BMW M5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 201 of 396

Beperktewerking
De werking kan in de volgende voorbeeldsituaj
ties beperkt zijn:'xAls de snelheid van het naderende voertuig aanzienlijk hoger is dan de eigen snelheid.'xBij dichte mist en hevige regen of sneeuwval.'xIn scherpe bochten of op smalle wegen.'xAls de bumper vuil, met ijs of een sticker of
iets dergelijks bedekt is.'xBij uitstekende lading.'xBij ontbrekende, afgesleten, moeilijk zichtj bare, samen- of uiteenlopende of onduidej
lijke begrenzingslijnen zoals bijvoorbeeld bij
wegwerkzaamheden.'xAls begrenzingslijnen door sneeuw, ijs, vuil of
water bedekt zijn.'xAls de begrenzingslijnen niet wit zijn.'xAls de begrenzingslijnen door objecten bej
dekt zijn.'xBij dicht achter het voorliggende voertuig rijj den.'xBij aanhoudende verblindende werking door
tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghangende zon.'xWanneer het gezichtsveld van de camera of
de voorruit rondom de binnenspiegel vervuild
of afgedekt is.'xAls de camera vanwege te hoge temperatuj ren oververhit en tijdelijk uitgeschakeld is.'xTot 10 seconden na het starten van de motor
via de start-/stopknop.'xTijdens de kalibratieprocedure van de camera
direct na aflevering van de auto.
Als de werking is beperkt, wordt een Check- Control-melding weergegeven.
Bij een bezette aanhangwagencontactdoos, bijj
voorbeeld bij het rijden met een aanhangwagen
of fietsendrager, kan het systeem niet worden inj
geschakeld. Er wordt een Check-Control-melj
ding weergegeven.
Preventieaanrijdingvan
achteren
Principe
Het systeem reageert op voertuigen die van achj
teren naderen.
Algemeen
Twee radarsensoren in de achterbumper bewaj ken het gebied achter de auto.
Als zich van achteren een voertuig met een overj
eenkomstige snelheid nadert, reageert het sysj
teem als volgt:
'xOm het achteropkomende verkeer te waarj
schuwen worden bij een dreigende aanrijding van achteren de alarmknipperlichten ingej
schakeld.'xActive Protection, zie pagina 206: Als een
aanrijding onvermijdbaar lijkt, worden Prej
Crash-functies geactiveerd.
Het systeem wordt bij vertrek automatisch geacj
tiveerd.
Het systeem wordt in de volgende situaties autoj
matisch gedeactiveerd:
'xBij achteruitrijden.'xBij bezette aanhangwagencontactdoos, bijj
voorbeeld bij het rijden met een aanhangwaj
gen of fietsendrager.Seite 201VeiligheidBEDIENING201
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 202 of 396

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden en de verkeerssituatie juist in te schatten. Erbestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeemjbeperkingen kunnen waarschuwingen of reacj
ties van het systeem niet, te laat, onjuist of onj
gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie
aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
Overzicht
Radarsensoren
De radarsensoren bevinden zich in de achterj bumper.
Bumper bij de radarsensoren schoon en vrij houj den.
Grenzenvanhetsysteem
De werking kan in de volgende voorbeeldsituaj
ties beperkt zijn:
'xAls de snelheid van het naderende voertuig aanzienlijk hoger is dan de eigen snelheid.'xAls de snelheid van het naderende voertuigzeer laag is.'xBij dichte mist en hevige regen of sneeuwval.'xIn scherpe bochten of op smalle wegen.'xAls de bumper vuil, met ijs of een sticker of
iets dergelijks bedekt is.'xBij uitstekende lading.
Voorrangswaarschuwing
Principe
Het systeem helpt in situaties waarbij volgens de verkeersborden voorrang verleend moet worden.
Er wordt bijvoorbeeld een waarschuwing gegejven als de bestuurder het voorrangsbord mogejlijk niet heeft gezien, bijv. in de volgende situjaties:
'xBij een kruising.'xBij een overweg.'xBij een uitrit.'xBij een rotonde.
Algemeen
Het systeem bepaald met behulp van een caj mera de verkeerstekens.
Het navigatiensysteem leidt informatie over het
tracé door aan het systeem.
Het systeem waarschuwt binnen het snelheidsj bereik van 10 km/h tot 65 km/h in twee fasen:
'xVoorwaarschuwing: optisch door een waarj
schuwingssymbool op het instrumentenpaj neel.'xAcute waarschuwing: optisch door een waarj
schuwingssymbool op het instrumentenpaj neel en een geluidssignaal.
Het moment van de waarschuwingen varieert
daarbij en is afhankelijk van de actuele rijsituatie en het ingestelde moment van waarschuwing.
Seite 202BEDIENINGVeiligheid202
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 203 of 396

