BMW X1 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 201 of 331

BedieningToets herhaald indrukken om een projgramma te selecteren:'yTer hoogte van het bovenlichaam en de
beenruimte.'yBeenruimte.'yRuiten en beenruimte.'yRuiten'yRuiten en ter hoogte van het bovenlij chaam.'yTer hoogte van het bovenlichaam.'yRuiten, ter hoogte van het bovenlichaam
en beenruimte.
Bij het beslaan van de ruiten de AUTO-toets indrukken, om gebruik te kunnen maken van
de voordelen van de condenssensor.
SYNC-programma
Principe
Met het systeem is het mogelijk om, actuele instellingen van de bestuurderszijde voor temjperatuur, luchthoeveelheid, luchtverdeling en
AUTO-programma worden op de passagiersj
zijde en achterin links/rechts over te dragen.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
De huidige temperatuurinstelling aan
de bestuurderskant wordt overgedragen aan
de passagierskant.
Het programma wordt uitgeschakeld als de inj
stelling aan de passagierszijde wordt gewijj
zigd.
Ruitenontdooienenontwasemen Principe
IJs en condens verdwijnen snel van de voorruit
en voorste zijruiten.
In-/uitschakelen
Toets indrukken.
LED brandt bij ingeschakeld systeem.
Richt hiervoor de ventilatieroosters aan de zijj kant c.q. de zijruiten.
Luchthoeveelheid kan bij een actief proj
gramma worden aangepast.
Bij het beslaan van de ruiten ook de koelfuncj tie inschakelen en de AUTO-toets indrukken,
om gebruik te kunnen maken van de voordelen
van de condenssensor.
Achterruitverwarming Toets indrukken. LED brandt.
Achterruitverwarming wordt na enige
tijd automatisch uitgeschakeld.
Om hem permanent in te schakelen de toets langer dan 3 seconden ingedrukt houden. De
toets opnieuw indrukken om hem uit te schaj kelen.
De achterruitverwarming kan alleen bij een buij tentemperatuur lager dan ca. 5 

Page 202 of 331

VentilatieVentilatie,voor'yHendel voor aanpassen van de uitstroomj
richting, pijlen 1.'yGekartelde knoppen voor het traploos opej nen en sluiten van de uitstroomopeningen,pijlen 2.
Instellen
'yVentilatie om te koelen:
Uitstroomopeningen zo richten, dat de lucht in uw richting wordt geleid, bijvoorj
beeld bij een opgewarmde auto.'yTochtvrije ventilatie:
Uitstroomopeningen zo richten dat de
lucht langs u stroomt.
Ventilatieachterin
'yHendel voor aanpassen van de uitstroomj
richting, pijlen 1.'yGekartelde knop voor het traploos openen
en sluiten van de uitstroomopeningen,
pijl 2.Interieurvoorventilatie
Principe De interieurvoorventilatie ventileert het interij
eur en laat de temperatuur in de auto zo nodig
dalen.
Algemeen
De standventilatie kan met behulp van twee inj
gestelde inschakeltijden of direct worden in- en uitgeschakeld. Het systeem blijft 30 minujten ingeschakeld.
De bediening van de interieurvoorventilatie gej
beurt via iDrive.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking'yDirecte bediening: auto bevindt zich in standby-modus van de radio.'yDirecte bediening of vooraf geselecteerde
inschakeltijd: onafhankelijk van de buitenj temperatuur.'yAccu is voldoende opgeladen.
Bij ingeschakelde interieurvoorventilatie
wordt de accu ontladen. Daarom is de maximale inschakeltijd begrensd, om de
accu te ontzien. Na het starten van de moj tor of een korte rit is het systeem weer bej
schikbaar.'yErvoor zorgen dat datum en tijd van de
auto juist zijn ingesteld.'yUitstroomopeningen van de ventilatie opej
nen zodat lucht kan uitstromen.
Directin-/uitschakelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3.Evt. "Klimaatcomfort"4."Vent. in stilst. onm. activeren"
Symbool op de airconditioning knippert bij
ingeschakeld systeem.
Seite 202BedieningKlimaatregeling202
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page 203 of 331

