BMW X3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 101 of 306

Tevens klinkt er eventueel een akoestisch sigjnaal en verschijnt er een tekstbericht op het
Control Display.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Algemeen
Controle- en waarschuwingslampjes op het inj
strumentenpaneel kunnen in verschillende combinaties en kleuren gaan branden.
Van sommige lampen wordt bij het starten van de motor of inschakelen van het contact dewerking gecontroleerd, waarbij deze even kortbranden.
Rodelampjes
Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuurj
derszijde is niet omgedaan. Bij somj mige landuitvoeringen: passagiersgorj
del niet omgegespt of voorwerpen herkend op
de passagiersstoel.
Controlelampje knippert of brandt: Veiligheidsj
gordel aan bestuurders- of passagierszijde is
niet omgedaan. De gordelherinnering kan ook
in werking treden als er voorwerpen op de pasj
sagiersstoel liggen.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is
omgedaan.
Airbagsysteem Airbagsysteem en gordelspanner zijn
mogelijk defect.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej kwalificeerde Service Partner of specialist lajten controleren.
Parkeerrem Parkeerrem is vastgezet.
Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 87.Remsysteem
Remsysteem vertoont een storing.
Voorzichtig doorrijden.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej kwalificeerde Service Partner of specialist lajten controleren.
Botsingswaarschuwing Controlelampje brandt: Vooralarm, bijjvoorbeeld bij een dreigend botsingsgejvaar of bij zeer geringe afstand tot een
voorligger.
Afstand vergroten.
Controlelampje knippert: Acute waarschuwing
bij direct botsingsgevaar, als de auto met relaj tief hogere, andere snelheid een andere auto
nadert.
Ingrijpen door te remmen en eventueel uit te
wijken.
Persoonswaarschuwing Symbool op het instrumentenpaneel.
Dreigt er een botsing met een herkent
persoon, dan licht het symbool op en
klinkt er een signaal.
Oranjelampjes Actievesnelheidsregeling De gekozen afstand tot het voorligj
gende voertuig wordt aangegeven door
het aantal dwarsbalken.
Actieve snelheidsregeling met Stop&Go-funcj
tie, ACC, zie pagina 156.
Voertuigherkenning,actieve
snelheidsregeling
Controlelampje brandt: Voorligger gejdetecteerd.Seite 101WeergavenBediening101
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 102 of 306

Controlelampje knippert: Aan de voorwaarden
voor het gebruik van het systeem wordt niet meer voldaan.
Het systeem is gedeactiveerd, maar remt af tot uw actieve overname door indrukken van het
rempedaal of het rijpedaal.
Gelelampjes
AntiblokkeersysteemABS Rembekrachtiger mogelijk defect. Plotj
seling remmen vermijden. Houd rekej ning met een langere remweg.
Direct door een Service Partner van de fabrij kant of een andere gekwalificeerde ServicePartner of specialist laten controleren.
DynamischestabiliteitscontroleDSC Controlelampje knippert: DSC regelt de
aandrijf- en remkrachten. De auto
wordt gestabiliseerd. Snelheid verlagen
en rijstijl aan de wegomstandigheden aanpasj sen.
Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen. Het systeem door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Serj
vice Partner of specialist laten controleren.
Dynamische stabiliteitscontrole DSC, zie paj
gina 149.
DynamischestabiliteitscontroleDSC
gedeactiveerdofdynamische
tractiecontroleDTCgeactiveerd
Dynamische stabiliteitscontrole DSC is
gedeactiveerd of dynamische tractiej controle DTC is geactiveerd.
Dynamische stabiliteitscontrole DSC, zie paj
gina 149, endynamische tractiecontrole DTC,
zie pagina 150.BandenpechwaarschuwingRPA
De bandenpechwaarschuwing meldtspanningsverlies in een band.
Snelheid verminderen en voorzichtig
stoppen. Heftige rem- en stuurbewegingen
vermijden.
Bandenpechwaarschuwing, zie pagina 131.
BandenspanningscontroleRDC Het controlelampje brandt.
e bandenspanningscontrole meldt een
lage bandenspanning of bandenpech.
De informatie in de Check-Control-melding in acht nemen.
Het controlelampje knippert en brandt vervolj gens continu.
Er kan geen bandenpech of geen verlies van bandenspanning herkend worden.'yStoring door installaties of apparaten met dezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem auj tomatisch weer actief.'yRDC kan de reset niet voltooien: voer de
reset van het systeem opnieuw uit.'yWiel zonder RDC-elektronica is gemonj
teerd: Evt. laten controleren door een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of speciajlist.'yStoring: het systeem door een ServicePartner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist
laten controleren.
Bandenspanningscontrole, zie pagina 127.
Stuursysteem Stuursysteem mogelijk defect.
Het stuursysteem door een Service
Partner van de fabrikant of een andere
Seite 102BedieningWeergaven102
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 103 of 306