De voorwaarschuwing houdt rekening met devolgende verkeerstekens:BordBetekenisVoorrangsborden:
Voor deze borden wordt
een voorwaarschuwing gej
geven.Stopborden:
Voor deze borden wordt
een voorwaarschuwing en
een acute waarschuwing
gegeven.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden en de verkeerssituatie juist in te schatten. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeemjbeperkingen kunnen waarschuwingen of reacj
ties van het systeem niet, te laat, onjuist of onj
gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie
aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
De vooruitliggende voorrangssituatie moet onj
miskenbaar met verkeersborden zijn gemarj
keerd.
Het systeem kan evt. niet in alle landen gebruikt
worden.
Overzicht Toetsindeauto
Intelligent Safety
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel. Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij
houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen De voorrangswaarschuwing wordt automatisch
geactiveerd na het vertrek, als de functie bij bej
eindiging van de laatste einde rit ingeschakeld
was.
Handmatigin-/uitschakelen Toets indrukken.
Seite 203VeiligheidBEDIENING203
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 204 of 396

Het menu naar de Intelligent Safety-systemen
wordt weergegeven.
Als alle Intelligent Safety-systemen uitgeschaj
keld zijn, worden nu alle systemen ingeschakeld.
"INDIVIDUAL configureren": afhankelijk van de
uitvoering kunnen de Intelligent Safety-systemen afzonderlijk geconfigureerd worden. De indivij
duele instellingen worden geactiveerd en opgej slagen voor het momenteel gebruikte bestuurj
dersprofiel. Zodra in het menu een instelling
wordt gewijzigd, worden alle instellingen van het
menu geactiveerd.
Toets herhaaldelijk indrukken.
Er wordt tussen de volgende instellinj
gen gewisseld:
"ALL ON": alle Intelligent Safety-systemen worj den ingeschakeld. Voor de subfuncties worden basisinstellingen geactiveerd.
"INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen
worden overeenkomstig de individuele instellinj
gen ingeschakeld.
Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden.
Toets ingedrukt houden.
Alle Intelligent Safety-systemen worden
uitgeschakeld.ToetsStatusToets brandt groen: alle Intelligent Saj
fety-systemen zijn ingeschakeld.Toets brandt oranje: enkele Intelligent Safety-systemen zijn uitgeschakeld.Toets brandt niet: enkele Intelligent
Safety-systemen zijn uitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Voorrangswaarsch."5.'x"Vroeg"'x"Midden"'x"Laat"Er worden alleen acute waarschujwingen weergegeven.'x"Uit": Er wordt geen waarschuwing weerjgegeven.
Gewenste instelling selecteren.
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor hetmomenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie Vooralarm
Als de bestuurder een voorrangsbord niet heeft gezien, wordt op het instrumentenpaneel een van de volgende borden weergegeven:
BordBetekenisVoorrang verlenen.Stop.
Bij een voorwaarschuwing remmen of uitwijken.
Acutewaarschuwing
Bij een acute dreiging van een voorrangsfout,
wordt op de instrumentencombinatie een stopj
bord getoond en klinkt er een signaal:
Seite 204BEDIENINGVeiligheid204
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 205 of 396

