een universeel kinderveijligheidssysteem de passagiersstoel in de achterj
ste stand en, indien mogelijk, in de bovenste
stand brengen, om een zo goed mogelijke ligj ging van de gordel en bescherming bij een ongej
val te bereiken.
Als het bovenste bevestigingspunt van de gordel zich v

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 300 next >