BMW X3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 51 of 306

erop letten dat het bewegingsgebied van de
achterklep vrij is.'

Page 52 of 306

Vanbuitenaf'yZonder comforttoegangssysteem: Auto
ontgrendelen.
Met comforttoegangssysteem: Auto ontj grendelen of afstandbediening meenemen.
Knop aan de buitenzijde van de achterklep
indrukken.'yToets van de afstandsbediening circa 1 seconde indrukken.
Bij stilstand wordt de achterklep automatischtot aan de ingestelde openingshoogte gejopend.
Vanbinnenuit Toets in het bestuurdersportier indrukj
ken.
Bij stilstand wordt de achterklep automatisch
tot aan de ingestelde openingshoogte gej opend.
Afbrekenvandeopeningscyclus
De openingscyclus onderbreekt in de volj
gende situaties:
'yAls de auto zich in beweging zet.'yDoor indrukken van de toets aan de binj nenzijde van de achterklep.'yDoor indrukken van de knop aan de binj
nenzijde van de achterklep.'yDoor het indrukken van de toets van de afj
standsbediening.'yDoor het indrukken van of trekken aan de schakelaar in het bestuurdersportier.Sluiten
Vanbuitenaf'yKnop aan de buitenzijde van de achterklep
indrukken.'yToets van de afstandsbediening ingedrukt houden tot de achterj
klep gesloten is.
Vanbinnenuit
Blijven drukken op de toets in het bej
stuurdersportier.
Voor deze functie moet de afstandsbediening
zich in het interieur bevinden.
Viadebinnenzijdevandeachterklep
Zonder comforttoegang:
Knop aan de binnenzijde van de achterklep inj
drukken.
Met comforttoegangssysteem:
'yToets aan de binnenzijde van de achterj klep indrukken, pijl 1.'yToets indrukken, pijl 2.Seite 52BedieningOpenenensluiten52
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 53 of 306

Het voertuig wordt vergrendeld zodra de
achterklep is gesloten. Hiervoor moet het bestuurdersportier gesloten zijn en de afj
standsbediening moet zich buiten de auto binnen het bereik van de achterklep bevinjden.
Afbrekenvandesluitcyclus
De sluitcyclus onderbreekt in de volgende situj
aties:
'yBij het abrupt wegrijden.'yDoor indrukken van de toets aan de binj nenzijde van de achterklep.'yDoor indrukken van de knop aan de binj
nenzijde van de achterklep.'yDoor het loslaten van de toets in het bej
stuurdersportier.'yDoor het loslaten van de toets van de afj
standsbediening.
Storing
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Bij het handmatig bedienen van een gej
blokkeerde achterklep kan deze onverwacht
loskomen uit de blokkering. Er bestaat kans op
letsel of schade. Geblokkeerde achterklep niet handmatig bedienen. Door een Service Partnervan de fabrikant of een andere gekwalificeerdeService Partner of specialist laten controlejren.'

Page 54 of 306

Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Zodat voor de bestuurder een passend bej
stuurdersprofiel kan worden ingesteld, moet de toewijzing van de herkende afstandsbediej
ning en bestuurder eenduidig zijn.
Het is eenduidig als aan de volgende voorj
waarden is voldaan:'yDe bestuurder draagt de afstandsbediej
ning bij zich.'yDe bestuurder ontgrendelt de auto.'yDe bestuurder stapt via de bestuurdersj portier in de auto.
Instellingen
De instellingen van de volgende systemen en
functies worden opgeslagen in het geactij
veerde profiel. De omvang van de instellingen die worden opgeslagen is afhankelijk van landen uitvoering.
'yOntgrendelen en vergrendelen.'yLicht.'yKlimaatregeling.'yRadio.'yInstrumentenpaneel.'yVoorkeuzetoetsen.'yVolume, klank.'yControl Display.'yNavigatie.'yTV.'yPark Distance Control PDC.'yAchteruitrijcamera.'ySide View.'yTop View.'yHead-Up Display.'yRijbelevingsschakelaar.'yPositie bestuurdersstoel, buitenspiegel,stuurwiel.'yIntelligent Safety.'yRijstrookwisselmelding.Profielbeheer
Bestuurdersprofielselecteren Ongeacht de momenteel gebruikte afstandsjbediening kan een ander bestuurdersprofielworden opgeroepen. Daardoor wordt oproejpen van de persoonlijke instellingen voor deauto mogelijk, ook als de auto niet met de eij
gen afstandsbediening is ontgrendeld.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."OK"'yDe in het opgeroepen bestuurdersprofiel
opgeslagen instellingen worden automaj
tisch uitgevoerd.'yHet opgeroepen bestuurdersprofiel wordt
toegewezen aan de momenteel gebruikte
afstandsbediening.'yAls het bestuurdersprofiel reeds aan een
andere afstandsbediening is toegewezen,
geldt dit bestuurdersprofiel voor beide afj
standsbedieningen.
Gastprofielgebruiken
Met het gastprofiel kunnen individuele insteljlingen worden uitgevoerd die in geen van dedrie persoonlijke bestuurdersprofielen zijn opj
geslagen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3."Gewoon gaan rijden (gast)"4."OK"
De naam van het gastprofiel kan niet worden
gewijzigd. Het wordt niet toegewezen aan de momenteel gebruikte afstandsbediening.
Seite 54BedieningOpenenensluiten54
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 55 of 306

