BMW M5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 311 of 396

Tank deze benzine om de nominale waardenvoor rijprestaties en verbruik te bereiken.
Minimumkwaliteit Superbenzine met RON 95.Seite 311BrandstofMOBILITEIT311
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 312 of 396

WielenenbandenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Bandenspanning
Algemeen
De conditie van de banden en de bandenspanj ning zijn van invloed op:
'xLevensduur van de banden.'xRijveiligheid.'xRijcomfort.'xBrandstofverbruik.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een band met te lage of ontbrekende bandenj
spanning kan sterk verhitten en beschadigd worden. De rijeigenschappen, bijv. het stuur-
en remgedrag, worden hierdoor beïnvloed. Er bestaat gevaar voor ongevallen. De bandenj
spanning regelmatig controleren en zo nodig
corrigeren: minstens tweemaal per maand en
voor een lange rit.
Gegevensbetreffendede
bandenspanning
Aandeportierstijl
De bandenspanningswaarden bevinden zich op de portierstijl van het bestuurdersportier.
De bandenspanningswaarden gelden voor de
door de fabrikant voor het betreffende autotype
als geschikt aangemerkte bandenmaten en aanj bevolen bandenmerken.
Als de snelheidsletter van de band niet te vinden
is, geldt de bandenspanning voor de betreffende
bandenmaat.
Afhankelijk van de laadtoestand van de auto gelj
den de bandenspanningswaarden voor de bej
treffende laadtoestand. Voorbeeld: bij een gej
deeltelijk beladen auto is de aangegeven
bandenspanning voor een gedeeltelijk beladen
auto de optimale bandenspanning.
Meer informatie over wielen en banden kan bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of specialist worden opgevraagd.
OphetControlDisplay
De actuele bandenspanning en de voorgeschrej ven bandenspanning kunnen voor de gemonjteerde banden op het Control Display weergegejven worden.
Seite 312MOBILITEITWielenenbanden312
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 313 of 396

Voor een correcte weergave moeten die banj
denmaten in het systeem zijn opgesteld en voor de gemonteerde banden ingesteld zijn, zie paj
gina 322.
De waarde van de actuele bandenspanning bej
vindt zich op de betreffende band.
De waarde van de voorgeschreven bandenspanj ning bevindt zich in het onderste deel van hetControl Display.
Bandenspanningcontroleren
Algemeen
Banden warmen op tijdens het rijden. De banj denspanning wordt hoger naarmate de temperaj
tuur stijgt.
Banden vertonen een natuurlijk, gelijkmatig verj lies van bandenspanning.
Vulsystemen kunnen max. 0,1 bar te weinig aanj
geven.
Controlerenviade
bandenspanningsindicatiesopde
deurstijl
De bandenspanningsindicaties op het brandenj
spanningsplaatje aan de portierstijlen gelden alj
leen voor koude banden of banden die even
warm zijn als de omgevingstemperatuur.
Bandenspanning alleen bij koude banden controj
leren, d.w.z.:'xRijafstand van max. 2 km werd niet overj
schreden.'xAls de auto na een rit minstens 2 uur niet
meer bestuurd werd.1.Voorgeschreven bandenspanning voor gej
monteerde banden bepalen, zie pagina 312.2.De bandenspanning in alle vier banden conj
troleren, bijv. met een compressorpistool.3.De bandenspanning van een band corrigerenals een waarde tussen de actuele en aangej
geven bandenspanning afwijkt.4.Controleren of alle ventieldopjes van de
bandventielen zijn afgeschroefd.
Controlerenvia
bandenspanningsindicatiesophet
ControlDisplay
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Bandenspanningscontrole"4.Controleren of de actuele bandenspanningsj waarden afwijken van de voorgeschreven
bandenspanningswaarde.5.De bandenspanning van een band corrigeren,
als een waarde tussen de actuele en voorgej schreven bandenspanning afwijkt.
Naaanpassingvanbandenspanning
Bij bandenpechtwaarschuwing RPA: bandenj pechtwaarschuwing RPA opnieuw initialiseren.
Bij bandenspanningscontrole RDC: bij banden,die niet op de bandenspanningsindicaties op het
Control Display te vinden zijn, reset van de banj denspanningscontrole RDC uitvoeren.
Snelheidsletter
Q  tot 160 km/h
R  tot 170 km/h
S  tot 180 km/h
T  tot 190 km/h
H  tot 210 km/h
V  tot 240 km/h
W  tot 270 km/h
Y  tot 300 km/h
Seite 313WielenenbandenMOBILITEIT313
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 314 of 396

