BMW M5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 251 of 396

Ultrasonesensoren
Met de vier ultrasone sensoren aan de zijkant,pijl, en de ultrasone sensoren van de Park Disjtance Control in de bumpers worden de parkeerj
ruimten opgemeten en de afstanden tot obstaj
kels bepaald.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Ultrasonesensoren De correcte werking waarborgen:
'xSensoren niet afdekken, bijvoorbeeld met
stickers.'xSensoren schoon en vrij houden.
Voorhetopmetenvan
parkeerruimten
'xRecht vooruitrijden tot circa 35 km/h.'xMaximale afstand tot de rij geparkeerde auj
to's: 1,5 m.
Geschikteparkeerruimte
Algemeen:
'xRuimte achter een object dat minimaal 0,5 m
lang is.'xRuimte tussen twee objecten die beide minij maal 0,5 m lang zijn.
Langs inparkeren parallel aan de rijbaan:
'xMinimale lengte van de ruimte tussen twee
objecten: eigen voertuiglengte plus circa
0,8 m.'xMinimumdiepte: circa 1,5 m.
Dwars parkeren:
'xMinimumbreedte van de ruimte: breedte van
de eigen auto plus circa 0,7 m.'xMinimale diepte: lengte eigene auto.
De diepte van dwarsparkeerruimten moet
door de bestuurder zelf worden ingeschat. Op grond van technische grenzen kan het
systeem de diepte van dwarsparkeerruimte slechts bij benadering bepalen.
Bijhetparkeren
'xPortieren en kofferdeksel zijn gesloten.'xParkeerrem is vrijgezet.'xAutogordel is omgedaan.
Inschakelenenactiveren
Inschakelenmetdetoets Toets parkeerassistent indrukken.
LED brandt.
De actuele status van het zoeken naar een parj
keerruimte wordt op het Control Display weergej geven.
Parkeerassistent wordt automatisch geactij
veerd.
Inschakelenmetde
achteruitversnelling
Achteruitversnelling inschakelen.
De actuele status van het zoeken naar een parj keerruimte wordt op het Control Display weergej
geven.
Activeren:
"Parkeerassistent"
Seite 251RijhulpsystemenBEDIENING251
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 252 of 396

WeergaveophetControlDisplaySysteemgeactiveerd/gedeactiveerdSymj
boolBetekenis Grijs: systeem niet beschikbaar.
Wit: systeem beschikbaar, maar niet
geactiveerd. Systeem geactiveerd.
Zoekennaareenparkeerruimteen
statusvanhetsysteem
'xSymbool P op de voertuigweergave: parkasj
sistent is geactiveerd en het zoeken naar een
parkeerruimte is actief.'xGeschikte parkeerruimten worden op het
Control Display aan de rand van de weg naast
het autosymbool weergegeven. Bij actieve
parkeerassistent worden de geschikte parj keerruimten in kleur gemarkeerd en klinkteen geluidssignaal. Geluidssignaal in-/
uitschakelen, zie pagina 253.'xBij eenduidig herkende dwars- of langsparj
keerruimten stelt het systeem automatisch
de passende parkeermethode in. Voor parj
keerplekken waar men langs en dwars kan inj parkeren, wordt een keuzemenu weergegej
ven. In dit geval de gewenste
parkeermethode handmatig kiezen.'xParkeerprocedure actief. Bej
sturing is overgenomen.'xZoeken naar parkeerruimten is bij langzaam recht vooruitrijden altijd actief, ook bij gej
deactiveerd systeem. Bij gedeactiveerd sysj
teem worden de weergaven op het Control
Display grijs weergegeven.
Inparkerenmetde
parkeerassistent
Inparkeren
1. Parkeerhulptoets indrukken of achterj
uitversnelling inschakelen om de parkeerasj
sistent in te schakelen, zie pagina 251. Parj
keerassistent eventueel activeren.
Parkeerassistent is geactiveerd.
2.Met een snelheid tot circa 35 km/h en een afj
stand van maximaal 1,5 m langs de rij geparj
keerde voertuigen rijden.
De status van het zoeken naar een parkeerj
ruimte en mogelijke parkeerruimtes worden op het Control Display weergegeven, zie pajgina 252.3.Aanwijzingen op het Control Display opvolj
gen.
Gedurende het parkeren de parkeerhulptoets ingedrukt houden. Als de auto is geparkeerd, wordt versnelling in keuzehendelstand P gej
zet.
De voltooiing van de parkeerprocedure wordt
op het Control Display weergegeven.4.De parkeerstand eventueel zelf aanpassen.
Handmatigafbreken
De parkeerassistent kan op elk gewenst moment
worden afgebroken:
Seite 252BEDIENINGRijhulpsystemen252
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 253 of 396

