BMW M5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 181 of 396

Remingreep,City-remfunctie
De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing wordt, bij het bedienen van de rem, de maximaleremkracht toegepast. Voorwaarde is het volj
doende snel en krachtig indrukken van het remj pedaal.
Daarnaast kan het systeem bij botsingsgevaar
eventueel ondersteuning bieden door een autoj
matische remingreep.
De auto kan bij lage snelheid afgeremd worden
tot stilstand.
De remingreep vindt plaats tot circa 80 km/h.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstabilij
teit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactij vering van de dynamische stabiliteitscontroleDSC.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detectiej
gebied en de functionele beperkingen.
Metradarsensorenactieve
snelheidsregeling:remingreep
De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing wordt, bij het bedienen van de rem, de maximaleremkracht toegepast. Voorwaarde is het volj
doende snel en krachtig indrukken van het remj pedaal.
Daarnaast kan het systeem bij botsingsgevaar
ondersteuning bieden door een automatische rej
mingreep.
De auto kan tot stilstand worden afgeremd.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstabilij
teit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactij vering van de dynamische stabiliteitscontroleDSC.
Bij snelheden boven ongeveer 210 km/h vindt de
remingreep plaats in de vorm van een korte eerjste aanremming. Er vindt geen automatische
vertraging plaats.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging
worden afgebroken.
Kruispuntwaarschuwing: bij kruisende voertuigen
vindt er geen remingreep plaats.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detectiej
gebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van het
systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond reaj geren. Er bestaat kans op een ongeval ofschade. De aanwijzingen over de grenzen vanhet systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.
Bovenstesnelheidsgrens
Bij snelheden boven circa 250 km/h wordt hetsysteem tijdelijk gedeactiveerd. Zodra de actuelesnelheid weer onder de ingestelde waarde komt,reageert het syteem weer zoals het is ingesteld.
Kruispuntwaarschuwing: op kruisende auto's rej ageert het systeem als de eigen snelheid lager isdan ca. 65 km/h.
Detectiegebied
Het detectievermogen van het systeem is bej
perkt.
Daarom kan het gebeuren dat de systeemreacj
ties niet of te laat plaatsvinden.
Het volgende wordt bijvoorbeeld mogelijkerwijs
niet herkend:
'xLangzaam voertuig bij het naderen met hoge
snelheid.Seite 181VeiligheidBEDIENING181
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 182 of 396

'xPlotseling invoegende of sterk afremmende
voertuigen.'xVoertuigen met ongebruikelijke achterzijde.'xVooroprijdende tweewielers.'xBij kruispuntwaarschuwing: kruisende auto's
waarbij de snelheid hoger ligt dan de eigen
snelheid.
Beperktewerking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situj
aties beperkt zijn:
'xBij dichte mist en hevige regen of sneeuwval.'xIn scherpe bochten.'xBij beperking of deactivering van de rijstabilij
teitsregelsystemen, bijvoorbeeld DSC OFF.'xWanneer het gezichtsveld van de camera of
de voorruit rondom de binnenspiegel vervuild
of afgedekt is.'xAls de camera vanwege te hoge temperatuj ren oververhit en tijdelijk uitgeschakeld is.'xAfhankelijk van de uitrusting: bij vervuiling of
afgedekte radarsensoren.'xTot 10 seconden na het starten van de motor
via de start-/stopknop.'xTijdens de kalibratieprocedure van de camera
direct na aflevering van de auto.'xBij aanhoudende verblindende werking door
tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghangende zon.
Gevoeligheidvande
waarschuwingen
Hoe gevoeliger de waarschuwingen worden inj
gesteld, bijvoorbeeld het moment van waarschuj wing, hoe meer waarschuwingen worden gejtoond. Het kan daardoor ook meer tot te vroegeof ongegronde waarschuwingen en reacties koj
men.
Uitwijkhulp;
Principe
Het systeem ondersteunt bij bepaalde situatie de
bestuurder bij het uitwijken, bijv. bij plotseling voorkomende hindernissen.
Algemeen
Het systeem waarschuwt en grijpt ondersteuj
nend in, als er een uitwijkmogelijkheid aanwezig
is. Sensoren bewaken en herkennen de vrije
ruimte om de auto. Een vrije ruimte wordt gej
bruikt om uit te wijken als deze door de bestuurj
der vastgestelde uitwijkrichting door de stuuronj
dersteuning veilig en doelgericht aangestuurd wordt.
Detectiegebied
Er wordt rekening gehouden met objecten, mits
gedetecteerd door het systeem.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden
en de verkeerssituatie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
Seite 182BEDIENINGVeiligheid182
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 183 of 396

WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeemjbeperkingen kunnen waarschuwingen of reacj
ties van het systeem niet, te laat, onjuist of onj
gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie
aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
Overzicht
Radarsensoren
De radarsensoren bevinden zich in de bumpers.
Voorbumper midden.
Voorbumper zijkant.
Achterbumper.
Bumper bij de radarsensoren schoon en vrij houj den.
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel. Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij
houden.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'xBotsingswaarschuwing met remfunctie, zie
pagina 178, is ingeschakeld.'xDe sensoren herkennen voldoende vrije
ruimte rond de auto.
In-/uitschakelen
Het systeem wordt bij vertrek automatisch geacj
tiveerd.
Seite 183VeiligheidBEDIENING183
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 184 of 396

Waarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Als er een botsing met een waargenomen ander
voertuig dreigt, wordt in het instrumentenpaneel
en in het Head-Up Display een waarschuwingsj
symbool weergegeven.SymboolMaatregelSymbool brandt rood: vooralarm.
Remmen en afstand vergroten.Symbool knippert rood en er klinkt
een signaal: acute waarschuwing.
Remmen en evt. uitwijken.
Acutewaarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Een acute waarschuwing wordt gegeven bij dij
rect botsingsgevaar als de auto met een relatief
groot snelheidsverschil een ander object nadert.
Bij een acute waarschuwing zelf ingrijpen. Bij botsgevaar wordt de uitwijkmanouevre van de
bestuurder ondersteund door het systeem.
Een acute waarschuwing kan ook zonder voorafj
gaand vooralarm worden geactiveerd.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van het
systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond reaj
geren. Er bestaat kans op een ongeval of
schade. De aanwijzingen over de grenzen van het systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.
Detectiegebied
Het detectievermogen van het systeem is bej
perkt.
Daarom kan het gebeuren dat de systeemreacj
ties niet of te laat plaatsvinden.
Het volgende wordt bijvoorbeeld mogelijkerwijs
niet herkend:'xLangzaam voertuig bij het naderen met hoge
snelheid.'xPlotseling invoegende of sterk afremmende
voertuigen.'xVoertuigen met ongebruikelijke achterzijde.'xVooroprijdende tweewielers.
Functiebeperking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situj aties beperkt zijn:
'xBij dichte mist en hevige regen of sneeuwval.'xIn scherpe bochten.'xBij beperking of deactivering van de rijstabilij
teitsregelsystemen, bijvoorbeeld DSC OFF.'xWanneer het gezichtsveld van de camera of
de voorruit rondom de binnenspiegel vervuild
of afgedekt is.'xAls de camera vanwege te hoge temperatuj ren oververhit en tijdelijk uitgeschakeld is.'xAfhankelijk van de uitrusting: bij vervuiling of
afgedekte radarsensoren.'xTot 10 seconden na het starten van de motor
via de start-/stopknop.'xTijdens de kalibratieprocedure van de camera
direct na aflevering van de auto.'xBij aanhoudende verblindende werking door
tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghangende zon.Seite 184BEDIENINGVeiligheid184
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 185 of 396

PersoonswaarschuwingmetCity-remfunctie
Principe Het systeem kan helpen om ongevallen metvoetgangers te voorkomen.
Het systeem waarschuwt binnen de bebouwde
kom voor mogelijk botsingsgevaar met voetganj gers en ondersteunt een remfunctie.
Algemeen
Het systeem is bij snelheden tussen circa 5 km/h en circa 65 km/h actief.
Daarbij wordt gelet op personen die zich in het
detectiegebied van het systeem bevinden.
Het systeem wordt gestuurd via de camera bij de
binnenspiegel.
Detectiegebied
Het detectiegebied voor de auto bestaat uit tweedelen:
'xCentraal gebied, pijl 1, direct v

