BMW M5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 171 of 396

HelderheidinstellenVia iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Helderheid"6.Gewenste instelling selecteren.
Gedimdbijhetrijden
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Gedimd tijdens nachtrit"
De verlichting in het interieur wordt voor enkele lampen tijdens het rijden in het donker gedimd.
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor hetmomenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Bowers&WilkinsDiamond SurroundSoundSystem
Algemeen
Sommige luidsprekers in de auto zijn verlicht. De
helderheid kan individueel worden ingesteld.
Als de luidsprekers worden gedempt, wordt deluidsprekerverlichting uitgeschakeld.
In-/uitschakelen
De luidsprekerverlichting wordt ingeschakeld bij
het ontgrendelen van de auto en uitgeschakeld
bij het vergrendelen van de auto.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Bowers & Wilkins"
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Helderheidinstellen Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Helderheid"6.Gewenste instelling selecteren.Seite 171VerlichtingBEDIENING171
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 172 of 396

VeiligheidUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Airbags
1Frontairbag, bestuurder2Frontairbag, passagier3Hoofdairbag4Zij-airbag5Knie-airbagVoor-airbags
De voor-airbags beschermen de bestuurder en
de passagier bij een frontale aanrijding waarbij de beschermende werking van de veiligheidsgorj
dels alleen niet meer voldoende is.Zij-airbag
De zij-airbag vangt bij een zijdelingse botsing het
lichaam op in de zijdelingse borst- en bekkenj zone.Seite 172BEDIENINGVeiligheid172
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 173 of 396

HoofdairbagDe hoofdairbag vangt bij een zijdelingse botsinghet hoofd op.
Knie-airbag
Afhankelijk van de uitrusting:
De knie-airbag vangt bij een frontale botsing de
benen op.
Beschermendewerking
Algemeen
De airbags worden niet bij elke botsing ingeschaj
keld, bijvoorbeeld niet bij minder ernstige aanrijj dingen of aanrijdingen van achteren.
Aanwijzingenvooreenoptimale
beschermendewerkingvande
airbags
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde zitpositie of als het activej ringsgebied van de airbag wordt belemmerd,
kan het airbagsysteem niet zoals bedoeld bej
schermen en kan het activeren extra letsel verj oorzaken. Er bestaat kans op letsel of levensjgevaar. De aanwijzingen voor een optimalebeschermende werking van het airbagsysteemin acht nemen.
'xAfstand tot de airbags houden.'xStuurwiel altijd aan de stuurwielrand vasthouj
den. Handen in de 3-uur- en 9-uur-stand, om
het risico van verwonding van handen of arj men bij het activeren van de airbag zo klein
mogelijk te houden.'xErop letten dat de voorpassagier correct zit, d.w.z. de voeten of benen in de beenruimte
en niet tegen het dashboard.'xErop letten dat inzittenden het hoofd van de
zij-airbag verwijderd houden.'xTussen airbags en personen mogen zich
geen andere personen, dieren of voorwerpen bevinden.'xDashboard en voorruit aan passagierszijde
vrijhouden, d.w.z. niet met folie of bekledinj
gen afdekken en geen houders voor bijvoorj
beeld navigatiesysteem of mobiele telefoon aanbrengen.'xDe afdekkingen van de airbags niet beplakjken, bekleden of op een andere manier wijzij
gen.'xAfdekking van de frontairbag aan passagiersj
zijde niet als opbergvak gebruiken.'xGeen hoezen, kussens of andere voorwerpen
op de voorstoelen aanbrengen die niet specij aal voor stoelen met geïntegreerde zij-airbags
zijn gemaakt.'xGeen kledingstukken, zoals vesten, over de
rugleuningen hangen.'xAan de afzonderlijke componenten en de bej
drading geen enkele wijziging uitvoeren. Dit geldt tevens voor afdekkingen van het stuurj
wiel, het instrumentenpaneel en de stoelen.'xAirbagsysteem niet demonteren.
Ook als alle aanwijzingen in acht worden genoj men, kan afhankelijk van de omstandigheden letjsel ten gevolge van een contact met de airbags
niet volledig worden uitgesloten.
Ontstekings- en opblaasgeluiden kunnen bij perj
sonen die daar gevoelig voor zijn voor korte duur belemmeringen van het gehoor veroorzaken, die
over het algemeen van voorbijgaande aard zijn.
Seite 173VeiligheidBEDIENING173
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 174 of 396

