BMW M4 2022 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 351 of 424

OverzichtLocatie
Debandenreparatiesetisinhetlinkseopbergvakvandebagageruimteondergebracht.
Flesmetbandenafdichtmiddel
'xFlesmetbandenafdichtmiddel,pijl1.'xVulslang,pijl2.
Houdbaarheidsdatumopflesmetbandenafj dichtmiddelcontroleren.
Compressor1Ontgrendelingflesmetbandenafdichtmiddel2Bevestigingflesmetbandenafdichtmiddel3Bandenspanningsweergave4Toetsbandenspanningverlagen5Aan/uit-schakelaar6Compressor7Stekker/bedradingvoorcontactdoos8Verbindingsslang
Veiligheidsmaatregelen
'xAutozovermogelijkuitdebuurtvandeverj keersstroomenopeenvasteondergrond
parkeren.'xAlarmlichtinstallatieinschakelen.'xAutobeveiligentegenwegrollen,daarvoorde parkeerremvastzetten.'xStuurvergrendelinglatenvastklikkeninrechtjuitstandvandewielen.'xAlleinzittendenlatenuitstappenenbuiten
hetgevarengebiedbrengen,bijvoorbeeld
achterdevangrails.'xEventueelgevarendriehoekopdejuisteafj
standneerzetten.Seite351WielenenbandenMOBILITEIT351
OnlineEditionforPartno.01405A38B89-VI/21

Page 352 of 424

Afdichtmiddelindeband
brengen
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Bijeengeblokkeerdeuitlaatpijpofonvoldoende ventilatiekunnenuitlaatgassenindeautobinjnendringen,dieschadelijkvoordegezondheid
zijn.Deuitlaatgassenbevattenkleur-enreukj
lozeschadelijkestoffen.Ingeslotenruimten
kunnendeuitlaatgassenzichookbuitende
autoophopen.Erbestaatlevensgevaar.Deuitj
laatpijpvrijhoudenenvoorvoldoendeventilatie
zorgen.
OPMERKING
Alsdecompressortelanginwerkingiskan
dezeoververhitraken.Erbestaatgevaarvoor
schade.Compressornietlangerdan10minuj
tenlatendraaien.
Vullen
1.Flesmetbandenafdichtmiddelschudden.2.Vulslangvollediguitopbergruimtevandefles
metbandenafdichtmiddeltrekken.Slangniet buigen.3.Flesmetbandenafdichtmiddelhoorbaar
vastklikkenindebevestigingvandebehuij
zingvandecompressor.4.Vulslangvandeflesmetbandenafdichtmidj
delophetbandventielvanhetdefectewiel schroeven.Seite352MOBILITEITWielenenbanden352
OnlineEditionforPartno.01405A38B89-VI/21

Page 353 of 424

5.Bijeenuitgeschakeldecompressordestekjkerindecontactdoosinhetinterieurvande
autoaanbrengen.6.Bijeeningeschakeldegereedheidofrijden- stand-bydecompressorinschakelen.
Compressormaximaal10minutenaanlaten
staanomdelekkagemetafdichtmiddeltevullen
eneenbandenspanningvancirca2,0barteverj
krijgen.
Bijhetaanbrengenvanhetafdichtmiddelkande bandenspanningtijdelijkoplopentotcirca5bar. Compressorindezefasenietuitschakelen.
Bandenspanningcontrolerenen
corrigeren
Controleren
1.Compressoruitschakelen.2.Bandenspanningopdebandenspanningsinj dicatieaflezen.
Omdoortekunnenrijdenmoeterminstenseen
bandenspanningvan2barbereiktzijn.
Flesmetbandenafdichtmiddel
afnemenenopbergen1.Vulslangvandeflesmetbandenafdichtmidj
delvanhetbandenventielafschroeven.2.Opderodeontgrendelingdrukken.3.Flesmetbandenafdichtmiddelvandecomj
pressorverwijderen.4.Legeflesmetbandenafdichtmiddelinpakken enopbergenomvervuilingvandebagagejruimtetevermijden.
Minimalebandenspanningwordt
nietbereikt
1.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.2.10mvoor-enachteruitrijdenomhetafdichtj
middelindebandteverdelen.3.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.4.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvan deautoaanbrengen.5.Bijeeningeschakeldegereedheidofrijden-stand-bydecompressorinschakelenenmaximum10minutenlatendraaien.Seite353WielenenbandenMOBILITEIT353
OnlineEditionforPartno.01405A38B89-VI/21

