BMW X3 M 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 191 of 394

SymboolMaatregelSymboolbrandtrood:voorwaarj
schuwing.
Remmenenafstandvergroten.Symboolknippertroodenerklinkt
eensignaal:acutewaarschuwing.
Remmenenevt.uitwijken.
Acutewaarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Eenacutewaarschuwingwordtgegevenbijdij
rectbotsingsgevaaralsdeautometeenrelatief
grootsnelheidsverschileenanderobjectnadert.
Bijeenacutewaarschuwingzelfingrijpen.Bij botsgevaarwordtdeuitwijkmanouevrevande
bestuurderondersteunddoorhetsysteem.
Eenacutewaarschuwingkanookzondervoorafj
gaandvooralarmwordengeactiveerd.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Detectiegebied
Hetdetectievermogenvanhetsysteemisbej perkt.
Erwordtalleenrekeninggehoudenmetvoorwerj
pendiehetsysteemkanherkennen.
Daaromkanhetgebeurendatdesysteemreacj
tiesnietoftelaatplaatsvinden.
Hetvolgendewordtbijvoorbeeldmogelijkerwijs
nietherkend:
'xLangzaamvoertuigbijhetnaderenmethoge
snelheid.'xPlotselinginvoegendeofsterkafremmende
voertuigen.'xVoertuigenmetongebruikelijkeachterzijde.'xVooroprijdendetweewielers.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 43.'xRadarsensoren,ziepagina 44.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xInscherpebochten.'xBijbeperkingofdeactiveringvanderijstabilij
teitsregelsystemen,bijvoorbeeldDSCOFF.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.Seite191VeiligheidBEDIENING191
OnlineEditionforPartno.01405A1F583-X/20

Page 192 of 394

PedestrianWarningmetCity-remfunctie
Principe
Hetsysteemkanhelpenomongevallenmet voetgangerstevoorkomen.Hetsysteemwaarj
schuwtbinnendebebouwdekomvoormogelijk
botsingsgevaarmetvoetgangersenondersteunt eenremfunctie.
Algemeen
Sensorenregistrerendeverkeerssituatie.
Hetsysteemisbijsnelhedentussencirca5km/h encirca65km/hactief.
Daarbijwordtgeletoppersonendiezichinhet
detectiegebiedvanhetsysteembevinden.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden
endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Er
bestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet
vanuweigenverantwoording.Doorsysteemj
beperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin
debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
WAARSCHUWING
Systeembeperkingenkunnenbijhetaan-/
wegslepenmetgeactiveerdeIntelligentSafety-
systemenleidentotverkeerdgedragvandeafj
zonderlijkefuncties.Erbestaatgevaarvooronj gevallen.Voorhetslepen/wegslepenalle
IntelligentSafety-systemenuitschakelen.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
Seite192BEDIENINGVeiligheid192
OnlineEditionforPartno.01405A1F583-X/20

Page 193 of 394

Detectiegebied
Hetdetectiegebiedvoordeautobestaatuittweedelen:
'xCentraalgebied,pijl1,directv

Page 194 of 394

wordt,bijhetbedienenvanderem,demaximaleremkrachttoegepast.Voorwaardevoordeonjdersteuningvanderembekrachtigingishetvolj
doendesnelenkrachtigintrappenvanhetremj
pedaal.
Daarnaastkanhetsysteembijbotsingsgevaar
ondersteuningbiedendooreenremingreep.
Deautokanbijlagesnelheidafgeremdworden
totstilstand.
Deremingreepkandoorhetintrappenvanhet
rijpedaalofdooreenactievestuurbewegingworj denafgebroken.
Hetherkennenvanobjectenkanbeperktzijn.
Houdrekeningmetdegrenzenvanhetdetectiej
gebiedendefunctionelebeperkingen.
Grenzenvanhetsysteem Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Detectiegebied
Hetdetectievermogenvanhetsysteemisbejperkt.
Daaromkanhetgebeurendaternietoftelaat
wordtgewaarschuwd.
Hetvolgendewordtbijvoorbeeldmogelijkerwijs
nietherkend:
'xDeelsniet-zichtbarevoetgangers.'xVoetgangersdiewegensdegezichtshoekof
contournietalszodanigherkendworden.'xVoetgangersbuitenhetdetectiegebied.'xVoetgangerskleinerdancirca80cm.Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:'xCamerass,ziepagina 43.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktofnietbeschikbaarzijn:
'xBijdeactiveringvanderijstabiliteitsregelsysj temen,bijvoorbeeldDSCOFF.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
LaneDepartureWarning
Principe
DeLaneDepartureWarningwaarschuwtalsde autoopwegenmetrijbaanbegrenzingslijnenophetpuntstaatomderijstrookteverlaten.
Algemeen
Ditsysteemmetcamerawaarschuwtvanafeen minimumsnelheid.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Waarschuwingenwordenviatrillingeninhet stuurgegeven.Desterktevandestuurtrillingenkanwordeningesteld.
Hetmomentvandezewaarschuwingkanafhanj
kelijkvandeactuelerijsituatievariëren.
Hetsysteemwaarschuwtnietwanneervoorhet verlatenvanderijstrookrichtingwordtaangegejven.
Autossmetwaarschuwingvooreenaanrijding vanopzij:alsinhetsnelheidsbereiktot210km/u
eenrijbaanbegrenzingslijnwordtoverschreden,
dangrijpthetsysteemnaastdetrillingindoor
eenkorteactievestuuringreep.Hetsysteemonj
dersteuntdebestuurderomdeautobinnende
rijbaantehouden.
Seite194BEDIENINGVeiligheid194
OnlineEditionforPartno.01405A1F583-X/20