Bedrijfsklaretoestandvanhet
airbagsysteem
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Na het activeren van het airbagsysteem kunnen de afzonderlijke componenten zeer warm zijn.
Er bestaat kans op letsel. De afzonderlijke comj
ponenten niet vastpakken.
WAARSCHUWING
Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden
kunnen het uitvallen, een storing of het ongej wenst in werking treden van het airbagsysteemtot gevolg hebben. Bij een storing zou het airj
bagsysteem bij een ongeval, ondanks een overeenkomstige botsingskracht, niet zoals bejdoeld geactiveerd kunnen worden. Er bestaat
kans op letsel of levensgevaar. Controle, repaj
ratie of demontage en vernietiging van het airj
bagsysteem door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist laten uitvoeren.
Weergaveophet
instrumentenpaneel
Bij het inschakelen van rijden-stand-bygaat het waarschuwingslampje in het injstrumentenpaneel kort branden; op die
wijze wordt weergegeven dat het volledige airj
bagsysteem en de gordelspanners bedrijfsklaar
zijn.
Storing
'xWaarschuwingslampje gaat niet branj
den bij het inschakelen van rijden-
stand-by.'xWaarschuwingslampje brandt permanent.
Het systeem controleren laten.
Sleutelschakelaarvoor
passagiersairbag
Principe
Met de sleutelschakelaar voor de passagiersairj
bags kan bij gebruik van een kinderveiligheidsj systeem op de passagiersstoel de front- en zij-airbag aan passagierszijde gedeactiveerdworden.
Algemeen
Front- en zij-airbag voor de passagier kunnen
met de geïntegreerde sleutel uit de afstandsbej diening worden gedeactiveerd en opnieuw geacjtiveerd.
Overzicht
De sleutelschakelaar voor passagiersairbag bej
vindt zich op de buitenzijde van het dashboard.
Passagiersairbagsdeactiveren
1.Sleutel insteken en indien nodig aandrukken.Seite 174BEDIENINGVeiligheid174
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 175 of 396

2.Ingedrukt houden en tot de aanslag in de
stand OFF draaien. De sleutel aan de aanslag verwijderen.3.Erop letten dat de sleutelschakelaar in de
eindstand staat, zodat de airbags gedeactij
veerd zijn.
De passagiersairbags zijn uitgeschakeld. De bej
stuurdersairbags blijven actief.
Als op de passagiersstoel geen kinderzitje meer is gemonteerd, dan de passagiersairbags opjnieuw activeren zodat deze bij een ongeval zoalsvoorgeschreven in werking treden.
De status van de airbags wordt aangegeven met
het controlelampje aan de dakhemel, zie paj
gina 175.
Passagiersairbagsactiveren
1.Sleutel insteken en indien nodig aandrukken.2.Ingedrukt houden en tot de aanslag in de
stand ON draaien. De sleutel aan de aanslag verwijderen.3.Erop letten dat de sleutelschakelaar in de
eindstand staat, zodat de airbags geactiveerd
zijn.
De passagiersairbags zijn weer geactiveerd en treden in werking indien de situatie dit vereist.
Controlelampjepassagiersairbags Het controlelampje van de passagiersairbag in dedakhemel geeft de status van de passagiersairj
bags aan.
Na het inschakelen van rijden-stand-by gaat het lampje kort branden, daarna geeft het aan of deairbags geactiveerd of gedeactiveerd zijn.
WeergaveFunctieBij geactiveerde passagiersairj
bags brandt het controlelampje
gedurende korte tijd en gaat
dan uit.Bij gedeactiveerde passagiersj
airbags brandt het controlej
lampje voortdurend.
Actieve
voetgangersbescherming
Principe Met de actieve voetgangersbescherming gaat bij
een botsing aan de voorkant van de auto met
een voetganger de motorkap omhoog. Ter herj
kenning worden de sensoren onder de bumper
gebruikt.
Algemeen
De geactiveerde voetgangersbescherming stelt aanvullende vervormingsruimte onder de motorj
kap voor de aansluitende frontale botsing bej
schikbaar.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Contact met afzonderlijke onderdelen van de scharnieren en motorkapsloten kan het ongejwenst in werking treden van het systeem tot
gevolg hebben. Er bestaat kans op letsel of schade. Afzonderlijke onderdelen van de scharj
nieren en motorkapsloten niet aanraken.
Seite 175VeiligheidBEDIENING175
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 176 of 396

