BMW X4 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 181 of 302

Uitgebreideairconditioning1Temperatuur, links2AUTO-programma3Display4IJs en wasem verwijderen5Luchthoeveelheid6Display7Luchtverdeling8Maximaal koelen9Temperatuur, rechts10Stoelverwarming, rechts\_6511Luchtrecirculatiefunctie12SYNC-programma13Koelfunctie14Achterruitverwarming15Stoelverwarming, links\_65Aircofunctiesindetail
Systeemin-/uitschakelen Inschakelen
Willekeurige toets indrukken, met volgende uitzonderingen:'ySYNC-programma.'yAchterruitverwarming.'yLinker toetszijde Luchthoeveelheid.'yStoelverwarming.Uitschakelen
Toets links ingedrukt houden, tot hetsysteem wordt uitgeschakeld.
Temperatuur Principe
De geïntegreerde verwarmings- en airconditij
oningsregeling regelt de ingestelde temperaj
tuur zo snel mogelijk, indien nodig met hoger koel- of verwarmingsvermogen, en houdt deze
dan constant.Seite 181KlimaatregelingBediening181
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page 182 of 302

InstellenAan de draaiknop draaien om degewenste temperatuur in te
stellen.
De automatische airconditioning regelt deze
temperatuur zo snel mogelijk, indien nodig met
hoge koel- of verwarmingscapaciteit, en houdt deze dan constant.
Wisselingen tussen verschillende temperaj tuurinstellingen kort achter elkaar voorkomen.
De airconditioning met elektronische temperaj
tuurregeling heeft dan niet voldoende tijd om
de ingestelde temperatuur te regelen.
Koelfunctie
Principe
De lucht in het interieur wordt gekoeld, gej
droogd en afhankelijk van de temperatuurinj stelling weer verwarmd.
Koeling van het interieur is alleen bij draaiende
motor mogelijk.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
De airconditioningsfunctie wordt in- of
uitgeschakeld.
Na het starten van de motor kunnen afhankelijk van de weersomstandigheden de voor- en zijj ruiten korte tijd beslaan.
In het AUTO-programma wordt automatisch
de koelfunctie ingeschakeld.
In de airconditioning ontstaat condenswater,
zie pagina 205, dat onder de auto wegloopt.
Maximaalkoelen
Principe
Het systeem is ingesteld op de laagste tempej
ratuur, de optimale luchthoeveelheid en de
luchtrecirculatiestand.Algemeen
De functie is boven een buitentemperatuur van
circa 0 

Page 183 of 302

Linker- of rechterzijde van de toets injdrukken: intensiteit verkleinen of verj
groten.
De geselecteerde intensiteit wordt op het disj
play van de automatische airconditioning
weergegeven.
Automatische
luchtrecirculatieregelingAUC/
luchtrecirculatiefunctie
Principe
De automatische luchtrecirculatieregeling AUC herkent schadelijke stoffen in de buitenlucht.
De toevoer van buitenlucht wordt geblokkeerd en de binnenlucht wordt gerecirculeerd.
Algemeen
Als het systeem is geactiveerd herkent een sensor schadelijke stoffen in de buitenlucht en
regelt de blokkering automatisch.
Als het systeem is gedeactiveerd stroomt perj
manent buitenlucht het interieur binnen.
Bij continu ingeschakelde luchtrecirculatie verj
slechtert de luchtkwaliteit in de auto en bej
slaan de ruiten steeds meer.
In-/uitschakelen Toets herhaald indrukken, om eenfunctie op te roepen:'yLED's uit: buitenlucht stroomt continu naarbinnen.'yLinker LED aan, AUC-werking: een sensor
herkent schadelijke stoffen in de buitenj
lucht en regelt de blokkering automatisch.'yRechter LED aan, luchtrecirculatiefunctie:
de toevoer van buitenlucht is permanent
afgesloten.
De luchtrecirculatiefunctie wordt bij lage buij
tentemperaturen na enige tijd automatisch uitj
geschakeld, om het beslaan van de ruiten te voorkomen.
Bij het beslaan van de ruiten de luchtrecirculaj
tiefunctie uitschakelen en de AUTO-toets inj drukken, om gebruik te kunnen maken van devoordelen van de condenssensor. Ervoor zorjgen dat er lucht naar de voorruit kan stromen.
Luchthoeveelheidhandmatigregelen
Principe
De luchthoeveelheid voor de klimaatregeling kan handmatig ingesteld worden.
Algemeen
Om de luchthoeveelheid handmatig te kunnen
regelen, eerst het AUTO-programma uitschaj kelen.
Bediening Linker- of rechterzijde van de toets injdrukken: luchthoeveelheid verkleinen
of vergroten.
De geselecteerde luchthoeveelheid wordt op het display van de automatische airconditioj
ning weergegeven.
De luchthoeveelheid van de airconditioning
wordt eventueel tot aan het uitschakelen gerej duceerd om de accu te ontzien.
Luchtverdelinghandmatigregelen Principe
De luchtverdeling voor de klimaatregeling kan
handmatig ingesteld worden.
Bediening Toets herhaald indrukken om een proj
gramma te selecteren:'yTer hoogte van het bovenlichaam.'yTer hoogte van het bovenlichaam en de
beenruimte.'yBeenruimte.'yRuiten en beenruimte.Seite 183KlimaatregelingBediening183
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page 184 of 302

