BMW M4 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 101 of 270

WeergavenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Overzicht,instrumentenpaneel
1Brandstofmeter\_ 1062Snelheidsmeter3Meldingen, bijvoorbeeld Check-Control4Toerenteller\_106Shift Lights\_1195Motorolietemperatuur\_ 1066Momenteel verbruik7Elektronische weergaven8Kilometers resetten\_106Seite 101WeergavenBediening101
Online Edition for Part no. 01402981704 - VI/17

Page 102 of 270

Check-Control
Principe Check-Control controleert functies in de autoen geeft een melding als in de bewaakte systej men een storing is opgetreden.
Algemeen
Op het instrumentenpaneel en op het Head-
Up Display wordt een Check-Control-melding weergegeven als een combinatie van controle-of waarschuwingslampjes en textuele meldinjgen.
Tevens klinkt er eventueel een akoestisch sigj naal en verschijnt er een tekstbericht op het
Control Display.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Algemeen
Controle- en waarschuwingslampjes op het inj strumentenpaneel kunnen in verschillendecombinaties en kleuren gaan branden.
Van sommige lampen wordt bij het starten van de motor of inschakelen van het contact dewerking gecontroleerd, waarbij deze even kortbranden.
Rodelampjes
Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuurjderszijde is niet omgedaan. Bij somj mige landuitvoeringen: passagiersgorj
del niet omgegespt of voorwerpen herkend op
de passagiersstoel.
Controlelampje knippert of brandt: Veiligheidsj
gordel aan bestuurders- of passagierszijde is
niet omgedaan. De gordelherinnering kan ook
in werking treden als er voorwerpen op de pasj
sagiersstoel liggen.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is
omgedaan.Gordelwaarschuwingvoorachterbank
Rood: De veiligheidsgordel van de bejtreffende zitplaats op de achterbank is
niet vastgemaakt.
Groen: De veiligheidsgordel van de betrefj
fende zitplaats op de achterbank is vastgej
maakt.
Airbagsysteem Airbagsysteem en gordelspanner zijn
mogelijk defect.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej kwalificeerde Service Partner of specialist laj
ten controleren.
Parkeerrem Parkeerrem is vastgezet.
Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 89.
Botsingswaarschuwing Controlelampje brandt: Vooralarm, bijjvoorbeeld bij een dreigend botsingsgejvaar of bij zeer geringe afstand tot een
voorligger.
Afstand vergroten.
Controlelampje knippert: Acute waarschuwing bij direct botsingsgevaar, als de auto met relajtief hogere, andere snelheid een andere auto
nadert.
Ingrijpen door te remmen en eventueel uit te
wijken.
Persoonswaarschuwing Symbool op het instrumentenpaneel.
Dreigt er een botsing met een herkent
persoon, dan licht het symbool op en
klinkt er een signaal.Seite 102BedieningWeergaven102
Online Edition for Part no. 01402981704 - VI/17