BestuurdersprofielhernoemenOm te voorkomen dat de bestuurdersprofielen
worden verwisseld, kan aan het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel een persoonlijkenaam worden gegeven.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
De naam van het met dit symbool gej
markeerde bestuurdersprofiel kan worden
gewijzigd.
4."Naam bestuurdersprofiel wijzigen"5.Profielnaam invoeren.6. Symbool selecteren.
Bestuurdersprofielterugzetten
De instellingen van het momenteel gebruikte
bestuurdersprofiel worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden teruggezet.
4."Bestuurdersprofiel terugzetten"5."OK"
Bestuurdersprofielexporteren
De meeste instellingen van het momenteel gej bruikte bestuurdersprofiel kunnen worden gejexporteerd.
Het exporteren kan handig zijn bij het opslaan
en herstellen van persoonlijke instellingen, bijj voorbeeld voor een verblijf in de werkplaats.De opgeslagen bestuurdersprofielen kunnenworden meegenomen naar een andere auto.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden ge

Page 56 of 306

Bestuurdersprofielenbijstart
weergeven
De bestuurdersprofielen kunnen bij elke start
worden weergegeven om het gewenste profiel te kunnen selecteren.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3."Best.profielen bij start tonen"
Grenzenvanhetsysteem
Een eenduidige toewijzing van de afstandsbej
diening en bestuurder is bijvoorbeeld in de onj
derstaande gevallen niet altijd mogelijk.
'yDe passagier ontgrendelt de auto met zijn
afstandsbediening, maar er rijdt iemand
anders.'yDe bestuurder ontgrendelt de auto via de comforttoegang en heeft tevens meerdereafstandsbedieningen bij zich.'yBij wisselen van bestuurder zonder dat de
auto ont- en vergrendelt wordt.'yAls er zich meerdere afstandsbedieningen
aan in buitenzone van de auto bevinden.
Instellingen
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering zijn verschillende instellingen voor het openen en sluiten mogelijk.
De instellingen worden opgeslagen voor het
momenteel gebruikte bestuurdersprofiel, zie pagina 53.
Ontgrendelen
Portieren
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Bestuurdersportier" of "Alle
portieren"5.Gewenste instelling selecteren:'y"Bestuurdersportier"
Alleen het bestuurdersportier en de
klep van de tankdop worden ontgrenj deld. Bij het opnieuw indrukken wordt
de gehele auto ontgrendeld.'y"Alle portieren"
Gehele auto wordt ontgrendeld.
Achterklep Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering
wordt deze instelling mogelijk niet aangeboj den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Achterklep" of "Achterklep
en portier(en)"5.Gewenste instelling selecteren:'y"Achterklep"
Afhankelijk van de uitvoering wordt de
achterklep ontgrendeld of geopend.'y"Achterklep en portier(en)"
Afhankelijk van de uitvoering wordt de
achterklep ontgrendeld of geopend en
de portieren worden ontgrendeld.Seite 56BedieningOpenenensluiten56
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 57 of 306

Bevestigingssignalenvandeauto
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Knipperen bij ver-/ontgrendelen"
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen
door eenmaal knipperen.
Automatischvergrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4.Gewenste instelling selecteren:'y"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto autoj
matisch vergrendeld als na het ontj
grendelen geen portier wordt geopend.'y"Vergrendelen bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch vergrendeld.
Automatischontgrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Na einde van de rit ontgrendelen"
Na het uitschakelen van de motor door het
indrukken van de start-stop-toets wordt de
vergrendelde auto automatisch ontgrenj deld.
Laatstestoel-enspiegelpositie
instellen
Bij het ontgrendelen van de auto worden de
laatst ingestelde standen van bestuurdersstoel
en buitenspiegels ingesteld.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Voor met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan de instelling worden uitgevoerd.
4."Laatst opgeslagen stoelpositie"
Alarminstallatie
Algemeen
De alarminstallatie reageert bij een vergrenj
delde auto op de volgende veranderingen:
'yOnbevoegd openen van een portier, de motorkap of de achterklep.'yBewegingen in het interieur.'yVeranderen van de hellingshoek van de
auto, bijvoorbeeld bij een poging van diefj stal van de wielen of bij het wegslepen.'yOnderbreking van de accuspanning.
Deze veranderingen signaleert de alarminstaljlatie optisch en akoestisch:
'yAkoestisch alarm.
Afhankelijk van de wettelijke bepalingen
wordt het akoestische alarm eventueel onj derdrukt.'yInschakelen van de waarschuwingsknipjperlichtinstallatie.
In-enuitschakelen
Tegelijkertijd wordt met het ontgrendelen en vergrendelen van de auto via de afstandsbejdiening of via het comforttoegangssysteem de
alarminstallatie in- en uitgeschakeld.
Portierenopenenbijingeschakelde
alarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
een portier, als deze met de geïntegreerde
sleutel via het portierslot is ontgrendeld.
Seite 57OpenenensluitenBediening57
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 58 of 306

Alarm be

Page 59 of 306

Bij meegevoerde afstandsbediening porj
tiergreep van het bestuurders- of passaj
giersportier volledig omvatten.
Ruitbediening
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij de bediening van de ruiten kunnen lij
chaamsdelen of voorwerpen worden ingej
klemd. Er bestaat kans op letsel of schade. Bij
het openen en sluiten erop letten dat het bej
wegingsgebied van de ruiten vrij is.'

Page 60 of 306

Inklembeveiliging
Algemeen
Overtreft de sluitkracht bij het sluiten van een
ruit een bepaalde waarde, dan wordt het sluij ten onderbroken.
De ruit wordt een beetje geopend.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Accessoires op de ruiten, bijvoorbeeld
antennes, kunnen de inklembeveiliging nadelig
beïnvloeden. Er bestaat kans op letsel. Geen
accessoires in het bewegingsgebied van de
ruiten bevestigen.'

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 310 next >