BMW X1 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 131 of 331

4."Head-up display"5."Hoogte"6.Controller draaien tot de gewenste hoogteis bereikt.7.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
De hoogte van het Head-Up display kan ook met de Geheugenfunctie, zie pagina 80, opgej
slagen worden.
Rotatieinstellen Het beeld van het Head-Up Display kan om zijneigen as worden gedraaid.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Rotatie"6.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling bereikt is.7.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Zichtbaarheidvanhetdisplay
De zichtbaarheid van de weergaven in het
Head-Up Display wordt be

Page 132 of 331

'y "Check Control": Check-Control-melj
dingen worden op de achtergrond opgej slagen en kunnen op het Control Display
worden weergegeven. Weergave opgeslaj gen Check-Control-meldingen, zie paj
gina 119.'y "Servicebehoefte": Weergave van de
servicebehoefte, zie pagina 121.'y "Teleservice oproep": Teleservice Call.Seite 132BedieningWeergaven132
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page 133 of 331

VerlichtingUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Overzicht Schakelaarsindeauto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het
stuurwiel.
SymboolFunctieMistachterlicht.Mistlamp.Automatische verlichtingsregeling.
Hoekverlichting en variabele lichtj verdeling.SymboolFunctieVerlichting uit.
Automatische verlichtingsregeling.
Dagrijlicht.Stadslicht.Dimlicht.Handmatige koplampverstelling bij
halogeenkoplampen.Instrumentenverlichting.
Stads-,dim-enparkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
De buitenverlichting wordt automatisch uitgej
schakeld als bij uitgeschakeld contact het bej stuurdersportier wordt geopend.
Stadslicht
Schakelaarstand:

De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd inj geschakeld laten, anders wordt de accu ontlaj
den en kan de motor eventueel niet meer worj den gestart.
Voor het parkeren het eenzijdige parkeerlicht,
zie pagina 134, inschakelen.
Dimlicht
Schakelaarstand:

Het dimlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Seite 133VerlichtingBediening133
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page 134 of 331

Parkeerlicht
Principe De stadslichten kunnen aan

Page 135 of 331

ActiverenSchakelaarstand:
,
Het controlelampje in het instrumentenpaneel
brandt bij ingeschakeld dimlicht.
Grenzenvanhetsysteem
Het inschatten van de verlichting valt, ondanks de automatische verlichtingsregeling, onder deverantwoording van de bestuurder.
De sensoren kunnen bijvoorbeeld mist of nej velig weer niet herkennen. In dergelijke situj
aties moet de verlichting handmatig worden inj
geschakeld om veiligheidsrisico's te
voorkomen.
Dagrijlicht Algemeen
Schakelaarstand:
,
Het dagrijlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Inschakelen/uitschakelen
In sommige landen is dagrijlicht verplicht, daarom kan dit licht mogelijk niet uitgezet worj
den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Hoekverlichtingenvariabele
lichtverdeling
Hoekverlichting
Schakelaarstand:

In scherpe bochten, bijvoorbeeld haarspeldj bochten, of bij het afslaan wordt tot een bej
paald snelheidsbereik een afslaglicht ingej schakeld dat de binnenbocht verlicht.
De hoekverlichting wordt afhankelijk van destuuruitslag of richtingaanwijzers automatisch
ingeschakeld.
Variabelelichtverdeling
Principe De variabele lichtverdeling maakt een nog bejtere verlichting van de weg mogelijk.
Algemeen
De lichtverdeling wordt automatisch aan de snelheid aangepast.
Activeren
Schakelaarstand:

De variabele lichtverdeling is bij ingeschakeld
contact geactiveerd.
Stadslicht
Het verlichtingsbereik van het dimlicht wordt
uitgebreid aan de zijkanten.
Snelwegverlichting De reikwijdte van het dimlicht wordt vergroot.
Handmatige
koplampverstelling
Algemeen
Bij halogeenkoplampen de lichtbundel van het dimlicht handmatig aanpassen aan de wagenj
belasting om het tegemoetkomend verkeer niet te verblinden.
Instellingen
De waarden na het / gelden bij het trekken van
een aanhangwagen.
Seite 135VerlichtingBediening135
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page 136 of 331

