BMW M3 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 121 of 300

Weergaveophet
instrumentenpaneel
Motordynamiekcontrole met geselecj
teerd programma bij geactiveerde weerj
gave van de systeemtoestanden van de
rijdynamiek, zie pagina 130.Seite 121RijdenBEDIENING121
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 122 of 300

WeergavenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Overzicht,instrumentenpaneel
1Brandstofmeter\_ 1272Snelheidsmeter3Meldingen, bijvoorbeeld Check-Control4Toerenteller\_127Shift Lights\_1405Motorolietemperatuur\_ 1276Momenteel verbruik7Elektronische weergaven8Kilometers resetten\_127Seite 122BEDIENINGWeergaven122
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 123 of 300

Check-Control
PrincipeCheck-Control controleert functies in de auto engeeft een melding als in de bewaakte systemeneen storing is opgetreden.
Algemeen
Op het instrumentenpaneel en op het Head-Up Display wordt een Check-Control-melding weerj
gegeven als een combinatie van controle- of waarschuwingslampjes en textuele meldingen.
Tevens klinkt er eventueel een akoestisch sigj naal en verschijnt er een tekstbericht op hetControl Display.
Controle-en
waarschuwingslampjes
Algemeen
Controle- en waarschuwingslampjes in het inj
strumentenpaneel kunnen in verschillende comj
binaties en kleuren gaan branden.
Van sommige lampen wordt bij het starten van
de motor of inschakelen van het contact de werking gecontroleerd, waarbij deze even kortbranden.
Rodelampjes Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuurdersj
zijde is niet omgedaan. Bij sommige
landuitvoeringen: passagiersgordel niet
omgedaan of voorwerpen herkend op de passaj
giersstoel.
Controlelampje knippert of brandt: veiligheidsj
gordel aan bestuurders- of passagierszijde is niet omgedaan. De gordelherinnering kan ook in
werking treden als er voorwerpen op de passaj
giersstoel liggen.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is
omgedaan.
Gordelwaarschuwingvoorachterbank Veiligheidsgordel op de betreffendeplaats op de achterbank is niet ingestojken.
Airbagsysteem Airbagsysteem en gordelspanner zijn
mogelijk defect.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist laten
controleren.
Parkeerrem Parkeerrem is vastgezet.
Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 110.
Botsingswaarschuwing Controlelampje brandt: Vooralarm, bijj
voorbeeld bij een dreigend botsingsgej vaar of bij zeer geringe afstand tot een
voorligger.
Afstand vergroten.
Controlelampje knippert: Acute waarschuwing bij direct botsingsgevaar, als de auto met relatiefhogere, andere snelheid een andere auto nadert.
Ingrijpen door te remmen en eventueel uit te wijj
ken.
Persoonswaarschuwing Symbool in het instrumentenpaneel.
Dreigt er een botsing met een herkent
persoon, dan licht het symbool op en
klinkt er een signaal.Seite 123WeergavenBEDIENING123
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 124 of 300

GelelampjesAntiblokkeersysteemABS Rembekrachtiger mogelijk defect. Plotj
seling remmen vermijden. Houd rekening
met een langere remweg.
Direct door een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
DynamischestabiliteitscontroleDSC Controlelampje knippert: DSC regelt de
aandrijf- en remkrachten. De auto wordt
gestabiliseerd. Snelheid verlagen en rijstj
ijl aan de wegomstandigheden aanpassen.
Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen.Het systeem door een Service Partner van de fajbrikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist laten controleren.
DSC, zie pagina 174.
DynamischestabiliteitscontroleDSC gedeactiveerd
DSC is gedeactiveerd.
DSC, zie pagina 174.
MDynamicModeMDM M Dynamic Mode MDM is ingeschakeld.M Dynamic Mode, zie pagina 175.
Controlelampje knippert eveneens: MDM
regelt de aandrijf- en remkrachten. De auto wordt gestabiliseerd.
Controlelampje brandt: MDM is uitgevalj
len. Het systeem door een Service Partj
ner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of
specialist laten controleren.M Dynamic Mode, zie pagina 175.
BandenpechwaarschuwingRPA De bandenpechwaarschuwing meldt
spanningsverlies in een band.
Snelheid verminderen en voorzichtig
stoppen. Heftige rem- en stuurbewegingen verj
mijden.
Bandenpechwaarschuwing, zie pagina 155.
BandenspanningscontroleRDC Het controlelampje brandt: de bandenjspanningscontrole meldt een lage banjdenspanning of bandenpech. De inforj
matie in de Check-Control-melding in acht nemen.
Controlelampje knippert en brandt vervolgens
continu: er wordt geen bandenpech of geen verj
lies van bandenspanning herkend.'xStoring door installaties of apparaten met dej
zelfde zendfrequentie: na verlaten van het storingsgebied wordt het systeem automajtisch weer actief.'xRDC kan de reset niet voltooien: voer de rejset van het systeem opnieuw uit.'xWiel zonder RDC-elektronica is gemonteerd:
evt. laten controleren door een Service Partj ner van de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist.'xStoring: het systeem door een Service Partj ner van de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten
controleren.
Bandenspanningscontrole, zie pagina 152.
Stuursysteem Stuursysteem mogelijk defect.
Het systeem door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten controj
leren.
Seite 124BEDIENINGWeergaven124
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 125 of 300

