BMW X3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 111 of 306

Lijstactivereneninstellinguitvoeren
Op de rechter stuurwielzijde aan de gekarteldeknop draaien, om de betreffende lijst te activej
ren.
1.Aan de gekartelde knop draaien en de gej
wenste instelling selecteren.2.Op de gekartelde knop drukken.
Weergave
Afhankelijk van de uitrusting kan de lijst in het
instrumentenpaneel afwijken van de afbeelj
ding.
Boordcomputer
Principe De boordcomputer toont verschillende gegejvens van de auto in het instrumentenpaneel,
zoals de gemiddelde waarden.
InformatieopInfoDisplayoproepen
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Informatie wordt op het Info Display van het inj strumentenpaneel weergegeven.
Overzichtvandeinformatie Door herhaald op de toets op de richtingsaanjwijzerhendel te drukken worden de volgendegegevens op het informatiedisplay getoond:
'yActieradius.'yGemiddeld verbruik, brandstof.'yMomenteel verbruik, brandstof.'yGemiddelde snelheid.'yDatum.'ySpeed Limit Info.'yAfhankelijk van de uitrusting aankomsttijd.
Bij actieve routebegeleiding in het navigaj
tiesysteem.'yAfhankelijk van de uitrusting afstand tot
bestemming.
Bij actieve routebegeleiding in het navigaj
tiesysteem.'yKompasweergave bij navigatiesysteem.'yECO PRO-bonusactieradius.
Informatieselecteren
Er kan worden ingesteld, welke informatie van
de boordcomputer op het Info Display van het
instrumentenpaneel kan worden opgeroepen.
Seite 111WeergavenBediening111
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 112 of 306

Via iDrive:1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5.Gewenste informatie selecteren.
WeergaveinhetinformatiedisplayDe informatie van de boordcomj
puter wordt in het informatiedisj
play op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Informatieindetail
Actieradius De verwachte actieradius met de aanwezigehoeveelheid brandstof in de tank wordt weerjgegeven.
De actieradius wordt berekend over de laatste 30 km waarbij rekening wordt gehouden met de rijstijl.
Gemiddeldbrandstofverbruik Het gemiddeld brandstofverbruik wordt berejkend gedurende de tijd dat de motor draait.
Het gemiddelde verbruik wordt berekend voor
het afgelegde traject sinds de laatste reset in de boordcomputer.
Gemiddeldesnelheid Bij het berekenen van de gemiddelde snelheid
wordt de tijd dat de auto stilstaat met handmaj tig afgezette motor buiten beschouwing gelaj
ten.
Gemiddeldewaardenresetten
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar ingej
drukt houden.
Afstandtotreisdoel
Afhankelijk van de uitrusting wordt nog de resj
terende afstand tot het reisdoel wordt weergej
geven als er voor het begin van de rit een bej
stemming in het navigatiesysteem is
ingevoerd.
De afstand tot het reisdoel wordt automatisch overgenomen.
Aankomsttijd Afhankelijk van de uitrusting
wordt de verwachte aankomstj
tijd wordt weergegeven als voor
begin van de rit een bestemj
ming in het navigatiesysteem is
ingevoerd.
Voorwaarde is een correct ingestelde tijd.
SpeedLimitInfo
Zie voor meer informatie het hoofdstuk Speed
Limit Info.
Kompas Met navigatiesysteem: kompasj
weergave t.o.v. de rijrichting.
Seite 112BedieningWeergaven112
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 113 of 306