Page 354 of 424

Alsdebandenspanningvanminstens2bar
nietwordtbereikt,contactopnemenmeteen
servicepartnervandefabrikantofeenandere gekwalificeerdeservicepartnerofvakwerkj
plaats.
Alsdebandenspanningvanminimum2bar
wordtbereikt,zieMinimalebandenspanning wordtbereikt.6.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.7.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.8.Bandenreparatiesetinhetvoertuigopbergen.
Minimalebandenspanningwordt
bereikt
1.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.2.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.3.Debandenreparatiesetinhetvoertuigopberjgen.4.Directcirca10kmrijden,zodathetafdichtjmiddelzichgelijkmatigindebandenverdeelt.
Snelheidvan80km/hnietoverschrijden. Indienmogelijknietlangzamerrijdendan
20km/h.
Corrigeren
1.Opeengeschikteplaatsstoppen.2.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.3.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvan deautoaanbrengen.4.Debandenspanningtotminstens2,0barcorj
rigeren:'xBandenspanningverhogen:bijeeningej
schakeldegereedheidofrijden-stand-by decompressorinschakelenenmaximum
10minutenlatendraaien.'xBandenspanningverlagen:toetsopde
compressorindrukken.5.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.6.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.7.Debandenreparatiesetinhetvoertuigopberjgen.
Ritvoortzetten
Toegestanemaximumsnelheidvan80km/hniet overschrijden.
BandenpechwaarschuwingRPAopnieuwinitialij
seren.
Resetvandebandenspanningscontroleuitvoej
ren.
Dedefectebandendeflesmetbandenafdichtj
middelvandebandenreparatiesetzosnelmogej
lijklatenvervangen.
Meerinformatie:
'xBandenpechwaarschuwingRPA,ziepaj
gina 361.'xBandenspanningscontrole,ziepagina 355.Seite354MOBILITEITWielenenbanden354
OnlineEditionforPartno.01405A38B89-VI/21

