BMW X4 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 141 of 302

'yIn het donker.
LaneDepartureWarningPrincipe
Dit systeem waarschuwt vanaf een bepaald
snelheidsbereik, als de auto op wegen met rijj
baanbegrenzingslijnen op het punt staat om de
rijstrook te verlaten. Deze snelheid ligt afhanj
kelijk van de landuitvoering tussen 55 km/h en
70 km/h .
Het stuur begint bij waarschuwingen licht te trillen. Het moment van deze waarschuwing kan afhankelijk van de actuele rijsituatie vari

Page 142 of 302

'yDe LED brandt groen.
Toets lang indrukken:
'yAlle Intelligent Safety-systemen
worden uitgeschakeld.'yDe LED dooft.
Hetcontrolelampjeophet
instrumentenpaneel
'yLijnen: systeem is geactiveerd.'yPijlen: ten minste één rijbaanbej
grenzingslijn werd herkend en
waarschuwen is mogelijk.
Weergevenvaneenwaarschuwing
Bij het verlaten van de rijstrook boven een herj
kende rijbaanbegrenzingslijn begint het stuurj
wiel te trillen.
Als voor het veranderen van rijbaan de richj
tingaanwijzer wordt ingeschakeld, wordt er
geen waarschuwing gegeven.
Onderbrekingvandewaarschuwing De waarschuwing wordt in de volgende situj
aties afgebroken:
'yAutomatisch na ca. 3 seconden.'yBij terugkeer naar de eigen rijbaan.'yBij krachtig remmen.'yBij richting aangeven.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj
wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 143 of 302

Het systeem laat zien wanneer zich voertuigenin de dode hoek bevinden, pijl 1, of op de
naastgelegen rijstrook van achteren naderen, pijl 2.
De lamp in de buitenspiegelbehuizing gaat gej
dimd branden.
Bij veranderen van rijbaan met ingeschakelde
richtingaanwijzer waarschuwt het systeem in
de eerder genoemde situaties.
Het lampje in de buitenspiegelbehuizing knipj
pert en het stuurwiel trilt.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstanj
digheden en de verkeerssituatie juist in te
schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 144 of 302

'yDe LED dooft.
Weergave
Lampinbuitenspiegelbehuizing
Vooralarm
De gedimde lamp in de buitenspiegelbehuizing geeft aan dat zich voertuigen in de dode hoek
bevinden of van achteren naderen.
Acutewaarschuwing Als de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld
terwijl er zich een voertuig in het kritieke gej
bied bevindt, gaat het stuurwiel kort trillen en
begint de lamp in de buitenspiegelbehuizing
fel te knipperen.
De waarschuwing wordt be

Page 145 of 302

Algemeen'yNormaal remmen: remlichten branden.'yHard remmen: remlichten knipperen.
Kort voor de stilstand wordt de waarschuj
wingsknipperlichtinstallatie geactiveerd.
Waarschuwingsknipperlichtinstallatie deactij
veren:
'yAccelereren.'yToets waarschuwingsknipperlichtinstallaj tie indrukken.Seite 145VeiligheidBediening145
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page 146 of 302

RijstabiliteitsregelsystemenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
AntiblokkeersysteemABS ABS voorkomt het blokkeren van de wielen tijjdens het remmen.
De bestuurbaarheid blijft ook bij noodstops bej
houden, daardoor wordt de actieve veiligheid verhoogd.
Het ABS is na het starten van de motor bej drijfsklaar.
Remassistent
Bij snel intrappen van het rempedaal veroorj
zaakt dit systeem automatisch een zo hoog mogelijke rembekrachtiging. De remweg wordt
bij noodstops derhalve zo kort mogelijk gehouj
den. Hierbij wordt eveneens gebruik gemaakt
van de voordelen van het ABS.
Het rempedaal ingetrapt houden zolang remj
men noodzakelijk is.Dynamische
stabiliteitscontroleDSC
Principe Binnen hetgeen volgens de wetten van de najtuurkunde mogelijk is helpt het systeem door
vermindering van het motorvermogen en rej
mingrepen aan de afzonderlijke wielen de
koersstabiliteit van auto te handhaven.
Algemeen
De dynamische stabiliteitscontrole herkent bijv. de volgende instabiele rijtoestanden:'yUitbreken van de achterzijde van de auto, wat tot oversturen kan leiden.'yGripverlies van de voorwielen, wat tot onj
dersturen kan leiden.
Een op tractie geoptimaliseerde variant van het DSC is de Dynamic Traction Control DTC, zie
pagina 147.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj
tie juist in te schatten. Wegens systeembeperj
kingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende
situaties actief ingrijpen.'

Page 147 of 302

ting de Dynamische Stabiliteits Controle DSC
niet deactiveren.'