BoordcomputerophetControl
Display
Principe De boordcomputer toont verschillende gegejvens van de auto op het Control Display, zoalsde gemiddelde waarden.
Algemeen
Op het Control Display staan twee verschilj
lende boordcomputers ter beschikking:'y"Boordcomputer": Er worden gemiddelde
waarden, zoals het verbruik, weergegeven. De waarden kunnen afzonderlijk teruggej
zet worden.'y"Reiscomputer": Waarden geven een overj
zicht van een bepaald traject en kunnen
willekeurig vaak teruggezet worden.
Boordcomputerofreis-
boordcomputeroproepen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Boordcomputer" of "Reiscomputer"
BoordcomputerterugzettenVia iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Boordcomputer"4."Verbruik" of "Snelheid"5."OK"
Reis-boordcomputerresetten
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Reiscomputer"4.Controller eventueel naar links kantelen.'y "Terugzetten": alle waarden worj
den teruggezet.'y "Automatische reset": alle waarj
den worden na circa 4 uur stilstand van de auto teruggezet.
Sportweergaven
Algemeen
In het Control Display kunnen bij overeenkomj stige uitrusting de actuele waarden voor verj mogen en koppel worden weergegeven.
Sportweergavenweergeven Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."Sportdisplays"
Snelheidswaarschuwing
Principe
Er kan een snelheidsgrens ingesteld worden,
waarna er bij het bereiken hiervan wordt gej
waarschuwd.
Algemeen
Herhaalde waarschuwing wanneer de ingej stelde snelheid eenmaal met ten minste
5 km/h wordt onderschreden.
Snelheidswaarschuwingweergeven,
instellenofwijzigen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Waarschuwing bij:"Seite 113WeergavenBediening113
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 114 of 306

5.Controller draaien tot de gewenste snelj
heid wordt weergegeven.6.Controller indrukken.
Snelheidswaarschuwingactiveren/
deactiveren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Snelheidswaarschuwing"5.Controller indrukken.
Actuelesnelheidovernemenals
snelheidswaarschuwing
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Huidige snelheid overnemen"5.Controller indrukken.
Head-UpDisplay
Principe
Het systeem projecteert belangrijke informatie
in het gezichtsveld van de bestuurder, bijvoorj
beeld de snelheid.
De bestuurder kan deze informatie zo in zich
opnemen zonder de blik van de weg af te wenj den.
Overzicht
In-/uitschakelen
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Head-up display"
Weergave
Overzicht
Op het Head-Up Display wordt de volgende inj formatie weergegeven:
'ySnelheid.'yNavigatiesysteem.'yCheck-Control-meldingen.'yKeuzelijst uit het instrumentenpaneel.'yRijhulpsystemen.
Een deel van deze informatie wordt alleen injdien nodig kortstondig weergegeven.
WeergaveninhetHead-UpDisplay
selecteren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"Seite 114BedieningWeergaven114
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 115 of 306

5."Weergegeven informatie"6.De gewenste weergaven in het Head-Up
Display selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Helderheidinstellen
De helderheid wordt automatisch aan het omj
gevingslicht aangepast.
De basisinstelling kan worden ingesteld. Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Helderheid"6.Controller draaien tot de gewenste helderj
heid bereikt is.7.Controller indrukken.
Bij ingeschakeld dimlicht kan de helderheid
van het Head-Up Display ook met behulp van de instrumentenverlichting worden aangepast.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Hoogteinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Hoogte"6.Controller draaien tot de gewenste hoogte is bereikt.7.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
Rotatieinstellen
Het beeld van het Head-Up Display kan om zijn
eigen as worden gedraaid.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Rotatie"6.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling bereikt is.7.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Zichtbaarheidvanhetdisplay
De zichtbaarheid van de weergaven in het
Head-Up Display wordt beïnvloed door de volj
gende factoren:
'yBepaalde stoelposities.'yVoorwerpen op de afdekking van het Head-Up Display.'yZonnebrillen met bepaalde polarisatiefiljters.'yNat wegdek.'yOngunstige lichtverhoudingen.
Als het beeld vervormd wordt weergegeven,de basisinstellingen door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Aanwijzingen voor het reinigen van het Head-
Up Display in acht nemen, zie pagina 276.
Specialevoorruit
De voorruit is een onderdeel van het systeem.
De vorm van de voorruit laat een nauwkeurige projectie toe.
Een folie in de voorruit voorkomt dat het beeld
dubbel wordt weergegeven.
Seite 115WeergavenBediening115
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 116 of 306

