BMW M5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 241 of 396

Parkeerhulplijnen
Manoeuvreerlijnen
De manoeuvreerlijnen helpen u de benodigde ruimte bij het parkeren en manoeuvreren op vlak
wegdek in te schatten.
Manoeuvreerlijnen zijn afhankelijk van de actuele
stuuruitslag en worden bij stuurwielbewegingen
continu aangepast.
Bochtlijnen
De bochtlijnen kunnen alleen samen met maj noeuvreerlijnen in het camerabeeld worden gej
projecteerd.
De bochtlijnen geven het verloop van de kleinst
mogelijke draaicirkel op een vlak wegdek aan.
Vanaf een bepaalde stuurwieluitslag wordt alleen
een bochtlijn getoond.
Inparkerenaandehandvanmanoeuvreer- enbochtlijnen
1.Auto zodanig opstellen, dat de rode bochtlijjnen binnen de begrenzing van de parkeerj
plaats vallen.2.Stuurwiel dusdanig draaien dat de groene
manoeuvreerlijn de betreffende bochtlijn overdekt.
Obstakelmarkering
Afhankelijk van de uitvoering worden obstakelsachter de auto geregistreerd door de PDC-senj
soren.
Obstakelmarkeringen kunnen in het beeld van de
achteruitrijcamera worden geprojecteerd.
Het kleurpatroon van de obstakelmarkeringen komt overeen met de markeringen van de PDC.
Zoomoptrekhaak Om het aankoppelen van een aanhangwagen tevergemakkelijken, kan het camerabeeld van de
trekhaak vergroot worden weergegeven.
Twee statische kringsegmenten tonen de afj
stand van de aanhangwagen tot de trekhaak.
Een van de stuuruitslag afhankelijke koppelingsj lijnen helpt de aanhangwagen in lijn te brengen
met uw trekhaak.
Seite 241RijhulpsystemenBEDIENING241
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 242 of 396

Let er bij het vergroten van het scherm op datsommige hindernissen mogelijk niet meer in het
beeldbereik te zien zullen zijn.
Helderheidencontrastinstellen
viaiDrive
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:1.Controller naar links kantelen.2.'x "Helderheid"'x "Contrast"3.Stel de gewenste waarde in.
Grenzenvanhetsysteem
Gedeactiveerdecamera Als de camera gedeactiveerd is, bijvoorbeeld bijgeopend kofferdeksel, wordt het camerabeeldgrijs gearceerd weergegeven.
Herkenningvanobjecten Zeer lage obstakels of hoger liggende, vooruitjstekende objecten, bijvoorbeeld uitspringende
muren, kunnen niet door het systeem worden
waargenomen.
Afhankelijk van de uitvoering houden enkele asj
sistentiefuncties ook rekening met gegevens van
de Park Distance Control PDC.
Aanwijzingen in het hoofdstuk Park Distance
Control PDC in acht nemen.
De op het Control Display getoonde objecten
kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbij
zijn dan het lijkt. Schat de afstand tot de objecten
daarom niet vanaf het display.
SurroundViewbijParkeerassistentPlus
Principe Het systeem biedt ondersteuning bij het inparkejren en manoeuvreren. Hiertoe wordt het gebied
rondom uw auto op het Control Display weergejgeven.
Algemeen
Diverse camera's registreren het gebied aan de hand van verschillende selecteerbare perspectiej ven. Tevens worden assistentiefuncties, bijvoorj
beeld hulplijnen, in het display weergegeven.
De volgende cameraperspectieven kunnen worj
den weergegeven:'xAutomatisch cameraperspectief, zie paj
gina 244: overeenkomstig de betreffende
rijsituatie toont het systeem automatisch het
geschikte cameraperspectief.'xAchteruitrijcamera, zie pagina 244: voor de
weergave van het gebied achter de auto.'xFlankaanzicht rechts en links, zie pagina 246:
voor de weergave van de gebieden aan de zijkant van de auto.'xVia iDrive beweeglijk cameraperspectief, zie
pagina 244.'xPanorama View, zie pagina 247: voor de
weergave van kruisend verkeer, bijvoorbeeld bij kruisingen en uitritten, afhankelijk van de
ingeschakelde versnelling.
Afhankelijk van het aanzicht wordt de omgeving van de auto of een deelgebied weergegeven.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de verkeerssituatie juist
in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongevalj
len. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen.
Verkeerssituatie en gebied rond de auto door
goed kijken extra controleren en in de betrefj
fende situatie actief ingrijpen.
Seite 242BEDIENINGRijhulpsystemen242
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 243 of 396

