BMW M3 2022 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 211 of 428

observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.'xFrontradarsensor.'xRadarsensorenzijdelingsvoor.'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'xPedestrianWarningmetremfunctieisingej
schakeld.
PedestrianWarningmetCity-remfunctie,zie pagina 216.'xCollisionWarningmetremfunctieisingej
schakeld.
CollisionWarningmetremfunctie,ziepaj gina 207.'xDesensorenherkennenvoldoendevrije
ruimteronddeauto.In-/uitschakelen
Hetsysteemwordtbijvertrekautomatischgeacj
tiveerd.
Waarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Alsereenbotsingmeteenherkendvoertuigof
eenherkendepersoondreigt,wordtinhetinstruj mentenpaneelenindeHead-UpDisplayeenwaarschuwingssymboolweergegeven.SymboolMaatregelSymboolbrandtrood:voorwaarj
schuwing.
Remmenenafstandvergroten.Symboolknippertroodenerklinkt
eensignaal:acutewaarschuwingbij
hindernissen.
Remmenenevt.uitwijken.Symboolknippertroodenerklinkt
eensignaal:acutewaarschuwing
voorvoetgangers.
Remmenenevt.uitwijken.
Acutewaarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Eenacutewaarschuwingwordtgegevenbijdij
rectbotsingsgevaaralsdeautometeenrelatief
grootsnelheidsverschileenanderobjectnadert.
Bijeenacutewaarschuwingzelfingrijpen.Bij botsgevaarwordtdeuitwijkmanouevrevande
bestuurderondersteunddoorhetsysteem.
Eenacutewaarschuwingkanookzondervoorafj
gaandevoorwaarschuwingwordengeactiveerd.
Seite211VeiligheidBEDIENING211
OnlineEditionforPartno.01405A37F61-VI/21

Page 212 of 428

Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj geren.Erbestaatkansopeenongevalofschade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Detectiegebied
Hetdetectievermogenvanhetsysteemisbej perkt.
Erwordtalleenrekeninggehoudenmetvoorwerj
pendiehetsysteemkanherkennen.
Daaromkanhetgebeurendatdesysteemreacj
tiesnietoftelaatplaatsvinden.
Hetvolgendewordtbijvoorbeeldmogelijkerwijs
nietherkend:
'xLangzaamvoertuigbijhetnaderenmethoge
snelheid.'xPlotselinginvoegendeofsterkafremmende
voertuigen.'xVoertuigenmetongebruikelijkeachterzijde.'xVooroprijdendetweewielers.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 45.'xRadarsensoren,ziepagina 46.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xInscherpebochten.'xBijbeperkingofdeactiveringvanderijstabilij
teitsregelsystemen,bijvoorbeeldDSCOFF.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Kruispuntwaarschuwing
metCity-remfunctie
Principe Hetsysteemkanhelpenomongevallenmetdwarsverkeeropkruispuntenendriesprongente
vermijden.Alseenongevalnietkanwordenverj meden,helpthetsysteemomdebotsingsnelj
heidteverlagen.
Hetsysteemwaarschuwtbijstadsverkeersnelhej denvoormogelijkbotsingsgevaarenremtde
autozonodigzelfstandigaf.
Algemeen
Sensorenregistrerendeverkeerssituatie.
Auto'sdiedeeigenrijrichtingkruisenkunnen doorhetsysteemherkendwordenzodradezeauto'sbinnenhetdetectiegebiedvanhetsysjteemkomen.
Opkruispuntenendriesprongenwordtdebej
stuurdergewaarschuwdbijdreigendbotsingsgej vaarmetkruisendverkeer.
Hetsysteemwaarschuwtvanafcirca10km/hin
tweefasenvoormogelijkbotsingsgevaarmetanj derevoertuigen.Hetmomentvandezewaarj
schuwingenkanafhankelijkvandeactuelerijsij
tuatievariëren.
Deblikvandebestuurderwordtindegatengej
houdendoordeDriverAttentionCamerainhet
Seite212BEDIENINGVeiligheid212
OnlineEditionforPartno.01405A37F61-VI/21