Page 355 of 424

Sneeuwkettingen
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Doordemontagevansneeuwkettingenop
bandendienietdaarvoorgeschiktzijnkunnen
desneeuwkettingenmetdelenvandeautoin
contactkomen.Erbestaatkansopeenongeval
ofschade.Desneeuwkettingenalleenopbanj
denmonteren,diedoordefabrikantzijningej
deeldalsgeschiktvoorhetgebruikvansneej
uwkettingen.
WAARSCHUWING
Onvoldoendeaangespannensneeuwkettingen
kunnenbandenenvoertuigonderdelenbeschaj
digen.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Controleerofdesneeuwkettingenalj
tijdvoldoendeaangespannenzijn.Zonodigde
sneeuwkettingennaspannenovereenkomstig
deopgavenvandefabrikant.
Sneeuwkettingenmetfijne
schakels
Defabrikantvanhetvoertuigraadthetgebruik
vansneeuwkettingenmetfijneschakelsaan.Bej
paaldesneeuwkettingenmetfijneschakelszijn
doordefabrikantvandeautogetestenalsverj
keersveiligengeschiktaangemerkt.
Informatieovergeschiktesneeuwkettingenisbij
eenservicepartnervandefabrikantofeenanj
deregekwalificeerdeservicepartnerofvakwerkj
plaatsverkrijgbaar.
Gebruik Hetgebruikisalleenpaarsgewijsopdeachterj
wielenmetdevolgendewiel-/bandenmaattoej gelaten:
BandenmaatWielmaatInpersdiepte(IS)275/35R199.5Jx1920
Dewielmaatendeinpersdieptebevindtzichaan
debinnenzijdevanhetwiel.
Aanwijzingenvandesneeuwkettingfabrikantin
achtnemen.
Metsneeuwkettingendebandenpechwaarschuj
wingRPAnietinitialiseren,omdatdittotonjuiste weergavenkanleiden.
Metsneeuwkettingengeenresetvandebanj denspanningscontroleuitvoeren,omdatdittotonjuisteweergavenkanleiden.
Bijhetrijdenmetsneeuwkettingeneventueelde
DynamicTractionControlDTCvoorkortetijdacj
tiveren,omdetractieteverbeteren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Metsneeuwkettingennietharderrijdendan
50km/h.
Bandenspanningscontrole
Principe
Debandenspanningscontrolebewaaktdebanj
denspanningenwaarschuwtwanneerdebanj denspanningisgedaald.
Algemeen
Sensorenindeventielenvandebandenmeten
despanningentemperatuurvandebanden.
DoordebandeninstellingeniniDrivekanhetsysj
teemdevastgelegdegewenstespanningenauj tomatischmetdeactuelebandenspanningenvergelijken.
Bijbandendienietopdebandenspanningswaarj
denopdeautotevindenzijn,bijvoorbeeldbanj
denmeteenspecialevergunning,moethetsysj
teemactiefwordengereset.Hierdoorwordtde
Seite355WielenenbandenMOBILITEIT355
OnlineEditionforPartno.01405A38B89-VI/21

Page 356 of 424

actuelebandenspanningalsgewenstespanningovergenomen.
Voordebedieningvanhetsysteemookdeinforj
matieenopmerkingeninhethoofdstukBandenj spanninginachtnemen.
Meerinformatie:
Bandenspanning,ziepagina 344.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Verkeerdegegevensindebandeninstellingen
leidentotverkeerdegewenstebandenspanninj gen.Erkandangeenbetrouwbaremeldingvaneenspanningsverlieswordengegarandeerd.Er
bestaatkansopletselofschade.Eropletten
datdegroottenvandegemonteerdebanden
correctwordenweergegevenenovereenstemj
menmetdegegevensopdebandenende
bandgegevens.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voorhetsysteemmoetaandevolgendevoorjwaardenzijnvoldaan,anderskanergeenbej trouwbaremeldingvaneenspanningsverlies
wordengegarandeerd:
'xNaelkevervangingvaneenbandofwielzijn
decorrectegegevensvandegemonteerde
bandenindebandeninstellingeningevoerd.'xDebandenspanningscontroleispasnameerj dereminutenrijdenactief:'xNahetverwisselenvaneenbandofwiel.'xNaeenreset,bijbandenmetspecialeverjgunning.'xNawijzigingvandebandeninstelling.'xBijbandenmetspecialetoelating:'xNahetverwisselenvaneenbandofwieliserbijcorrectebandenspanningeenreset
uitgevoerd.'xNaeenaanpassingvandebandenspanj
ningopeennieuwewaardeisereenreset
uitgevoerd.'xWielenmetelektronica.
Bandeninstellingen
Algemeen
Debandenmatenvandegemonteerdebanden
kunnenopdebandenspanningswaardenopde
autoofdirectopdebandenwordenafgelezen.
Degegevensvandebandenhoevennietopj
nieuwtewordeningevoerdalsdebandenspanj
ningwordtgecorrigeerd.
Voordezomer-enwinterbandenzijnsteedsde
alslaatsteingevoerdegegevensvandebanden opgeslagen.Hierdoorkunnennahetverwisselenvanbandenofwielendeinstellingenvandeals
laatstgebruiktebandensetswordengeselecj teerd.
Instellingenuitvoeren
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.4.Bandeninstellingen5.Bandenselectie6.Handmatig7.Bandensoort'xZomerbanden'xWinter-/all-seas.8.Bandtypeselecterendatopdeachterasis
gemonteerd.
Bijbandenmetspecialetoelating:
Anderebanden/circuit
Verderewerkwijzeinhethoofdstuk'Reset
uitvoeren'inachtnemen.Seite356MOBILITEITWielenenbanden356
OnlineEditionforPartno.01405A38B89-VI/21