EmissiewaardenStoring in werking van de motor.
De auto door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist laten controleren.
Aansluiting voor On-Board Diagnose, zie paj
gina 258.
LaneDepartureWarning Als het systeem is ingeschakeld, wordt
er bij het verlaten van een herkende rijj
baan zonder eerst de richting aan te gej
ven onder bepaalde omstandigheden een waarj
schuwing gegeven.
Waarschuwing rijbaan verlaten, zie pagina 163.
Mistachterlicht Mistachterlicht is ingeschakeld.
Mistachterlicht, zie pagina 146.
Groenelampjes
Gordelwaarschuwingvoorachterbank Veiligheidsgordel op de betreffendeplaats op de achterbank is niet ingestoj
ken.
Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers ingeschakeld.
Ongewoon snel knipperen van de conj
trolelampje duidt op een uitgevallen richj
tingaanwijzerlampje.
Richtingaanwijzers, zie pagina 110.
Stadslicht,rijlicht Stadslicht of rijlicht is ingeschakeld.Parkeer-/dimlicht, verlichtingsregeling,
zie pagina 142.Grootlichtassistent
Grootlichtassistent is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt afhankelijk van de
verkeerssituatie automatisch in- en uitj
geschakeld.
Grootlichtassistent, zie pagina 145.
Snelheidsregeling Systeem is ingeschakeld. De snelheiddie met de bedieningselementen op het stuurwiel is ingesteld wordt aangehouj
den.
Handmatigesnelheidsbegrenzer Controlelampje brandt: het systeem is inj
geschakeld.
Controlelampje knippert: de ingestelde
snelheidslimiet wordt overschreden. Er klinkt
eventueel een signaal.
Verminder de snelheid of deactiveer het sysj
teem.
Blauwelampjes
Grootlicht Grootlicht is ingeschakeld.Grootlicht, zie pagina 110.Seite 125WeergavenBEDIENING125
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 126 of 300

Check-Control-meldingen
onderdrukken
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar indrukj ken.
Permanenteweergave
Enkele Check-Control-meldingen worden perj manent weergegeven en blijven zichtbaar, totdat
de storing is opgelost. Bij meerdere gelijktijdige storingen worden de meldingen na elkaar weerj
gegeven.
De meldingen kunnen ca. 8 seconden worden verborgen. Hierna worden deze weer automaj tisch weergegeven.
Tijdelijkeweergave
Sommige Check-Control-meldingen worden auj tomatisch na ca. 20 seconden verborgen. DeCheck-Control-meldingen blijven opgeslagen en
kunnen opnieuw worden weergegeven.
OpgeslagenCheck-Control-
meldingenweergeven
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Check Control"4.Tekstmelding selecteren.Weergave
Check-Control Minimaal één Check-Control-meldingwordt weergegeven of is opgeslagen.
Tekstmeldingen
Tekstmeldingen in combinatie met een symbool
in het instrumentenpaneel geven uitleg over een Check-Control-melding en de betekenis van decontrole- en waarschuwingslampjes.
Aanvullendetekstmeldingen Meer informatie, bijvoorbeeld over de oorzaak
van een storing en de noodzaak tot ingrijpen, kan worden opgeroepen via Check-Control.
Bij dringende meldingen wordt de aanvullende tekst automatisch op het Control Display gej
toond.
Functies
Afhankelijk van de Check-Control-melding kunj nen de volgende functies geselecteerd worden.'x"Handleiding"
Bijkomende informatie over de Check-Conj trol-melding weergeven in de ge