Page 103 of 270

Gelelampjes
AntiblokkeersysteemABS Rembekrachtiger mogelijk defect. Plotj
seling remmen vermijden. Houd rekej ning met een langere remweg.
Direct door een Service Partner van de fabrij kant of een andere gekwalificeerde ServicePartner of specialist laten controleren.
DynamischestabiliteitscontroleDSC Controlelampje knippert: DSC regelt de
aandrijf- en remkrachten. De auto
wordt gestabiliseerd. Snelheid verlagen
en rijstijl aan de wegomstandigheden aanpasj sen.
Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen. Het systeem door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Serj vice Partner of specialist laten controleren.
Dynamische stabiliteitscontrole DSC, zie paj
gina 152.
DynamischestabiliteitscontroleDSC
gedeactiveerd
Dynamische stabiliteitscontrole DSC is
gedeactiveerd.
Dynamische stabiliteitscontrole DSC,
zie pagina 152.
MDynamicModeMDM M Dynamic Mode MDM is ingeschajkeld.
M Dynamic Mode, zie pagina 153.
Controlelampje knippert eveneens:
MDM regelt de aandrijf- en remkrachj
ten. De auto wordt gestabiliseerd.Controlelampje brandt: MDM is uitgej
vallen. Het systeem door een Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of spej
cialist laten controleren.
M Dynamic Mode, zie pagina 153.
BandenpechwaarschuwingRPA De bandenpechwaarschuwing meldt
spanningsverlies in een band.
Snelheid verminderen en voorzichtig
stoppen. Heftige rem- en stuurbewegingen
vermijden.
Bandenpechwaarschuwing, zie pagina 134.
BandenspanningscontroleRDC Het controlelampje brandt.
De bandenspanningscontrole meldt een lage bandenspanning of bandenj
pech.
De informatie in de Check-Control-melding in acht nemen.
Het controlelampje knippert en brandt vervolj gens continu.
Er kan geen bandenpech of geen verlies van bandenspanning herkend worden.'yStoring door installaties of apparaten met dezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem auj tomatisch weer actief.'yRDC kan de reset niet voltooien: voer de
reset van het systeem opnieuw uit.'yWiel zonder RDC-elektronica is gemonj
teerd: evt. laten controleren door een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of speciajlist.'yStoring: het systeem door een ServicePartner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist
laten controleren.Seite 103WeergavenBediening103
Online Edition for Part no. 01402981704 - VI/17

Page 104 of 270

Bandenspanningscontrole, zie pagina 131.
Stuursysteem Stuursysteem mogelijk defect.
Het systeem door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalij
ficeerde Service Partner of specialist laten
controleren.
Emissiewaarden Storing in werking van de motor.
De auto door een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten conj troleren.
Aansluiting voor On-Board Diagnose, zie paj
gina 233.
LaneDepartureWarning Als het systeem is ingeschakeld, wordt
er bij het verlaten van een herkende rijj baan zonder eerst de richting aan te
geven onder bepaalde omstandigheden een waarschuwing gegeven.
Waarschuwing rijbaan verlaten, zie paj
gina 142.
Mistachterlicht Mistachterlichten zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht, zie pagina 125.
Groenelampjes Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers ingeschakeld.Ongewoon snel knipperen van de conj
trolelampje duidt op een uitgevallen
richtingaanwijzerlampje.
Richtingaanwijzers, zie pagina 89.Stadslicht,rijlicht
Stadslicht of rijlicht is ingeschakeld.
Parkeer-/dimlicht, verlichtingsregeling,
zie pagina 121.
Grootlichtassistent Grootlichtassistent is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt afhankelijk van de
verkeerssituatie automatisch in- en uitj
geschakeld.
Grootlichtassistent, zie pagina 124.
Snelheidsregeling Systeem is ingeschakeld. De snelheiddie met de bedieningselementen op
het stuurwiel is ingesteld wordt aangej
houden.
Handmatigesnelheidsbegrenzer Controlelampje brandt: Het systeem is
ingeschakeld.
Controlelampje knippert: De ingestelde
snelheidslimiet wordt overschreden. Er klinkt
eventueel een signaal.
Verminder de snelheid of deactiveer het sysj
teem.
Blauwelampjes Grootlicht Grootlicht is ingeschakeld.
Grootlicht, zie pagina 90.Seite 104BedieningWeergaven104
Online Edition for Part no. 01402981704 - VI/17