Page 357 of 424

9.Beladingstoestandvandeautoselecterenalsereenbandenmaatisgeselecteerd.10.Bandeninstellingenopslaan
Demetingvandeactuelebandenspanningwordt
gestart.Devoortgangvandemetingwordtgej toond.
Statusweergave Actuelestatus
DestatusvanhetsysteemkanophetControl Displaywordenweergegeven,bijv.ofhetsysj
teemactiefis.
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.
Deactuelestatuswordtweergegeven.
Actuelebandenspanning
Deactuelebandenspanningwordtvoorelke
bandweergegeven.
Deactuelebandenspanningenkunnendoorhet
rijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Huidigebandentemperatuur Dehuidigebandentemperaturenwordenweerj
gegeven.
Dehuidigebandentemperaturenkunnendoor hetrijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Toestandvandeband Algemeen
OphetControlDisplaywordtdestatusvande bandenenhetsysteemweergegevendoorde
kleurvandewieleneneentekst.
Aanwezigemeldingenwordenevt.nietgewistals
bijdecorrectievandebandenspanningdegej wenstespanningnietwordtbereikt.
Allewielengroen'xHetsysteemisactiefengebruiktvoordewaarschuwingdegewenstespanningen.'xBijbandenmetspecialetoelating:hetsysjteemisactiefengebruiktvoordewaarschuj
wingdelaatstebandenspanningdieisopgej slagenbijdereset.
Eentotvierwielengeel
Erissprakevaneenlekkebandofeenaanzienlijk
spanningsverliesindeaangegevenbanden.
Wielengrijs Bandenspanningsverlieskanmogelijknietherj
kendworden.
Mogelijkeoorzaken:
'xStoring.'xTijdensdebandenspanningsmeting,nabej vestigingvandebandeninstellingen.'xBijbandenmetspecialetoelatingwordteenresetvanhetsysteemuitgevoerd.
Bijbandenmeteenspeciale
ontheffing:resetuitvoeren
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.4.Garanderendatdecorrectebandeninstellinj
genwerdengeconfigureerd.
Bandeninstellingen,ziepagina 356.5.Rijden-stand-byinschakelenennietwegrijj
den.6.Bandenspanningresetten:Resetuitvoeren.7.Wegrijden.
Dewielenwordeninhetgrijsweergegevenen hetvolgendewordtgetoond:Bandenspanning wordtteruggezet

Page 358 of 424

NaeensuccesvolafgeslotenresetwordendewielenophetControlDisplaygroenweergegejvenenhetvolgendewordtgetoond:Resetmet
succesvoltooid.
Deritkanopiedergewenstmomentwordenonj
derbroken.Hetresettenwordtvoortgezetalsu
verderrijdt.
Meldingen:bijbandenzonder
eenspecialeontheffing
Algemeen
Bijmeldingvaneenlagebandenspanningwordt
eventueeldedynamischestabiliteitsregeling DSCingeschakeld.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Eenbeschadigdenormalebandmeteengej
ringebandenspanningofspanningsverlies heefteennegatieveinvloedopderijeigenj
schappen,bijvoorbeeldhetstuur-enremgej
drag.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Niet
verderrijden.Bandenpechverhelpenofwiel vervangen.
Wanneercontrolevande
bandenspanningvereistis
Melding
EensymboolmeteenCheck-Control-melding verschijntophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenDevullingwerdnietvolgensde
voorschriftenuitgevoerd,bijv.bijonj voldoendeingebrachteluchtofnaj
tuurlijk,gelijkmatigbandenspanj
ningsverlies.Maatregel
Bandenspanningregelmatigcontrolerenenzo
nodigcorrigeren.
Bijtelagebandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen
Check-Control-meldingophetControlDisplay.SymboolMogelijkeoorzakenEriseenbandenspanningsverlies
geconstateerd.
Maatregel
1.Desnelheidreduceren.Snelheidvan 130km/hnietmeeroverschrijden.2.Bijdeeerstvolgendegelegenheid,bijv.opeentankstation,debandenspanninginalle
vierdebandencontrolerenenevt.corrigeren.
Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmetdebej treffendebandineenCheck-Control-meldingophetControlDisplay.
SymboolMogelijkeoorzakenEriseenlekkebandofeenband
meteenaanzienlijkspanningsverj
liesaanwezig.Seite358MOBILITEITWielenenbanden358
OnlineEditionforPartno.01405A38B89-VI/21