OverzichtToetsenindeauto
Toets parkeerassistent
Panorama View
Camera's
Frontcamera
Achteruitrijcamera
Onder in de buitenspiegelhuizen bevindt zich telj
kens een camera.
Door vuil op de cameralenzen kan de beeldkwalij teit minder worden. Zo nodig de cameralens reij
nigen.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Het systeem wordt automatisch ingeschakeld
wanneer bij draaiende motor keuzehendelstand R wordt ingeschakeld.
Het bij de betreffende rijsituatie passend camej raperspectief wordt weergegeven.
Handmatigin-/uitschakelen Toets parkeerassistent indrukken.
'xAan: LED brandt.'xUit: LED dooft.
Automatischuitschakelenbij
vooruitrijden
Het systeem wordt bij overschrijding van een bejpaalde afstand of een bepaald snelheidsbereik
uitgeschakeld.
Indien nodig het systeem weer inschakelen.
Seite 243RijhulpsystemenBEDIENING243
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 244 of 396

Cameraperspectief
Overzicht1Functiebalk2Selectievenster3Flankaanzicht4Automatisch cameraperspectief5Beweeglijk cameraperspectief6Camerabeeld7Achteruitrijcamera
Selectievenster In het selectievenster kunnen de afzonderlijkecameraperspectieven via iDrive worden geselecjteerd.
Flankaanzicht
Het flankaanzicht kan voor de rechter- of linkerj zijde van de auto worden geselecteerd.
Dit aanzicht helpt bij het manoeuvreren van de
auto langs de stoeprand of bij andere zijdelingse
obstakels door de weergave van de omgeving
opzij van de auto.
Het flankaanzicht kijkt van achteren naar voren en focust zich bij gevaar automatisch op mogej
lijke obstakels.
Automatischcameraperspectief Het automatische cameraperspectief toont een
stuurhoekafhankelijk aanzicht in de betreffende
rijrichting.
Dit perspectief wordt aangepast aan de betrefj
fende rijsituatie.
Zodra er obstakels worden herkend, schakelt het
aanzicht om naar een vaste weergave van het
gebied voor of achter de bumper of indien nodig
naar een flankaanzicht.
Beweeglijkcameraperspectief Bij het selecteren van bewegende cameraperjspectieven wordt op het Control Display een cirj
kelvormige baan weergegeven.
Door aan de controller te draaien of via de touchj functie kunnen voorgedefinieerde perspectievenop de cirkelvormige baan worden geselecteerd.
Het actuele perspectief wordt aangegeven dooreen camerasymbool.
Met BMW gebarensturing: het bewegelijke caj
meraperspectief kan met de BMW gebarenstuj
ring, zie pagina 49, op de cirkelvormige baan
worden bewogen.
Om de cirkelvormige baan te verlaten de controlj
ler opzij kantelen en indrukken of via het touchj screen het actieve camerasymbool aantippen.
Achteruitrijcamera
Dit aanzicht toont het beeld van de achteruitrijcaj
mera.
Functiebalk Via de taakbalk kunnen assistentiefuncties worj
den geactiveerd, zie pagina 245, en instellingen
uitgevoerd worden.'x "Parkeerassistent", zie pagina 249.'x "Helderheid", zie pagina 248.'x "Contrast", zie pagina 248.'x "Parkeerhulplijnen", zie pagina 245.'x "Obstakelmarkering", zie pagina 245.'x "Zoom trekhaak", zie pagina 246.'x "Wasstraat", zie pagina 246.'x "Instellingen": instellingen uitvoeren, bijj
voorbeeld voor gebruik van de activeringsj punten bij Panorama View.Seite 244BEDIENINGRijhulpsystemen244
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 245 of 396