Page 127 of 300

Brandstofmeter
Een pijl naast het benzinepompj
symbool laat zien aan welke kant
van de auto de klep van de tankj
dop zit.
Het hellen van de auto kan tot
schommelingen in de weergave leiden.
Aanwijzingen voor tanken in acht nemen.
Toerenteller
Gele en rode LED's tonen het
toegestane toerentalbereik. Als
de temperatuur van de motorolie
toeneemt, wordt het toegestane
toerental verhoogd.
Toerentallen in het gele waarschuwingsgebied
vermijden.
Vermijd beslist toerentallen in het rode waarj schuwingsgebied. In dit gebied wordt ter bej scherming van de motor de brandstoftoevoerverminderd.
Motorolietemperatuur
'xKoude motor: de wijzer staat
op de laagste temperatuurj
waarde. Rij met gering toerenj
tal en matige snelheid.'xNormale bedrijfstemperatuur:
de wijzer bevindt zich in het
midden of in de linkerhelft van
de temperatuurmeter.'xHete motor: de wijzer staat op de hoogste
temperatuurwaarde. Bovendien wordt een
Check-Control-melding weergegeven.Koelvloeistoftemperatuur
Indien de koelvloeistof en daarmee de motor te
heet wordt, verschijnt er een Check-Control- melding.
Koelvloeistofpeil controleren.
Kilometer-endagteller
Weergave
'xKilometerteller, pijl 1.'xDagteller, pijl 2.
Kilometersweergeven/resetten Toets indrukken.
'xBij uitgeschakeld contact worj
den de tijd, buitentemperatuur
en kilometerteller weergegej
ven.'xBij ingeschakeld contact wordt de dagteller teruggezet.
Buitentemperatuur
Algemeen
Daalt de weergave tot +3 

Page 128 of 300

Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Ook bij temperaturen boven +3 

Page 129 of 300

Drive-modus'xIngeschakelde versnelling saj
men met een D, pijl 1.'xGeselecteerd rijprogramma,
Drivelogic, pijl 2.
Actieradius
Algemeen
Bij een geringe resterende actieradius:
'xEr wordt kort een Check-Control-melding weergegeven.'xOp de boordcomputer wordt de resterende
actieradius weergegeven.'xBij een dynamische rijstijl, bijvoorbeeld snel
rijden in een bocht, is het functioneren van de
motor niet gewaarborgd niet altijd gegaranj
deerd.
Bij een actieradius van minder dan circa 50 km wordt de Check-Control-melding voortdurend
weergegeven.
Veiligheidsvoorschriften
OPMERKING
Bij een actieradius onder 50 km kan de brandj stoftoevoer naar de motor in gevaar komen.
Het functioneren van de motor is niet gewaarj
borgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op tijd
tanken.
Weergave
De actuele actieradius wordt op
het instrumentenpaneel weergej
geven.
Momenteelverbruik
Weergave
Geeft het momentele brandstofjverbruik aan. Er kan worden gej
controleerd hoe zuinig en milieuj bewust wordt gereden.
Momenteelverbruikweergeven Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5.Evt. "M rijdynamieksystemen"
De weergave voor momenteel verbruik is
actief.
Weergave van de rijdynamieksystemen,
zie pagina 130.
De weergavebalk voor het momenteel verbruik
wordt in het instrumentenpaneel weergegeven.
Energieterugwinning
Weergave Bewegingsenergie van de auto
wordt tijdens accelaratie omgezet
in elektrische energie. De accu wordt gedeeltelijk geladen en het
brandstofverbruik kan worden
verlaagd.
Energieterugwinningweergeven
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"Seite 129WeergavenBEDIENING129
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 130 of 300

4."Instrumentencombinatie"5.Evt. "M rijdynamieksystemen"
De weergave voor energieterugwinning is
actief.
Weergave van de rijdynamieksystemen,
zie pagina 130.
Weergave
EfficientDynamics
EfficientDynamicsafbeelden
Tijdens de rit kan informatie over verbruik en
techniek worden weergegeven.
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."EfficientDynamics"
Verbruiksgeschiedenis
weergeven
Het gemiddelde verbruik kan binnen een instelj bare periode worden weergegeven.
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."EfficientDynamics"4. Symbool selecteren.
Routelengteselecteren
1. Toets indrukken.2.Gewenste instelling selecteren.
Verbruiksgeschiedenisresetten
1. Toets indrukken.2."Verbruiksgegevens terugzetten"EfficientDynamics-info
weergeven
De momentele werking kan worden weergegej ven.1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."EfficientDynamics"4. Symbool selecteren.
De volgende systemen worden weergegeven:
'xAutomatische start-stop-functie.'xEnergieterugwinning.'xVermogen van de airconditioning.
Rijdynamieksystemen
Weergave
De systeemtoestanden van de rijj
dynamiek worden in het instruj
mentenpaneel weergegeven.
SymbolenBeschrijvingM motordynamiekcontrole, zie paj
gina 120.Adaptieve M-wielophanging, zie
pagina 176.Servotronic, zie pagina 177.
Weergaveactiveren
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5.Evt. "M rijdynamieksystemen"Seite 130BEDIENINGWeergaven130
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 300 next >