Page 213 of 428

instrumentenpaneel.Bovendiencontroleerthetsysteemofdezichtbaarheidnietbeperktis.Deaandachtvandebestuurderendezichtbaarheid
hebbenookeeninvloedophetmomentwaarop
waarschuwingenwordengegeven.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
WAARSCHUWING
Systeembeperkingenkunnenbijhetaan-/
wegslepenmetgeactiveerdeIntelligentSafety-
systemenleidentotverkeerdgedragvandeafj
zonderlijkefuncties.Erbestaatgevaarvooronj gevallen.Voorhetslepen/wegslepenalle
IntelligentSafety-systemenuitschakelen.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.'xFrontradarsensor.'xRadarsensorenzijdelingsvoor.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Hetsysteemwordtbijvertrekautomatischgeacj
tiveerd.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvandeuitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemenafzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivijdueleinstellingenwordengeactiveerdenopgejslagen.Zodrainhetmenueeninstellingwordt
Seite213VeiligheidBEDIENING213
OnlineEditionforPartno.01405A37F61-VI/21

Page 214 of 428

gewijzigd,wordenalleinstellingenvanhetmenu
geactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctieswordenbasisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Handmatiguitschakelen Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Waarschuw.frontalebotsing6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xLaat:erwordenalleenacutewaarschuj
wingenweergegeven.Waarschuwingmetremfunctie
Weergave Algemeen
Alsereenbotsingmeteenwaargenomenander
voertuigdreigt,wordtophetinstrumentenpaneel enevt.ophetHead-UpDisplayeenwaarschuj
wingssymboolweergegeven.SymboolBetekenisBotsingsgevaarmetkruisendvoerj
tuigvanrechts.Botsingsgevaarmetkruisendvoerj
tuigvanlinks.Botsingsgevaarmetvoertuigmet
nietherkenbarerijrichting.
Weergavebijvoorwaarschuwing
Hetbetreffendesymboolbrandtrood:voorwaarj schuwingvoorautossdiedeeigenrijrichtingkruij
sen.
Zelfingrijpen,bijv.remmen.
Weergavebijacutewaarschuwing
Hetbetreffendesymboolknippertroodener klinkteensignaal:acutewaarschuwingbijauto's
diedeeigenrijrichtingkruisen.
Remmenenevt.uitwijken.
Voorwaarschuwing Erwordtbijv.eenvoorwaarschuwingweergegej
venalserbotsingsgevaarmeteenkruisende autobestaat.
Bijeenvoorwaarschuwingzelfingrijpen.
Acutewaarschuwingmetremfunctie Erwordteenacutewaarschuwinggegevenbijonmiddellijkbotsingsgevaarmeteenkruisendvoertuig.
Seite214BEDIENINGVeiligheid214
OnlineEditionforPartno.01405A37F61-VI/21