Daarom wordt dringend geadviseerd, de specijale voorruit indien nodig door een Service Partjner van de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist te laten
vervangen.
Voertuigstatus
Algemeen
Er kunnen voor enkele systemen de toestanj
den worden weergegeven of acties worden uitj gevoerd.
Voertuigstatusoproepen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"
Overzichtvandeinformatie
'y "Indicatie lekke band (RPA)": Status
van de bandenpechwaarschuwing, zie paj gina 131.'y "Bandenspanningscontrole": Status
van de bandenspanningscontrole, zie paj
gina 127.'yTerugzetten van de bandenspanningsconj
trole, zie pagina 128.'y "Motoroliepeil": Elektronische oliej
peilcontrole, zie pagina 249.'y "Check Control": Check-Control-melj
dingen worden op de achtergrond opgej slagen en kunnen op het Control Display
worden weergegeven. Weergave opgeslaj gen Check-Control-meldingen, zie paj
gina 104.'y "Servicebehoefte": Weergave van de
servicebehoefte, zie pagina 107.'y "Teleservice oproep": Teleservice Call.Seite 116BedieningWeergaven116
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 117 of 306

VerlichtingUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Overzicht Schakelaarsindeauto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het
stuurwiel.
SymboolFunctieMistachterlichtMistlampAutomatische verlichtingsregeling
Adaptieve bochtverlichtingSymboolFunctieLicht uit
DagrijlichtStadslichtDimlichtHandmatige koplampverstelling bij
halogeenkoplampenInstrumentenverlichting
Stads-,dim-enparkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
De buitenverlichting wordt automatisch uitgej
schakeld als bij uitgeschakeld contact het bej stuurdersportier wordt geopend.
Stadslicht
Schakelaarstand:

De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd inj geschakeld laten, anders wordt de accu ontlaj
den en kan de motor eventueel niet meer worj den gestart.
Voor het parkeren het eenzijdige parkeerlicht,
zie pagina 118, inschakelen.
Dimlicht
Schakelaarstand:

Het dimlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Seite 117VerlichtingBediening117
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 118 of 306

Parkeerlicht
Principe De stadslichten kunnen aan één zijde als parj
keerlicht worden ingeschakeld.
Inschakelen
Bij uitgeschakeld contact de hendel circa 2 sej
conden door het drukpunt heen naar boven of
naar beneden drukken.
Uitschakelen
De hendel in tegengestelde richting kort tot
het drukpunt drukken.
Begroetings-en
thuiskomverlichting
Begroetingsverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering worden sommige verlichtingsfuncties bij het ontgrendelen vande auto eventueel afhankelijk van de omgej
vingslichtsterkte kort ingeschakeld.
Inschakelen/uitschakelen Schakelaarstand:
,
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Begroetingsverlichting"
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Thuiskomverlichting
Algemeen
Dimlicht brandt nog een bepaalde tijd, als na het uitschakelen van de standby-modus van
de radio bij uitgeschakeld licht het lichtsignaal wordt geactiveerd.
Duurinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Thuiskomverl."6.Duur instellen.
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Automatische
verlichtingsregeling
Principe
Het dimlicht wordt afhankelijk van de omgej
vingslichtsterkte automatisch in- of uitgeschaj keld, bijvoorbeeld in een tunnel, bij schemering
of neerslag.
Algemeen
Een blauwe hemel met laagstaande zon kan tot inschakelen van de verlichting leiden.
Bij tunneluitritten overdag wordt het dimlichtniet direct, maar pas na circa 2 min uitgeschaj
keld.
Dimlicht blijft altijd ingeschakeld, zolang het mistlicht ingeschakeld is.
Seite 118BedieningVerlichting118
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 119 of 306

ActiverenSchakelaarstand:

