BMW M5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 131 of 396

Na het uit de auto stappen deze tegen wegrollen
beveiligen, bijvoorbeeld met een wielkeg.
Naeenstroomonderbreking Om de werking van de parkeerrem na eenstroomonderbreking weer te herstellen:1.Gereedheid inschakelen.2. Schakelaar bij ingedrukt rempedaal of
ingeschakelde keuzehendelstand P uittrekj ken en vervolgens indrukken.
De procedure kan enkele seconden duren. Evenj
tuele geluiden zijn normaal.
Controlelampje dooft zodra de parkeerj
rem weer gebruiksklaar is.
Richtingaanwijzers, grootlicht,lichtsignaal
Richtingaanwijzers
Knipperlichtindebuitenspiegel Bij het rijden en tijdens het gebruik van de knipj
perlichten of de waarschuwingsknipperlichtinj
stallatie de buitenspiegels niet inklappen, zodat
de knipperlichten in de buitenspiegels goed te
herkennen zijn.
Knipperen
De schakelaar door het drukpunt heen indrukjken.
Kortknipperen
De hendel licht omhoog of omlaag aantippen.
De duur van het kort knipperen kan worden ingej steld.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Richting aangeven"6.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het momenj
teel gebruikte bestuurdersprofiel.
Kortstondigknipperen
De hendel tot door het drukpunt drukken en inj
gedrukt houden zolang er geknipperd moet worj den.
Grootlicht,lichtsignaal De hendel naar voren drukken of naar achteren
trekken.
'xGrootlicht aan, pijl 1.'xGrootlicht uit/lichtsignaal, pijl 2.Seite 131RijdenBEDIENING131
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 132 of 396

Ruitenwisserinstallatie
Algemeen
De wissers niet bij een droge voorruit gebruiken,
anders kunnen de wisserbladen sneller slijten of
beschadigd raken.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Als de wissers zich in beweging zetten wanj
neer ze uitgeklapt zijn, kunnen lichaamsdelen
worden ingeklemd of delen van de auto worden beschadigd. Er bestaat kans op letsel of
schade. Erop letten dat het contact is afgezet
als de wissers worden opgeklapt en dat de wisj
sers bij het inschakelen zijn neergeklapt.
OPMERKING
Bij vastgevroren wissers kunnen de wisserblaj
den bij het inschakelen losscheuren of kan de
wissermotor oververhit raken. Er bestaat gevaar
voor schade. Voor het inschakelen van de wisj
sers de ruit ontdooien.
Inschakelen
De hendel naar boven drukken, tot de gewenste instelling bereikt is.
'xRustpositie van de wisser, stand 0.'xRegensensor, stand 1.'xNormale wissersnelheid: stand 2.Bij stilstand wordt naar de intervalstand overjgeschakeld.'xSnelle wissersnelheid: stand 3.
Bij stilstand wordt naar de normale wisserj
snelheid overgeschakeld.
Bij onderbreking van de rit met ingeschakelde wisinstallatie voor: wordt de rit voortgezet, dan
wissen de wissers in de vooraf ingestelde stap.
Uitschakelenenkortwissen
De hendel naar beneden drukken.
'xUitschakelen: de hendel naar onder duwen,
tot de basispositie werd bereikt.'xKort wissen: hendel vanuit de basisstand naar beneden drukken.
Na het loslaten keert de hendel in de basisj
stand terug.
Regensensor
Principe De regensensor stuurt de wisserwerking autoj
matisch afhankelijk van de regenintensiteit.
Algemeen
De sensor bevindt zich aan de voorruit, direct
voor de binnenspiegel.
Seite 132BEDIENINGRijden132
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 133 of 396

Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
In wasstraten kunnen de wissers ongewild gaan bewegen als de regensensor geactiveerd is. Er
bestaat gevaar voor schade. Regensensor in wasstraten deactiveren.
Activeren
De hendel uit de basisstand eenmaal naar bovendrukken, pijl 1.
Een wisprocedure wordt gestart.
De LED in ruitenwisserschakelaar brandt.
Bij vorst wordt het wissen mogelijk niet gestart.
Uitschakelen De hendel terug in de basisstand drukken.
Gevoeligheidregensensorinstellen
Aan de gekartelde knop draaien om de gevoeligjheid van de regensensor in te stellen.
Naar boven: hoge gevoeligheid van de regensenj sor.
Naar beneden: geringe gevoeligheid van de rej
gensensor.
Ruitreinigingsinstallatie Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij lage temperaturen kan de sproeiervloeistof op de ruit bevriezen en het zicht beperken. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Wasstraten alj
leen gebruiken als het bevriezen van de sproeij ervloeistof uitgesloten is. Indien nodig antivriesgebruiken.
OPMERKING
Als het ruitensproeierreservoir leeg is, kan de
sproeierpomp niet zoals bedoeld werken. Er
bestaat gevaar voor schade. Ruitensproeiers
niet gebruiken als het ruitensproeierreservoir
leeg is.
Voorruitreinigen
Aan de hendel trekken.
Sproeiervloeistof wordt op de voorruit gesproeid
en de wissers worden kort ingeschakeld.
Ruitensproeiermonden
De ruitensproeiermonden worden bij ingeschaj kelde gereedheid automatisch verwarmd.
Seite 133RijdenBEDIENING133
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 134 of 396

Uitgeklaptestandvande
ruitenwissers
PrincipeIn de opklapstand kunnen de wissers van devoorruit worden opgeklapt.
Algemeen Belangrijk voor bijvoorbeeld het vervangen van
de wisserbladen of voor het uitklappen bij vorst.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Als de wissers zich in beweging zetten wanj
neer ze uitgeklapt zijn, kunnen lichaamsdelen
worden ingeklemd of delen van de auto worden beschadigd. Er bestaat kans op letsel of
schade. Erop letten dat het contact is afgezet
als de wissers worden opgeklapt en dat de wisj
sers bij het inschakelen zijn neergeklapt.
OPMERKING
Bij vastgevroren wissers kunnen de wisserblaj den bij het inschakelen losscheuren of kan de
wissermotor oververhit raken. Er bestaat gevaar
voor schade. Voor het inschakelen van de wisj
sers de ruit ontdooien.
Wissersopklappen
1.Gereedheid inschakelen.2.Ruitenwisserschakelaar naar omlaag gedrukt houden, tot de wissers ongeveer verticaal
staan.3.Wissers volledig optillen van de voorruit uitj klappen.
Wissersinklappen
Na het inklappen van de wissers moet de ruitenj
wisserinstallatie opnieuw worden geactiveerd.
1.Ruitenwissers volledig tegen voorruit aanj
klappen.2.Gereedheid inschakelen en ruitenwisser opj nieuw naar onder gedrukt houden.3.De ruitenwissers gaan in de rustpositie en zijn
weer gebruiksklaar.
Sproeiervloeistof
Algemeen
Alle ruitensproeiers maken gebruik van hetzelfde
reservoir.
Voor de ruitensproeierinstallatie een mengsel uit leidingwater, reinigingsvloeistofconcentraat en
eventueel antivries gebruiken.
Seite 134BEDIENINGRijden134
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 135 of 396