'y0/1  1 tot 2 personen zonder bagage.'y1/1  5 personen zonder bagage.'y1/2  5 personen met bagage.'y2/2  1 persoon, bagageruimte vol.
Adaptieve
koplampverstelling
De adaptieve koplampverstelling compenseert het optrekken en afremmen, om het tegemoetj
komend verkeer niet te verblinden en te zorgen
voor een optimale verlichting van de weg.
Grootlichtassistent Principe
De grootlichtassistent herkent vroegtijdig anj dere verkeersdeelnemers en schakelt afhankej
lijk van de verkeerssituatie het grootlicht autoj matisch in of uit.
Algemeen
De grootlichtassistent zorgt ervoor dat het
grootlicht wordt ingeschakeld als de verkeersj situatie dit toelaat. Bij lage snelheden wordt
het grootlicht door het systeem niet ingeschaj
keld.
Het systeem reageert op de verlichting van het
tegemoetkomende en voorliggende verkeer
alsook op voldoende verlichting in bijvoorbeeld de bebouwde kom.
Het grootlicht kan altijd zoals gewend worden in- en uitgeschakeld.
Inschakelen/uitschakelen
Schakelaarstand afhankelijk van de uitrusting:
,
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Bij ingeschakeld dimlicht brandt het
controlelampje in het instrumentenpaj
neel.
De verandering tussen dimlicht en grootlicht
wordt automatisch uitgevoerd.
Het blauwe controlelampje in het inj
strumentenpaneel brandt, als het
grootlicht door het systeem wordt inj
geschakeld.
Bij het handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht, zie pagina 102, wordt de grootlichtj
assistent gedeactiveerd.
Om de grootlichtassistent opnieuw te activej
ren, de toets op de richtingaanwijzerschakelaar indrukken.
Grenzenvanhetsysteem
De grootlichtassistent kan de persoonlijke bej slissing over het gebruik van het grootlicht niet
vervangen. In situaties waarin dit nodig is
daarom handmatig het grootlicht uitschakelen.
In de volgende situaties werkt het systeem niet
of slechts beperkt en kan een persoonlijke
handeling nodig zijn:
'yBij extreem ongunstige weersomstandigj heden zoals dichte mist of hevige neerslag.Seite 136BedieningVerlichting136
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page 137 of 331

'yBij de waarneming van verkeersdeelnejmers met slechte eigen verlichting, zoalsvoetgangers, fietsers, ruiters, karren, bijtrein- of scheepsverkeer nabij de weg en
bij wildoversteekplaatsen.'yIn scherpe bochten, op steile hellingen, bij
kruisend verkeer of half verdekt tegemoetj
komend verkeer op de snelweg.'yIn slecht verlichte dorpen en bij sterk rej flecterende borden.'yAls de voorruit in het gebied voor de binj
nenspiegel beslagen, verontreinigd of door stickers, vignetten enz. bedekt is.
Mistlamp
Mistlamp
Principe De mistlamp zorgt samen met het dimlichtvoor een bredere verlichting van de weg.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het inschakelen van het mistachterlicht
moet het stads- of dimlicht ingeschakeld zijn.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
Het groene controlelampje brandt bij
ingeschakelde mistlampen.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie pagina 134, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
bij het inschakelen van de mistlampen automaj tisch ingeschakeld.
Geleidingsmistlamp
Schakelaarstand:

De lichtverdeling van het dimlicht wordt tot een
snelheid van 110 km/h aangepast aan de misj
tomstandigheden.
Mistachterlicht
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het inschakelen van het mistachterlicht
moeten het dimlicht of de mistlampen ingej
schakeld zijn.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
Het gele controlelampje brandt als het
mistachterlicht is ingeschakeld.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie pagina 134, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
bij het inschakelen van het mistachterlicht auj
tomatisch ingeschakeld.
Rechts-/linksrijdendverkeer Algemeen
Bij rijden in landen waarin niet aan dezelfde
kant van de weg wordt gereden als in het land van toelating, dienen de volgende maatregelen
te worden genomen om verblinding door de
koplampen te voorkomen.
Halogeenkoplampen Bij de Service Partner van de fabrikant of eenandere gekwalificeerde Service Partner of spejcialist is afplakfolie verkrijgbaar. Voor het aanj
brengen van de folie de bijgevoegde gebruiksj aanwijzing in acht nemen.
LED-koplampen De lichtverdeling van de koplampen voorkomt
de verblindende werking van het dimlicht, ook
wanneer in een land aan de andere kant van de weg gereden wordt in vergelijking met het land
van toelating.Seite 137VerlichtingBediening137
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page 138 of 331

VariabelelichtverdelingIn landen waar aan de andere kant van de weg
wordt gereden dan in het land van toelating,
niet met schakelaarstand
rijden. Anders
kan dit leiden tot verblindende werking door de
variabele lichtverdeling.
Instrumentenverlichting Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor de instelling van de lichtsterkte moet het
stads- of dimlicht ingeschakeld zijn.
Instellen De lichtsterkte kan met de gejkartelde knop worden ingesteld.
Interieurverlichting
Algemeen Afhankelijk van de uitvoering worden de interij
eurverlichting, de beenruimteverlichting en de omgevingsverlichting automatisch aangej
stuurd.
De helderheid wordt bij enkele uitrustingsvarij anten door de gekartelde knop voor de instruj mentenverlichting be

Page 139 of 331

Om de sfeerverlichting te deactiveren: "Uit".Helderheidinstellen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Helderheid"6.Helderheid instellen.Seite 139VerlichtingBediening139
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page 140 of 331

VeiligheidUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Airbags
1Frontairbag, bestuurder2Frontairbag, passagier3Hoofdairbag4Zij-airbagVoor-airbags
De voor-airbags beschermen de bestuurder en
de passagier bij een frontale aanrijding waarbij
de beschermende werking van de veiligheidsj
gordels alleen niet meer voldoende is.Zij-airbag
De zij-airbag vangt bij een zijdelingse botsing
het lichaam op in de zijdelingse borst- en bekj
kenzone.
Hoofdairbag
De hoofdairbag vangt bij een zijdelingse botj sing het hoofd op.Seite 140BedieningVeiligheid140
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 340 next >