BMW X3 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 181 of 414

observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht
Radarsensoren
Deradarsensorenbevindenzichindebumpers.
Voorbumpermidden.
Voorbumperzijkant.
Achterbumper.
Bumperbijderadarsensorenschoonenvrijhouj den.
Camera
Decamerabevindtzichbijdebinnenspiegel. Voorruitvoordebinnenspiegelschoonenvrij
houden.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'xBotsingswaarschuwingmetremfunctie,zie
pagina 176,isingeschakeld.'xDesensorenherkennenvoldoendevrije
ruimteronddeauto.
In-/uitschakelen
Hetsysteemwordtbijvertrekautomatischgeacj
tiveerd.
Seite181VeiligheidBEDIENING181
OnlineEditionforPartno.01405A10E74-VI/20

Page 182 of 414

Waarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Alsereenbotsingmeteenwaargenomenander
voertuigdreigt,wordtinhetinstrumentenpaneel
eninhetHead-UpDisplayeenwaarschuwingsj
symboolweergegeven.SymboolMaatregelSymboolbrandtrood:vooralarm.
Remmenenafstandvergroten.Symboolknippertroodenerklinkt
eensignaal:acutewaarschuwing.
Remmenenevt.uitwijken.
Acutewaarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Eenacutewaarschuwingwordtgegevenbijdij
rectbotsingsgevaaralsdeautometeenrelatief
grootsnelheidsverschileenanderobjectnadert.
Bijeenacutewaarschuwingzelfingrijpen.Bij botsgevaarwordtdeuitwijkmanouevrevande
bestuurderondersteunddoorhetsysteem.
Eenacutewaarschuwingkanookzondervoorafj
gaandvooralarmwordengeactiveerd.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Detectiegebied
Hetdetectievermogenvanhetsysteemisbej
perkt.
Daaromkanhetgebeurendatdesysteemreacj
tiesnietoftelaatplaatsvinden.
Hetvolgendewordtbijvoorbeeldmogelijkerwijs
nietherkend:'xLangzaamvoertuigbijhetnaderenmethoge
snelheid.'xPlotselinginvoegendeofsterkafremmende
voertuigen.'xVoertuigenmetongebruikelijkeachterzijde.'xVooroprijdendetweewielers.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xBijdichtemistenhevigeregenofsneeuwval.'xInscherpebochten.'xBijbeperkingofdeactiveringvanderijstabilij
teitsregelsystemen,bijvoorbeeldDSCOFF.'xWanneerhetgezichtsveldvandecameraof
devoorruitrondomdebinnenspiegelvervuild
ofafgedektis.'xAlsdecameravanwegetehogetemperatuj renoververhitentijdelijkuitgeschakeldis.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.'xTijdensdekalibratieprocedurevandecamera
directnaafleveringvandeauto.'xBijaanhoudendeverblindendewerkingdoor
tegenlicht,bijvoorbeelddoorlaaghangende zon.'xAfhankelijkvandeuitrusting:bijvervuildeofafgedekteradarsensoren.'xAfhankelijkvandeuitrusting:naondeskundiguitgevoerdewerkzaamhedenaandelakvan
deautoinhetbereikvanderadarsensoren.
Hetaanbrengenvanvoorwerpen,bijv.stickersof
folie,inhetstraalbereikvanderadarsensorleidt
Seite182BEDIENINGVeiligheid182
OnlineEditionforPartno.01405A10E74-VI/20

Page 183 of 414

eveneenstoteenbe

Page 184 of 414

IntelligentSafety
Camera
Decamerabevindtzichbijdebinnenspiegel. Voorruitvoordebinnenspiegelschoonenvrij
houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Hetsysteemwordtbijvertrekautomatischgeacj
tiveerd.
Handmatigin-/uitschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej
slagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurj
dersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet
menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctieswordenbasisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave Ophetinstrumentenpaneelenevt.opdeHead-
UpDisplaywordteenwaarschuwingssymbool weergegevenwanneereenbotstingmeteenherkendepersoondreigt.
Roodsymboolwordtweergegevenener
klinkteensignaal.
Afhankelijkvandeuitvoeringbrandtals alternatiefeenrodegevarendriehoekin
hetinstrumentenpaneel.
Directzelfingrijpendoorremmenofuitwijken.
Remingreep
Dewaarschuwingiseendringendverzoekom
zelfintegrijpen.Tijdenseenwaarschuwing wordt,bijhetbedienenvanderem,demaximaleremkrachttoegepast.Voorwaardevoordeonj
Seite184BEDIENINGVeiligheid184
OnlineEditionforPartno.01405A10E74-VI/20