AssistentiefunctiesAlgemeen
Er kunnen meerdere assistentiefuncties tegelijj
kertijd actief zijn.
De volgende assistentiefuncties kunnen handj
matig worden geactiveerd:'x "Parkeerhulplijnen".'x "Obstakelmarkering".'x "Zoom trekhaak".'x "Wasstraat".
De volgende assistentiefuncties worden automaj tisch weergegeven:
'xFlankbescherming, zie pagina 246.'xPortieropeningshoek, zie pagina 246.
Parkeerhulplijnen
Manoeuvreerlijnen
De manoeuvreerlijnen helpen u de benodigde ruimte bij het parkeren en manoeuvreren op vlak
wegdek in te schatten.
Manoeuvreerlijnen zijn afhankelijk van de actuele
stuuruitslag en worden bij stuurwielbewegingen
continu aangepast.
Bochtlijnen
De bochtlijnen kunnen alleen samen met maj noeuvreerlijnen in het camerabeeld worden gej
projecteerd.
De bochtlijnen geven het verloop van de kleinst
mogelijke draaicirkel op een vlak wegdek aan.
Vanaf een bepaalde stuurwieluitslag wordt alleen
een bochtlijn getoond.
Inparkerenaandehandvanmanoeuvreer- enbochtlijnen
1.Auto zodanig opstellen, dat de rode bochtlijjnen binnen de begrenzing van de parkeerj
plaats vallen.2.Stuurwiel dusdanig draaien dat de groene
manoeuvreerlijn de betreffende bochtlijn overdekt.
Obstakelmarkering
Obstakels achter de auto worden geregistreerddoor de PDC-sensoren.
Obstakelmarkeringen kunnen in het cameraj beeld worden geprojecteerd.
Seite 245RijhulpsystemenBEDIENING245
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 246 of 396

Het kleurpatroon van de obstakelmarkeringenkomt overeen met de markeringen van de PDC.
Wasstraataanzicht
Het wasstraataanzicht helpt bij het inrijden van wasstraten door de weergave van het eigen banjdenspoor.
Zoomoptrekhaak Om het aankoppelen van een aanhangwagen te
vergemakkelijken, kan het camerabeeld van de
trekhaak vergroot worden weergegeven.
Twee statische kringsegmenten tonen de afj
stand van de aanhangwagen tot de trekhaak.
Een van de stuuruitslag afhankelijke koppelingsj lijnen helpt de aanhangwagen in lijn te brengen
met uw trekhaak.
Trekhaak via iDrive weergeven, zie pagina 245.
Let er bij het vergroten van het scherm op dat sommige hindernissen mogelijk niet meer in het
beeldbereik te zien zullen zijn.
Flankbescherming
Principe
Het systeem waarschuwt voor obstakels aan de
zijkant van de auto.
Weergave
Ter bescherming van de flanken van de auto worden hindernismarkeringen aan de zijkant van
de auto weergegeven.
'xGeen markeringen: er zijn geen obstakels herkend.'xGekleurde markeringen: waarschuwing voor
herkende obstakels.
Beperkingenvandeflankbescherming
Het systeem geeft alleen stilstaande obstakels aan, die eerder bij het langsrijden door de sensoj
ren herkend zijn.
Het systeem herkent niet of een obstakel naderj
hand beweegt. Daarom worden de markeringen in de weergave bij stilstand na een bepaalde tijdniet meer weergegeven. Het gebied naast de
auto moet opnieuw worden geregistreerd.
Portieropeningshoek Principe
Als de hindernismarkering is geactiveerd, toont het systeem evt. vaststaande obstakels die deopeningshoek van de portieren beperken.
Het systeem waarschuwt niet voor naderende
verkeersdeelnemers.
Seite 246BEDIENINGRijhulpsystemen246
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 247 of 396

