BMW X4 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 91 of 302

Uitgeklaptestandvande
ruitenwissers
Principe In de opklapstand kunnen de wissers van devoorruit worden opgeklapt.
Algemeen
Belangrijk voor bijvoorbeeld het vervangen van
de wisserbladen of voor het uitklappen bij
vorst.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Als de wissers zich in beweging zetten
wanneer ze uitgeklapt zijn, kunnen lichaamsj delen worden ingeklemd of delen van de auto
worden beschadigd. Er bestaat kans op letsel
of schade. Erop letten dat het contact is afgej
zet als de wissers worden opgeklapt en dat de
wissers bij het inschakelen zijn neergeklapt.'

Page 92 of 302

van ontstekingsbronnen houden. Bedrijfsstofj
fen niet in andere flessen overgieten. Bedrijfsj stoffen buiten het bereik van kinderen bewajren.'

Page 93 of 302

bewegen en de achteruitversnelling inschakejlen door een schakelbeweging naar voren.
Steptronicversnellingsbak
Principe
De Steptronic versnellingsbak combineert de
functies van een automatische transmissie met de mogelijkheid om indien gewenst handmatig
te schakelen.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in bej
weging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. De auto voor het verlaten tej
gen wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:'yParkeerrem bedienen.'yOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'yOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv. met een wielkeg.'

Page 94 of 302

'yHet abusievelijk vanuit keuzehendelj
stand P naar een andere keuzehendelstand
schakelen.1.Voor het opheffen van de keuzehendelj blokkering de toets indrukken en ingedrukthouden.2.Met de veiligheidsgordel voor de bestuurjder omgegespt de keuzehendel in de gej
wenste richting drukken, resp. over een drukpunt duwen. Na het loslaten keert de
hendel in de middenstand terug.
KeuzehendelstandPinschakelen
Toets P indrukken.
Kickdown
Met kickdown wordt een maximale rijprestatiebereikt.
Gaspedaal tot voorbij de weerstand van de volgasstand indrukken.
SportprogrammaM/S
Principe
In het sportprogramma zijn de schakelpunten
en de schakeltijden op een sportief rijgedrag afgestemd. De transmissie schakelt bijvoorj
beeld later op en de schakeltijden zijn korter.
Sportprogrammaactiveren
Keuzehendel uit keuzehendelstand D naar
links drukken.
Op het instrumentenpaneel wordt de ingej
schakelde versnelling weergegeven bijvoorj
beeld S1.
Het sportprogramma van de transmissie is gej activeerd.
Sportprogrammabeëindigen
Keuzehendel naar rechts drukken.
Op het instrumentenpaneel wordt D weergej
geven.
HandbedieningM/S
Principe Bij de handbediening kunnen de versnellingen
handmatig worden ingeschakeld.
Seite 94BedieningRijden94
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page 95 of 302

Handbedieningactiveren
De keuzehendel uit keuzehendelstand D naarlinks drukken, pijl 1. Vervolgens de keuzehenjdel naar voren drukken of naar achteren trekj
ken, pijl 2.
De handbediening wordt actief en er wordt een
andere versnelling ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel wordt de ingej
schakelde versnelling weergegeven bijvoorj
beeld M1.
Schakelen
Terugschakelen: keuzehendel naar voren
drukken.
Opschakelen: keuzehendel naar achteren trekj ken.
In bepaalde situaties schakelt de versnellingsj bak verder automatisch, bijvoorbeeld bij het
bereiken van de toerentalgrenzen.
SteptronicSportversnellingsbak:
automatischopschakelenindestand voorhandbedieningM/Svermijden
De Steptronic Sport-versnellingsbak schakelt
in handbediening M/S bij het bereiken van bej
paalde toerentalgrenzen niet een versnelling
op, als aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
'yDSC gedeactiveerd.'yTRACTION geactiveerd.'ySPORT+ geactiveerd.Bij overeenkomstige BMW M-aandrijfconfiguj
ratie is deze functie actief onafhankelijk van de
boven genoemde voorwaarden.
Bovendien wordt bij kickdown niet teruggej schakeld.
Afhankelijk van de versnellingsbakuitvoering kan door gelijktijdig bedienen van de kickdown
en de linker schakelpaddel naar de laagst moj
gelijke versnelling teruggeschakeld worden.
Dit is niet mogelijk bij kortstondig wisselen via
de schakelpaddels van keuzehendelstand D naar de handbediening M/S.
Handbedieningbeëindigen Keuzehendel naar rechts drukken.
Op het instrumentenpaneel wordt D weergej
geven.
Schakelpaddels
Principe
Met de schakelpaddels op het stuurwiel kan snel van versnelling worden gewisseld, zonderhierbij de handen van het stuurwiel te nemen.
Algemeen
Schakelprocedure
De wisselen van versnelling wordt alleen bij
een passend toerental en een passende snelj
heid uitgevoerd.
Naardehandbedieningwisselen In keuzehendelstand S wordt na bediening van een schakelpaddel permanent naar de handjbediening gewisseld.
In keuzehendelstand D wordt na bediening van
een schakelpaddel kortstondig naar de handj
bediening gewisseld.
Naardeautomatischebedieningwisselen
In keuzehendelstand D wordt teruggeschakeld
naar de automatische bediening, wanneer in
de handbediening gedurende een bepaaldeSeite 95RijdenBediening95
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page 96 of 302