Page 185 of 414

dersteuningvanderembekrachtigingishetvolj
doendesnelenkrachtigintrappenvanhetremj pedaal.
Daarnaastkanhetsysteembijbotsingsgevaar
ondersteuningbiedendooreenremingreep.
Deautokanbijlagesnelheidafgeremdworden
totstilstand.
Deremingreepkandoorhetintrappenvanhet
gaspedaalofdooreenactievestuurbeweging wordenafgebroken.
Hetherkennenvanobjectenkanbeperktzijn.
Houdrekeningmetdegrenzenvanhetdetectiej
gebiedendefunctionelebeperkingen.
Grenzenvanhetsysteem Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Detectiegebied
Hetdetectievermogenvandecameraisbeperkt.
Daaromkanhetgebeurendaternietoftelaat
wordtgewaarschuwd.
Hetvolgendewordtbijvoorbeeldmogelijkerwijs nietherkend:
'xDeelsniet-zichtbarevoetgangers.'xVoetgangersdiewegensdegezichtshoekof
contournietalszodanigherkendworden.'xVoetgangersbuitenhetdetectiegebied.'xVoetgangerskleinerdancirca80cm.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xBijdichtemistenhevigeregenofsneeuwval.'xInscherpebochten.'xBijdeactiveringvanderijstabiliteitsregelsysj temen,bijvoorbeeldDSCOFF.'xWanneerhetgezichtsveldvandecameraof
devoorruitrondomdebinnenspiegelvervuild
ofafgedektis.'xAlsdecameravanwegetehogetemperatuj renoververhitentijdelijkuitgeschakeldis.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.'xTijdensdekalibratieprocedurevandecamera
directnaafleveringvandeauto.'xBijaanhoudendeverblindendewerkingdoor
tegenlicht,bijvoorbeelddoorlaaghangende zon.'xInhetdonker.
LaneDepartureWarning
Principe
DeLaneDepartureWarningwaarschuwtalsde autoopwegenmetrijbaanbegrenzingslijnenophetpuntstaatomderijstrookteverlaten.
Algemeen
Ditsysteemmetcamerawaarschuwtvanafeen minimumsnelheid.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Waarschuwingenwordenviatrillingeninhet stuurgegeven.Desterktevandestuurtrillingenkanwordeningesteld.
Hetmomentvandezewaarschuwingkanafhanj
kelijkvandeactuelerijsituatievariëren.
Hetsysteemwaarschuwtnietwanneervoorhet verlatenvanderijstrookrichtingwordtaangegejven.
Autossmetwaarschuwingvooreenaanrijding vanopzij:alsinhetsnelheidsbereiktot210km/h
Seite185VeiligheidBEDIENING185
OnlineEditionforPartno.01405A10E74-VI/20

Page 186 of 414

eenrijbaanbegrenzingslijnwordtoverschreden,
dangrijpthetsysteemnaastdetrillingindoor
eenkorteactievestuuringreep.Hetsysteemonj dersteuntdebestuurderomdeautobinnende
rijbaantehouden.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomhetwegverloopende
verkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaat gevaarvoorongevallen.Rijstijlaandeverkeersj
situatieaanpassen.Verkeerssituatieobserveren enindebetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Bijwaarschuwingenhetstuurwielnietonnodig heftigbewegen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemj
beperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Derijbaanbegrenzingslijnenmoetendoordecaj
meraherkendwordenomdeLaneDeparture Warningteactiveren.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Camera
Decamerabevindtzichbijdebinnenspiegel. Voorruitvoordebinnenspiegelschoonenvrij
houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen DeLaneDepartureWarningwordtopnieuwaujtomatischgeactiveerdnahetvertrek,alsde
functiebijbeëindigingvandelaatsteeinderitinj geschakeldwas.
Handmatigin-/uitschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
Seite186BEDIENINGVeiligheid186
OnlineEditionforPartno.01405A10E74-VI/20

Page 187 of 414

AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej slagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurj
dersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet
menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Frequentievandewaarschuwingen
instellen
ViaiDrive:
1.Mijnauto2.Autoinstellingen3.IntelligentSafety4.Rijstr.verlatenwaarsch.5.Gewensteinstellingselecteren.'xAltijd:hetsysteemwaarschuwtiniedere
gevaarlijkesituatie.'xBeperkt:afhankelijkvandesituatieworj denbepaaldewaarschuwingenonderj
drukt,bijvoorbeeldbijhetinhalenzonder richtingaantegevenofbijhetbewustrijj
denoverrijstrookmarkeringeninbochten.'xUit:ervindengeenwaarschuwingen
plaats.
Degekozeninstellingwordtopgeslagenvoorhet momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
ViaiDrive:
1.Mijnauto2.Autoinstellingen3.Stuurwielvibratie4.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtovergenomenvooralleIntellij
gentSafety-systemenenopgeslagenvoorhet
momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Voertuigenmet
zijbotsingswaarschuwing:
stuuringreepin-/uitschakelen
Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj denin-enuitgeschakeld.
ViaiDrive:
1.Mijnauto2.Autoinstellingen3.IntelligentSafety4.Stuuringreep
Degekozeninstellingwordtopgeslagenvoorhet momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Seite187VeiligheidBEDIENING187
OnlineEditionforPartno.01405A10E74-VI/20