Bij keuzehendelstand P wordt de maximale opejningshoek van de portieren weergegeven.
Zodra de auto beweegt worden in plaats van de
openingshoek de parkeerhulplijnen weergegej
ven.
Grenzenvandeweergave
Vanwege technische redenen wordt het gebied rond de auto vervormd weergegeven.
Ook als de symbolen voor de portieropeningsj
hoek op het Control Display geen andere objecj
ten kruisen, moet tijdens parkeren naast andere
objecten op het volgende worden gelet:
Vanwege het perspectief zijn hoger gelegen,
naar voren staande objecten evt. dichterbij dan
op het Control Display lijkt.
PanoramaView
Principe
Met het systeem hebt u bij onoverzichtelijke uitj
ritten en kruisingen een vroegtijdig overzicht van het kruisend verkeer.
Algemeen
Verkeersdeelnemers die door obstakels langs de
weg niet zichtbaar zijn, worden vanaf de bestuurj dersstoel slechts zeer laat waargenomen. Om
het zicht te verbeteren registreren de camera's aan de voor- en achterzijde de verkeerssituatie
aan de zijkanten.
Gele lijnen in de beeldschermweergave markej ren het voorste en achterste uiteinde van de
auto.
Het beeld van de camera is in sommige bereiken
verschillend groot vervormd en is daarom niet
geschikt voor het inschatten van afstanden.
WeergaveophetControlDisplay Bij draaiende motor de toets indrukken.
Afhankelijk van de rijrichting wordt het beeld van
de betreffende camera weergegeven:'x"voor": beeld van de voorste camera.'x"achter": beeld van de achterste camera.
Afhankelijk van de uitvoering kan de waarschuj
wing kruisend verkeer, zie pagina 255, met bej
hulp van radarsensoren voor naderende voertuij
gen waarschuwen.
Metnavigatiesysteem:
activeringspunten
Principe
Posities waarop het Panorama View automatisch
moet worden ingeschakeld kunnen worden opj geslagen als activeringspunten, op voorwaardedat een GPS-signaal wordt ontvangen.
Algemeen
Er kunnen tot tien activeringspunten worden opj
geslagen.
Activeringspunten kunnen bij het vooruitrijden worden gebruikt voor de voorste camera.
Seite 247RijhulpsystemenBEDIENING247
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 248 of 396

Activeringspuntenopslaan1.Naar de positie rijden waarop het systeem injgeschakeld moet worden en stoppen.2. Toets indrukken.3.Controller naar links kantelen.4. "Activeringspunt toevoegen"
De actuele positie wordt weergegeven.5."Activeringspunt toevoegen"
Wanneer mogelijk worden activeringspunten bej waard met plaats- en straatnaam, of met de Gps-coördinaten.
Activeringspuntengebruiken Het gebruik van de activeringspunten kan worj
den in- en uitgeschakeld.
1. Toets indrukken.2.Controller naar links kantelen.3. "Instellingen"4."Panorama View, op GPS gebaseerd"5."Panorama View, GPS gebaseerd"
Activeringspuntenweergeven
1. Toets indrukken.2.Controller naar links kantelen.3. "Activeringsp. weergeven"
Lijst van alle activeringspunten wordt weerj gegeven.
Activeringspuntenhernoemenofwissen
1. Toets indrukken.2.Controller naar links kantelen.3. "Activeringsp. weergeven"
Lijst van alle activeringspunten wordt weerj gegeven.4.Eventueel een activeringspunt selecteren.5.'x"Wijzigen"'x"Dit activeringspunt wissen"'x"Alle activeringspunten wissen"
Helderheidencontrastinstellen
Bij ingeschakelde Surround View of Panorama
View kunnen helderheid en contrast ingesteld worden.
Via iDrive:
1.Controller naar links kantelen.2.'x "Helderheid"'x "Contrast"3.Stel de gewenste waarde in.
Beperktewerking
In de volgende situaties kan het systeem slechts
beperkt worden gebruikt:
'xBij slechte lichtomstandigheden.'xBij vuile camera's.'xBij geopend portier.'xBij geopend kofferdeksel.'xBij ingeklapte buitenspiegels.
Grijs gearceerde vlakken met symbool, bijvoorj
beeld een geopend portier, in de cameraweerj
gave geven gebieden aan die momenteel niet worden weergegeven.
Grenzenvanhetsysteem
Niet-zichtbaregebieden Vanwege de gezichtshoek kan het oppervlak onjder de auto niet door de camera worden gezien.
Herkenningvanobjecten Zeer lage obstakels of hoger liggende, vooruitj
stekende objecten, bijvoorbeeld uitspringende
muren, kunnen niet door het systeem worden
waargenomen.
Enkele assistentiefuncties houden ook rekening met gegevens van de Park Distance Control PDC.
Seite 248BEDIENINGRijhulpsystemen248
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 249 of 396