Page 186 of 396

Intelligent Safety
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel. Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij
houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Het systeem wordt bij vertrek automatisch geacj
tiveerd.
Handmatigin-/uitschakelen Toets indrukken.
Het menu naar de Intelligent Safety-
systemen wordt weergegeven.
Als alle Intelligent Safety-systemen uitgeschaj
keld zijn, worden nu alle systemen ingeschakeld.
"INDIVIDUAL configureren": afhankelijk van de
uitvoering kunnen de Intelligent Safety-systemen afzonderlijk geconfigureerd worden. De indivij
duele instellingen worden geactiveerd en opgej
slagen voor het momenteel gebruikte bestuurj
dersprofiel. Zodra in het menu een instelling
wordt gewijzigd, worden alle instellingen van het
menu geactiveerd.
Toets herhaaldelijk indrukken.
Er wordt tussen de volgende instellinj
gen gewisseld:
"ALL ON": alle Intelligent Safety-systemen worj den ingeschakeld. Voor de subfuncties wordenbasisinstellingen geactiveerd.
"INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen worden overeenkomstig de individuele instellinj
gen ingeschakeld.
Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden.
Toets ingedrukt houden.
Alle Intelligent Safety-systemen worden
uitgeschakeld.ToetsStatusToets brandt groen: alle Intelligent Saj
fety-systemen zijn ingeschakeld.Toets brandt oranje: enkele Intelligent Safety-systemen zijn uitgeschakeld.Toets brandt niet: enkele Intelligent
Safety-systemen zijn uitgeschakeld.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave Als er een botsing met een waargenomen ander
persoon dreigt, wordt in het instrumentenpaneel
en in het Head-Up Display een waarschuwingsj symbool weergegeven.
Rood symbool wordt weergegeven en er
klinkt een signaal.
Direct zelf ingrijpen door remmen of uitwijken.
Remingreep
De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing wordt, bij het bedienen van de rem, de maximaleremkracht toegepast. Voorwaarde voor de onjdersteuning van de rembekrachtiging is het volj
doende snel en krachtig indrukken van het remj pedaal.
Seite 186BEDIENINGVeiligheid186
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 187 of 396

Daarnaast kan het systeem bij botsingsgevaar
ondersteuning bieden door een remingreep.
De auto kan bij lage snelheid afgeremd worden
tot stilstand.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstabilij
teit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactij vering van de dynamische stabiliteitscontroleDSC.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging
worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detectiej
gebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van het
systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond reaj
geren. Er bestaat kans op een ongeval of schade. De aanwijzingen over de grenzen vanhet systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.
Detectiegebied
Het detectievermogen van de camera is beperkt.
Daarom kan het gebeuren dat er niet of te laat
wordt gewaarschuwd.
Het volgende wordt bijvoorbeeld mogelijkerwijs niet herkend:
'xDeels niet-zichtbare voetgangers.'xVoetgangers die wegens de gezichtshoek of
contour niet als zodanig herkend worden.'xVoetgangers buiten het detectiegebied.'xVoetgangers kleiner dan circa 80 cm.Beperktewerking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situj
aties beperkt zijn:'xBij dichte mist en hevige regen of sneeuwval.'xIn scherpe bochten.'xBij deactivering van de rijstabiliteitsregelsysj temen, bijvoorbeeld DSC OFF.'xWanneer het gezichtsveld van de camera of
de voorruit rondom de binnenspiegel vervuild
of afgedekt is.'xAls de camera vanwege te hoge temperatuj ren oververhit en tijdelijk uitgeschakeld is.'xTot 10 seconden na het starten van de motor
via de start-/stopknop.'xTijdens de kalibratieprocedure van de camera
direct na aflevering van de auto.'xBij aanhoudende verblindende werking door
tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghangende zon.'xIn het donker.
NightVisionmet
herkenningvanpersonenendieren
Principe
Night Vision met herkenning van personen en
dieren is een nachtzichtsysteem.
Een infraroodcamera detecteert het gebied voor de auto en waarschuwt voor personen en dierenop de straat. Warme objecten met een mensej
lijke of dierlijke vorm worden door het systeem herkend. Het warmtebeeld kan indien nodig op
het Control Display worden weergegeven.
Afhankelijk van de uitvoering worden de geregij streerde objecten voor een betere herkenningmet de dynamische markeringsverlichting verj
licht, zie pagina 190.
Seite 187VeiligheidBEDIENING187
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 188 of 396