gekwalificeerde Service Partner of specialistlaten controleren.
Emissiewaarden Storing in werking van de motor.
De auto door een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten conj troleren.
Aansluiting voor On-Board Diagnose, zie paj
gina 256.
LaneDepartureWarning Als het systeem is ingeschakeld, wordt
er bij het verlaten van een herkende rijj baan zonder eerst de richting aan te
geven onder bepaalde omstandigheden een waarschuwing gegeven.
Waarschuwing rijbaan verlaten, zie paj
gina 144.
Mistachterlicht Mistachterlichten zijn ingeschakeld.
Groenelampjes
Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers ingeschakeld.Ongewoon snel knipperen van de conjtrolelampje duidt op een uitgevallen
richtingaanwijzerlampje.
Richtingaanwijzers, zie pagina 89.
Stadslicht,rijlicht Stadslicht of rijlicht is ingeschakeld.
Parkeer-/dimlicht, verlichtingsregeling,
zie pagina 117.Mistlamp
Mistlampen zijn ingeschakeld.
Mistlamp, zie pagina 121.
Grootlichtassistent Grootlichtassistent is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt afhankelijk van de
verkeerssituatie automatisch in- en uitj
geschakeld.
Grootlichtassistent, zie pagina 120.
Snelheidsregeling Systeem is ingeschakeld. De snelheiddie met de bedieningselementen op
het stuurwiel is ingesteld wordt aangej
houden.
AutomaticHold Automatic Hold is ingeschakeld. De
auto wordt bij stilstand automatisch op
zijn plaats gehouden.
Automatic Hold, zie pagina 87.
Blauwelampjes
Grootlicht Grootlicht is ingeschakeld.Grootlicht, zie pagina 90.Seite 103WeergavenBediening103
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 104 of 306

Check-Control-meldingen
onderdrukken
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Permanenteweergave Enkele Check-Control-meldingen worden perj
manent weergegeven en blijven zichtbaar, totj dat de storing is opgelost. Bij meerdere gelijkjtijdige storingen worden de meldingen na
elkaar weergegeven.
Deze meldingen kunnen gedurende circa 8 sej conden onzichtbaar worden gemaakt. Hiernaworden deze weer automatisch weergegeven.
Tijdelijkeweergave
Andere Check-Control-meldingen verdwijnen na circa 20 seconden automatisch. Deze
Check-Control-meldingen blijven opgeslagen
en kunnen opnieuw worden weergegeven.
OpgeslagenCheck-Control-
meldingenweergeven
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Check Control"4.Tekstmelding selecteren.Weergave
Check-Control Minimaal één Check-Control-melding
wordt weergegeven of is opgeslagen.
Tekstmeldingen Tekstmeldingen in combinatie met een symjbool in het instrumentenpaneel geven uitlegover een Check-Control-melding en de betejkenis van de controle- en waarschuwingslampjjes.
Aanvullendetekstmeldingen Meer informatie, bijvoorbeeld over de oorzaak
van een storing en de noodzaak tot ingrijpen,
kan worden opgeroepen via Check-Control.
Bij dringende meldingen wordt de aanvullende
tekst automatisch op het Control Display gej
toond.
Functies
Afhankelijk van de Check-Control-melding kunnen de volgende functies geselecteerd worden.'y"Handleiding"
Bijkomende informatie over de Check-
Control-melding weergeven in de geïntej
greerde handleiding.'y"Serviceaanmelding"
Contact opnemen met een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalifijceerde Service Partner of specialist.'y"BMW pechhulp"
Contact opnemen met de hulpdienst.
Meldingenaanheteindevanderit
Bepaalde meldingen die tijdens het rijden zijn weergegeven worden na het uitschakelen van
het contact opnieuw weergegeven.
Seite 104BedieningWeergaven104
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 105 of 306

BrandstofmeterDe pijl naast het benzinepompj
symbool toont, afhankelijk de
uitvoering, aan welke kant van de auto de tankdopklep zit.
Het hellen van de auto kan tot
schommelingen in de weergave leiden.
Aanwijzingen voor tanken, zie pagina 230.
Toerenteller Vermijd beslist toerentallen in het rode waarj
schuwingsgebied. In dit gebied wordt ter bej scherming van de motor de brandstoftoevoerverminderd.
Motorolietemperatuur'yKoude motor: de wijzer staat
op de laagste temperatuurj
waarde. Rij met gering toej
rental en matige snelheid.'yNormale bedrijfstemperaj
tuur: de wijzer bevindt zich in
het midden of in de linkerj
helft van de temperatuurmej
ter.'yHete motor: de wijzer staat op de hoogste temperatuurwaarde. Bovendien wordt eenCheck-Control-melding weergegeven.
Koelvloeistoftemperatuur
Indien de koelvloeistof en daarmee de motor te heet wordt, verschijnt er een Check-Control-
melding.
Koelvloeistofpeil controleren.
Kilometer-endagteller
Weergave'yKilometerteller, pijl 1.'yDagteller, pijl 2.
Kilometersweergeven/resetten Toets indrukken.
'yBij uitgeschakeld contact
worden de tijd, buitentemj
peratuur en kilometerteller
weergegeven.'yBij ingeschakeld contact wordt de dagteller teruggezet.
Buitentemperatuur
WAARSCHUWING
Ook bij temperaturen boven +3 