'yRuiten, ter hoogte van het bovenlichaam
en beenruimte.'yRuiten: alleen aan de bestuurderszijde.'yRuiten en ter hoogte van het bovenlij chaam.
Bij het beslaan van de ruiten de AUTO-toetsindrukken, om gebruik te kunnen maken van
de voordelen van de condenssensor.
SYNC-programmaPrincipe
Met het systeem is het mogelijk om, actuele
instellingen van de bestuurderszijde voor temj peratuur, luchthoeveelheid, luchtverdeling en
AUTO-programma worden op de passagiersj
zijde en achterin links/rechts over te dragen.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
De huidige temperatuurinstelling aan
de bestuurderskant wordt overgedragen aan
de passagierskant.
Het programma wordt uitgeschakeld als de inj
stelling aan de passagierszijde wordt gewijj
zigd.
Ruitenontdooienenontwasemen Principe
IJs en condens verdwijnen snel van de voorruit
en voorste zijruiten.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
LED brandt bij ingeschakeld systeem.
Richt hiervoor de ventilatieroosters aan de zijj
kant c.q. de zijruiten.
Luchthoeveelheid kan bij een actief proj
gramma worden aangepast.
Bij het beslaan van de ruiten ook de koelfuncj tie inschakelen en de AUTO-toets indrukken,
om gebruik te kunnen maken van de voordelenvan de condenssensor.
Achterruitverwarming Toets indrukken. LED brandt.
Achterruitverwarming wordt na enige
tijd automatisch uitgeschakeld.
Micro-/actief-koolstoffilter
Het micro-/actief-koolstoffilter filtert stof, polj
len en gasvormige schadelijke stoffen uit de toegevoerde buitenlucht en luchtrecirculatiej
functie.
Deze filters bij het onderhoud, zie pagina 249,
van de auto laten vervangen.
Ventilatie Ventilatie,voor'yHendel voor aanpassen van de uitstroomj
richting, pijlen 1.'yGekartelde knoppen voor het traploos opej nen en sluiten van de uitstroomopeningen,pijlen 2.'yGekartelde knop voor het vari

Page 185 of 302

Instellen'yVentilatie om te koelen:
Uitstroomopeningen zo richten, dat de lucht in uw richting wordt geleid, bijvoorj
beeld bij een opgewarmde auto.'yTochtvrije ventilatie:
Uitstroomopeningen zo richten dat de
lucht langs u stroomt.
Ventilatieachterin
'yGekartelde knop voor het traploos openen
en sluiten van de uitstroomopeningen,
pijl 1.'yGekartelde knop voor het vari

Page 186 of 302

Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Interieurvoorventilatie'yMet afstandsbediening of bij voorgeselecj
teerde inschakeltijd: buitentemperatuur boven ca. 15 

Page 187 of 302

Symbool van de airconditioning met elekj
tronische temperatuurregeling knippert, als het systeem ingeschakeld is.
Het systeem wordt alleen binnen de komende
24 uren ingeschakeld. Daarna moet het opj
nieuw worden geactiveerd.
Afstandsbediening
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
De bestanddelen van accu's kunnen
schade veroorzaken. Er bestaat gevaar voor schade. Geen accu's gebruiken.'