'xM Steptronic Sport-transmissie: parj
keerhulptoets tijdens het parkeren losj
laten.'x "Parkeerassistent" Symbool op het Conj
trol Display selecteren.
Automatischafbreken
De werking van systeem wordt in de volgende sij
tuaties automatisch afgebroken:
'xBij vasthouden van het stuur of als er zelf gej
stuurd wordt.'xEventueel bij besneeuwde of gladde wegen.'xZo nodig bij moeilijk te overkomen obstakels, bijvoorbeeld stoepranden.'xBij plotseling verschijnende obstakels.'xAls de Park Distance Control PDC te geringeafstanden weergeeft.'xBij overschrijden van een maximaal aantal inj
parkeerpogingen of de inparkeerduur.'xBij het omschakelen naar andere functies op
het Control Display.'xBij het loslaten van de parkeerhulptoets.'xBij geopend kofferdeksel.'xBij geopende portieren.'xBij het vastzetten van de parkeerrem.'xBij het accelereren.'xAls het rempedaal langer ingedrukt blijft als
de auto stilstaat.'xBij het afdoen van de veiligheidsgordel.
Er wordt een Check-Control-melding weergegej
ven.
Knipperendeweergaveop keuzehendel
In sommige situaties kan de feitelijke ingevoerde
versnellingspositie van de keuzehendelstand na een functiestoring afwijken. De indicator in dekeuzehendel knippert.
In deze gevallen op de op de indicator in het inj strumentenpaneel letten, zie pagina 139.
Voortzetten
Een afgebroken parkeerprocedure kan eventueel
worden voortgezet.
Daartoe de parkeerassistent opnieuw activeren,
zie pagina 251, en de aanwijzingen op het Conj
trol Display opvolgen.
Uitschakelen
Het systeem kan handmatig worden uitgeschaj
keld:
Toets parkeerassistent indrukken.
Geluidssignaalvoorgeschikte parkeerruimtenin-/uitschakelen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Parkeren"4."Parkeerassistent"5."Geluid bij parkeerruimte"
De instelling wordt opgeslagen voor het momenj
teel gebruikte bestuurdersprofiel.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van het
systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond reaj
geren. Er bestaat kans op een ongeval of
schade. De aanwijzingen over de grenzen van het systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.
Geenparkeerondersteuning
De parkeerassistent biedt in de volgende situj
aties geen ondersteuning:
'xIn scherpe bochten.Seite 253RijhulpsystemenBEDIENING253
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 254 of 396