Page 105 of 270

Check-Control-meldingen
onderdrukken
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Permanenteweergave Enkele Check-Control-meldingen worden perj
manent weergegeven en blijven zichtbaar, totj dat de storing is opgelost. Bij meerdere gelijkjtijdige storingen worden de meldingen na
elkaar weergegeven.
Deze meldingen kunnen gedurende circa 8 sej conden onzichtbaar worden gemaakt. Hiernaworden deze weer automatisch weergegeven.
Tijdelijkeweergave
Andere Check-Control-meldingen verdwijnen na circa 20 seconden automatisch. Deze
Check-Control-meldingen blijven opgeslagen
en kunnen opnieuw worden weergegeven.
OpgeslagenCheck-Control-
meldingenweergeven
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Check Control"4.Tekstmelding selecteren.Weergave
Check-Control Minimaal één Check-Control-melding
wordt weergegeven of is opgeslagen.
Tekstmeldingen Tekstmeldingen in combinatie met een symjbool in het instrumentenpaneel geven uitlegover een Check-Control-melding en de betejkenis van de controle- en waarschuwingslampjjes.
Aanvullendetekstmeldingen Meer informatie, bijvoorbeeld over de oorzaak
van een storing en de noodzaak tot ingrijpen,
kan worden opgeroepen via Check-Control.
Bij dringende meldingen wordt de aanvullende
tekst automatisch op het Control Display gej
toond.
Functies
Afhankelijk van de Check-Control-melding kunnen de volgende functies geselecteerd worden.'y"Handleiding"
Bijkomende informatie over de Check-
Control-melding weergeven in de ge

Page 106 of 270

BrandstofmeterDe pijl naast het benzinepompj
symbool toont, afhankelijk de
uitvoering, aan welke kant van de auto de tankdopklep zit.
Het hellen van de auto kan tot
schommelingen in de weergave leiden.
Aanwijzingen voor tanken, zie pagina 206.
Toerenteller Gele en rode LED's tonen het
toegestane toerentalbereik. Als
de temperatuur van de motorj
olie toeneemt, wordt het toegej
stane toerental verhoogd.
Vermijd zoveel mogelijk toerentallen in het gele waarschuwingsgebied.
Vermijd beslist toerentallen in het rode waarj
schuwingsgebied. In dit gebied wordt ter bej scherming van de motor de brandstoftoevoer
verminderd.
Motorolietemperatuur'yKoude motor: de wijzer staat
op de laagste temperatuurj
waarde. Rij met gering toej
rental en matige snelheid.'yNormale bedrijfstemperaj
tuur: de wijzer bevindt zich in
het midden of in de linkerj
helft van de temperatuurmej
ter.'yHete motor: de wijzer staat op de hoogste temperatuurwaarde. Bovendien wordt eenCheck-Control-melding weergegeven.Koelvloeistoftemperatuur
Indien de koelvloeistof en daarmee de motor te heet wordt, verschijnt er een Check-Control-
melding.
Koelvloeistofpeil controleren.
Kilometer-endagteller Weergave'yKilometerteller, pijl 1.'yDagteller, pijl 2.
Kilometersweergeven/resetten Toets indrukken.
'yBij uitgeschakeld contact
worden de tijd, buitentemj
peratuur en kilometerteller
weergegeven.'yBij ingeschakeld contact wordt de dagteller teruggezet.
Buitentemperatuur
WAARSCHUWING
Ook bij temperaturen boven +3 

Page 107 of 270

Als de digitale snelheidsmeter geactiveerd is
kan de buitentemperatuur op de boordcompuj
ter worden afgebeeld.
Tijd De tijd wordt onderaan in het inj
strumentenpaneel weergegej
ven.
Als de digitale snelheidsmeter is
geactiveerd kan de tijd op de
boordcomputer worden afgebeeld.
De tijd kan op het Control Display worden inj
gesteld.
Datum De datum wordt op de boordj
computer weergegeven.
De datum en het datumformaat
kunnen op het Control Display
worden ingesteld.
Digitalesnelheidsmeter
Weergave De actuele snelheid wordt op
het instrumentenpaneel weerj
gegeven.
Weergaveactiveren1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5."Digitale snelheidsmeter"Eenheidinstellen1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Eenheden"4."Dig. meter:"5.Gewenste eenheid selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Versnellingsaanduidingmet
Drivelogic
Sequenti

Page 108 of 270

Bij een actieradius van minder dan circa 50 kmwordt de Check-Control-melding voortdurend
weergegeven.
OPMERKING
Bij een actieradius onder 50 km kan de
brandstoftoevoer naar de motor in gevaar koj
men. Het functioneren van de motor is niet gej
waarborgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op
tijd tanken.'