Page 148 of 302

DynamicTractionControlDTC
activeren/deactiveren
DTCactiveren Toets indrukken.
Het instrumentenpaneel geeft TRACj
TION weer en het controlelampje voor DSC OFF gaat aan.
DTCdeactiveren Toets opnieuw indrukken.
TRACTION en controlelampje DSC
OFF doven.
PerformanceControl
Met Performance Control wordt de auto wendj baarder.
Ter verbetering van de wendbaarheid worden,
bij sportieve rijstijl, afzonderlijke wielen afgej
remd. De remwerking die hierdoor onstaat,
wordt gelijktijdig via een motoringreep grotenj deels gecompenseerd.
xDrive
xDrive is het vierwielaandrijvingssysteem van
uw auto. Door het samenwerken van xDrive en
DSC worden tractie en rijdynamiek verder verj beterd. Het vierwielaandrijvingssysteem xDrive
verdeelt de aandrijfkrachten afhankelijk van
rijsituatie en gesteldheid van de weg variabel over voor- en achteras.
WeergaveophetControlDisplay
xDriveaanzichttonen1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."xDrive-status"
De volgende gegevens worden weergegeven:
'yMet navigatiesysteem: kompasweergave t.o.v. de rijrichting'yHellingshoek in langsrichting, met vermelj
ding van graden en procenten'yHellingshoek in dwarsrichting, met vermelj ding van graden'yGrafische weergave van stuuruitslag
HillDescentControlHDC
Principe HDC is een bergafrijhulp die de snelheid opsteile hellingen automatisch regelt. Zonder dat
er geremd wordt, beweegt de auto zich iets
sneller dan stapvoets. Als actief wordt geremd,
verdeelt het systeem de kracht overeenkomj
stig de tractie.
Bij afdalingen worden rijstabiliteit en bestuurj
baarheid verbeterd.
HDC kan onder ca. 35 km/h worden geactij
veerd. Bij bergafwaarts rijden reduceert de
auto de snelheid en houdt deze constant.
Gebruik HDC alleen bij lage versnellingen of in
de keuzehendelstanden D of R.
Snelheidverhogenofverlagen Snelheidsregeling in het bereik van ca. 6 km/h
tot ca. 25 km/h kunt u met de tuimelschakelaar
van de snelheidsregeling op het stuurwiel inj
stellen. De snelheid van de auto kan door licht
gas geven worden gewijzigd.
Seite 148BedieningRijstabiliteitsregelsystemen148
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page 149 of 302

'yTuimelschakelaar tot het drukpunt naarboven drukken: snelheid stapsgewijs verj
hogen.'yTuimelschakelaar tot door het drukpunt heen naar boven drukken: snelheid neemttoe zolang op de tuimelschakelaar wordtgedrukt.'yTuimelschakelaar tot het drukpunt naarbeneden drukken: snelheid stapsgewijs
verlagen.'yTuimelschakelaar tot door het drukpunt heen naar beneden drukken: snelheid
wordt bij het vooruitrijden tot ca. 10 km/h
verlaagd, bij het achteruitrijden tot ca.
6 km/h.
HDCactiveren
Toets indrukken, LED boven de toets
brandt.
HDCdeactiveren Toets opnieuw indrukken. De LED dooft.
Boven circa 60 km/h wordt HDC automaj
tisch gedeactiveerd.
Hetcontrolelampjeophet
instrumentenpaneel
Op de snelheidsmeter wordt de
gekozen snelheid weergegeven.'yGroen: systeem remt de
auto af.'yOranje: systeem in stand-by.
Storing
Op het instrumentenpaneel wordt een melding
weergegeven. HDC is niet beschikbaar, bijj
voorbeeld bij hoge temperatuur van de remj
men.
Dynamische
schokdempercontrole
Principe Het systeem reduceert ongewenste beweginjgen van de auto bij een dynamische rijstijl of
een oneffen wegdek.
Afhankelijk van de toestand van het wegdek en
van de rijstijl worden daardoor de rijdynamiek
en het rijcomfort vergroot.
Programma Het systeem biedt verschillende programma's.
De programma's kunnen met de rijbelevingsj
schakelaar worden geselecteerd.
SPORT Consequent sportieve regeling van de schokj
dempers voor een reactief rijgedrag.
SPORT+
Consequent sportieve regeling van de schokj
dempers voor een reactief rijgedrag met bej
perkte koersstabiliteit.
COMFORT/ECOPRO Uitgebalanceerde afstelling van de auto.
Seite 149RijstabiliteitsregelsystemenBediening149
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page 150 of 302

Variabelesportbesturing
De variabele sportbesturing vergroot bij grote
stuurwieluitslag, bijv. bij scherpe bochten of bij
het inparkeren, de stuuruitslag van de voorwiej
len. De besturing wordt directer.
Bovendien varieert afhankelijk van de snelheid
de bij het sturen benodigde kracht.
Zo wordt een sportief stuurgedrag mogelijkgemaakt. Bovendien wordt het sturen bij hetinparkeren en maoeuvreren vergemakkelijkt.
Servotronic Principe
De Servotronic varieert de bij het sturen benoj
digde stuurkracht, afhankelijk van de snelheid.
Bij lage snelheden wordt de stuurkracht sterk ondersteund, d.w.z. bij het sturen is geringe
kracht nodig. Met toenemende snelheid wordt
de ondersteuning van de stuurkracht verminj
derd.
Tevens wordt de stuurkracht aangepast aan de
desbetreffende rijdmodus, zodat een sporj tieve-directe, resp. comfortabele stuurgej
dracht wordt overgebracht.
Rijbelevingsschakelaar
Principe Met de rijbelevingsschakelaar kunnen bej
paalde eigenschappen van de auto worden aangepast. Daarvoor staan verschillende projgramma's ter beschikking. Via de toets van derijbelevingsschakelaar en via de DSC OFF
toets kan steeds een programma worden gej activeerd.Overzicht
Toetsindeauto
Bedieningvandeprogramma's
ToetsProgrammaDSC OFF
TRACTIONSPORT+
SPORT
COMFORT
ECO PRO
Automatischwisselenvanprogramma In de volgende situaties wordt zo nodig autoj
matisch naar COMFORT gewisseld:
'yBij uitval van de dynamische schokdemj
percontrole.'yBij uitval van de dynamische stabiliteitsj
controle DSC.'yBij bandenpech.'yBij activering van de snelheidsregeling in
de modus TRACTION of DSC OFF.
DSCOFF
Met DSC OFF, zie pagina 147, wordt de rijstj
abiliteit bij het accelereren en bij het rijden in een bocht niet beperkt.
Seite 150BedieningRijstabiliteitsregelsystemen150
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page:   < prev 1-10 ... 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 ... 310 next >