WAARSCHUWING
Veranderingen aan de voetgangersbescherj
ming kunnen het uitvallen, een storing of het
ongewenst in werking treden van de voetganj
gersbescherming tot gevolg hebben. Er bej staat kans op letsel of levensgevaar. Aan de
voetgangersbescherming en de afzonderlijke componenten en de bedrading geen wijziginj
gen uitvoeren. Het systeem niet demonteren.
WAARSCHUWING
Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden
kunnen het uitvallen, een storing of het ongej wenst in werking treden van het systeem tot
gevolg hebben. Bij een storing zou het systeem
bij een ongeval, ondanks een overeenkomstige
botsingskracht, niet zoals bedoeld geactiveerd
kunnen worden. Er bestaat kans op letsel of lej
vensgevaar. Controle, reparatie of demontage
en vernietiging van het airbagsysteem door een
Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist laj ten uitvoeren.
WAARSCHUWING
Na activering of beschadiging is de functionalij
teit van het systeem beperkt of niet meer aanj
wezig. Er bestaat kans op letsel of levensgej
vaar.
Na activering of bij beschadiging het systeem
bij een Service Partner van de fabrikant of een
andere gekwalificeerde Service Partner of spej
cialist laten controleren en vervangen.
OPMERKING
Door het openen van de motorkap bij geactij
veerde voetgangersbescherming kunnen bej
schadigingen aan de motorkap of de voetganj
gersbescherming optreden. Er bestaat gevaar voor schade. De motorkap na de weergave van
de Check Control melding niet openen. Door
een Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of speciaj list laten controleren.
Grenzenvanhetsysteem
Het actieve voetgangersbeveiligingssysteem
wordt alleen bij snelheden tussen circa 30 km/h
en 55 km/h geactiveerd.
Uit veiligheidsoverwegingen kan het systeem in
zeldzame gevallen ook worden geactiveerd wanj neer een botsing met een voetganger niet duidej
lijk kan worden uitgesloten, bijv.:'xBij een botsing met een voorwerp, bijvoorj beeld een ton of een grenspaaltje.'xBij een botsing met dieren.'xBij steenslag.'xBij het rijden in opwaaiende sneeuw.
Storing
Er wordt een Check-Control-melding
weergegeven.
Het systeem is geactiveerd of wordt gej
stoord.
Direct met matige snelheid naar een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalifij ceerde Service Partner of specialist rijden om het
systeem te laten controleren en repareren.
IntelligentSafety
Principe Intelligent Safety maakt de centrale bedieningvan de hulpsystemen mogelijk.
Algemeen
Afhankelijk van de uitrusting bestaat Intelligent
Safety uit een of meer systemen, die kunnen
helpen om een dreigende botsing te voorkomen.
Seite 176BEDIENINGVeiligheid176
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 177 of 396