Page 215 of 428

Bijeenacutewaarschuwingzelfingrijpen.Bijbotsgevaarondersteundhetsysteemeventueeldooreenautomatischeremingreep.
Eenacutewaarschuwingkanookzondervoorafj
gaandevoorwaarschuwingwordengeactiveerd.
Remingreep
Dewaarschuwingiseendringendverzoekom
zelfintegrijpen.
Daarnaastkanhetsysteembijbotsingsgevaar
ondersteuningbiedendooreenautomatischerej
mingreep.
Deautokantotstilstandwordenafgeremd.
Deremingreepkandoorhetintrappenvanhet
rijpedaalofdooreenactievestuurbewegingworj denafgebroken.
Hetherkennenvanobjectenkanbeperktzijn.
Houdrekeningmetdegrenzenvanhetdetectiej gebiedendefunctionelebeperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Bovenstesnelheidsgrens
Hetsysteemreageertopkruisendevoertuigen
alsdeeigensnelheidlagerisdanongeveer 80km/h.
Detectiegebied
Hetdetectievermogenvanhetsysteemisbejperkt.
Daaromkanhetgebeurendatdesysteemreacj
tiesnietoftelaatplaatsvinden.
Hetvolgendewordtbijvoorbeeldmogelijkerwijs
nietherkend:
'xKruisendeautossdiebijv.dooreengebouw
nietzichtbaarzijn.'xPlotselinginvoegendeofsterkafremmende
voertuigen.'xKruisendetweewielers.'xVoertuigmetongebruikelijkezijkant.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 45.'xRadarsensoren,ziepagina 46.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xInscherpebochten.'xBijbeperkingofdeactiveringvanderijstabilij
teitsregelsystemen,bijvoorbeeldDSCOFF.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.Seite215VeiligheidBEDIENING215
OnlineEditionforPartno.01405A37F61-VI/21

Page 216 of 428

Gevoeligheidvande
waarschuwingen
Hoegevoeligerdewaarschuwingenwordeninj
gesteld,bijvoorbeeldhetmomentvanwaarschuj wing,hoemeerwaarschuwingenwordengejtoond.Hetkandaardoorookmeertottevroegeofongegrondewaarschuwingenenreactieskoj
men.
PedestrianWarningmet City-remfunctie
Principe Depersoonswaarschuwingwaarschuwtbijstadsverkeerssnelhedenvoormogelijkbotsingj
gevaarmetvoetgangersenfietsersenremtevt.
zelfstandig.Alseenongevalnietkanwordenverj
meden,helpthetsysteemomdebotsingsnelj
heidteverlagen.
Algemeen
Sensorenregistrerendeverkeerssituatie.
Hetsysteemwaarschuwtvanafcirca5km/hvoor
mogelijkeaanrijdingenvanpersonenenfietsers.
Daarbijwordtgeletoppersonenenfietsersdie
zichinhetdetectiegebiedvanhetsysteembej
vinden.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden
endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Er bestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemj
beperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
WAARSCHUWING
Systeembeperkingenkunnenbijhetaan-/
wegslepenmetgeactiveerdeIntelligentSafety-
systemenleidentotverkeerdgedragvandeafj
zonderlijkefuncties.Erbestaatgevaarvooronj gevallen.Voorhetslepen/wegslepenalle
IntelligentSafety-systemenuitschakelen.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.'xMetradarsensor:frontradarsensor.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
Seite216BEDIENINGVeiligheid216
OnlineEditionforPartno.01405A37F61-VI/21

Page 217 of 428

Detectiegebied
Hetdetectiegebiedvoordeautobestaatuittweedelen:
'xCentraalgebied,pijl1,directv