Page 106 of 306

DatumDe datum wordt in het instruj
mentenpaneel weergegeven.
De datum kan op het Control
Display worden ingesteld.
Actieradius Weergave Bij een geringe resterende acjtieradius:'yEr wordt kort een Check-
Control-melding weergegej
ven.'yOp de boordcomputer wordt de resterende
actieradius weergegeven.'yBij een dynamische rijstijl, bijvoorbeeld snel rijden in een bocht, is het functionerenvan de motor niet gewaarborgd niet altijdgegarandeerd.
Bij een actieradius van minder dan circa 50 kmwordt de Check-Control-melding voortdurend
weergegeven.
OPMERKING
Bij een actieradius onder 50 km kan de
brandstoftoevoer naar de motor in gevaar koj
men. Het functioneren van de motor is niet gej
waarborgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op
tijd tanken.'

Page 107 of 306

EnergieterugwinningWeergave Bewegingsenergie van de auto
wordt tijdens accelaratie omgej
zet in elektrische energie. De
accu wordt gedeeltelijk geladen
en het brandstofverbruik kan
worden verlaagd.
Benodigdonderhoud
Principe De functie geeft het benodigde onderhoud en
de overeenkomstige onderhoudsomvang aan.
Algemeen
Afstand of tijd tot het volgende onderhoud
wordt na inschakelen van het contact kort
weergegeven in het instrumentenpaneel.
De actuele servicebehoefte kan door een serj
viceadviseur worden uitgelezen uit de afj
standsbediening.
Weergave
Gedetailleerdeinformatieoverhet
benodigdeonderhoud
Nadere informatie over de omvang van het onjderhoud kan op het Control Display worden
weergegeven.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"
Noodzakelijke omvang van het onderhoud
en zo nodig wettelijk voorgeschreven keuj ringen worden weergegeven.4.Vermelding selecteren om nadere informajtie te laten weergeven.SymbolenSymbolenBeschrijvingOnderhoud is op dit moment
niet noodzakelijk.Auto is aan een onderhoudsj
beurt of een wettelijke keuring
toe.Termijn voor het onderhoud is
overschreden.
Afsprakeninvoeren
Afspraken voor voorgeschreven keuringen van
de auto invoeren.
Ervoor zorgen dat datum en tijd van de auto juist zijn ingesteld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4."Autokeuring (APK)"5."Datum:"6.Gewenste instelling selecteren.7.Bevestigen.
Datuminvoer wordt opgeslagen.
Automatischeservicewaarschuwing De gegevens over de onderhoudstoestand of
over wettelijk voorgeschreven keuringen van de auto worden automatisch voor de vervaldaj
tum doorgegeven aan de Service Partner.
Er kan worden gecontroleerd, wanneer de Serj
vice Partner werd ingelicht.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Teleservice oproep"Seite 107WeergavenBediening107
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 108 of 306

Onderhoudsgeschiedenis
Principe Uitgevoerd onderhoud kan op het Control Disjplay worden weergegeven. De functie is bej schikbaar zodra er een onderhoudsbeurt in deautogegevens is ingevoerd.
Algemeen
Onderhoudswerkzaamheden bij een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwaj lificeerde Service Partner of specialist laten uitjvoeren. De uitgevoerde onderhoudswerkzaamjheden worden ingevoerd in de
voertuiggegevens.
Onderhoudsgeschiedenisweergeven Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4. "Service historie"
Uitgevoerd onderhoud wordt weergegej
ven.5.Vermelding selecteren om nadere informaj tie te laten weergeven.
Symbolen
SymbolenBeschrijvingGroen: onderhoud is tijdig uitj
gevoerd.Geel: onderhoud is te laat uitj
gevoerd.Onderhoud is niet uitgevoerd.Schakelpuntindicator
Principe
Het systeem geeft de meest energiezuinige versnelling voor de actuele rijsituatie aan.
Algemeen
De schakelpuntindicator is, afhankelijk van de uitrusting en landuitvoering, actief bij de handj matige bediening van de Steptronic en dehandgeschakelde versnellingsbak.
Aanwijzingen voor op- of terugschakelen worj
den in het instrumentenpaneel weergegeven.
Bij voertuigen zonder schakelpuntindicator wordt de ingeschakelde versnelling weergegejven.
Handgeschakeldeversnellingsbak:
weergaveSymboolBeschrijvingMeest energiezuinige versnelling
is ingeschakeld.Opschakelen naar meest energiej
zuinige versnelling.Terugschakelen naar meest enerj giezuinige versnelling.Naar stationair schakelen.
Steptronicversnellingsbak:
keuzehendelnaaracht
VoorbeeldBeschrijvingMeest energiezuinige versnelling
is ingeschakeld.Naar energiezuinigere versnelling
schakelen.Seite 108BedieningWeergaven108
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 109 of 306