Page 109 of 270

Routelengteselecteren1. Toets indrukken.2.Gewenste routelengte of schaalindelingselecteren.
Verbruiksgeschiedenisresetten
1. Toets indrukken.2."Verbruiksgegevens terugzetten"
EfficientDynamics-infoweergeven
De momentele werking kan worden weergegejven.
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."EfficientDynamics"4. Symbool selecteren.
De volgende systemen worden weergegeven:
'yAutomatische start-stop-functie.'yEnergieterugwinning.'yVermogen van de airconditioning.
Rijdynamieksystemen
Weergave De systeemtoestanden van de
rijdynamiek worden in het inj
strumentenpaneel weergegej
ven.
SymbolenBeschrijvingM motordynamiekcontrole, zie
pagina 99.Adaptieve M-wielophanging, zie
pagina 154.Servotronic, zie pagina 155.
Weergaveactiveren
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5.Evt. "M rijdynamieksystemen"
De weergave voor de rijdynamieksysj
temen is actief.
Afbeelding huidig verbruik, zie paj
gina 108, en energieterugwinning, zie paj
gina 108.
Benodigdonderhoud
Principe De functie geeft het benodigde onderhoud ende overeenkomstige onderhoudsomvang aan.
Algemeen
Afstand of tijd tot het volgende onderhoud wordt na inschakelen van het contact kortweergegeven in het instrumentenpaneel.
De actuele servicebehoefte kan door een serj
viceadviseur worden uitgelezen uit de afj
standsbediening.
Seite 109WeergavenBediening109
Online Edition for Part no. 01402981704 - VI/17

Page 110 of 270

Weergave
Gedetailleerdeinformatieoverhet
benodigdeonderhoud
Nadere informatie over de omvang van het onjderhoud kan op het Control Display worden
weergegeven.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"
Noodzakelijke omvang van het onderhoud
en zo nodig wettelijk voorgeschreven keuj ringen worden weergegeven.4.Vermelding selecteren om nadere informajtie te laten weergeven.
Symbolen
SymbolenBeschrijvingOnderhoud is op dit moment
niet noodzakelijk.Auto is aan een onderhoudsj
beurt of een wettelijke keuring
toe.Termijn voor het onderhoud is
overschreden.
Afsprakeninvoeren
Afspraken voor voorgeschreven keuringen van
de auto invoeren.
Ervoor zorgen dat datum en tijd van de auto juist zijn ingesteld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4."Autokeuring (APK)"5."Datum:"6.Gewenste instelling selecteren.7.Bevestigen.
Datuminvoer wordt opgeslagen.
Automatischeservicewaarschuwing De gegevens over de onderhoudstoestand of
over wettelijk voorgeschreven keuringen van de auto worden automatisch voor de vervaldaj
tum doorgegeven aan de Service Partner.
Er kan worden gecontroleerd, wanneer de Serj
vice Partner werd ingelicht.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Teleservice oproep"
Onderhoudsgeschiedenis
Principe Uitgevoerd onderhoud kan op het Control Disjplay worden weergegeven. De functie is bej schikbaar zodra er een onderhoudsbeurt in deautogegevens is ingevoerd.
Algemeen
Onderhoudswerkzaamheden bij een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwaj lificeerde Service Partner of specialist laten uitjvoeren. De uitgevoerde onderhoudswerkzaamjheden worden ingevoerd in de
voertuiggegevens.
Onderhoudsgeschiedenisweergeven Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4. "Service historie"Seite 110BedieningWeergaven110
Online Edition for Part no. 01402981704 - VI/17

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 270 next >