Bandenprofiel
Zomerbanden
Bandenprofieldiepte mag niet minder zijn dan 3 mm, anders is er gevaar op aquaplaning.
Winterbanden Niet onder bandenprofieldiepte van 4 mm laten
komen, anders worden de rij-eigenschappen in
de winter beperkt.
Minimaleprofieldiepte
Slijtagemarkeringen zijn verdeeld over de omtrek van de band en hebben de wettelijke minimale
hoogte van 1,6 mm.
De posities van de slijtagemarkeringen zijn op de
zijkant van de band met TWI, Tread Wear Indicaj
tor, gemarkeerd.
Bandbeschadiging
Algemeen De banden regelmatig op beschadigingen, ingejdrongen voorwerpen en slijtage controleren.
Aanwijzingen voor bandenbeschadiging of ovej
rige defecten aan de auto:
'xAbnormale trillingen.'xAbnormale rolm of loopgeluiden.'xOngebruikelijk rijgedrag, zoals sterk naar links
of rechts trekken.Schade kan o.a. door de volgende situaties ontj
staan:'xOver stoepranden rijden.'xBeschadigd wegdek.'xTe lage bandenspanning.'xOverbelading van het voertuig.'xBanden zijn verkeerd bewaard.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij beschadigde banden kan de bandenspanj
ning afnemen, waardoor de controle over de auto verloren kan gaan. Er bestaat gevaar voorongevallen. Indien een beschadiging van de
band wordt vermoed tijdens het rijden direct
snelheid minderen en stoppen. Wielen en banj den laten controleren. Daartoe voorzichtig naar
een Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of speciaj list rijden. De auto indien nodig daarheen laten
slepen of transporteren. Beschadigde banden
niet repareren, maar laten vervangen.
WAARSCHUWING
Door snel over obstakels, bijvoorbeeld stoej
pranden of schade aan de weg, heen te rijden,
kunnen banden beschadigd raken. Grotere
banden hebben een kleinere banddoorsnede.
Bij kleinere banddoorsnede neemt het gevaar
voor beschadiging van de band toe. Er bestaat
kans op een ongeval of schade. Obstakels inj dien mogelijk vermijden of er langzaam en
voorzichtig over rijden.
Seite 314MOBILITEITWielenenbanden314
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 315 of 396

Leeftijdvandebanden
AanbevelingOngeacht de profieldiepte van de banden, moej
ten de banden ten laatste na 6 jaar worden verj
vangen.
Productiedatum
De productiedatum van de band bevindt zich op
de wang van de band.
AanduidingProductiedatumDOT 