'xBij rijden met aanhangwagen.'xBij schuine parkeervakken.
Beperktewerking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situj
aties beperkt zijn:
'xOp een oneffen ondergrond, bijvoorbeeld bij grindwegen.'xOp een gladde ondergrond.'xOp steile hellingen of afdalingen.'xBij opeengehoopte bladeren of sneeuw op
de parkeerplaats.'xBij veranderingen in een reeds opgemeten parkeerruimte.'xBij greppels of afgronden, bijvoorbeeld een
havenkant.
Grenzenvandeultrasoonmeting
Het waarnemen van objecten kan worden bej
perkt door de grenzen van de natuurkundige ulj trasone meting, zoals bij de volgende omstandigjheden:
'xBij kleine kinderen en dieren.'xBij personen met bepaalde kleding, bijvoorjbeeld een dikke jas.'xBij externe storing van het ultrasone signaal,
bijvoorbeeld door voorbijrijdende voertuigen
of lawaaiige machines.'xBij vuile, bevroren, beschadigde of verstelde
sensoren.'xBij bepaalde weersomstandigheden, bijv. hoge luchtvochtigheid, regen, sneeuwval, exjtreme hitte, of sterke wind.'xBij aanhangwagentrekstangen en -koppelinjgen van andere voertuigen.'xBij dunne of wigvormige voorwerpen.'xBij bewegende objecten.'xBij hoger gelegen en uitstekende objecten,
bijvoorbeeld muuruitsparingen.'xBij objecten met hoeken, randen en gladde vlakken.'xBij objecten met een dunne oppervlakte of
structuur, bijvoorbeeld hekken.'xBij objecten met poreuze oppervlakken.'xBij kleine en lage objecten, bijvoorbeeld kisj ten.'xBij obstakels en personen aan de rand van de
rijbaan.'xBij zachte of met schuimstof omhulde obstaj kels.'xBij planten of struiken.'xReeds weergegeven, lage objecten, bijvoorj
beeld stoepranden, kunnen in het dode bej reik van de sensoren komen voordat of nadatreeds een ononderbroken geluidssignaalklinkt.'xHet systeem houdt geen rekening met uitstej
kende lading.
Er kunnen eventueel parkeerruimten worden
herkend, die daartoe niet geschikt zijn, of gej
schikte parkeerruimten worden niet herkend.
Storing Er wordt een Check-Control-melding weergegej
ven.
De parkeerassistent is uitgevallen. Het systeem
door een Service Partner van de fabrikant of een
andere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist laten controleren.
Seite 254BEDIENINGRijhulpsystemen254
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 255 of 396

Waarschuwingkruisendverkeer
Principe
Twee radarsensoren in de achterbumper bewaj ken de verkeerssituatie in een ruime boog achterde auto.
Bij onoverzichtelijke uitritten of bij het uitparkeren
uit dwarsparkeerruimten worden van de zijkant naderende verkeersdeelnemers vroeger door het
systeem herkend dan dat dit vanuit de bestuurj
dersstoel mogelijk is.
Het systeem geeft het naderen van andere verj
keersdeelnemers aan.
Op het Control Display wordt de betreffende
weergave opgeroepen, eventueel klinkt een gej
luidssignaal en het lampje in de buitenspiegel
knippert.
Afhankelijk van de uitvoering wordt ook de verj
keerssituatie v

Page 256 of 396

Bumper bij de radarsensoren schoon en vrij houjden.
In-/uitschakelen
Systeeminschakelen/uitschakelen1. Toets parkeerassistent indrukken.2.Controller naar links kantelen.3. "Instellingen"4."Waarschuwing kruisend verkeer"5."Waarschuwing kruisend verkeer"
Automatischinschakelen Als het systeem via het Control Display werd gej
activeerd, wordt het automatisch ingeschakeld zodra de Park Distance Control PDC of Panojrama View actief is en een versnelling ingeschajkeld is.
Bij ingeschakelde achteruitversnelling wordt het
systeem achter inschakelen.
Afhankelijk van de uitvoering wordt bij ingeschaj kelde vooruitversnelling het systeem voorin ingej
schakeld.
Automatischuitschakelen
Het systeem schakelt in de volgende situaties
automatisch in:
'xBij harder dan stapvoets rijden.'xBij actieve stuur- en spoorassistent: Bij overj
schrijding van een bepaalde afstand.'xBij een actieve parkeerprocedure van de parj keerassistent.Waarschuwing
Lampjeinbuitenspiegel
Het lampje in de buitenspiegel knippert als de
achterste sensoren een voertuig herkennen en de eigen auto achteruit beweegt.
Weergaveophetdisplayvande
ParkDistanceControlPDC
Het betreffende randgebied op het PDC-display
knippert rood als de sensoren een voertuig herj
kennen.
Seite 256BEDIENINGRijhulpsystemen256
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 257 of 396