Aanbevolen minimale vulhoeveelheid: 1 liter.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Sommige antivriesmiddelen kunnen stoffen bej vatten die schadelijk voor de gezondheid zijn enbrandbaar zijn. Er bestaat brandgevaar of kans
op letsel. Aanwijzingen op de verpakkingen in
acht nemen. Antivries uit de buurt van ontstej
kingsbronnen houden. Bedrijfsstoffen niet in
andere flessen overgieten. Bedrijfsstoffen buij ten het bereik van kinderen bewaren.
WAARSCHUWING
Sproeiervloeistof kan bij contact met hete moj
toronderdelen ontbranden. Er bestaat kans op letsel of schade. Sproeiervloeistof alleen bij afj
gekoelde motor bijvullen. Vervolgens de dop
van het sproeiervloeistofreservoir dichtdrukken.
OPMERKING
Siliconenhoudende toevoegingen in de sproeij ervloeistof die ervoor zorgen dat het water van
de ruiten parelt kunnen de sproeierinstallatie beschadigen. Er bestaat gevaar voor schade.
Geen siliconenhoudende toevoegingen aan de
sproeiervloeistof toevoegen.
OPMERKING
Het mengen van verschillende ruitensproeierj
vloeistofconcentraten of antivries kan tot
schade aan het sproeiersysteem leiden. Er bej
staat gevaar voor schade. Verschillende ruitenj
sproeiervloeistofconcentraten of antivries niet
mengen. De aanwijzingen en mengverhoudinj
gen op de verpakkingen in acht nemen.
Overzicht
Het reservoir voor de sproeiervloeistof bevindt
zich in de motorruimte.
Storing Als onverdund ruitensproeierconcentraat of antij
vries van alcohol wordt gebruikt, kunnen er bij lage temperaturen onder -15 

Page 136 of 396

Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in beweging
komen en wegrollen. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. De auto voor het verlaten tegen
wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:
'xParkeerrem bedienen.'xOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'xOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv.
met een wielkeg.
Overzicht
Keuzehendel
Keuzehendelfuncties
SymboolFunctieDrivelogic-programma'sRAchteruitversnelling.NNeutraal, stationair draaien.Middenstand, vooruitstand.-Terugschakelen, handmatig.+Opschakelen, handmatig.SymboolFunctieD/SDrive-modus of sequentiële moj
dus.PParkeren.
Keuzehendelstanden
DDrive-modus
Keuzehendelstand voor het rijden. Alle versnelj
lingen voor het vooruitrijden worden automatisch geschakeld.
SSequentiëlemodus Keuzehendelstand voor het rijden. Alle versnelj
lingen voor vooruitrijden moeten handmatig gej schakeld worden.
RAchteruit
Keuzehendelstand R alleen bij stilstaande auto inschakelen.
NNeutraal,Stationair In keuzehendelstand N kan de auto worden gej
duwd of zonder aandrijving rollen, bijvoorbeeld in wasstraten, zie pagina 137.
PParkeren Keuzehendelstand voor bijvoorbeeld het parkej
ren van de auto. In keuzehendelstand P worden de aangedreven wielen door de transmissie gej
blokkeerd.
Keuzehendelstand P alleen bij stilstaande auto inschakelen.
Keuzehendelstand P wordt bijv. in de volgende
situaties automatisch ingeschakeld:
'xNa het uitschakelen van rijden-stand-by of de
gereedheid, als keuzehendelstand D/S of R ingeschakeld is.'xNa het uitschakelen van de gereedheid, alskeuzehendelstand N is ingeschakeld.Seite 136BEDIENINGRijden136
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 137 of 396

'xAls tijdens stilstand bij geselecteerde keuzej
hendelstand D/S of R de gordel van de bej
stuurdersstoel wordt losgedaan, het bestuurj
dersportier wordt geopend en de rem niet
ingedrukt wordt.
Keuzehendelstandinschakelen
Algemeen
Het rempedaal indrukken tot wordt weggereden, anders beweegt de auto zich bij een ingeschaj kelde keuzestand.
De ingeschakelde keuzehendelstand wordt in het instrumentenpaneel en op de keuzehendel
afgebeeld.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Het wisselen van keuzehendelstand P naar een
andere keuzehendelstand vindt pas plaats bij inj geschakelde rijden-stand-by en ingedrukt remj
pedaal.
KeuzehendelstandD/S,N,R
inschakelen
Bij ingestoken veiligheidsgordel voor de bestuurj der het rempedaal indrukken en de keuzehendel
in de gewenste richting trekken of duwen. Na het loslaten keert de hendel in de middenstand tej
rug.
In keuzehendelstand R zet de keuzehendel zich vast.
KeuzehendelstandPinschakelen
Toets P indrukken.
Voertuiglatenrollenofduwen Algemeen
In sommige gevallen moet het voertuig zonder aandrijving een afstandje rollen, bijv. in een wasj
straat of om het voertuig voort te duwen.
KeuzehendelstandNinschakelen
1.Met ingetrapt rempedaal de rijden-stand-by
inschakelen.2.Eventueel de parkeerrem lossen.3.Evt. Automatic Hold deactiveren, zie paj
gina 129.4.Rempedaal indrukken.5.Keuzehendelstand N inschakelen.6.Rijden-stand-by uitschakelen.
De gereedheid blijft op deze manier ingej
schakeld en een Check-Control-melding
wordt weergegeven.
De auto kan vrij rollen.
OPMERKING
Bij het uitschakelen van de rijden-stand-by wordt keuzehendelstand P automatisch ingejschakeld. Er bestaat gevaar voor schade. Rijjden-stand-by in wasstraten niet uitschakelen.
Seite 137RijdenBEDIENING137
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 138 of 396