Aanwijzingen in het hoofdstuk Park Distance
Control PDC in acht nemen, zie pagina 234.
De op het Control Display getoonde objecten
kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbij
zijn dan het lijkt. Schat de afstand tot de objecten
daarom niet vanaf het display.
Storing Het uitvallen van de camera wordt op het Control
Display weergegeven.
Een geel symbool wordt weergegeven
en het detectiegebied van de uitgevallen
camera wordt zwart weergegeven op het
Control Display.
Remote3DView
Principe Met behulp van de BMW Connected app en debeelden van de camera van de Surround view
kan de omgeving van de auto worden weergegej
ven op een mobiel eindapparaat bijvoorbeeld een
smartphone.
De functie toont een momentopname van de sij tuatie.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking'xData-overdracht moet geactiveerd zijn, zie pagina 58.'xBMW Connected app moet op het mobiele
eindapparaat geïnstalleerd zijn.
Functiein-/uitschakelen
Via iDrive:
1.Bij ingeschakelde rijden-stand-by:"Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Gegevensbescherming"4."Remote 3D View"Beperktewerking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situj
aties niet of slechts beperkt gebruikt worden:'xBij slechte lichtomstandigheden.'xBij vuile camera's.'xBij geopend portier of kofferdeksel. Donkere
oppervlakken in de weergave markeren het
gebied dat niet door het systeem geregij
streerd wordt.'xBij ingeklapte buitenspiegels.'xBij uitrusting van andere camerafuncties in de auto.'xAls de auto sneller beweegt dan stapvoets.'xDe functie kan evt. niet in alle landen gebruikt
worden.'xVanwege de gegevensbeveiliging kan de
functie slechts drie keer per twee uur worden
uitgevoerd.
Parkeerassistent
Principe
Het systeem ondersteunt bij het inparkeren in de volgende situaties:
'xBij het zijdelings inparkeren parallel aan de rijjbaan, langs inparkeren.'xBij het achteruit inparkeren dwars t.o.v. rijjbaan, dwars parkeren. Het systeem richt zich
bij het dwars parkeren op het midden van de
parkeerplek.Seite 249RijhulpsystemenBEDIENING249
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 250 of 396

Algemeen
Gebruik Bij het gebruik van de parkeerassistent wordt onjderscheid gemaakt tussen drie stappen:'xInschakelen en activeren.'xHet zoeken naar een parkeerruimte.'xHet inparkeren.
De status van het systeem en de noodzakelijkehandelingsaanwijzingen worden op het Control
Display weergegeven.
Ultrasone sensoren meten de parkeerruimte aan
beide zijden van de auto op.
MSteptronicSport-versnellingsbak
De parkeerassistent berekent de optimale inparj
keerlijn en neemt gedurende het parkeren de
volgende functies.
'xSturen.'xAccelereren en remmen.'xWisselen van versnelling.
Gedurende het parkeren de parkeerhulptoets inj gedrukt houden. Het inparkeren vindt automaj
tisch plaats.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de verkeerssituatie juist
in te schatten. Wegens systeembeperkingen
kan het systeem niet in alle verkeerssituaties
zelfstandig op gepaste wijze reageren. Er bej
staat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verj
keerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie obj
serveren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van de trekhaak kan de parkeerasj
sistent vanwege afgedekte sensoren worden
beschadigd. Er bestaat kans op een ongeval of schade. Bij het rijden met een aanhangwagen
of bij gebruik van de trekhaak, bijv. voor een
fietsendrager, de parkeerassistent niet gebruij
ken.
OPMERKING
De parkeerassistent kan eventueel tegen of
over stoepranden sturen. Er bestaat gevaar voor schade. Verkeerssituatie observeren en in
de betreffende situaties actief ingrijpen.
Bovendien gelden de veiligheidsaanwijzingen
van de Park Distance Control PDC, zie paj
gina 234.
Overzicht Toetsindeauto
Toets parkeerassistent
Seite 250BEDIENINGRijhulpsystemen250
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 ... 400 next >