Weergaveophetcameradisplay
Het betreffende randgebied, pijl 1, op het camej
radisplay knippert rood als de sensoren een
voertuig herkennen.
Gele lijnen, pijl 2, markeren de bumper van de eij gen auto.
Akoestischewaarschuwing
Naast de optische weergave klinkt er een waarj
schuwingssignaal als de eigen auto in de betrefj
fende richting beweegt.
Grenzenvanhetsysteem
De werking kan in de volgende voorbeeldsituaj
ties beperkt zijn:
'xAls de snelheid van het naderende voertuig zeer hoog is.'xBij dichte mist en hevige regen of sneeuwval.'xIn scherpe bochten.'xAls de bumper vuil, met ijs of een sticker of
iets dergelijks bedekt is.'xBij uitstekende lading.'xAls kruisende objecten zeer langzaam bewej
gen.'xAls zich in het gezichtsveld van de sensoren andere objecten bevinden die het kruisende
verkeer aan het gezicht onttrekken.
Als de aanhangwagencontactdoos bezet is, bijj voorbeeld bij het rijden met een aanhangwagen
of fietsendrager, is de waarschuwing kruisend
verkeer niet beschikbaar voor het gebied achter
de auto.
Seite 257RijhulpsystemenBEDIENING257
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 258 of 396

RijcomfortUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
AdaptieveM- wielophanging
Principe
Het systeem reduceert ongewenste bewegingen van de auto bij een dynamische rijstijl of een onj effen wegdek.
Afhankelijk van de toestand van het wegdek en
van de rijstijl worden daardoor de rijdynamiek en het rijcomfort vergroot.
Programma Het systeem biedt verschillende schokdemperafj
stemmingen.
ProgrammaSchokdemperafstemmingen"Comfort"Comfortgeoriënteerd."Sport"Gebalanceerd."Sport Plus"Consequent sportief.Programmaselecteren
Mettoetsen
Toets zo vaak indrukken tot het gewenste
programma in het instrumentenpaneel
wordt weergegeven.
ViaMSetup
Het gewenste programma kan worden ingesteld
voor Setup M1 of M2.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2. "Setup"3."M1 configureren" of "M2 configureren"4. "Onderstel"5.Gewenst programma selecteren.
Instelling wordt bij actieve M Setup direct
overgenomen.
Om gewenste M Setup met de geselecteerde
instellingen te activeren, betreffende toets op het
stuurwiel indrukken:
'x'xSeite 258BEDIENINGRijcomfort258
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 259 of 396

Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Adaptieve M-wielophanging met gesejlecteerd programma bij geactiveerde
weergave van de systeemtoestanden
van de rijdynamiek, zie pagina 150.Seite 259RijcomfortBEDIENING259
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 260 of 396

KlimaatregelingUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Luchtkwaliteitinhet interieur
De luchtkwaliteit in de auto wordt verbeterd door
een emissiegecontroleerd interieur, microfilter en
klimaatsysteem voor regeling van de temperaj
tuur, luchthoeveelheid en luchtrecirculatiefunctie.
Daarnaast komen afhankelijk van de uitvoering
functies zoals micro-/actief koolfilter, ionisatie,
parfumering, airconditioning met automatische
luchtcirculatiefunctie (AUC) en standventilatie.
Airconditioning
Overzicht
Toetsenindeauto
AirconditioningsfunctiesToetsFunctieTemperatuur, zie pagina 261.Aircofunctie, zie pagina 261.Maximaal koelen, zie paj
gina 261.AUTO-programma, zie paj
gina 262.Luchtrecirculatiefunctie, zie paj
gina 263.Luchthoeveelheid handmatig,
zie pagina 263.Luchtverdeling, handmatig, zie
pagina 263.SYNC-programma, zie paj
gina 263.Ruit ontdooien en ontwasemen,
zie pagina 264.Achterruitverwarming, zie paj
gina 264.Actieve stoelventilatie, zie paj
gina 114.Stoelverwarming, zie paj
gina 113.Menu airco oproepen, zie paj
gina 261.
Bijv. voor de volgende instellinj
gen: temperatuuraanpassing boj
venlichaam, standventilatie.Seite 260BEDIENING,limaatregeling260
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 ... 400 next >