Page 195 of 394

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomhetwegverloopende
verkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaat gevaarvoorongevallen.Rijstijlaandeverkeersj
situatieaanpassen.Verkeerssituatieobserveren enindebetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Bijwaarschuwingenhetstuurwielnietonnodig
heftigbewegen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Derijbaanbegrenzingslijnenmoetendoordecaj
meraherkendwordenomdeLaneDeparture Warningteactiveren.
Overzicht Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen Automatischinschakelen DeLaneDepartureWarningwordtopnieuwaujtomatischgeactiveerdnahetvertrek,alsdefunctiebijbeëindigingvandelaatsteeinderitinjgeschakeldwas.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemenafzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej slagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurj
dersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet
menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden
basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
Seite195VeiligheidBEDIENING195
OnlineEditionforPartno.01405A1F583-X/20

Page 196 of 394

EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnennietafzonderlijkuitgeschakeldworden.
Manueeluitschakelen Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuw.6.Gewensteinstellingselecteren:'xAltijd:hetsysteemwaarschuwtiniedere
gevaarlijkesituatie.'xBeperkt:afhankelijkvandesituatieworj denbepaaldewaarschuwingenonderj
drukt,bijvoorbeeldbijhetinhalenzonder richtingaantegevenofbijhetbewustrijj
denoverrijlijneninbochten.'xUit:ervindengeenwaarschuwingen
plaats.
Degekozeninstellingwordtopgeslagenvoorhet momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtovergenomenvooralleIntellij
gentSafety-systemenenopgeslagenvoorhet
momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Autossmetwaarschuwingvooreen
aanrijdingvanopzij:stuuringreepin-
ofuitschakelen
Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj
denin-enuitgeschakeld.
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuw.6.Stuuringreep
Degekozeninstellingwordtopgeslagenvoorhet momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Weergaveinhet instrumentenpaneel
Hetsymboolbrandtgroen:tenminste
éénrijbaanbegrenzingslijnwerdherkend
enwaarschuwenismogelijk.
Waarschuwingsfunctie
Bijhetverlatenvanderijbaan
Alsdeautohetrijvakverlaatenalsereenrijstj
rookmarkeringwordtherkend,trilthetstuurafj
hankelijkvandeinstellingvandestuurtrilling.
Seite196BEDIENINGVeiligheid196
OnlineEditionforPartno.01405A1F583-X/20

Page 197 of 394

Alsvoorhetveranderenvanrijbaanderichtingjaanwijzerwordtingeschakeld,wordtergeen
waarschuwinggegeven.
Metwaarschuwingvooreen
aanrijdingvanopzij
Wordtinhetsnelheidsbereiktot210km/heen
rijbaanbegrenzingslijnoverschreden,dangrijpt
hetsysteemnaastdetrillingindooreenkorte
actievestuuringreep.Destuuringreephelptde
autobinnenderijbaantehouden.Destuurinj
greepisinhetstuurwielvoelbaarenkanopelk
momenthandmatigoverstuurdworden.
Waarschuwingsgeluid
Afhankelijkvandeuitrusting:alshetsysteem
binnen3minutenmeermaalsactiefmoetingrijj penindebesturingzonderdatdebestuurderhetstuuroverneemt,klinktereenwaarschuwingsgej
luid.Bijde2estuuringreepklinktereenkort waarschuwingsgeluid.Vanafde3eingreepklinktereenlangerwaarschuwingsgeluid.
BovendienwordteenCheck-Control-melding
weergegeven.
WaarschuwingsgeluidenCheck-Control-melj dinggebiedendebestuurderombeteropde rijstrookteletten.
Bijhetrijdenmeteen
aanhangwagen
Alshetstopcontactvandeaanhangwageningejbruikisofdeaanhangwagenmodusisgeactij
veerd,bijvoorbeeldalsereenaanhangwagenof
fietsendragerisaangekoppeld,vindtgeenstuurj ingreepplaats.
Onderbrekingvandewaarschuwing Dewaarschuwingwordtbijv.indevolgendesitujatiesgeannuleerd:'xAutomatischnacirca3seconden.'xBijterugkeernaardeeigenrijbaan.'xBijkrachtigremmen.'xBijrichtingaangeven.'xAlsdeDynamischeStabiliteitscontroleDSC
regelt.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalofschade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 43.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtj bare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkebegrenzingslijnenzoalsbijvoorbeeldbij
wegwerkzaamheden.'xAlsbegrenzingslijnendoorsneeuw,ijs,vuilof
waterbedektzijn.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xAlsdebegrenzingslijnennietwitzijn.'xAlsdebegrenzingslijnendoorobjectenbej
dektzijn.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijj den.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordtereventueel
eenCheck-Control-meldingweergegeven.
Seite197VeiligheidBEDIENING197
OnlineEditionforPartno.01405A1F583-X/20