Algemeen
Warmtebeeld
De warmteuitstraling van objecten in het gej zichtsveld van de camera wordt weergegeven.
Warme objecten worden licht weergeven en koude objecten donker.
De herkenbaarheid hangt af van het temperaj
tuurverschil met de achtergrond en van de eigen
straling van het object. Objecten met gering temj
peratuurverschil ten aanzien van de omgeving of
met geringe warmteuitstraling zijn beperkt herj
kenbaar.
Om veiligheidsredenen wordt het beeld vanaf circa 5 km/h en geringe helderheid van de omgej
ving alleen bij ingeschakeld dimlicht weergegej
ven.
Met bepaalde intervallen wordt gedurende een fractie van een seconde een stilstaand beeld
weergegeven.
Herkenningvanpersonenendieren
De objectherkenning en -waarschuwing werkt alj
leen in het donker.
Objecten met een menselijke vorm en volj
doende warmteuitstraling worden herkend.
Daarnaast herkent het systeem ook dieren vanaf
een bepaalde grootte, bijvoorbeeld reeën.
Weergave op het Control Display bij ingeschajkeld warmtebeeld:'xDoor het systeem herkende personen: in heljdergeel.'xDoor het systeem herkende dieren: in donjkergeel.
Reikwijdte van de objectherkenning bij goedeomgevingsomstandigheden:
'xPersoonsherkenning: tot circa 100 m.'xHerkenning van grotere dieren: tot circa
150 m.'xHerkenning van middelgrote dieren: tot circa 70 m.
Invloeden van het milieu kunnen de beschikbaarj
heid van de objectherkenning beperken.
Wanneer de voertuigsystemen herkennen dat de
auto zich in een bebouwde kom bevindt, wordt
de herkenning van dieren tijdelijk uitgeschakeld.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden en de verkeerssituatie juist in te schatten. Erbestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeemjbeperkingen kunnen waarschuwingen of reacj
ties van het systeem niet, te laat, onjuist of onj
gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie
Seite 188BEDIENINGVeiligheid188
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 189 of 396

aanpassen. Verkeerssituatie observeren en inde betreffende situaties actief ingrijpen.
Overzicht Toetsenindeauto
Intelligent Safety
Warmtebeeld
Camera
Bij lage buitentemperaturen wordt de camera auj
tomatisch verwarmd.
Bij ingeschakelde autoverlichting wordt bij het
bedienen van de ruitensproeierinstallatie, zie paj gina 133, het cameraobjectief op gezette tijden
meegereinigd.
Inschakelen
Automatischinschakelen Het systeem wordt bij vertrek in het donker autoj
matisch geactiveerd.
Warmtebeeldinschakelen
Aanvullend op de waarschuwingsfunctie kan op
het Control Display het warmtebeeld van de Night Vision-camera worden weergegeven. Dezefunctie heeft geen invloed op de objectherkenj
ning.
Toets indrukken.
Het beeld van de camera wordt op het Control
Display weergegeven.
Warmtebeeldinstellen
Bij ingeschakeld warmtebeeld kunnen helderheid
en contrast ingesteld worden.
Via iDrive:1.Helderheid of contrast selecteren.'x "Helderheid".'x "Contrast".2.Stel de gewenste waarde in.
Waarschuwingsfunctie
Weergave
SymboolBetekenisPersoonswaarschuj
wing.Dierwaarschuwing.Seite 189VeiligheidBEDIENING189
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 190 of 396

SymboolBetekenisSymbool brandt rood.Vooralarm.Symbool knippert
rood en er klinkt een
signaal.Acute waarschuwing.
Het weergegeven symbool kan variëren en geeft de zijde van het wegdek aan waar de persoon ofhet dier is herkend.
Waarschuwingbijgevaarvoor
personenofdieren
Als er een botsing met een waargenomen ander
persoon of dier dreigt, wordt in het instrumenj tenpaneel en in het Head-Up Display een waarjschuwingssymbool weergegeven.
Hoewel vorm en warmteuitstraling worden geëj valueerd, kan loos alarm niet worden uitgesloten.
Waarschuwingsbereikvoordeauto
Het waarschuwingsbereik voor de persoonsj waarschuwing bestaat uit twee delen:
'xCentraal gebied, pijl 1, direct v

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 400 next >