Ongeacht de gereedheid wordt keuzehendelj
stand P na ongeveer 35 minuten automatisch inj geschakeld.
Bij een defect kan de keuzehendelstand mogelijk
niet gewijzigd worden.
Eventueel de parkeervergrendeling elektronisch ontgrendelen, zie pagina 142.
Kickdown Met kickdown wordt in Drive-modus het maxijmale aandrijfvermogen bereikt.
Gaspedaal tot voorbij de weerstand van de volgj
asstand indrukken.
Drive-modusD/S
Principe In de Drive-modus worden alle vooruitversnellinj
gen automatisch gewisseld.
Drive-modusactiveren
De keuzehendel uit de middenstand naar D/S
duwen.
De Drive-modus is geactiveerd. Op het instruj
mentenpaneel wordt de ingeschakelde versnelj
ling samen met een D weergegeven, bijv. 1 D.
Drive-modusdeactiveren
De keuzehendel uit de Drive-modus naar D/S
duwen. De sequentiële modus wordt actief.
Op het instrumentenpaneel wordt de ingeschaj
kelde versnelling weergegeven, bijv. 1.
SequentiëlemodusD/S
PrincipeIn sequentiële modus kan men manueel schakej
len met de keuzehendel of schakelpaddels, zonj
der het gaspedaal los te laten.
Algemeen
Kort voordat er onder een versnellingsafhankej
lijke minimale snelheid wordt gekomen, wordt er zelfstandig teruggeschakeld.
Bij het bereiken van het maximale toerental
wordt in de sequentiële modus niet automatisch naar een hogere versnelling geschakeld en dekickdown wordt uitgeschakeld.
Wegrijden is op een vlak wegdek ook in de 2e
versnelling mogelijk, bijvoorbeeld bij gladheid.
Sequentiëlemodusactiveren
De keuzehendel uit de Drive-modus in de richjting van D/S duwen, pijl 1 of via de keuzehendelschakelen, pijl 2.
De sequentiële modus is geactiveerd. Op het inj
strumentenpaneel wordt de ingeschakelde verj snelling weergegeven, bijv. 1.
Sequentiëlemodusdeactiveren De keuzehendel uit de middenstand naar D/S
duwen. De Drive-modus wordt actief.
Op het instrumentenpaneel wordt de ingeschaj kelde versnelling samen met een D weergegej
ven, bijv. 1 D.
Seite 138BEDIENINGRijden138
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 139 of 396