Page 198 of 394

Rijstrookwisselmelding
PrincipeDerijstrookwisselmeldingherkentvoertuigenin
dedodehoekofwanneervoertuigenopde naastgelegenrijstrookvanachterennaderen.Indezesituatieswordteenwaarschuwinginverj
schillendefasesgegeven.
Algemeen
Radarsensorenbewakenvanafeenminimumj
snelheidhetgebiedachterennaasthetvoertuig.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Hetsysteemlaatzienwanneerzichvoertuigenin dedodehoekbevinden,pijl1,ofopdenaastgej
legenrijstrookvanachterennaderen,pijl2.
Hetlampjeindebuitenspiegelgaatgedimd
branden.
Bijveranderenvanrijbaanmetingeschakelde
richtingaanwijzerwaarschuwthetsysteeminde
eerdergenoemdesituaties.
Hetlampjeindebuitenspiegelknippertenhet
stuurwieltrilt.
Auto'smetwaarschuwingvooreenaanrijding
vanopzij:bijsnelhedentussen70km/hen
210km/hkanhetsysteemmeteenkorteactieve
stuuringreepingrijpenenzohelpenomdeauto
binnenderijbaantehouden.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Seite198BEDIENINGVeiligheid198
OnlineEditionforPartno.01405A1F583-X/20

Page 199 of 394

Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina43.
In-/uitschakelen Automatischinschakelen Dewaarschuwingrijbaanwisselenwordtopjnieuwautomatischgeactiveerdnahetvertrek,
alsdefunctiebijbeëindigenvandelaatsteritinj geschakeldwas.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemenafzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej slagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurj
dersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet
menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden
basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Manueeluitschakelen Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Inhaalwaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xLaat'xUit:bijdezeinstellingwordtergeen waarschuwinggegeven.
Deinstellingwordtopgeslagenvoorhetmomenj
teelgebruiktebestuurdersprofiel.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtovergenomenvooralleIntellij
gentSafety-systemenenopgeslagenvoorhet
momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Seite199VeiligheidBEDIENING199
OnlineEditionforPartno.01405A1F583-X/20

Page 200 of 394

Auto'smetwaarschuwingvooreen
aanrijdingvanopzij:stuuringreepin-
ofuitschakelen
Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj
denin-enuitgeschakeld.1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Inhaalwaarschuwing6.Stuuringreep
Deinstellingwordtopgeslagenvoorhetmomenj
teelgebruiktebestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie
Lampjeinbuitenspiegel
Vooralarm
Hetgedimdelampjeindebuitenspiegelgeeft
aandatzichvoertuigenindedodehoekbevinj
denofvanachterennaderen.
Acutewaarschuwing
Alsderichtingaanwijzerwordtingeschakeldterj wijlerzicheenautoinhetkritiekegebiedbej
vindt,gaathetstuurwielkorttrillenenbeginthet
lampjeindebuitenspiegelfelteknipperen.
Dewaarschuwingwordtbeëindigdwanneerde
andereautohetkritiekegebiedheeftverlatenof
wanneerderichtingaanwijzerwerduitgeschaj
keld.
Auto'smetwaarschuwingsysteem
voorzijdelingseaanrijdingen
Alsbijsnelhedentussen70km/hen210km/h nietophettrillenvanhetstuurwielgereageerdwordtenoverderijbaanbegrenzingslijngeredenwordt,grijpthetsysteemdooreenkorteactievestuuringreepin.Destuuringreephelptdeautonaarderijbaanterugtebrengen.Destuurinjgreepisinhetstuurwielvoelbaarenkanopelk
momenthandmatigoverstuurdworden.
Opflitsenvanhetlampje Hetopflitsenvanhetlampjebijhetontgrendelen
vandeautodientvoordezelftestvanhetsysj teem.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreajgeren.Erbestaatkansopeenongevalofschade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactiefingrijpen.
Bovenstesnelheidsgrens
Bijsnelhedenbovencirca250km/hwordthetsysteemtijdelijkgedeactiveerd.
Bijsnelhedenonderongeveer250km/hreageert
hetsysteemweerzoalsingesteld.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xRadarsensoren,ziepagina 44.'xBijvoertuigenmetzijdelingsebotsingwaarj
schuwing:camerass,ziepagina 43.Seite200BEDIENINGVeiligheid200
OnlineEditionforPartno.01405A1F583-X/20

Page:   < prev 1-10 ... 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 ... 400 next >