Page 218 of 428

Remingreep
Dewaarschuwingiseendringendverzoekom
zelfintegrijpen.Tijdenseenwaarschuwing
wordt,bijhetbedienenvanderem,demaximale
remkrachttoegepast.Voorwaardevoordeonj
dersteuningvanderembekrachtigingishetvolj
doendesnelenkrachtigintrappenvanhetremj
pedaal.
Daarnaastkanhetsysteembijbotsingsgevaar ondersteuningbiedendooreenremingreep.
Deautokanbijlagesnelheidafgeremdwordentotstilstand.
Handgeschakeldeversnellingsbak:bijeenreminj
greeptotstilstandishetmogelijkdatdemotor
uitgeschakeldwordt.
Deremingreepkandoorhetintrappenvanhet
rijpedaalofdooreenactievestuurbewegingworj denafgebroken.
Hetherkennenvanobjectenkanbeperktzijn. Houdrekeningmetdegrenzenvanhetdetectiej gebiedendefunctionelebeperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Bovenstesnelheidsgrens
Hetsysteemreageertopvoetgangersenfietsersalsdeeigensnelheidonder80km/hligt.
Detectiegebied Hetdetectievermogenvanhetsysteemisbej
perkt.
Daaromkanhetgebeurendaternietoftelaat
wordtgewaarschuwd.
Hetvolgendewordtbijvoorbeeldmogelijkerwijs nietherkend:'xDeelsniet-zichtbarevoetgangers.'xVoetgangersdiewegensdegezichtshoekof
contournietalszodanigherkendworden.'xVoetgangersbuitenhetdetectiegebied.'xVoetgangerskleinerdancirca80cm.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 45.'xRadarsensoren,ziepagina 46.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktofnietbeschikbaarzijn:
'xBijdeactiveringvanderijstabiliteitsregelsysj temen,bijvoorbeeldDSCOFF.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
LaneDepartureWarning
Principe
HetLaneDepartureWarning-systeemwaarj
schuwtwanneerdeautodreigtvandewegof rijstrookaftegeraken.
Algemeen Ditsysteemmetcamerawaarschuwtvanafeen
minimumsnelheid.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen
weergegeven.
Waarschuwingenwordenviatrillingeninhet stuurgegeven.Desterktevandestuurtrillingen kanwordeningesteld.
Seite218BEDIENINGVeiligheid218
OnlineEditionforPartno.01405A37F61-VI/21

Page 219 of 428

Hetsysteemwaarschuwtnietwanneervoorhetverlatenvanderijstrookdeovereenkomstigerichtingwordtaangegeven.
Afhankelijkvandeuitrusting:alsinhetsnelheidsj
bereiktot210km/heenrijbaanbegrenzingwordt
overschreden,grijpthetsysteemnaastdetrilling ookindooreenkorteactievestuuringreep.Het
systeemondersteuntdebestuurderomdeauto
binnenderijbaantehouden.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomhetwegverloopende
verkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaat gevaarvoorongevallen.Rijstijlaandeverkeersj
situatieaanpassen.Verkeerssituatieobserveren enindebetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Bijwaarschuwingenhetstuurwielnietonnodig heftigbewegen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemj
beperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Derijbaanbegrenzingenmoetendoordecamera wordenherkendopdathetLaneDepartureWarj
ning-systeemwerkt.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen Automatischinschakelen DeLaneDepartureWarningwordtopnieuwaujtomatischgeactiveerdnahetvertrek,alsdefunctiebijbeëindigingvandelaatsteeinderitinjgeschakeldwas.
Afhankelijkvandelanduitvoeringishetsysteem naelkvertrekautomatischactief.Daarbijwordt
debasisinstellinggeactiveerd.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvandeuitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemenafzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
Seite219VeiligheidBEDIENING219
OnlineEditionforPartno.01405A37F61-VI/21

Page 220 of 428

dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgejslagen.Zodrainhetmenueeninstellingwordt
gewijzigd,wordenalleinstellingenvanhetmenu
geactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctieswordenbasisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Handmatiguitschakelen Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xBeperkt:afhankelijkvandesituatieworj denbepaaldewaarschuwingenonderj
drukt,bijv.bijhetbewustrijdenoverrijlijj
neninbochtenofbijdynamische
inhaalbewegingenzonderrichtingaanwijj
zer.'xUit:ervindengeenwaarschuwingen
plaats.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtvooralleIntelligentSafety-
systemenovergenomen.
Stuuringreepin-/uitschakelen Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj denin-enuitgeschakeld.
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuwing6.Stuuringreep
Afhankelijkvandelanduitvoeringisdestuurinjgreepnaelkvertrekautomatischactief.
Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Hetsymboolbrandtgroen:tenminste
aanéénkantvanhetvoertuigwerder
eenrijbaanbegrenzingherkendenwaarj
schuwenismogelijk.
Seite220BEDIENINGVeiligheid220
OnlineEditionforPartno.01405A37F61-VI/21

Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 430 next >