Inschakeltijdinstellen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3.Evt. "Klimaatcomfort"4."Ventilatie in stilstand"5.Gewenste inschakeltijd selecteren.6.Gewenste tijd instellen.
Inschakeltijdinschakelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3.Evt. "Klimaatcomfort"4."Naar inschakeltijd om:"
Gewenste inschakeltijd activeren.
Symbool op de airconditioning licht op bij
geactiveerde inschakeltijd.
Symbool van de airconditioning met elekj
tronische temperatuurregeling knippert, als het systeem ingeschakeld is.
Het systeem wordt alleen binnen de komende
24 uren ingeschakeld. Daarna moet het opj
nieuw worden geactiveerd.
Seite 203KlimaatregelingBediening203
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page 204 of 331

InterieuruitrustingUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Zonneklep Beschermingtegenverblinding
Zonneklep naar beneden of naar boven klapj
pen.
Make-upspiegel
Een make-upspiegel bevindt zich in de zonnej
klep achter een afdekking. De interieurverlichj ting springt automatisch aan bij het openen
van de afdekking.Asbak/aansteker
Asbak
Openen
De asbak kan in de bekerhouder geplaatst
worden.
Legen
Asbak verwijderen.
Aansteker WAARSCHUWING
Het aanraken van het hete verwarmingsj
element of de hete fitting van de aansteker kan verbrandingen veroorzaken. Ontvlambare majterialen kunnen ontbranden als de aanstekervalt of tegen overeenkomstige voorwerpenwordt gehouden. Er bestaat brandgevaar enkans op letsel. De aansteker aan de greepvastpakken. Controleren, dat kinderen de aanj
steker niet kunnen gebruiken en zich zouden
verbranden.'

Page 205 of 331

De aansteker bevindt zich in de middenconjsole.
Aansteker indrukken.
Zodra de aansteker terugspringt
kan hij worden uitgenomen.
Contactdozen
Algemeen
De aanstekeringang kan bij lopende motor of ingeschakeld contact als contactdoos voorelektrische apparaten gebruikt worden.
Het totale vermogen van alle contactdozenmag 140 watt bij 12 volt niet overschrijden.
Fitting niet met ongeschikte stekker beschadijgen.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Apparaten en kabels in het activeringsj
gebied van de airbags, zoals draagbare navigaj
tiesystemen, kunnen het activeren van de airj
bag belemmeren of bij het activeren door het interieur worden geslingerd. Er bestaat kans
op letsel. Erop letten dat er zich geen apparaj
ten en kabels in het activeringsgebied van de
airbags bevinden.'

Page 206 of 331

Middenconsoleachterin
Afdekking verwijderen.Indebagageruimte
De contactdoos bevindt zich rechts in de baj
gageruimte.
USB-aansluiting Principe Op de USB-aansluiting kunnen mobiele appaj
raten met USBjaansluiting aangesloten worj
den.
Algemeen
Aanwijzingen voor het aansluiten van mobiele apparatuur op de USB-aansluiting in het
hoofdstuk USB-verbindingen, zie pagina 38, in
acht nemen.
Overzicht
De USB-aansluiting bevindt zich tussen de
voorstoelen.
Externapparaataansluiten
Bij het aansluiten het volgende in acht nemen:
'yDe stekker niet geforceerd in de USB-aanj
sluiting steken.'yFlexibele adapterkabel gebruiken.'yUSB-apparaat tegen mechanische bej schadigingen beschermen.'yIn verband met de grote keuze aan verj
krijgbare USB-apparaten kan niet elk appaj
raat via de auto worden bediend.'yUSB-apparaten niet blootstellen aan exj treme omgevingsomstandigheden, bijjvoorbeeld zeer hoge temperaturen, zie
handleiding van het apparaat.'yIn verband met het grote aantal comprimej
ringstechnieken kunnen mogelijk niet alle op het USB-apparaat opgeslagen media
correct worden weergegeven.'yEen aangesloten USB-apparaat wordt via
de USB-aansluiting van laadstroom voorj
zien, als het apparaat dit ondersteunt. Bij
hogere temperaturen kan de laadstroom afnemen door het USB-apparaat.'yOm de probleemloze overdracht van deopgeslagen gegevens te waarborgen, eenUSB-apparaat niet via de boordcontactj
doos opladen, wanneer het op de USB- aansluiting aangesloten is.Seite 206BedieningInterieuruitrusting206
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page 207 of 331