tijd voorzichtig wordt gereden, niet wordt gejaccelereerd en niet via de schakelpaddelswordt geschakeld.
Schakelen'yOpschakelen: kort aan de rechter schakelj
paddel trekken.'yTerugschakelen: kort aan de linker schaj
kelpaddel trekken.'yAfhankelijk van de versnellingsbakuitvoej ring kan door lang aan de linker schakeljpaddel te trekken naar de laagst mogelijke
versnelling worden teruggeschakeld.
Op het instrumentenpaneel wordt kort de gej
kozen versnelling en vervolgens de ingeschaj
kelde versnelling weergegeven.
Weergaveninhetinstrumentenpaneel De keuzehendelstand wordt gej
toond, bijv.: P.
Parkeervergrendelingelektronisch
ontgrendelen
Algemeen
De parkeervergrendeling elektronisch ontgrenj
delen om de auto uit de gevarenzone te maj
noeuvreren.
Ontgrendeling is alleen mogelijk wanneer de startmotor de motor kan doordraaien.
Voor het ontgrendelen van de parkeervergrenj
deling de parkeerrem aantrekken, om te verj hinderen dat de auto wegrolt.
KeuzehendelstandNinschakelen1.De rem indrukken en ingedrukt houden.2.Start/stop-knop indrukken. De starter moet hoorbaar aanslaan.3.De toets op de keuzehendel indrukken,
pijl 1, en de keuzehendel naar keuzehenj delstand N drukken en vasthouden, pijl N,
tot de keuzehendelstand N in het instruj
mentenpaneel wordt weergeven.
Er wordt een Check-Control-melding
weergegeven.4.De keuzehendel loslaten.5.Rem loslaten zodra de startmotor stopt.6.De auto uit de gevarenzone manoeuvreren en vervolgens tegen wegrollen beveiligen.
Meer informatie, zie hoofdstuk Aan- en wegj
slepen.
SteptronicSportversnellingsbak:
LaunchControl
Principe Launch Control maakt bij droge omgevingsj
omstandigheden een optimale acceleratie op
stroef wegdek mogelijk.
Algemeen
Het gebruik van Launch Control leidt tot vroegj
tijdige slijtage van onderdelen, omdat deze
Seite 96BedieningRijden96
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page 97 of 302

functie een zeer hoge belasting voor de auto
vormt.
Launch Control niet tijdens het inrijden, zie paj
gina 202, gebruiken.
Bij het wegrijden met Launch Control niet stuj
ren.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Launch Control is beschikbaar bij bedrijfsj
warme motor, dus na een ononderbroken rit van minstens 10 km.
WegrijdenmetLaunchControl
Bij draaiende motor:1. Toets indrukken of met de rijbelej
vingsschakelaar SPORT+ kiezen.
Het instrumentenpaneel geeft TRACTION weer en het controlelampje voor DSC OFF
gaat aan.2.Keuzehendelstand S inschakelen.3.Met de linkervoet krachtig het rempedaal indrukken.4.Gaspedaal tot voorbij de weerstand van devolgasstand indrukken en ingetrapt houj
den, kickdown.
Op het instrumentenpaneel verschijnt een
vlagsymbool.5.Het wegrijtoerental wordt geregeld. Binnen 3 seconden de rem loslaten.
Opnieuwgebruikenbinneneenrit
Na het gebruik van Launch Control moet de
versnellingsbak circa 5 minuten afkoelen, voorj
dat Launch Control opnieuw kan worden gej
bruikt.
Launch Control stelt zich bij het opnieuw gej bruiken op de omgevingsomstandigheden in.
NahetgebruikvanLaunchControl
Ter ondersteuning van de rijstabiliteit de dynaj
mische stabiliteitscontrole DSC weer inschaj
kelen.
Grenzenvanhetsysteem Een geoefende bestuurder kan in de modus
DSC OFF mogelijk betere acceleratiewaarden
realiseren.Seite 97RijdenBediening97
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page 98 of 302

WeergavenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Overzicht,instrumentenpaneel
1Brandstofmeter\_ 1032Snelheidsmeter3Meldingen, bijvoorbeeld Check-Control4Toerenteller\_1035Motorolietemperatuur\_ 1036Momenteel verbruik7Elektronische weergaven8Kilometers resetten\_103Check-Control
Principe Check-Control controleert functies in de autoen geeft een melding als in de bewaakte systej men een storing is opgetreden.Algemeen
Op het instrumentenpaneel en op het Head-
Up Display wordt een Check-Control-melding
weergegeven als een combinatie van controle- of waarschuwingslampjes en textuele meldinj
gen.Seite 98BedieningWeergaven98
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page 99 of 302