'xBotsingswaarschuwing met remfunctie, zie
pagina 178.'xUitwijkhulp, zie pagina 182.'xPersoonswaarschuwing met City-remfunctie,
zie pagina 185.'xNight Vision met herkenning van personen en
dieren, zie pagina 187.'xWaarschuwing rijbaan verlaten, zie paj
gina 191.'xRijstrookwisselmelding, zie pagina 195.'xWAARSCHUWING voor een aanrijding van
opzij, zie pagina 198.'xWaarschuwing voorligger, zie pagina 202.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden en de verkeerssituatie juist in te schatten. Erbestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeemjbeperkingen kunnen waarschuwingen of reacj
ties van het systeem niet, te laat, onjuist of onj
gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie
aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
WAARSCHUWING
Systeembeperkingen kunnen bij het aan-/afslej pen met geactiveerde Intelligent Safety-systej
men leiden tot verkeerd gedrag van de afzonj derlijke functies. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. Voor het slepen/wegslepen alle Inj
telligent Safety-systemen uitschakelen.
Overzicht Toetsindeauto
Intelligent Safety
In-/uitschakelen Sommige Intelligent Safety systemen worden bij
iedere start automatisch geactiveerd. Sommige Intelligent Safety-systemen worden geactiveerd
overeenkomstig de laatste instelling.
ToetsStatusToets brandt groen: alle Intelligent Saj
fety-systemen zijn ingeschakeld.Toets brandt oranje: enkele Intelligent Safety-systemen zijn uitgeschakeld.Toets brandt niet: enkele Intelligent
Safety-systemen zijn uitgeschakeld.
Toets indrukken:
Het menu naar de Intelligent Safety-
systemen wordt weergegeven.
Als alle Intelligent Safety-systemen uitgeschaj
keld zijn, worden nu alle systemen ingeschakeld.
"INDIVIDUAL configureren": afhankelijk van de
uitvoering kunnen de Intelligent Safety-systemen afzonderlijk geconfigureerd worden. De indivij
duele instellingen worden geactiveerd en opgej
slagen voor het momenteel gebruikte bestuurj
Seite 177VeiligheidBEDIENING177
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 178 of 396

dersprofiel. Zodra in het menu een instelling
wordt gewijzigd, worden alle instellingen van het menu geactiveerd.
Toets herhaaldelijk indrukken. Er wordttussen de volgende instellingen gewisj
seld:
"ALL ON": alle Intelligent Safety-systemen worj den ingeschakeld. Voor de subfuncties, zoals Inj
stelling voor moment van waarschuwing, worden
basisinstellingen geactiveerd.
"INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen
worden overeenkomstig de individuele instellinj
gen ingeschakeld.
Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden.
Toets ingedrukt houden:
Alle Intelligent Safety-systemen worden
uitgeschakeld.
Botsingswaarschuwingmetremfunctie
Principe
Het systeem kan helpen om ongevallen te voorj komen. Indien een ongeval niet vermeden kan
worden, helpt het systeem om de botsingssnelj
heid te beperken.
Het systeem waarschuwt voor mogelijk botj singsgevaar en remt de auto zo nodig zelfstandigaf.
Algemeen
Het systeem wordt via een camera gestuurd. Bij uitvoering met radarsensor wordt de botjsingswaarschuwing bovendien door de radarsenjsor van de snelheidsregeling gestuurd.
Kruispuntwaarschuwing, bij uitvoering met radarj
sensor: bovendien wordt bij kruisingen en overj
wegen bij herkennen van botsgevaar met kruij
send verkeer gewaarschuwt.
De botsingswaarschuwing is ook bij gedeactij
veerde snelheidsregeling beschikbaar.
Bij het bewust naderen van een voertuig vinden
de botsingswaarschuwing en de remingreep laj ter plaats om onjuiste systeemreacties te voorj
komen.
Het systeem waarschuwt vanaf circa 5 km/h in
twee fasen voor mogelijk botsingsgevaar met anj dere voertuigen. Het moment van deze waarj
schuwingen kan afhankelijk van de actuele rijsij
tuatie variëren.
Detectiegebied
Er wordt rekening gehouden met objecten, mits
gedetecteerd door het systeem.
Kruispuntwaarschuwing: ook auto's die de eigen rijrichting kruisen kunnen door het systeem herjkent worden zodra deze auto's binnen het detecj
tiegebied van het systeem komen.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden
en de verkeerssituatie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
Seite 178BEDIENINGVeiligheid178
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 179 of 396

WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeemjbeperkingen kunnen waarschuwingen of reacj
ties van het systeem niet, te laat, onjuist of onj
gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie
aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
WAARSCHUWING
Systeembeperkingen kunnen bij het aan-/afslej
pen met geactiveerde Intelligent Safety-systej
men leiden tot verkeerd gedrag van de afzonj derlijke functies. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. Voor het slepen/wegslepen alle Inj
telligent Safety-systemen uitschakelen.
Overzicht
Toetsindeauto
Intelligent Safety
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel. Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij
houden.
Metactievesnelheidsregeling:
radarsensor
De radarsensor bevindt zich aan de onderzijde van de voorste bumper.
Radarsensor schoon en vrij houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Het systeem wordt bij vertrek automatisch geacj
tiveerd.
Handmatigin-/uitschakelen Toets indrukken.
Het menu naar de Intelligent Safety-
systemen wordt weergegeven.
Als alle Intelligent Safety-systemen uitgeschaj
keld zijn, worden nu alle systemen ingeschakeld.
Seite 179VeiligheidBEDIENING179
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 180 of 396

"INDIVIDUAL configureren": afhankelijk van de
uitvoering kunnen de Intelligent Safety-systemen afzonderlijk geconfigureerd worden. De indivij
duele instellingen worden geactiveerd en opgej slagen voor het momenteel gebruikte bestuurj
dersprofiel. Zodra in het menu een instelling
wordt gewijzigd, worden alle instellingen van het
menu geactiveerd.
Toets herhaaldelijk indrukken.
Er wordt tussen de volgende instellinj
gen gewisseld:
"ALL ON": alle Intelligent Safety-systemen worj den ingeschakeld. Voor de subfuncties worden basisinstellingen geactiveerd.
"INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen
worden overeenkomstig de individuele instellinj
gen ingeschakeld.
Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden.
Toets ingedrukt houden.
Alle Intelligent Safety-systemen worden
uitgeschakeld.ToetsStatusToets brandt groen: alle Intelligent Saj
fety-systemen zijn ingeschakeld.Toets brandt oranje: enkele Intelligent Safety-systemen zijn uitgeschakeld.Toets brandt niet: enkele Intelligent
Safety-systemen zijn uitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Botswaarschuwing"5.Gewenste instelling selecteren.Het geselecteerde tijdstip wordt opgeslagenvoor het momenteel gebruikte bestuurdersproj
fiel.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave Als er een botsing met een waargenomen andervoertuig dreigt, wordt in het instrumentenpaneel
en in het Head-Up Display een waarschuwingsj symbool weergegeven.SymboolMaatregelSymbool brandt rood: vooralarm.
Remmen en afstand vergroten.Symbool knippert rood en er klinkt
een signaal: acute waarschuwing.
Remmen en evt. uitwijken.Kruispuntwaarschuwing:
Symbool knippert rood en er klinkt
een signaal: acute waarschuwing bij
auto's die de eigen rijrichting kruij
sen.
Remmen en evt. uitwijken.
Vooralarm Een vooralarm wordt bijvoorbeeld gegeven bij
een dreigend botsingsgevaar of bij zeer geringe afstand tot een voorligger.
Bij een voorwaarschuwing zelf ingrijpen.
Acutewaarschuwingmetremfunctie Een acute waarschuwing wordt gegeven bij dij
rect botsingsgevaar als de auto met een relatief
groot snelheidsverschil een ander object nadert.
Bij een acute waarschuwing zelf ingrijpen. Bij
botsgevaar ondersteund het systeem eventueel
door een automatische remingreep.
Een acute waarschuwing kan ook zonder voorafj
gaand vooralarm worden geactiveerd.
Seite 180BEDIENINGVeiligheid180
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 400 next >