BordBetekenisStop.
Bij een acute waarschuwing onmiddellijk remjmen of uitwijken.
WeergaveinhetHead-UpDisplay Afhankelijk van de uitrusting wordt de waarschuj
wing wordt gelijktijdig in het Head-Up Display en
in het instrumentenpaneel weergegeven.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van het
systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond reaj geren. Er bestaat kans op een ongeval ofschade. De aanwijzingen over de grenzen vanhet systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.
Geenwaarschuwing
Het systeem waarschuwt bijvoorbeeld niet in de
volgende situaties:
'xBij voorrangssituaties zonder voorrangswaarj
schuwings- of stopborden.'xBij kruisingen met ingeschakelde lichtsignaalj installaties, bijvoorbeeld verkeerslichten.
Functiebeperking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situj aties beperkt zijn:
'xBij niet eenduidige markering door borden.'xBij geheel of deels bedekte of vervuilde verjkeerstekens.'xBij slecht zichtbare of gedraaide verkeerstej
kens.'xBij te kleine of te grote verkeerstekens.'xBij dichte mist en hevige regen of sneeuwval.'xOp steile hellingen.'xIn nauwe bochten.'xWanneer het gezichtsveld van de camera of
de voorruit rondom de binnenspiegel vervuild
of afgedekt is.'xAls de camera vanwege te hoge temperatuj ren oververhit en tijdelijk uitgeschakeld is.'xTot 10 seconden na het starten van de motor
via de start-/stopknop.'xTijdens de kalibratieprocedure van de camera
direct na aflevering van de auto.'xBij aanhoudende verblindende werking door
tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghangende zon.'xBij ongeldige, verouderde of niet beschikbarenavigatiegegevens.
Dynamischeremlichten
Principe
Achteropkomende verkeersdeelnemers worden
door het knipperen van de remlichten voor een
noodremsituatie gewaarschuwd. Daardoor kan
het gevaar van een botsing worden gereduceerd.
Algemeen
'xNormaal remmen: remlichten branden.'xHard remmen: remlichten knipperen.Seite 205VeiligheidBEDIENING205
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 206 of 396

Kort voor de stilstand worden de alarmknipperj
lichten ingeschakeld.
Alarmknipperlichten uitschakelen:'xAccelereren.'xToets waarschuwingsknipperlichtinstallatie
indrukken.
ActiveProtection
Principe
Active Protection bereidt de inzittenden en de
auto in kritieke rijsituaties of als een aanrijding
dreigt voor op een eventueel ongeval.
Algemeen Active Protection bestaat uit verschillende Prej
Crash-functies, die afhankelijk van de uitrusting kunnen variëren.
Met dit systeem kunnen kritieke rijsituaties herj kend worden, die tot een ongeval zouden kunj
nen leiden. Daartoe behoren de volgende kritiekerijsituaties:
'xNoodstops.'xSterk ondersturen.'xSterk oversturen.
Bepaalde functies van enkele systemen kunnen,
binnen de systeemgrenzen, tot een activering
van Active Protection leiden:
'xBotswaarschuwing met remfunctie: automatij
sche remingreep.'xBotsingswaarschuwing met remfunctie: remj krachtondersteuning.'xNight Vision met herkenning van personen en
dieren: remkrachtondersteuning.'xPreventie aanrijding van achteren: herkennen van een dreigende aanrijding van achteren.Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw eigen verj antwoording. Vanwege systeembeperkingen is
het mogelijk dat kritieke situaties niet betrouwj baar of tijdig herkend worden. Er bestaat gej
vaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssij
tuatie aanpassen. Verkeerssituatie observeren
en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
Functie
Bij gesloten gordel wordt na het wegrijden de gordelband van de bestuurder en de voorpassajgier eenmalig automatisch strak aangetrokken.
In situaties waarbij een aanrijding dreigt worden
de volgende afzonderlijke functies actief, afhanj
kelijk van de behoefte:
'xAutomatische voorspanning van de voorste
veiligheidsgordels.'xDe ruiten worden automatisch tot op een
spleet gesloten.'xAutomatisch sluiten van het glazen dak, incluj
sief zonnescherm.
Na een kritieke rijsituatie zonder ongeval worden
de voorste gordels weer losser gemaakt.
Als de gordelspanning niet automatisch losser
wordt, moet u stoppen en de gordel met de rode toets in het slot openen. Alvorens verder te rijjden, de gordel opnieuw sluiten.
Alle andere systemen kunnen weer in de gewenj
ste instelling gebracht worden.
PostCrash-iBrake
Principe
Het systeem kan de auto in bepaalde ongevalsij
tuaties zonder ingreep van de bestuurder autoj
matisch tot stilstand brengen. Het risico van nog
een botsing en de gevolgen daarvan kan daarj
door verlaagd worden.
Seite 206BEDIENINGVeiligheid206
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 207 of 396