Tevens klinkt er eventueel een akoestisch sigjnaal en verschijnt er een tekstbericht op het
Control Display.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Algemeen
Controle- en waarschuwingslampjes op het inj
strumentenpaneel kunnen in verschillende combinaties en kleuren gaan branden.
Van sommige lampen wordt bij het starten van de motor of inschakelen van het contact dewerking gecontroleerd, waarbij deze even kortbranden.
Rodelampjes
Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuurj
derszijde is niet omgedaan. Bij somj mige landuitvoeringen: passagiersgorj
del niet omgegespt of voorwerpen herkend op
de passagiersstoel.
Controlelampje knippert of brandt: Veiligheidsj
gordel aan bestuurders- of passagierszijde is
niet omgedaan. De gordelherinnering kan ook
in werking treden als er voorwerpen op de pasj
sagiersstoel liggen.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is
omgedaan.
Airbagsysteem Airbagsysteem en gordelspanner zijn
mogelijk defect.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej kwalificeerde Service Partner of specialist lajten controleren.
Parkeerrem Parkeerrem is vastgezet.
Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 85.Remsysteem
Remsysteem vertoont een storing.
Voorzichtig doorrijden.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej kwalificeerde Service Partner of specialist lajten controleren.
Botsingswaarschuwing Controlelampje brandt: Vooralarm, bijjvoorbeeld bij een dreigend botsingsgejvaar of bij zeer geringe afstand tot een
voorligger.
Afstand vergroten.
Controlelampje knippert: Acute waarschuwing
bij direct botsingsgevaar, als de auto met relaj tief hogere, andere snelheid een andere auto
nadert.
Ingrijpen door te remmen en eventueel uit te
wijken.
Persoonswaarschuwing Symbool op het instrumentenpaneel.
Dreigt er een botsing met een herkent
persoon, dan licht het symbool op en
klinkt er een signaal.
Oranjelampjes Actievesnelheidsregeling De gekozen afstand tot het voorligj
gende voertuig wordt aangegeven door
het aantal dwarsbalken.
Actieve snelheidsregeling met Stop&Go-funcj
tie, ACC, zie pagina 153.
Voertuigherkenning,actieve
snelheidsregeling
Controlelampje brandt: Voorligger gejdetecteerd.Seite 99WeergavenBediening99
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page 100 of 302

Controlelampje knippert: Aan de voorwaarden
voor het gebruik van het systeem wordt niet meer voldaan.
Het systeem is gedeactiveerd, maar remt af tot uw actieve overname door indrukken van het
rempedaal of het rijpedaal.
Gelelampjes
AntiblokkeersysteemABS Rembekrachtiger mogelijk defect. Plotj
seling remmen vermijden. Houd rekej ning met een langere remweg.
Direct door een Service Partner van de fabrij kant of een andere gekwalificeerde ServicePartner of specialist laten controleren.
DynamischestabiliteitscontroleDSC Controlelampje knippert: DSC regelt de
aandrijf- en remkrachten. De auto
wordt gestabiliseerd. Snelheid verlagen
en rijstijl aan de wegomstandigheden aanpasj sen.
Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen. Het systeem door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Serj
vice Partner of specialist laten controleren.
Dynamische stabiliteitscontrole DSC, zie paj
gina 146.
DynamischestabiliteitscontroleDSC
gedeactiveerdofdynamische
tractiecontroleDTCgeactiveerd
Dynamische stabiliteitscontrole DSC is
gedeactiveerd of dynamische tractiej controle DTC is geactiveerd.
Dynamische stabiliteitscontrole DSC, zie paj
gina 146, en dynamische tractiecontrole DTC,
zie pagina 147.BandenpechwaarschuwingRPA
De bandenpechwaarschuwing meldtspanningsverlies in een band.
Snelheid verminderen en voorzichtig
stoppen. Heftige rem- en stuurbewegingen
vermijden.
Bandenpechwaarschuwing, zie pagina 129.
BandenspanningscontroleRDC Het controlelampje brandt.
De bandenspanningscontrole meldt een lage bandenspanning of bandenj
pech.
De informatie in de Check-Control-melding in acht nemen.
Het controlelampje knippert en brandt vervolj gens continu.
Er kan geen bandenpech of geen verlies van bandenspanning herkend worden.'yStoring door installaties of apparaten met dezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem auj tomatisch weer actief.'yRDC kan de reset niet voltooien: voer de
reset van het systeem opnieuw uit.'yWiel zonder RDC-elektronica is gemonj
teerd: Evt. laten controleren door een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of speciajlist.'yStoring: het systeem door een ServicePartner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist
laten controleren.
Bandenspanningscontrole, zie pagina 125.
Stuursysteem Stuursysteem mogelijk defect.
Het stuursysteem door een Service
Partner van de fabrikant of een andere
Seite 100BedieningWeergaven100
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 310 next >