Page 316 of 396

Nieuwebanden
Direct na de productie is de grip van nieuwe banj
den nog niet optimaal.
Gedurende de eerste 300 km beheerst rijden.
Coverbanden
WAARSCHUWING
Coverbanden kunnen verschillende bandonderj lagen bezitten. Naarmate de leeftijd toeneemt
kan de houdbaarheid beperkt zijn. Er bestaat
gevaar voor ongevallen. Geen coverbanden gej bruiken.
De fabrikant van uw auto raadt u aan geen coverj
banden te gebruiken.
Winterbanden
Algemeen
Voor gebruik op een winters wegdek worden winterbanden aanbevolen.
Zogenaamde allseason-banden met M+S-codej
ring hebben weliswaar betere wintereigenschapj pen dan zomerbanden, maar kunnen in het algejmeen niet de prestaties van winterbandenevenaren.
Maximumsnelheidvanwinterbanden
Als de maximumsnelheid van de auto hoger is
dan de snelheid die voor de winterbanden is toej
gestaan, moet een overeenkomstige sticker in het zicht van de bestuurder worden aangebracht.
De sticker is verkrijgbaar bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist.
Bij het rijden met winterbanden de daarbij toegej
stane maximumsnelheid in acht nemen en niet
overschrijden.
Voor-enachterwielenvervangen
Op de voor- en achteras ontstaan vanwege de verschillende rijomstandigheden verschillende
slijtagepatronen. Voor gelijkmatige slijtage kunjnen de voor- en achterwielen onderling worden
verwisseld. Meer informatie is bij een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist verkrijgbaar. Na het verwisselen de bandenspanning controlej
ren en eventueel corrigeren.
Bij auto's met verschillende bandmaten of velgj
maten aan de voor- en achteras is een dergelijke
wissel niet toegestaan.
BandenbewarenLuchtdruk
De op de zijkant van de band weergegeven maxij
mumbandenspanning niet overschrijden.
Opslag Verwijderde wielen of banden moeten koel,droog en in het donker worden bewaard.
Bescherm banden tegen olie, vet en oplosmidjdelen.
Banden niet in plastic zakken bewaren.
Wielen of banden reinigen van vuil.
Bandenpechverhelpen
Veiligheidsmaatregelen
'xAuto zo ver mogelijk uit de buurt van de verjkeersstroom en op een vaste ondergrond
parkeren.'xAlarmknipperlichten inschakelen.'xAuto beveiligen tegen wegrollen, daarvoor de parkeerrem vastzetten.'xStuurwielvergrendeling laten vastklikken in
rechtuitstand van de wielen.'xAlle inzittenden laten uitstappen en buiten
het gevarengebied brengen, bijvoorbeeld
achter de vangrails.'xEventueel gevarendriehoek op de juiste afj
stand neerzetten.Seite 316MOBILITEITWielenenbanden316
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 317 of 396

MobilitySystem
PrincipeMet het Mobility System kan beperkte schadeaan een band kortstondig worden afgedicht, zoj dat verder kan worden gereden. Daartoe wordteen vloeibaar afdichtmiddel in de banden gej
pompt dat bij het uitharden de beschadiging van
binnenuit afdicht.
Algemeen
'xAanwijzingen voor de toepassing van het Moj bility System op de compressor en het afjdichtmiddelhouder in acht nemen.'xBij beschadiging van de band vanaf eengrootte van 4 mm werkt het gebruik van het
Mobility System mogelijk niet.'xContact opnemen met een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalifij ceerde Service Partner of specialist als de
band niet rijklaar kan worden gemaakt.'xVreemde voorwerpen die in de band zijn tej rechtgekomen, zo mogelijk laten zitten.
Vreemde deeltjes alleen verwijderen als ze
zichtbaar uit de banden uitsteken.'xStickers voor de snelheidsbegrenzing van de
afdichtmiddelhouder lostrekken en op het
stuurwiel plakken.'xDoor de toepassing van afdichtmiddel kan de
RDC-wielelektronica beschadigd raken. In dit geval de elektronica bij volgende gelegenheidlaten vervangen.'xDe compressor kan gebruikt worden om debandenspanning te controleren.Overzicht
Locatie
De mobility set bevindt zich in het linker opbergj
vak van de bagageruimte.
Afdichtmiddelreservoir
'xAfdichtmiddelreservoir, pijl 1.'xVulslang, pijl 2.
Houdbaarheidsdatum op afdichtmiddelhouder
controleren.
Seite 317WielenenbandenMOBILITEIT317
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 318 of 396