'yAfhankelijk van hoe het USB-apparaat
wordt gebruikt, zijn eventueel instellingen
aan het USB-apparaat nodig, zie de handj leiding van het apparaat.
Niet-compatibele USB-apparaten:
'yUSB harde schijf.'yUSB hubs.'yUSB-geheugenkaartlezers met meerdere
inschuifeenheden.'yHFS-geformatteerde USB-apparaten.'yApparaten zoals ventilatoren of lampen.
Klaptafelachterin
Algemeen
Aan de leuning van elke voorstoel bevindt zich
een klaptafel.
De uitklaptafel na gebruik weer inklappen.
De klaptafels zijn belastbaar met max. 6 kg. Bij overbelasting klappen de klaptafels omlaag ombeschadiging te voorkomen.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij het uit- en inklappen en het instellen
van de hoogte van de klaptafel kunnen lij
chaamsdelen worden ingeklemd. Er bestaat
kans op letsel. Bij het uit- en inklappen en het instellen erop letten dat het bewegingsgebied
van de klaptafel vrij is.'

Page 208 of 331

Hoogteinstellen
Toetsen aan beide zijden indrukken, pijl 1, engewenste hoogte instellen.
Inklappen
1.Aan beide zijden de toetsen indrukken en de uitklaptafel in de onderste stand schuij
ven, totdat deze vastklikt.2.Hendel in de richting van de rand van de tafel trekken en de uitklaptafel omhoogjklappen.
Verwijderen
Voor het reinigen kan de uitklaptafel uitgejbouwd worden.
1.Aan beide zijden de toetsen indrukken ende uitklaptafel voorbij de weerstand naarboven schuiven.2.Uitklaptafel verwijderen.
Bagageruimte
Bagageruimteafdekking
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Losse voorwerpen of apparaten met een
stekkerverbinding naar de auto, bijv. mobiele telefoons, kunnen tijdens het rijden door het
interieur worden geslingerd bij bijv. een ongej
val of bij rem- en uitwijkmanoeuvres. Er bej staat kans op letsel. Losse voorwerpen of apj
paraten met een stekkerverbinding naar deauto in het interieur vastzetten.'

Page 209 of 331

AanbrengenVoor het plaatsen in omgekeerde volgorde te
werk gaan. De afdekkingen van de bagegej
ruimte moeten telkens hoorbaar vastklikken
aan de houders.
Bagageruimtevergroten
Principe Afhankelijk van de uitrusting kan de bagagej
ruimte als volgt worden vergroot:'yDe rugleuningen kunnen worden omgej
klapt.'yDe rugleuningen kunnen door de transj
portstand in een rechte beladingsstand worden gebracht.'yBovendien kan de rugleuning passagier
worden omgeklapt.
Algemeen
De achterbankleuning is in twee

Page 210 of 331

Achterleuningvanuithetinterieur
achterinomklappen
De lus naar voren trekken. De achterbankleuj
ning klapt naar voren.
Achterbankleuningvanuitde
bagageruimteomklappen
Aan de schakelaar in de bagageruimte trekken.
Linker schakelaar: linker en middelste achterjbankleuning klappen naar voren.
Rechter schakelaar: rechter achterbankleuning
klapt naar voren.
Transportstand
Principe
De rugleuningen kunnen individueel via meerj dere hellingshoeken in een rechte beladingsjstand worden gebracht.
Instellen1.Aan lus trekken.2.De beladingsstand van de achterbankleujningen na behoeft instellen.3.Achterbankleuning vergrendelen.
Achterbankleuningterugklappen
Zonder transportstand:
1.Aan lus trekken.2.Achterbankleuning naar achteren klappen.Seite 210BedieningInterieuruitrusting210
Online Edition for Part no. 01402985444 - X/17

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 340 next >