Page 188 of 302

'yBij het activeren van de afstandsbedieningbrandt de LED niet meer of deze knippert.1.Met een geschikt voorwerp het batterijvak
uit de klemsluiting halen, pijl 1.2.Deksel van het batterijvak verwijderen, pijl 2.3.Batterijen van hetzelfde type gebruiken.4.Deksel terugdrukken.
Oude batterijen door een Service Partj
ner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specij
alist laten afvoeren of op een verzamelpunt afgeven.
Nieuweafstandsbediening
Er kan een nieuwe afstandsbediening als
tweede afstandsbediening of bij verlies in gej bruik worden genomen; deze kan indien nodigdoor een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist worden geïnitialiseerd.
Er kunnen twee afstandsbedieningen voor de auto worden gebruikt.
Seite 188BedieningKlimaatregeling188
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page 189 of 302

InterieuruitrustingUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Ge

Page 190 of 302

de binnenspiegel gaat knipperen. Alle proj
grammeringen van de toetsen op de binj
nenspiegel worden gewist.3.De handzender van de te bedienen installaj
tie op een afstand van circa 5 tot 30 cm bij
de toetsen op de binnenspiegel houden. De noodzakelijke afstand is afhankelijk van
de handzender.4.De toets van de gewenste functie op de handzender en de te programmeren toets
op de binnenspiegel tegelijkertijd indrukj
ken en ingedrukt houden. De LED op de binnenspiegel knippert eerst langzaam.5.Zodra de LED sneller knippert beide toetj
sen loslaten. Het snellere knipperen geeft aan, dat de toets op de binnenspiegel gejprogrammeerd werd.
Knippert de LED na uiterlijk 60 seconden niet sneller, de afstand tussen binnenspiej
gel en handzender veranderen en de stap
herhalen. Evt. zijn meerdere pogingen met
verschillende afstanden nodig. Tussen de
pogingen minimaal 15 seconden wachten.6.Voor het programmeren van verdere funcj
ties op andere toetsen de stappen 3 t/m 5 herhalen.
De installaties kunnen met de toetsen op de
binnenspiegel bediend worden.
Bijzonderheidbijwisselcode-
radiosystemen
Als de installatie na herhaald programmeren
niet bediend kan worden, controleer dan of de te bedienen installatie met een wisselcode-systeem is uitgerust.
Daarvoor de handleiding van de installatie naj
lezen of de geprogrammeerde toets op de binj nenspiegel langer indrukken. Als de LED op de
binnenspiegel eerst snel knippert en dan 2 sej
conden constant brandt, is de installatie met
een wisselcode-systeem uitgerust. Het knipj peren en branden van de LED wordt circa
20 seconden lang herhaald.
Bij installaties met een wisselcode-systeem moeten de geïntegreerde universele afstandsj
bediening en de installatie aanvullend gesynj
chroniseerd worden.
Informatie over het synchroniseren doorlezen
in de handleiding van de in te stellen installatie.
De synchronisatie wordt vergemakkelijk door
de hulp van een tweede persoon.
Geïntegreerde universele afstandsbediening
met systeem synchroniseren:1.Auto binnen de actieradius van de op afj
stand bestuurbare installatie parkeren.2.De gewenste toets op de binnenspiegel zoals beschreven programmeren.3.Toets voor het synchroniseren op de in testellen installatie richten en indrukken. Er iscirca 30 seconden tijd voor de volgende
stap.4.De geprogrammeerde toets op de binnenj
spiegel circa 3 seconden lang ingedrukt
houden en dan loslaten. Deze werkstap
herhalen, eventueel tot drie keer toe, om
het synchroniseren te voltooien. Bij volj tooid synchroniseren wordt de geprogramj
meerde functie uitgevoerd.
Afzonderlijketoetsenopnieuw
programmeren
1.Contact inschakelen.2.De te programmeren toets op de binnenj spiegel indrukken en ingedrukt houden.3.Zodra de LED op de binnenspiegel langj
zaam knippert, de handzender van de te bedienen installatie op een afstand van
circa 5 tot 30 cm bij de toetsen op de binj nenspiegel houden. De noodzakelijke afj
stand is afhankelijk van de handzender.4.De toets van de gewenste functie op de handzender indrukken en eveneens ingejdrukt houden.5.Zodra de LED op de binnenspiegel snellerknippert beide toetsen loslaten. Het snelj
lere knipperen geeft aan, dat de toets opSeite 190BedieningInterieuruitrusting190
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 310 next >