Page 359 of 424

Maatregel1.Snelheidverminderenenvoorzichtigstopjpen.Heftigerem-enstuurbewegingenverj
mijden.2.Aanwijzingvoordehandelwijzebijbandenj pechinachtnemen.
Handelwijzebijbandenpech,ziepagina 360.
Meldingen:bijbandenmeteen
specialeontheffing
Algemeen
Bijmeldingvaneenlagebandenspanningwordt
eventueeldedynamischestabiliteitsregeling DSCingeschakeld.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Eenbeschadigdenormalebandmeteengej
ringebandenspanningofspanningsverlies heefteennegatieveinvloedopderijeigenj
schappen,bijvoorbeeldhetstuur-enremgej
drag.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Niet
verderrijden.Bandenpechverhelpenofwiel vervangen.
Wanneercontrolevande
bandenspanningvereistis
Melding
EensymboolmeteenCheck-Control-melding
verschijntophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenDevullingisnietvolgensvoorschrifj
tenuitgevoerd,bijv.bijonvoldoende
ingebrachtelucht.
Hetsysteemheeftdevervangingvan
eenwielherkend,maarerisgeenrej setuitgevoerd.
Debandenspanningistenopzichte vandelaatsteresetgedaald.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj genbijdereset.
Maatregel
1.Bandenspanningregelmatigcontrolerenenzonodigcorrigeren.2.Eenresetvanhetsysteemuitvoeren.
Bijtelagebandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen Check-Control-meldingophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenEriseenbandenspanningsverlies
geconstateerd.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj
genbijdereset.Seite359WielenenbandenMOBILITEIT359
OnlineEditionforPartno.01405A38B89-VI/21

Page 360 of 424

Maatregel1.Desnelheidreduceren.Snelheidvan130km/hnietmeeroverschrijden.2.Bijdeeerstvolgendegelegenheid,bijv.opeentankstation,debandenspanninginalle
vierdebandencontrolerenenevt.corrigeren.3.Eenresetvanhetsysteemuitvoeren.
Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmetdebej treffendebandineenCheck-Control-meldingophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenEriseenlekkebandofeenbandmet
eenaanzienlijkspanningsverliesaanj wezig.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj
genbijdereset.
Maatregel
1.Snelheidverminderenenvoorzichtigstopj pen.Heftigerem-enstuurbewegingenverj
mijden.2.Aanwijzingvoordehandelwijzebijbandenj pechinachtnemen.
Handelwijzebijbandenpech,ziepagina 360.
Juistehandelwijzebij
bandenpech
1.Beschadigdebandidentificeren.Deluchtdrukinallevierbandencontroleren, bijvoorbeeldmetdebandenspanningsmeter
vaneenbandenreparatieset.
Bijbandenmetspecialetoelating:isdebanj
denspanninginallevierdebandeninorde,
danisvoordebandenspanningscontroleevt.
geenresetuitgevoerd.Indatgevalresetuitj voeren.
Alsergeenschadeaandebandkanworden
ge

Page:   < prev 1-10 ... 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 ... 430 next >