SpeedLimitInfomet
weergaveinhaalverbod
SpeedLimitInfo
Principe
Speed Limit Info toont in het instrumentenpaj neel de actueel herkende snelheidsbeperking.
Algemeen
De camera bij de binnenspiegel registreert de verkeersborden aan de rand van de weg, evenj
als de variabele weergaven van matrixborj
den.Verkeersborden met aanvullende informaj
tie, bijvoorbeeld bij nat wegdek, worden ook herkend en met voertuiginterne gegevens, bijjvoorbeeld de regensensor, afgestemd en afj
hankelijk van de situatie weergegeven.Het sysj
teem houdt rekening met de in het
navigatiesysteem opgeslagen informatie en
geeft ook op trajecten zonder borden de bej
kende snelheidsbeperkingen weer.
Snelheidsbeperkingen voor het rijden met een
aanhangwagen worden niet aangegeven.
Inhaalverbodaanduiding
Principe
Door de camera herkende inhaalverboden en
hun opheffingen worden met overeenkomstige symbolen in het instrumentenpaneel weergej
geven.
Algemeen Het systeem houdt alleen rekening met inhaalj
verboden en opheffingen die herkenbaar gej maakt zijn door borden.
In de volgende situaties vindt er geen weerj
gave plaats:'yIn landen waarin inhaalverboden hoofdzaj kelijk door straatmarkeringen kenbaar gej
maakt zijn.'yOp trajecten zonder borden.'yBij spoorwegovergangen, wegmarkeringen of andere situaties die op een inhaalverbod
zonder borden duiden.
Inhaalverboden voor het rijden met een aanj hangwagen worden niet aangegeven.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstanj
digheden en de verkeerssituatie juist in te
schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 110 of 306

op het instrumentenpaneel worden weergegej
ven.
Inhaalverboden worden samen met ingeschaj kelde Speed Limit Info weergegeven.
Weergave
Op het instrumentenpaneel wordt het volj gende weergegeven:
SpeedLimitInfo Bekende snelheidsbeperking.
Voor Duitse autosnelwegen: Snelheidslimiet opgeheven.
Speed Limit Info niet beschikj
baar.
De Speed Limit Info kan ook in het Head-Up
Display worden weergegeven.
Inhaalverbodaanduiding Inhaalverbod.
Inhaalverbod opgeheven.
Inhaalverboden kunnen ook op het Head-Up Display worden weergegeven.
Grenzenvanhetsysteem
De werking kan bijv. in de volgende situaties
beperkt zijn en evt. verkeerde informatie aanj
geven:'yBij dichte mist en hevige regen of sneeuwj val.'yAls borden door objecten, stickers of verfgeheel of gedeeltelijk afgedekt zijn.'yBij dicht achter het voorliggende voertuig
rijden.'yBij sterk tegenlicht of sterke reflecties.'yAls de voorruit voor de binnenspiegel bej slagen, verontreinigd of door stickers enz.
bedekt is.'yVanwege mogelijke verkeerde herkenninj gen van de camera.'yAls de in het navigatiesysteem opgeslagen
snelheidsbeperkingen onjuist zijn.'yIn gebieden die in het navigatiesysteem
niet voorkomen.'yBij afwijkingen van de navigatie, bijv. door gewijzigde tracés.'yBij het inhalen van bussen of vrachtwagensmet snelheidssticker.'yAls verkeerstekens niet overeenkomen
met de norm.'yTijdens de kalibratieprocedure van de caj
mera direct na aflevering van de auto.'yBij herkenning van borden die voor een paj rallelle straat of weg gelden.
Selectielijsten
Algemeen
Afhankelijk van de uitrusting kan m.b.v. de
toetsen en de gekartelde knop aan het stuurj
wiel of via de meldingen in het instrumentenj
paneel en op het Head-Up Display het volj gende worden getoond of bediend:
'yActuele audiobron.'yNummerherhaling bij de telefoon.'yActiveren van het spraakgestuurd sysjteem.Seite 110BedieningWeergaven110
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 310 next >