Wisselenvanversnelling
Principe In sequentiële modus kan men manueel schakejlen met de keuzehendel of schakelpaddels.
Met de schakelpaddels op het stuurwiel kan snel van versnelling worden gewisseld, zonder hierbij
de handen van het stuurwiel te nemen.
Algemeen
Schakelprocedure Wisselen van versnelling wordt alleen uitgevoerd bij passend toerental en passende snelheid uitj
gevoerd, bijv. wordt er bij te hoog toerental niet teruggeschakeld.
Door gelijktijdige kickdown en bediening van de keuzehendel naar voor of de linker schakelpaddelnaar de laagst mogelijke versnelling teruggejschakeld.
Kortstondigesequentiëlemodus
In Drive-modus wordt na het bedienen van een
schakelpaddel kortstondig naar de sequentiële
modus geschakeld.
De M Steptronic Sport-versnellingsbak schakelt terug naar de Drive-modus, wanneer in de sej
quentiële modus gedurende een bepaalde tijd
voorzichtig wordt gereden, niet wordt geaccelej
reerd en niet via de schakelpaddels wordt gej
schakeld.
Langdurigesequentiëlemodus
De sequentiële modus blijft langdurig actief, als
de modus al voor het bedienen van de schakelj
paddel werd geactiveerd.
NaarDrive-modusschakelen
Overschakelen naar de Drive-modus is als volgt
mogelijk: rechtse schakelhendel lang intrekken.Schakelenviakeuzehendel'xOpschakelen: keuzehendel naar achteren trekken.'xTerugschakelen: keuzehendel naar voren
drukken.
Schakelen in de Drive-modus zorgt voor een wissel naar de sequentiële modus.
Schakelenviaschakelpaddel
'xOpschakelen: rechter schakelpaddel naar vojren drukken.'xTerugschakelen: linker schakelpaddel naar
voren drukken.
Weergaveopkeuzehendel
In sommige situaties kan de feitelijke ingevoerde
versnellingspositie van de keuzehendelstand afj
wijken. De indicator in de keuzehendel knippert.
In deze gevallen op de op de indicator in het inj
strumentenpaneel letten.
Weergaveninhet
instrumentenpaneel
Drive-modus
'xIngeschakelde versnelling saj
men met een D, pijl 1.'xGekozen drivelogic-proj
gramma, zie pagina 140,
pijl 2.Seite 139RijdenBEDIENING139
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 140 of 396

Sequentiëlemodus'xSchakelpuntindicator, zie paj
gina 153, pijl 1.'xIngeschakelde versnelling,
pijl 2.'xGekozen drivelogic-proj
gramma, zie pagina 140,
pijl 3.
Opmerking
Bij zeer lage buitentemperaturen kan de weerj gave buiten werking zijn. Actuele rijrichting is
herkenbaar aan de ingeschakelde keuzehendelj
stand.
LowSpeedAssistent
Principe De Low Speed Assistent ondersteunt bij zeerlage snelheden. De auto rijdt met looptempo.
Algemeen Voor het manoeuvreren of tijdens stilstaand en
langzaam rijdend verkeer Low Speed Assistant
gebruiken.
De Low Speed Assistant kan ook worden gej bruikt om de auto vrij te rijden op sneeuw. Daarj
voor omschakelen tussen achteruitversnelling en
vooruitstand zonder de rem in te drukken.
Activeren
1.Met ingetrapt rempedaal de rijden-stand-by
inschakelen.2.Eventueel de parkeerrem lossen.3.Evt. Automatic Hold deactiveren.4.Keuzehendelstand D/S of R inschakelen.5.Rem loslaten.
In de 1e en 2e versnelling en in de achteruitverj
snelling rolt het voertuig met minimale snelheid.
Uitschakelen
Auto afremmen tot stilstand.
Drivelogic
Principe De drivelogic verandert de schakelkarakteristiekvan de M Steptronic Sport-versnellingsbak. Bijj voorbeeld worden in Drive-modus de schakeljpunten en in sequentiële modus de schakeltijdenaangepast.
Algemeen
Er zijn drie drivelogic-programma's beschikbaar.
Na iedere wissel tussen sequentiële modus en
Drive-modus is telkens het laatst geselecteerde
programma actief.
Wordt het rijden-stand-by na de ruststand ingej
schakeld, dan is in de Drive-modus het proj gramma D1 actief.
ProgrammaProj
gram
maDrive-modusSequentiële
modus
D1/S1Efficiënt rijden.Comfortabele
schakelingen.
D2/S2Vlot rijden.Sportieve, snelle
schakelingen.
D3/S3Sportief rijden.Maximale schakelj
snelheid, Launch
Control.Seite 140BEDIENINGRijden140
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 400 next >