Compressor1Ontgrendeling afdichtmiddelhouder2Bevestiging afdichtmiddelhouder3Bandenspanningsweergave4Knop bandenspanning verlagen5Aan/uit-schakelaar6Compressor7Stekker/bedrading voor contactdoos8Verbindingsslang
Veiligheidsmaatregelen
'xAuto zo ver mogelijk uit de buurt van de verjkeersstroom en op een vaste ondergrond
parkeren.'xAlarmknipperlichten inschakelen.'xAuto beveiligen tegen wegrollen, daarvoor de parkeerrem vastzetten.'xStuurwielvergrendeling laten vastklikken in
rechtuitstand van de wielen.'xAlle inzittenden laten uitstappen en buiten
het gevarengebied brengen, bijvoorbeeld
achter de vangrails.'xEventueel gevarendriehoek op de juiste afj
stand neerzetten.Afdichtmiddelindeband
brengen
Veiligheidsvoorschriften
GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvoldoende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de auto binj nendringen, die schadelijk voor de gezondheidzijn. De uitlaatgassen bevatten kleur- en reukj
loze schadelijke stoffen. In gesloten ruimten
kunnen de uitlaatgassen zich ook buiten de
auto ophopen. Er bestaat levensgevaar. De uitj
laatpijp vrijhouden en voor voldoende ventilatie zorgen.
OPMERKING
Als de compressor te lang in werking is kan
deze oververhit raken. Er bestaat gevaar voor
schade. Compressor niet langer dan 10 minuj
ten laten draaien.
Vullen
1.Afdichtmiddelverpakking schudden.Seite 318MOBILITEITWielenenbanden318
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 319 of 396

2.Vulslang volledig uit opbergruimte van de afjdichtmiddelhouder trekken. Slang niet buij
gen.3.Afdichtmiddelhouder hoorbaar vastklikken in
de bevestiging van de behuizing van de comj pressor.4.Vulslang van afdichtmiddelhouder op het
bandventiel van het defecte wiel schroeven.5.Bij een uitgeschakelde compressor de stekj ker in de contactdoos in het interieur van de
auto aanbrengen.6.Bij ingeschakelde gereedheid of draaiende
motor de compressor inschakelen.
Compressor maximaal 10 minuten aan laten
staan om de lekkage met afdichtmiddel te vullen
en een bandenspanning van circa 2,5 bar te verj
krijgen.
Bij het aanbrengen van het afdichtmiddel kan de bandenspanning tijdelijk oplopen tot circa 5 bar. Compressor in deze fase niet uitschakelen.
Bandenspanningcontrolerenen
corrigeren
Controleren
1.Compressor uitschakelen.2.Bandenspanning op de bandenspanningsinj dicatie aflezen.
Om door te kunnen rijden moet er minstens een
bandenspanning van 2 bar bereikt zijn.
Seite 319WielenenbandenMOBILITEIT319
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 320 of 396

Afdichtmiddelhouderafnemenen
opbergen1.Vulslang van afdichtmiddelhouder van het
bandenventiel af schroeven.2.Op de rode ontgrendeling drukken.3.Bandenafdichtmiddelfles van de compressor
verwijderen.4.Lege afdichtmiddelhouder inpakken en opj bergen om vervuiling van de bagageruimte te
vermijden.
Minimalebandenspanningwordt
nietbereikt
1.Stekker uit de contactdoos in het interieur van de auto trekken.2.10 m voor- en achteruitrijden om het afdichtj
middel in de band te verdelen.3.Verbindingsslang van de compressor direct
op het ventiel van de band schroeven.4.Stekker in de contactdoos in het interieur van de auto aanbrengen.5.Bij ingeschakelde gereedheid of draaiende
motor de compressor inschakelen.Wordt de bandenspanning van minimaal 2 bar niet bereikt, contact opnemen met eenService Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of spej cialist.
Wordt de bandenspanning van minimaal
2 bereikt, zie Minimale vuldruk wordt bereikt.6.Verbindingsslang van de compressor van het
bandenventiel schroeven.7.Stekker uit de contactdoos in het interieur van de auto trekken.8.Mobility System in de auto opbergen.
Minimalebandenspanningwordt
bereikt
1.Verbindingsslang van de compressor van het
bandenventiel schroeven.2.Stekker uit de contactdoos in het interieur van de auto trekken.3.Mobility System in de auto opbergen.4.Direct circa 10 km rijden, zodat het afdichtjmiddel zich gelijkmatig in de banden verdeelt.
Snelheid van 80 km/h niet meer overschrijj
den.
Indien mogelijk niet langzamer rijden dan
20 km/h.
Corrigeren
1.Op een geschikte plaats stoppen.2.Verbindingsslang van de compressor direct
op het ventiel van de band schroeven.Seite 320MOBILITEITWielenenbanden320
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 ... 400 next >