Page 188 of 414

Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Hetsymboolbrandtgroen:tenminste
éénrijbaanbegrenzingslijnwerdherkend
enwaarschuwenismogelijk.
Waarschuwingsfunctie Bijhetverlatenvanderijbaan
Alsdeautohetrijvakverlaatenalsereenrijstj
rookmarkeringwordtherkend,trilthetstuurafj
hankelijkvandeinstellingvandestuurtrilling.
Alsvoorhetveranderenvanrijbaanderichtingjaanwijzerwordtingeschakeld,wordtergeen
waarschuwinggegeven.
Metzijbotsingswaarschuwing Alsinhetsnelheidsbereiktot210km/heenrijj
baanbegrenzingslijnwordtoverschreden,dan
grijpthetsysteemnaastdetrillingindooreen
korteactievestuuringreep.Destuuringreephelpt
deautobinnenderijbaantehouden.Destuurinj
greepisinhetstuurwielvoelbaarenkanopelk
momenthandmatigoverstuurdworden.
Waarschuwingsgeluid
Afhankelijkvandeuitrusting:alshetsysteem
binnen3minutenmeermaalsactiefmoetingrijj
penindebesturingzonderdatdebestuurderhet
stuuroverneemt,klinktereenwaarschuwingsgej
luid.Bijde2estuuringreepklinktereenkort
waarschuwingsgeluid.Vanafde3eingreepklinkt
ereenlangerwaarschuwingsgeluid.
BovendienwordteenCheck-Control-melding
weergegeven.
WaarschuwingsgeluidenCheck-Control-melj dinggebiedendebestuurderombeteropde rijstrookteletten.Bijhetrijdenmeteen
aanhangwagen
Bijeenbezetteaanhangwagencontactdoos,bijj
voorbeeldbijhetrijdenmeteenaanhangwagen
offietsendrager,vindtgeenstuuringreepplaats.
Onderbrekingvandewaarschuwing
Dewaarschuwingwordtbijv.indevolgendesituj atiesgeannuleerd:'xAutomatischnacirca3seconden.'xBijterugkeernaardeeigenrijbaan.'xBijkrachtigremmen.'xBijrichtingaangeven.'xAlsdeDynamischeStabiliteitscontroleDSC
regelt.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj geren.Erbestaatkansopeenongevalofschade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xBijdichtemistenhevigeregenofsneeuwval.'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtj bare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkebegrenzingslijnenzoalsbijvoorbeeldbij
wegwerkzaamheden.'xAlsbegrenzingslijnendoorsneeuw,ijs,vuilof
waterbedektzijn.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xAlsdebegrenzingslijnennietwitzijn.Seite188BEDIENINGVeiligheid188
OnlineEditionforPartno.01405A10E74-VI/20

Page 189 of 414

'xAlsdebegrenzingslijnendoorobjectenbej
dektzijn.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijj den.'xBijaanhoudendeverblindendewerkingdoor
tegenlicht,bijvoorbeelddoorlaaghangende zon.'xWanneerhetgezichtsveldvandecameraof
devoorruitrondomdebinnenspiegelvervuild
ofafgedektis.'xAlsdecameravanwegetehogetemperatuj renoververhitentijdelijkuitgeschakeldis.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.'xTijdensdekalibratieprocedurevandecamera
directnaafleveringvandeauto.
Alsdewerkingisbeperkt,wordteenCheck- Control-meldingweergegeven.
Rijstrookwisselmelding
Principe Derijstrookwisselmeldingherkentvoertuigenin
dedodehoekofwanneervoertuigenopde
naastgelegenrijstrookvanachterennaderen.In
dezesituatieswordteenwaarschuwinginverj
schillendefasesgegeven.
Algemeen
Tweeradarsensorenindeachterbumperbewaj kenvanafeenminimumsnelheidhetgebiedachjterennaastdeauto.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Hetsysteemlaatzienwanneerzichvoertuigenin dedodehoekbevinden,pijl1,ofopdenaastgej
legenrijstrookvanachterennaderen,pijl2.
Hetlampjeindebuitenspiegelgaatgedimd
branden.
Bijveranderenvanrijbaanmetingeschakelde richtingaanwijzerwaarschuwthetsysteeminde eerdergenoemdesituaties.
Hetlampjeindebuitenspiegelknippertenhet stuurwieltrilt.
Auto'smetwaarschuwingvooreenaanrijding vanopzij:bijsnelhedentussen70km/hen
210km/hkanhetsysteemmeteenkorteactieve stuuringreepingrijpenenzohelpenomdeauto
binnenderijbaantehouden.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Seite189VeiligheidBEDIENING189
OnlineEditionforPartno.01405A10E74-VI/20

Page 190 of 414

OverzichtToetsindeauto
IntelligentSafety
Radarsensoren
Deradarsensorenbevindenzichindeachterj bumper.
Bumperbijderadarsensorenschoonenvrijhouj den.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Dewaarschuwingrijbaanwisselenwordtopj
nieuwautomatischgeactiveerdnahetvertrek,
alsdefunctiebijbeëindigenvandelaatsteritinj
geschakeldwas.
Handmatigin-/uitschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej slagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurj
dersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet
menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
ViaiDrive:
1.Mijnauto2.Autoinstellingen3.IntelligentSafetySeite190BEDIENINGVeiligheid190
OnlineEditionforPartno.01405A10E74-VI/20

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 420 next >