Het controlelampje in het instrumentenpaneel
brandt bij ingeschakeld dimlicht.
Grenzenvanhetsysteem
Het inschatten van de verlichting valt, ondanks de automatische verlichtingsregeling, onder deverantwoording van de bestuurder.
De sensoren kunnen bijvoorbeeld mist of nej velig weer niet herkennen. In dergelijke situj
aties moet de verlichting handmatig worden inj
geschakeld om veiligheidsrisico's te
voorkomen.
Dagrijlicht Algemeen
Schakelaarstand:
,
Het dagrijlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Inschakelen/uitschakelen
In sommige landen is dagrijlicht verplicht, daarom kan dit licht mogelijk niet uitgezet worj
den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Adaptievebochtverlichting
Principe
De adaptieve bochtverlichting is een variabele koplampregeling, die een dynamische verlichj
ting van het wegdek mogelijk maakt.
Algemeen
Afhankelijk van de stuuruitslag en van andere
parameters volgt het koplamplicht het verloop van de weg.
Om het tegemoetkomend verkeer niet te verj blinden, draait de adaptieve bochtverlichtingbij stilstand niet naar de bestuurderszijde.
Als de koplampen worden veranderd, is de
adaptieve bochtverlichting eventueel slechts
beperkt beschikbaar.
Afhankelijk van de uitvoering bestaat de adapj
tieve bochtverlichting uit een of meer systej
men:'yVariabele lichtverdeling, zie pagina 119.'yHoekverlichting, zie pagina 119.
Activeren
Schakelaarstand:

De adaptieve bochtverlichting is bij draaiende motor actief.
Variabelelichtverdeling
Principe De variabele lichtverdeling maakt een nog bejtere verlichting van de weg mogelijk.
Algemeen
De lichtverdeling wordt automatisch aan de snelheid aangepast.
Stadslicht
Het verlichtingsbereik van het dimlicht wordt
uitgebreid aan de zijkanten.
Snelwegverlichting
De reikwijdte van het dimlicht wordt vergroot.
Hoekverlichting
In scherpe bochten, bijvoorbeeld haarspeldj
bochten, of bij het afslaan wordt tot een bej paald snelheidsbereik een hoekverlichting injgeschakeld dat de binnenbocht beter verlicht.
Seite 119VerlichtingBediening119
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 120 of 306

De hoekverlichting wordt afhankelijk van destuuruitslag of richtingaanwijzers automatisch
ingeschakeld.
Bij het achteruitrijden wordt de hoekverlichting
eventueel onafhankelijk van de stuuruitslag auj tomatisch ingeschakeld.
Handmatige
koplampverstelling
Algemeen
Bij halogeenkoplampen de lichtbundel van het
dimlicht handmatig aanpassen aan de wagenj
belasting om het tegemoetkomend verkeer niet te verblinden.
Instellingen De waarden na het / gelden bij het trekken van
een aanhangwagen.'y0/1  1 tot 2 personen zonder bagage.'y1/1  5 personen zonder bagage.'y1/2  5 personen met bagage.'y2/2  1 persoon, bagageruimte vol.
Adaptieve
koplampverstelling
De adaptieve koplampverstelling compenseert het optrekken en afremmen, om het tegemoetj
komend verkeer niet te verblinden en te zorgen
voor een optimale verlichting van de weg.
Grootlichtassistent Principe
De grootlichtassistent herkent vroegtijdig anj dere verkeersdeelnemers en schakelt afhankej
lijk van de verkeerssituatie het grootlicht autoj matisch in of uit.
Algemeen
De grootlichtassistent zorgt ervoor dat het
grootlicht wordt ingeschakeld als de verkeersj situatie dit toelaat. Bij lage snelheden wordt
het grootlicht door het systeem niet ingeschaj
keld.
Het systeem reageert op de verlichting van het
tegemoetkomende en voorliggende verkeer
alsook op voldoende verlichting in bijvoorbeeld de bebouwde kom.
Het grootlicht kan altijd zoals gewend worden in- en uitgeschakeld.
Bij een uitvoering met Selective Beam wordt
het grootlicht bij tegenliggers niet uitgeschaj
keld, maar worden alleen de gedeeltes uitgej
schakeld die het tegemoetkomend verkeer kunnen verblinden. In dit geval blijft het blauwe
controlelampje gewoon branden.
Als de koplampen worden veranderd, is de
grootlichtassistent eventueel slechts beperkt beschikbaar.
Inschakelen/uitschakelen
Schakelaarstand afhankelijk van de uitrusting:
,
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Bij ingeschakeld dimlicht brandt het
controlelampje in het instrumentenpaj
neel.
De verandering tussen dimlicht en grootlicht
wordt automatisch uitgevoerd.
Seite 120BedieningVerlichting120
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 310 next >