Bijstilstand
Na het bereiken van de stilstand wordt de rem
automatisch gelost.
Autosterkerafremmen
In bepaalde situaties kan het nodig zijn de auto sneller tot stilstand te brengen.
Daartoe moet de remdruk bij het intrappen van het rempedaal kortstondig hoger zijn dan de
remdruk die door de automatische remfunctie wordt bereikt. Het automatisch afremmen wordt
daardoor afgebroken.
Automatischremmenafbreken In bepaalde situaties kan het nodig zijn het autojmatisch remmen af te breken, bijvoorbeeld voor
een uitwijkmanoeuvre.
Automatisch remmen afbreken:'xDoor het indrukken van het rempedaal.'xDoor het indrukken van het gaspedaal.
Waakzaamheidshulp
Principe
Het systeem kan toenemende onoplettendheidof vermoeidheid van de bestuurder bij lange eenj
tonige ritten, bijv. op snelwegen, herkennen. In deze situatie wordt aanbevolen om een pauze inte lassen.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van de persoonlijke
verantwoordelijkheid om uw lichamelijke gej steldheid juist in te schatten. Toenemende onjoplettendheid of vermoeidheid worden mogejlijk niet of niet op tijd herkend. Er bestaat
gevaar voor ongevallen. Erop letten dat de bej
stuurder uitgerust en oplettend is. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen.
Functie
Het systeem wordt elke keer bij het inschakelen van rijden-stand-by geactiveerd.
Na begin van het rijden wordt het systeem op de
bestuurder afgestemd, zodat een toenemende
onoplettendheid of vermoeidheid herkend kan
worden.
Deze procedure houdt rekening met de volj
gende criteria:'xPersoonlijke rijstijl, bijvoorbeeld stuurgedrag.'xRijomstandigheden, bijvoorbeeld tijdstip, duur van de rit.
Het systeem is vanaf ongeveer 70 km/h actief en
kan een aanbeveling voor pauze weergeven.
Aanbevelingvoorpauze In-/uitschakelen,instellen
De waakzaamheidshulp wordt elke keer bij het
inschakelen van rijden-stand-by automatisch gej
activeerd en kan daarmee een aanbeveling voor
pauze weergeven.
De aanbeveling voor pauze kan ook via iDrive in-
of uitgeschakeld en ingesteld worden.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Aandachtassistent"4.Gewenste instelling selecteren:'x"Uit": er wordt geen aanbeveling voor
pauze gegeven.'x"Standaard": de aanbeveling voor pauze
wordt met een bepaalde waarde gegeven.'x"Gevoelig": de aanbeveling voor pauze wordt vroeger gegeven.Seite 207VeiligheidBEDIENING207
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 208 of 396

WeergaveBij toenemende onoplettendheid of vermoeidj
heid van de bestuurder wordt een melding op het Control Display met de aanbeveling weergej
geven, een pauze in te lassen.
Tijdens de weergave kunnen de volgende instelj
lingen worden geselecteerd:'x"Niet meer vragen"'x"Stopmogelijkheden"'x"Later herinneren"
De aanbeveling voor pauze wordt na 20 mij nuten herhaald.
Na een pauze kan op z'n vroegst na circa 45 mijnuten weer een aanbeveling voor pauze worden
weergegeven.
Grenzenvanhetsysteem De werking kan bijv. in de volgende situaties bej
perkt zijn en wordt er geen of een verkeerde
waarschuwing gegeven:
'xAls de tijd verkeerd is ingesteld.'xAls de gereden snelheid overwegend onder ca. 70 km/h ligt.'xBij sportieve rijstijl, bijv. bij sterke acceleratieof snel rijden door bochten.'xIn actieve rijsituaties, bijv. vaak veranderen
van rijbaan.'xBij slechte toestand van het wegdek.'xBij sterke zijwind.
Het systeem wordt ca. 45 minuten na het afzetj
ten van het voertuig teruggezet, bijv. bij een
pauze op een langere snelwegrit.
Seite 208BEDIENINGVeiligheid208
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 209 of 396

RijstabiliteitsregelsystemenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
AntiblokkeersysteemABS
ABS voorkomt het blokkeren van de wielen tijj
dens het remmen.
De bestuurbaarheid blijft ook bij noodstops bej
houden, daardoor wordt de actieve veiligheid
verhoogd.
Het ABS is na het starten van de motor bedrijfsj klaar.
Remassistent
Bij snel indrukken van het rempedaal veroorzaakt
dit systeem automatisch een zo hoog mogelijke
rembekrachtiging. De remweg wordt bij noodj
stops derhalve zo kort mogelijk gehouden. Daarj
bij wordt ook gebruik gemaakt van de voordelen
van het antiblokkeersysteem ABS.
Het rempedaal ingetrapt houden zolang remmen
noodzakelijk is.
Adaptieveremassistent
In combinatie met de actieve snelheidsregeling
zorgt het systeem ervoor dat de rem bij het afj
remmen in kritieke situaties nog sneller reageert.
Wegrijassistent
Principe
Het systeem ondersteunt bij het hellingopwaarts
wegrijden.
Wegrijden
1.Auto met rempedaal op zijn plaats houden.2.Rempedaal loslaten en vlot wegrijden.
Na het loslaten van het rempedaal wordt de auto
gedurende circa 2 seconden op zijn plaats gej
houden.
Naargelang de belading of bij rijden met aanj hangwagen kan de auto een klein stukje achterjuitrollen.
MSetup
Principe
In de M Setups kunnen individuelle instellingen voor de auto worden opgeslagen en indien nodigweer worden opgeroepen.
Algemeen
Er worden twee M Setups ter beschikking gej
steld.
De Setups zijn als volgt geconfigureerd:
'xSetup M1: ontspannen comfortabel rijden.'xSetup M2: sportief dynamisch rijden.Seite 209RijstabiliteitsregelsystemenBEDIENING209
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 210 of 396

Als de rijden-stand-by na de ruststand is ingej
schakeld, is er standaard een efficiënte voertuigj
toestand actief. M Setup is gedeactiveerd.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Afhankelijk van de instelling kan DSC bij geactij
veerde M Setup slechts beperkt of niet bej schikbaar zijn. Er bestaat kans op een ongeval
of schade. De instellingen voor DSC in de M
Setup in acht nemen en eventueel zelf actief reageren. De rijstijl aanpassen en zo nodig zelfreageren.
Instellingen
De instellingen van de volgende systemen en
functies worden opgeslagen in de geselecteerde M Setup.
SymboolBetekenis "DSC"Dynamische stabiliteitscontrole
DSC, zie pagina 212, en M Dyj
namic Mode MDM, zie paj
gina 213. "M
xDrive"Programma's van M xDrive, zie
pagina 214. "Motor"Programma's van de M Motorj
dynamiekcontrole, zie paj
gina 142.
"Onderstel"Programma's van de adaptieve
M-wielophanging, zie paj
gina 258.
"Stuurinricht.
"Programma's van Servotronic, zie pagina 215.SymboolBetekenis
"Transmissie
"Drivelogic, zie pagina 140: schaj
kelmodi en drivelogic-programj
ma's. "Head-
up displ."Aanzichten van het Head-Up
Display, zie pagina 160.
Overzicht
Toetsenindeauto
Toetj
senFunctieDynamische stabiliteitscontrole DSC,
M Dynamic Mode MDM.M motordynamiekcontrole.Adaptieve M-wielophanging.Servotronic.Drivelogic.M Setup-menu.Seite 210BEDIENINGRijstabiliteitsregelsystemen210
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 400 next >